Dit brieven van lezers WOENSDAG 10 MEI 1978: TROUW/KWARTET P14-RH1&-S Deze ruDrek uitsluitend öesiemd voo» korte react*» op m deze krant gelezen benenten artikelen en commentaren, en met voor geötcwen. open oneven, oproepen o< reacties op advertenties (deze taattte «kenen lot de «krecke gencht ie worden i De inzendingen voor deze rubriek dienen zo beknopt mogektk te znn De redactie behoudt zien het recht van bekorting voor Het n ons belaas niet mogeii|k over eik geval van bekorting of nietplaatsmg (doorgaan» een gevolg van een ie groot aanbod) to corresponderen Brieven adresseren aan Secretaris hoofdredactie Trouw. Postbus, 859. Amsterdam B.| publicatie worden naam en woonplaats van de schri|ver vermeid Zendingswet Met verbazing las Ik het bericht, dat de raad van kerken In Nederland in een brief aan de Israëlische ambas sade gevraagd heeft, de „Wet op het verleiden van mensen van gods dienst te veranderen" in de staat Israël op te schorten. Wie op de hoogte is van de situatie in de staat Israël, weet dat genoemde wet in wezen niets nieuws bevat. Vanaf de oprichting van de staat Israël is daar een kleine groep orthodoxe Joden bij wie een diep gewortelde haat' leeft tegen zending en missie en alles wat christelijk is. Reeds onder de vorige regeringen poogden zij hun gevoelens door een wet bevestigd te krijgen. Pas nu onder de regering van Begin is het hun gelukt. En dat op een tamelijk onparlementaire wijze. Want, volgens berichten was er maar een derde van de Knesseth- leden aanwezig toen die wet in stem ming gebracht werd. Deze „Wet" Is dus helemaal geen verrassing en zal ook niet veel veranderen. Ten eerste omdat reeds ln 1983 de gezamelijke kerken in Israël de UCCI een verklaring hebben gepubliceerd dat zij zich van de gelaakte praktijken verre houden. Naar mijn weten is dat Inderdaad het geval. Daarom meen Ik dat hoewel de nieuwe wet inder daad een diepe haat van deze kleine groep tegen het christendom ver raadt, de kerken zelf er praktisch niet door getroffen zullen worden. ZIJ vergrijpen zich Immers niet tegen die wet. Blijft over het tweede: de vrees dat de wet kan bijdragen tot een verslechtering van de verhou ding van Joden en christenen in Is raël. Deze vrees lijkt mij ongegrond. Iedereen weet dat de staat Israël zich op het ogenblik opwerpt als verdediger van christenen in de Ara bische landen (Libanon!). Wel. wat de regering van Israël bulten haar grenzen doet zal zij toch binnen haar grenzen niet ongedaan maken. Deze nieuwe „Wet" ls maar een storm ln een glas water. En alleen wie niet op de hoogte is van de situatie ln de staat Israël wordt aan het schrikken gebracht door het geknal van die ..zevenklapper". De Raad van Ker ken had het kunnen weten. Amersfoort S. P. Tabaksblatt. Geslachtsziekten (2) „Geslachtsziekten zo oud als de we reld" en „Een kwaad, waarmee we moeten leren leven", schrijft Kees de Leeuw ln Trouw. Ware het niet beter, als er te lezen stond: „Een kwaad, waartegen elke generatie te strijden heeft". Is de mens anno 1978 geen redelijk en zedelijk wezen meer? Het ministerie van volksgezondheid stelt 80.000 gulden ter beschikking voor een voorlichtingscampagne, die vriendelijk en gemoedelijk ls opge zet. En dat tegen een steeds gTotere. geldverslindende, boze zweer ln de maatschappij. Ieder mens. besmet met welke venerische ziekte dan ook. is een tragedie op zichzelf. Dat merkt men