'Anti-kraakwet is misschien onjuist' EHH!Ik TERDER Trouw commentaar Van Agt positief over oplossing UC-probleem BINNENLAND Mi- Gevangenisstraf en boek (1) Gevangenisstraf en boete (2) Premier wacht nog op brief partners Langemeijer door Raad van Kerken 'bekeerd' Ieren brengen Nederlandse trawler op Zomers onweer signalement van een gezegde ij del stuur een brief plichtsgetrouw T rouw/Kwartet5 Minister De Ruijter van justitie heeft voorgesteld het systeem van korte vrijheidstraffen te vervangen door geldboetes. Dat is een goede zaak. al zijn er nog wel een paar j vragen Het is een goede zaak om een aantal praktische redenen. Er is op het ogenblik bijvoorbeeld een grote wachtlijst met veroordeelden, die niet alleen veroordeeld zijn door de rechter tot een kortere of langere vrijheidsstraf, maar door praktische omstandigheden ook nog eens tot een deprimerend wachten op de uit voering van de straf („er zijn nog 11.000 wachtenden voor u", heeft de staatssecretaris Haars hen on langs nog in de Tweede Kamer toe geroepen) en de voeding, huisves ting, bewaking, recreatie en derge lijk voor één gevangene kost de staat gemiddeld zo'n 400 gulden per In het plan van De Ruijter worden deze kosten meteen al omgezet in inkomsten (uit de boetes die tot forse bedragen kunnen oplopen). Al is dat dan niet het uitgangspunt van de voorgestelde regeling en al zal minister Andriessen van financiën straks met deze bezuinigingen wei nig indruk maken op zijn lijstje met aanpassingen; het voordeel is toch mooi meegenomen. Er zijn ook al principiële redenen om de nieuwe redenen toe te juichen. Een van de bedoelingen van ons gevangenissys teem is volgens geest en letter van de wet een heropvoeding en aanpas sing van de gedetineerden aan de maatschappij. Dat is mooi gedacht, maar voor heel wat gedetineerden gaat dat helaas niet op. Alle goede bedoelingen ten spijt: het hebben moeten ondergaan van een gevangenisstraf drukt een stempel op heel wat ex-gedetineer- den, zodat verhuizen naar een ander dorp of stad nog de beste oplossing is om hen bij terugkeer in de vrij heid ook werkelijk een gevoel van vrijheid te geven. De ex-gedetineer de mag dan zijn heropgevoed, zijn omgeving is dat dikwijls nog lang niet. Hier zit echter tegelijk de zwakke stee in het voorstel van De Ruijter. In het nieuwe systeem moet de rech ter bij het opleggen van een boete van meer dan 500 uitvoerig moti veren op welke wijze hij rekening heeft gehouden met de draagkracht van de veroordeelde. Uiteraard zal er met tabellen gewerkt moeten worden, zodat in vergerlijkbare ge vallen een arme een heel at minder hoge boete zal moeten betalen dan een rijkaard. Allemaal erg voor de hand liggend, maar dan moet je je ook realiseren dat in het geval van de kikker zon der veren het alternatief van de gevangenisstraf zo voor de hand ligt, dat het onontkoombaar is. (zoals nu trouwens rechters een enkele keer al een bijstandtrekker niet tot een boe te, maar tot gevangenisstraf veroor delen, omdat anders de bijstandvoor de boete moet opdraaien terecht betrekt de rechter dan in zijn over weging dat hij de man niet onder het bestaansminimum mag jagen, maar jé zit in een dergelijk geval wel in een uiterst vreemde vicieuze cirkel). Maar als dat de toekomst van de gevangenisstraf is, heb je weliswaar bereikt dat het aantal gevangenen en ex-gevangenen drastisch vermin derd is, maar ook dat voor de kleine restgroep de gevangenisstraf een- stigmatiserende en onterende wer king heeft, die dubbel zo hard zal aankomen. Wat dat betreft zijn wij benieuwd naar de nadere regeling wet „boetecategorieën", die