tijdens de verpleging. De „toenmalige overheid" ln de Ja ren '43 - '45 ln Den Haag wist wat voorkomen betreft zeer strenge maatregelen te treffen. In 1978 zullen velen opnieuw begeleid moeten wor den. maar niet met een alles-ls-ge- oorloofd-theorie. Een gezonde geest ln een gezond lichaam. Elburg J. Valslar-Bomhof. Geslachtsziekten (3) Het is een goede zaak dat Trouw aandacht besteedt aan de landelijke voorlichtingscampagne over ge slachtsziekten. maar na lezing van het artikel wil ik toch graag twee kanttekeningen maken. 1. Het artikel is onduidelijk over de oorzaken van geslachtsziekten. Met name blijft in het midden of besmet ting uitsluitend plaatsvindt via de geslachtsorganen. 2. De redactie van Trouw heeft ken nelijk geen behoefte meer een eigen standpunt in te nemen ten aanzien van de seksuele waarden en normen. Dit leid ik af uit de kritiekloze over name van uitspraken als „Met de seksuele vrijheid is de laatste tijd een flinke vooruitgang geboekt, maar de geslachtsziekten zijn daar bij helaas wat achtergebleven." En ook: „In feite kan iedereen ein ge slachtsziekte oplopen behalve dege nen die nooit vrijen of die uitsluitend vrijen met een vaste partner, waarbij er dan van moet worden uitgegaan dat die partner hetzelfde doet" Wat vroeger als regel gold. wordt hier Impliciet tot uitzondering verklaard. Normaal gedrag houdt risico's ln, alleen uitzonderlijk gedrag kan Ie mand van die risico's vrijwaren. Vindt u het vreemd, als lk bij mezelf ga denken: Trouw zedemeestert wel graag, maar het moet wel progressief klinken? Berken en Rodenrijs B de Vries VAD Binnenkort komt er nu toch een VAD Reeds in 1974 heeft premier Den Uyl de vakbonden heel terecht toegezegd met een vermogensaan- wasdeling te komen ln ruil voor hun bereidheid de lonen te matigen. Maar wat gebeurt er nu1 Meteen al gemopper bij de FNV Het komt me voor. dat een bekwaam en zelf uit de vakbeweging afkomstige minister «ls Albeda heus wel een goede VAD weet te vinden Bovendien kunnen we nu geen al te hoge eisen aan het bedrijfsleven stellen, en de vakbon den zijn niet bepaald de meest ge schikte personen om op het geld te passen. Het lijkt me dan ook met het goede moment voor de FNV-bonden nu al te gaan dreigen en schelden. Roo»e«<U*l J. P. CO RE.MANS H'mtsje Jammer dat dr C. Rijnsdorp zo'n onbenullig stuk over naamgeving beeft geschreven. Als literator en be schouwend essayist heeft hij een beste naam. Wanneer hij echter be weert dat het geven van verkleinen de, (met kleinerende) namen aan meisjes verband zou houden met hun geringere lichaamskracht en düs een miskenning van het anders zijn is. dan komt dat op mij over als 'n goedkoop zwaaien met *n bekend en geliefd spandoek: „Wij worden gediscrimineerd". Veel meisjesna men op „tje" zijn ontstaan eenvou dig uit traditie om ouders of grootou ders te vernoemen, 't Kind is 'n meis je. Opa is aan de beurt. Maar hij heet Piet. Zo komen de Pietjes in omloop. Die traditie van Jan, Jannetje en hun Jongste kind ls trouwens al lang aan de verdwijning toe. Gelukkig, 't Was 'n tijdverschijnsel. En wij zijn de vaders! Dr Rijnsdorps bijdrage werd door de wonderlijke kop „H'mtsje en de vrouwen-emancipa tie" tot 'n modieuze kreet. Zouden Aaltje Noordewier of Aafje Heljnes zich in hun carrière om hun verklei nende voornamen ooit miskend heb ben gevoeld? De BUt W. J. Waaning En wat deden de ouders, als oma aan de beurt was en het werd een Jon gen? Annaatje? Loesje? Marthaatje? red.) Gemeentepolitiek Indien de centrale directie van de RAB O-bank haar Achterhoekse bankdirectator (die er met mee ak koord gaat. dat een van zijn employ - é's ln de gemeentepolitiek is gegaan door een plaats op de PvdA-lijst te aanvaarden; red.) met tot de orde roept zal ik. en ik hoop velen met mij, mijn overigens prettige relatie met RABO-bank tot mijn spijt moe ten beëindigen. Varsseveld D. de Voogd Tollenaars In Trouw/Kwartet van 1 mei is een stukje van ds H. J. Hegger opgeno men, dat ik meen niet onweerspro ken te mogen laten. Het spijt mij zeer dat ds Hegger. voor wie ik steeds, gezien zijn kerkelijke af komst en zijn met veel, meermalen sympathiek aandoende, woorden pleiten tegen de ernstige verwording van de zich nog steeds „gerefor meerd" noemende kerken, een war me plek in mijn hart heb, zó heeft durven schrijven over ook zijn broe ders en zusters in de gereformeerde kerken (vrijgemaakt) een tekening van deze kerkleden, die venijnig-vals aandoet en een ernstige belediging is van deze mensen, die oprecht hun Heere en Heiland willen dienen naar zijn Woord; mensen, die het reinigen de bloed van Christus allen dagelijks nodig hebben. Zoals gezegd: ik be treur dat zeer, ik had anders van hem verwacht Leiden P. Jasperse zoiets veel overtuigender dan de ge wone goede mens of daad, of de slechte mens of daad zonder meerEen treurig gebrek aan be schaving, met daaruit voortsprui tend een overmatige inbeelding tot waanzin toe en slechts middelmatige intelligentie met hysterische sluw heid en een adolescente machts droom stonden deze demagoog op het gezicht geschreven Ik heb uit deze indrukken indertijd (1937) de gevolgtrekking gemaakt, dat de ca tastrophe, die we tegemoet gingen, waarschijnlijk veel groter en bloedi ger zou zijn dan lk tot dusverre ge meend hadHet viel niet gemak kelijk te moeten aanzien, hoe heel Duitsland herademde, toen een door grootheidswaanzin bevangen psy chopaat zei: „Ik neem de verant woordelijkheid op mij" Iemand, die alles belooft, zal zich aan geen van zijn beloften houden, en iedere grootspreker is genoodzaakt oneer lijke middelen te gebruiken om zijn beloften te kunnen vervullen en daardoor raakt hij op de weg naar de catastrophe. Oegstgeest drs. M. J. Top Hitier (2) Hitler (1 De vraag, of Hitier krankzinnig was, zoals die door C. G. van Zweden werd gesteld, werd reeds eerder beant woord door de bekende Zwitserse psycholoog C. G. Jung; In 1947 ver scheen van hem een aantal artikelen in het Nederlands onder de titel „De Catastrophe". Het laatste dateert van 1945 en draagt als opschrift „Na de catastrophe". Daarin gaat het vooral over Hitier. Hij schrijft: De nauwkeurige diagnose van Hitier zou Pseudologia phantastica kunnen zijn, nl. die vorm van hysterie, die de bijzonderheid vertoont, eigen leu gens zelf te geloven. Niets werkt zo overtuigend als een zelfbedachte leugen, die men zelf gelooft, of een slechte daad of bedoeling, die men zelf voor goed houdt; in ieder geval is Bij het lezen van de boekbespreking door C. G. van Zweden over John Toland's .Adolf Hitler", moest ik denken aan het van Godswege ge openbaarde visioen in 1926, beschre ven ln de autobiografie van de pink sterzendeling Zr. M. A. Alt „Herinne ringen uit mijn leven", waaruit lk citeer (p. 69): „Ook wij, leiders, waren in die dagen sterk