minis ter De Ruyter heeft aangekondigd. Van onze parlementsredactie DEN HAAG Premier Van Agt ziet groeiende kansen om het Urenco-probleem tot een goed einde te brengen. Hij wees gisteren na afloop van de kabinetsvergadering op het feit dat minister Van Aardenne (economische zaken) deze week het groene licht heeft gegeven voor het grondwerk ten behoe ve van de ultra-centrifugefa- briek in Almelo. Volgens Van Agt betekent die stap dat de Urenco-partners Engeland en West-Duitsland niet op korte ter mijn negatief zullen reageren op de nadere eisen die Nederland wil stel len aan de levering van verrijkt ura nium aan Brazilië vanuit de Almelo se fabriek. „Dat besluit zou niet genomen zijn als we wisten dat we de volgende dag een negatief antwoord zouden krij gen." aldus Van Agt. die de huidige situatie in de onderhandelingen met de partners schetste met: „Achter de wolken schijnt misschien de zon." Nog geen contact De Nederlandse regering was gis teren nog steeds in afwachting van het schriftelijke antwoord op de brief, die Van Agt enkele weken gele den aan Engeland en West-Duits land schreef met voorstellen over nader te stellen voorwaarden aan de leverantie aan Brazilië. door Leo Kleyn Van Agt zei gisteren zelf geen con tact gehad te hebben met de part- nerlanden, maar liet doorschemeren dat er wel op hoog niveau de afgelo pen dagen is onderhandeld. „Hoe langer het duurt, hoe groter de kans op een oplossing" aldus Van Agt gisteren. IJMUIDEN Patrouillevaartuigen van de Ierse marine hebben in de nacht van donderdag op vrijdag een trawler van de IJmuidense rederij Vrolijk opgebracht naar de oorlogs haven Cobh, in de buurt van Cork. De reden van deze actie is onbekend. Gisteravond laat lag de vissersboot met de zeventien man sterke beman ning nog steeds vast in de Ierse haven. Volgens de directeur van de rederij, Cornells Vrolijk, is er geen sprake van overtreding van de voorschrif ten. Het schip, de Scheveningen 81. zou zich niet binnen territoriale wa teren bevonden hebben. Er zou in de wateren nabij Ierland alleen naai makreel gevist zijn en niet naar ha ring. Dit laatste is. zoals bekend, verboden. Vrolijk vermoedt dat er slechts sprake is van een routinecon trole. Kort nadat de toenmalige mi nister van justitie, Van Agt, deel uitmakend van het kabi net-Biesheuvel. in maart 1973 bij de Tweede Kamer een wets ontwerp met betrekking tot „het wederrechtelijk gebruik van een woning of besloten lo kaal" had ingediend, kreeg hij een niet onbelangrijke steun in de rug. Mr. G. E. Langemeijer, toen nog procureur-generaal bij de Hoge Raad, schaarde zich in een artikel in het Neder lands Juristenblad van 19 mei 1973 van harte achter het voor nemen van de regering, neerge legd in dat wetsontwero, het kraken strafbaar te stellen. Het artikel, gepubliceerd onder de titel „Straf voor krakers?" miste zijn uitwerking niet. Langemeijer was en is een gezaghebbend jurist, wat al leen al blijkt uit het feit dat hij erevoorzitter van de redactie van het Juristenblad is. Bij de verdediging van zijn wetsontwerp maakte de mi nister dan ook dankbaar gebruik van de door Langemeijer aangereik te argumenten. Het belangrijkste daarvan was dat „het kraken zulke toevallige gevolgen heeft". Niet alle krakers, betoogde Lange meijer, hebben even dringend be hoefte aan woonruimte, en degenen die dat wel hebben, zijn niet altijd in staat om te kraken, of kunnen dat misschien ook niet over zich verkrij gen. Daarnaast wees hij erop dat niet alle eigenaars van gekraakte panden „een soort van woekeraars in onroe rend goed" zijn. „Wij hebben," schreef