visionair. Wij za gen een visioen van Hitier, als voor loper van de anti-christ. Hitler was in het jaar 1926 nog een rijzende „ster" op politiek gebied. De Heilige Geest toonde ons een mannelijke getalte, met 't voorkomen van een beest, harig en afschrikwekkend. Zijn man tel was gestreept en gevlekt als een panter. Hij opende zijn kleed en op zijn borst vertoonde zich een groot, gitzwart hakenkruis. Hij wees er zelf op. met uitgestrekte vinger en trots gebaar. Hce vaak stond dit beeld mij voor ogen in de dagen der vreselijke Jodenvervolging die volgden." Als wij deze openbaring lezen in het licht van Gods woord, zoals met name geopenbaard in Daniël 7 en Openbaring 13, gezien tegen de ach tergrond van de satanische joden vervolgingen. waar de naam van het beest-mens Hitler ten nauwste mee is verbonden, dan wéét iedere Chris ten, dat de slachtingen van de jong ste wereldoorlog „slechts" een voor spel zijn van wat deze wereld ten tijde van de komende antichrist te wachten staat! Wij zijn bevrijd van de demonie van het „derde rijk" maar wij staan nog voor de gruwel der verwoesting van het vierde beest (Dan. 7 vers 7 e.v.; vgl. 12 vers 11; Math. 24 vers 15 en 2 Thess. 2:3-12) Hebben wij uit de Hitler-historie le ring getrokken, dat de satan zich kan voordoen als een engel des lichts voor miljoenen, die zich door een zgn. „sterke man" laten imponeren én misleiden, én misbruiken op beestachtige wijze, om te stelen, te slachten en te verderven, recht streeks geïnspireerd door de grote mensenmoorder en leugenaar van den beginne, uit wiens goddeloze macht alleen Jezus zelf, Gods Zoon kan verlossen en bevrijden? Ver staan wij de tekenen van de tijd ook in de grote geloofsafval van vandaag? Kollum R. Ferwerda Recht op arbeid (8) In uw editie van 5 mei stonden maar liefst vijf reacties ter ondersteuning van een schoolbestuur in Leeeuwar- den, dat geen vaste aanstelling wil geven aan zes getrouwde onderwijze ressen, omdat ze geen kostwinner zijn. Weliswaar lijkt de redenering heel zinnig, toch komt doorvoering van het „Leeuwarder principe" in feite neer op een stopzetten van de emancipatie van de vrouw. Zij mag wel studeren, zij mag ook trouwen, maar in tijden van over-aanbod op de arbeidsmarkt krijgt zij geen gele genheid een beroep uit te oefenen. Heeft men er wel bij stilgestaan tot welke gevolgen een dergelijke stand puntbepaling kan leiden? Een terug keer naar de toestand, dat het voor meisjes minder belangrijk werd ge vonden om te gaan studeren, omdat ze voor het merendeel toch wel zou den trouwen en dan niet hoefden te werken? Of een stimulans om dan maar niet te trouwen, maar samen te gaan wonen? Hoeveel begrip ik ook heb voor de problemen waarmee het Leeuwarder schoolbestuur te kam pen heeft ln een periode van toene mende werkloosheid, toch geloof ik niet dat op deze wijze een bevredi gende oplossing gevonden kan wor den. Verdeel de beschikbare arbeid liever zodanig, dat iedereen (onge acht zijn maatschappelijke staat) .een eerlijke kans op werk krijgt. Naarden Hannah Engelkes-Bon Recht op arbeid (12) Ogenschijnlijk lijkt het een recht vaardige zaak om gehuwde dames binnen het onderwijs het veld te laten ruimen voor pas afgestudeerde leerkrachten zonder werk. Men heeft in deze rubriek tot dusver echter verzuimd de keerzijde van de me daille te bezien. Het zij mij vergund hierbij enkele kanttekeningen te plaatsen. 