hij, „een mogelijkheid nodig om die krakingen te beletten die aan een van beide of aan beide kanten niet gerechtvaardigd zijn." Verzet Bijna vijf jaar nadat Langemeijer zijn beschouwing aan het papier toe vertrouwde, is het daarin vervatte verlangen nog steeds niet vervuld. De zogeheten anti-kraakwet is welis waar door de Tweede Kamer aan vaard, maar de Eerste Kamer lijkt er grote moeite mee te hebben. Al bijna twee jaar ligt het ontwerp op goed keuring van de senatoren te wachten. Sinds 1973 is het verzet tegen de anti-kraakwet dan ook gedurig toe genomen. Eind maart leidde dat er toe dat de Tweede-Kamerfractie van de PvdA (die in 1976 tegen het wets ontwerp stemde; aankondigde bin nen twee maanden een initiatief wetsontwerp ter bestrijding van de leegstand van woningen, en ter ver vanging van de anti-kraakwet, te zul len indienen. Een van de initiatiefnemers, Jan Schaefer, als staatssecretaris in het kabinet-Den Uyl mede-verantwoor delijk voorde anti-kraakwet, kwalifi ceert die nu als „een stuk gelegen heidswetgeving dat de symptomen van het kraken bestrijdt, maar voor bijgaat aan de oorzaak, de langduri ge leegstand." Schaefer is niet de enige die tot een ander inzicht is gekomen. Ook Lan gemeijer is niet meer zo verrukt van de anti-kraakwet. In hetzelfde Ne derlands Juristenblad waarin hij destijds het omstreden wetsontwerp van een aanbeveling voorzag, vroeg hij zich onlangs af of de Eerste Ka mer er nog wel mee akkoord moet gaan. Hij bleek niet afkerig te zijn van een „leegstandswet", zoals die door de PvdA in het vooruitzicht is gesteld. Rapport De „bekering" van Langemeijer is. zoals hij ook zelf memoreerde, goed deels bewerkstelligd door de Raad van kerken' in Nederland, die zich grondig in de kraakproblematiek heeft verdiept en als vrucht daarvan het rapport „Kraken in Nederland" heeft gepubliceerd. De Raad van kerken komt daarin tot de conclusie dat „de voorgestelde anti-kraakwet dient te worden heroverwogen, het geen ertoe kan leiden dat het wets ontwerp óf alsnog door de regering wordt ingetrokken óf door de Eerste Kamer wordt verworpen". Deze conclusie stoelt onder meer op de overwegingen dat de woningnood in Nederland ernstiger is dan de offi ciële gegevens doen vermoeden, dat van krakers een zeer eenzijdig en negatief beeld is gevormd, en dat de anti-kraaktwet door de Tweede Ka mer is aanvaard „op basis van deels onvolledige en deel onjuiste infor matie van de twee vorige rege ringen". Een van de bijlagen bevat de weer gave van een gesprek met de auteur van het artikel in het Nederlands Juristenblad, dat ook volgens de Raad van kerken bij de besluitvor ming in de Tweede Kamer zo'n be langrijke rol heeft gespeeld. „Als ik." zegt Langemeijer blijkens het ver slag van dat gesprek, „de zaak in 1973 gezien zou hebben zoals nu, dan had ik dat stukje in het Nederlands Juristenblad niet geschreven. Ik ben er nu van overtuigd dat die wet er niet komen moet. Het verschil tus sen praktijk en beginsel is uw sterk ste argument." Kennissen Zijn uitspraak „dat die wet er niet komen moet", is in zijn bijdrage in het Juristenblad van 25 maart 1978 niet terug te vinden. Daarin betoogt hij slechts dat het wetsontwerp geen aanvaarding verdient, als de Raad van kerken met betrekking tot de feiten „geheel of zelfs maar voor een groot deel" gelijk heeft. Langemeijer, inmiddels 74 jaar en op 1 december 1973 gepensioneerd als procureur-generaal bij de Hoge Raad, blijkt zich bij navraag op het standpunt te stellen dat de Eerste Kamer het wetsontwerp wel zou kunnen en moeten aanvaarden, als de regering kan aantonen dat de door de Raad van kerken gepresen teerde gegevens onjuist zijn. Daarbij zal het naar zijn mening vooral moe ten gaan om de weerlegging van de stelling van de Raad van kerken dat krakers het woonruimtebeleid niet doorkruisen, doordat de overgrote meerderheid van de gekraakte pan den buiten de distributie van woon ruimte valt. Geconfronteerd met zijn artikel uit 1973, waaraan hij overigens ongaar ne herinnerd lijkt te worden, beroept Langemeijer er zich ook op dat hij dat heeft geschreven op grond van de door de regering weergegeven fei ten. Hij is, anders dan zijn gespreks partners van de Raad van kerken Uit zijn mond optekenen, daarom niet van mening dat hij het misschien wat al te lichtvaardig uit zijn pen heeft laten vloeien. Behalve op regeringsvoorlichting ging Langemeijer destijds af op een geval waarbij hijzelf als procureur- generaal betrokken was geweest, en op verhalen van kennissen wier wo ning aan krakers ten prooi was ge vallen. Krakers zelf had hij nooit ontmoet of gesproken. Later hoort hij. dat ze ook wel in groepen optre de. „Ik wist niet eens." zegt hij. „dat er kraakgroepen bestonden Zijn, naar hij toegeeft, op eenzijdige informatie steunende artikel is een geducht wapen geweest in de tot dusver gevoerde parlementaire strijd om het wetsontwerp. Niet al leen verwees de minister een aantal malen naar de opvattingen van de rechtsgeleerde schrijver, ook vele le den van de Tweede Kamer hebben er zich. na lange aarzeling, door laten overtuigen. De Raad van kerken meent te weten dat het ging om leden van de fracties van KVP. ARP en CHU. van wier steun de aanvaar ding van het wetsontwerp afhanke lijk was. Daarop gewezen, laat Langemeije» weten het niet op rpijs te stellen als „verdachte" beschouwd te worden. Hij heeft, zegt hij. niet het gevoel „iets onverantwoords" gedaan te hebben, mede omdat het hem „over dreven" voorkomt hem een zo groot gezag bij de volksvertegenwoordi gers toe te dichten. Hun beroep op zijn artikel, denkt hij. is niet meer dan een „voorwendsel" geweest. Alternatief Anders dan de fractie van de PvdA, is het PvdA-lid Langemeijer er op dit ogenblik nog niet van overtuigd dat de anti-kraakwet maar beter dootj een „leegstandwet" kan worden ver vangen. Een alternatief zou naar zijn oordeel pas aan de orde kunnen ko men, wanneer mocht blijken dat de regering met betrekking tot het kraakprobleem een niet geheel cor recte voorstelling van zaken heeft gegeven. Juridisch gezien, vindt LangemeijerJ zou ook in dat geval het kraken „volstrekt onjuist" blijven. Wel zou het naar zijn mening te verdedigei) zijn dat aan die strafwaardige han deling geen strafbepaling wordt ver- bonden. Ondanks de stellingnamé van het Nederlands Juristenblad, gaat het er niet zozeer om of bestraf fing van krakers juridisch juist, maar of die maatschappelijk wense lijk is. „Die maatschappelijke kant," zegt ook Langemeijer, „is veel be langrijker." HET WEER door Hans de Jong Weerrapporten Mei had zich blijkbaar voorgenomen nog meer warmte uit de kast te halen en zie naar de verkwikkelijke re sultaten van gisteren. Daarvoor moest je dan echt wel in het noorden zijn. Gorredijk en Zuidhorn bereik ten beide een hoogste kwikstand van 24 graden of daar juist tegenaan. Kampen meldde zich in de voor avond met 22 graden (21.7). Rozen burg had zich eerder in de middag al gemeld met 20.2 graden. Op dat mo ment dreven er in de hogere niveaus wolkensluiers met vrij grote snelheid naar het noord-noordoosten over. Die hingen samen met een regensto ring die op dat moment in Zuidoost- Engeland hem al flink van katoen