1. Vanaf 1945 hebben schoolbestu ren en schoolhoofden gehuwde da mes gesmeekt om te blijven werken. Met grote offervaardigheid hebben velen gehoor gegeven aan deze roep stem. Nu het getij zich enigszins keert, worden de dames bedankt en moeten zij terug naar hun gezin. Het partijbestuur van de AR. in Hooge veen zou hier waarschijnlijk bij op gemerkt hebben, dat zulks de hoog ste tijd werd, omdat het gezin reeds veel tekort kwam. 2. Onbegrijpelijk is het voor vele werkers bij het onderwijs dat de zes onderwijzeressen, zonder overleg met de bonden, akkoord zijn gegaan met het voorstel. Via de bonden werd na Jarenlang overleg volledige gelijkstelling voor alle leerkrachten verkregen. Nu besluit een zestal da mes de klok een flink eind achteruit te zetten. Dit is oncollegiaal t.o.v. die dames, die om welke reden dan ook, wel wensen te blijven werken. 3. De ouders van de schoolkinderen in Leeuwarden zou ik willen advise ren uitermate op hun hoede te zijn inzake hun schoolbestuur. Het be stuur dient de belangen van het on derwijs te behartigen. Is dat hier wel gebeurd? Wij leven thans in een tijd dat het aanbod van leerkrachten ein delijk weer eens groter is dan de behoefte. Welnu, een prachtige kans om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren door de meest geschikte leerkracht te benoemen, ongeacht zijn/haar burgerlijke staat. Almelo B. Hoekstra Recht op arbeid (11) Bij horden komen de leerkrachten van de „Pedagogische Akademie' Hebben ze niet direct een baan, krijgen ze een uitkering. En nu len zij de gehuwde onderwijzeres, vaak een enorme ervaring heeft, uit jagen! Toevallig ken ik een pi bekwame gehuwde onderwijl sen. Deze begonnen te werken, er te weinig leerkrachten waren. Ht kinderen groeiden op en studeren ns in hogere opleidingen. Door de nivel leringstactiek van de regering wot |y I den de middengroepen het zwaars getroffen. Ze vallen bulten studie 'toelagen, ziekenfondsen enz. Deze vrouwen werken nu die voor hun kinderen financieren, kamerhuur te betalei reiskosten enz. Nog een ander aspec van de zaak wil lk naar voren brei gen, namelijk deze: vrouwen die ze moeder zijn, begrijpen jonge kindi ren vaak beter en geven ze ook o school een gevoel van geborgenhei die een Jonge pas geslaagde Juf nog niet geven kan! Rotterdam D. P. Verbui ►r i enz. etn li om de stiA te kunne V.P.R.O. en VPRO In Trouw van 6 mei (blz. 13) citeert J G. A. Thijs een woord van dr. J. A dL-u Koning ln „De Smidse" van destljd (1933, blz. 186): „Het wordt een trage die van reusachtige afmeting". Df t heer Thijs vermeldt erbij, dat dr. Dl Koning toen voorzitter was van d de VPRO. Ik moge er op attendereiLïfr Mi BtOlW dat de VPRO toen nog niet bestol Laten wij wijlen dr. Jan de Koning geen onrecht aandoen: hij was voc5^ zitter van de V.P.R.O. Het verscl wordt helaas wel eens veronachl zaamd. Lochem J. van Leeuwei lij Nevenfuncties Nu komt de ware aard van het nieu we kabinet naar boven. Het volk mag- niets weten over nevenfunctie s d van ministers en staatssecretarissenJZw Het lijkt mij toch een noodlijdendi an functie. Nu is honderdtachtigdul zend gulden per jaar niet zoveel. Wejkt moet het volk offers brengen om dfvo economie draaiende te houden. OW vind dat de leden van de regeringn zelf ook maar wat gekort moetei worden op hun salaris. Den Haag E. de Munniter

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 16