gaf. Plaatselijk kwam matige en hier en daar zelfs sterke regen voor. Maar pas rond 4 uur 's middags werd uit Limburg en Zeeland de eerste nattig heid gemeld. Wij zitten het weekeinde met een lagedruk-kerntje niet ver ten zuiden van ons land. Dat geeft de kans op een regen- of onweersbui over het algemeen met een plaatselijk karak ter. Iets massaals in de vorm van een frontonweer uit Frankrijk zal er wel niet op ons afkomen. Toch zal de temperatuur onvermij delijk veren laten. Eerst bijft het nog !wat minder rz -/iV bestendig cZiP/w. - wel drukkend, maar wanneer de wind eenmaal wat sterker uit oost tot noordoost komt, tijdelijk wel licht noord, betekent dit een daling van temperatuur. Vandaag kan het in het noordoosten nog wel circa 20 graden worden, maar zondagmiddag blijft het in het hele land vermoedelijk 16 a 17 gra den. Een uitzondering vormen de Waddeneilanden en de Noordkust van Friesland alsmede de kop van Noord-Holland: daar kan de tempe ratuur door luchtaanvoer van zee nog wel een gevoeliger buiteling maken. Een nieuwe rug van hogedruk zal in de eerste helft van volgende week vermoedelijk wel voor een zonnig herstel zorgen waarbij het later op nieuw warmer wordt in de richting van 20 graden. De noordoosten wind zal dan drogere lucht aanvoeren waarin aanvankelijk nog wel een lo kale binnenlandse bui tot stand kan komen. De Amerikaanse computerkaarten voor volgende week woensdagmid dag geven weinig verandering te zien. Ook dan nog lagedrukgebieden boven zuidwest-Duitsland en ten zuid-westen van Ierland en stijgende barometers in Skandinavië. Vervolgens nog een herinnering van medewerker P. M. Dekker in Oud- Beierland, die inhaakt op die forse temperatuursstrijging in april 1968, eerder beschreven door een lezer uit Naarden. Het toeval wil dat lezer Dekkers destijds eveneens gelegerd was te Harderwijk. „Tijdens die warme dagen om pre cies te zijn van 19 tot 25 april, draai den bij de oefening „Duinhaas" die ons voerde door Brabant en Lim burg. Op 19.20 en 21 april hadden wij als locatie het Mastbos bij Breda. In de functie als radiotelegrafist draai de ik toen post op een eentonner die temidden van vele dagjesmensen in de bossen stond opgesteld. Wij kon den dan ook, te zamen met de talrij ke recreanten volop van de april- warmte genieten. Op 22 april ver trokken we naar Boxtel alwaar 's avonds onweer voorkwam doch geen regen van betekenis viel. Nog goed weet ik mij te herinneren dat wij daar in een geheel open veld stonden en dat de zend- en ont- vangstappratuur in de wagen nou niet bepaald goed geaard was. Een linke boel maar alles verliep zonder ongelukken. Een paar dagen later liet de militaire colonne op de Lim burgse landweggetjes enorme stof wolken achter: plaatselijk was daar maar drie tot vijf mm neerslag ge vallen. Werrrapporlen temp Amsterdam gehcl bew 21 De Bill geheel bew 21 Deelrn geheel bew 21 Eeldc geheel bew 22 Eindhoven regen 21 Den Helder geheel bew 16 Rotterdam regen 20 Twente geheel bew 22 Vllssingen regen 15 Zd Limburg onweer 16 Aberdeen motregen 7 Athene licht bew 25 Barcelona geheel bew 16 Berlijn ha» bew 22 Bordeaux regen 12 Brunei 17 Frankfort geheel bew 22 Geneve zwaar bew 16 Helsinki zwaar bew 8 Inssbruck 18 Klngenfurt zwaar bew. 20 Kopenhagen onbew 16 Lissabon 18 Locamo 10 Londen regen regen >1 Luxemburg 18 Madrid 14 Malaga zwaar bew 19 Miülorca 18 München 20 Nice geheel bew. 16 Oslo geheel bew 10 Parijs zwaar bew 17 Rome regen 21 Split licht bew 19 Stockholm t3 Wenen 20 Zunch half bew 23 Casablanca 18 Tunis licht bew 24 HOOOWATER zondag 7 met. Vllssingen 2 52- IS 17, HanngvlieUlutzen 3 16-15 36. Rotterdam 5 00 17 33. Scheveningen 4 15-16 36. IJmuiden 4 48 17 09. Den Helder 8156-21 12. Harlingen 11.26-23 31. Delfzijl 00 51 13 18 Viktor Hase. student te Heidelberg in het midden van de vorige eeuw. Hielp een medestudent die een der de in een duel had gedood, naar Frankrijk ontvluchten. Antwoord de op de vragen van het universi tair gerecht categorisch: „Mein Name ist Hase, ich weiss von nichts", wat een gevleugeld woord werd. Het bovenstaande zou je het signa lement van een gezegde kunnen noemen. Een gezegde dat we alle maal kennen als „mijn naam is Haas", maar waarvan praktisch niemand zal kunnen zeggen waar die uitdrukking vandaan komt. Wie iemand denkt te kennen, zal toch zeker een redelijk signalement van hem of haar kunnen opgeven. Maar van al die uitdrukkingen en zegswijzen waarmee we al spre kend dagelijks onze taal doorspek ken, in elk geval dagelijks omgaan, kennen we zelfs geen glimp van de achtergrond, laat staat dat er een karakteristiek van kunnen geven waaruit een ander de uitdrukking zou kunnen herkennen. Het ontstaansmoment van een zegswijze is zelden of nooit exact te betrappen, zegt de journaliste en verhaalster Annemarie Houwink ten Cate, en zij kan het weten, want ze heeft er een diepgaande studie van gemaakt. Het resultaat van haar onderzoekingen is voor een deel gepubliceerd in het maand blad Elegance, waarin ze een ru briek („Bij wijze van spreken") over zegswijzen verzorgde, en heeft nu ook geleid tot het ruim 200 pagina's tellende boek „Signalement van sprekende zegswijzenwaarin ze ongeveer vierhonderd van dit soort uitdrukkingen behandelt. Een paar voorbeelden: „De bus missen" is een overblijfsel van een uitdrukking die Chamberlain in het begin van de oorlog bezigde. Mevrouw Houwink ten Cate geeft er dit uitvoerige achtergrondver haal bij: „De bus missen is een nogal triviale uitdrukking voor: een gelegenheid laten voorbijgaan zonder er op het juiste tijdstip ge bruik van te maken. Deze zegswijze ging een eigen leven leiden nadat Engelands prime-minister Neville Chamberlain (1869-1940) haar had gebezigd naar aanleiding van het feit dat de Engelse invasie in Nor- mandië (april 1940) leek te slagen, en de Duitse niet. „Hitier has mis sed the bus", zei Chamberlain op 4 april 1940 in een rede tot het Engel se Lagerhuis. Na het mislukken van de Britse invasie moest Cham berlain op 10 mei van hetzelfde jaar ontslag nemen; hij werd door Win ston Chruchill opgevolgd en over leed enige maanden later.' Zo uit voerig komen veel zegswijzen aan bod. „Een gevleugeld woord" bij voorbeeld, afkomstig uit de Ilias en de Odyssee, waarin Homerus meer dan honderd keer de uitdrukking „gewiekte woorden" gebruikte. Of „het leeuwendeel krijgen", dat ook uit de Griekse klassieken stamt; de spreekwoordelijk geworden heb zucht van de leeuw komt al in de fabels van Aesopus (plm. 500 v. Chr.) voor „Zwaar op de hand zijn" komt uit de paardensport, „iemand de zak geven" uit vroeger eeuwen toen een ontslagen handwerksman nog zijn zak met gereedschap voor goed terugkreeg, en „iemand in de peilfng houden" is een zeemansuit drukking. De zegswijzen zijn alfabetisch naar trefwoord gerangschikt. Dat zou wel eens problemen bij het opzoe ken kunnen opleveren (wil je „zich in een netelig parket bevinden" naslaan, dan moet je bij „netelig" zoeken, want bij „parket" staat het niet), ware het niet dat achterin een lijst met trefwoorden is opgeno men, waarin alle denkbare tref woorden (dus bijvoorbeeld zowel „netelig" als „parket") naar de juis te pagina verwijzen. Vóór dit regis ter staan de zegswijzen bovendien nog eens op een rij, ingedeeld naar herkomst. Zo vind je daar de uit drukkingen bij elkaar die verband houden met eten en drinken, naast die waarin het menselijk lichaam voorkomt, die met kleding te ma ken hebben, met het boerenbedrijf, met ambachten of wat dan ook. „Signalement van sprekende zegs wijzen" is een uitgave in de Signa lement-reeks van Elsevier; het ste vig gebonden boek kost 19,90. „Ijdelheid (uitdr IJdelheid der ij- delheden, het is al televisie (Predi ker 1. 2)". (Uit het „geheel herziene Omroep- ABC van de KRO-gii s Studio). De Britse koningin Elizabeth, die vlak voor Buckingham Palace nieu we vaandels moest uitreiken aan het eerste en tweede regiment grena diers, had daarmee blijkbaar haar handen letterlijk vol: tijdens de plechtigheid drukte ze tenminste on verwachts haar tasje in de enige vrije hand van een paleiswacht. Die bleef, zoals het zo'n beremuts be taamt, doodstil en met een uitgestre ken gezicht met het tasje slaan lot hare majesteit haar eigendom zelf weer in de hand kon houden. Een collega van de lansendrager had de eer zolang Elizabeths toespraak te mogen vasthouden. De gezondheidstoestand van de Paraguayaan Ananias Maidana Palacios. een van de langst gestraf te politieke gevangenen in Latijns- Amerika. is uitermate slecht. Kort geleden werd hij van het gevangen kamp in Emboscada overgebracht naar het staatshospltaal De heer Maidana Palacios lijdt aan een hartkwaal en aan andere ziekten, die het gevolg zijn van negentien jaar gevangenschap onder slechte omstandigheden. Na zijn arrestatie in 1959 heeft men hem zeven maan den lang onafgebroken gefolterd; sindsdien is zijn gezondheid bedui dend slechter geworden. Naar ver luidt kan hij zelfs zonder hulp geen stap meer doen. De heer Maidana Palacios werd verscheidene keren in ziekenhuizen opgenomen In maart 1976 werd hij opgenomen na een langdurige hongerstaking Een medisch rapport uit die tijd meldt dat hij leed aan „te hoge bloed druk. maagzweren, inwendige bloe dingen, bloedarmoede De aan klacht die indertijd leidde tot zijn arrestatie, luidde dat hij commu nist zou zijn. maar in al die negen tien jaren van zijn gevangenschap is hij nog nooit berecht Zestien jaar lang werd hij gevangen gehou den in een cel met negen andere gevangenen in de Comisaria Terce- ra. een politiebureau in het cen trum van de Paraguayaanse hoofd stad Asunción. Wie ton behoeve van Ananias Mai dana Palacios een brief wil schrij ven, zou in beleefde bewoordin gen uiting kunnen geven aan haar/zijn bezorgdheid over de ge zondheidstoestand van de gevan gene en kunnen verzoeken om zijn vrijlating, zodat hij de Juiste medi sche behandeling kan krijgen De brief kan in het Spaans, Frans of Engels) gericht worden aan: Exmo. Senor Presidente de la Republica. General Alfredo Stroessner Pa- lacio de Goblerno Asunción. Pa raguay. Niet alleen is de Australische vrachtwagenchauffeur Paul Osbor ne letterlijk een sportief man, ook in zijn dagelijks werk is zijn plichtsbetrachting voorbeeldig te noemen Hij wilde meedoen aan een wedstrijd waterskiën in Brisba ne, tweeduizend kilometer van zijn woon- en werkplaats Babinda Hij had berekend dat hij precies op tijd voor zijn werk terug kon zijn als hij een vliegtuig nam en er met een parachute uit zou springen Zo ge schiedde. Toen de wedstrijd er op zat, stapte Paul in het vliegtuig en sprong er boven zijn woonplaats uit. Hij landde keurig voor het kan toor van zijn werkgever en had nog alle tijd om zijn valscherm op te vouwen: hij was vijf minuten te vroeg gearriveerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 5