'Anti-kraakwet is misschien onjuist'
EHH!Ik TERDER
Trouw commentaar
Van Agt positief over
oplossing UC-probleem
BINNENLAND
Mi-
Gevangenisstraf en boek (1)
Gevangenisstraf en boete (2)
Premier wacht nog op brief partners
Langemeijer door Raad van Kerken 'bekeerd'
Ieren brengen
Nederlandse
trawler op
Zomers onweer
signalement van een gezegde
ij del
stuur een brief
plichtsgetrouw
T rouw/Kwartet5
Minister De Ruijter van justitie
heeft voorgesteld het systeem van
korte vrijheidstraffen te vervangen
door geldboetes. Dat is een goede
zaak. al zijn er nog wel een paar
j vragen
Het is een goede zaak om een aantal
praktische redenen. Er is op het
ogenblik bijvoorbeeld een grote
wachtlijst met veroordeelden, die
niet alleen veroordeeld zijn door de
rechter tot een kortere of langere
vrijheidsstraf, maar door praktische
omstandigheden ook nog eens tot
een deprimerend wachten op de uit
voering van de straf („er zijn nog
11.000 wachtenden voor u", heeft
de staatssecretaris Haars hen on
langs nog in de Tweede Kamer toe
geroepen) en de voeding, huisves
ting, bewaking, recreatie en derge
lijk voor één gevangene kost de
staat gemiddeld zo'n 400 gulden per
In het plan van De Ruijter worden
deze kosten meteen al omgezet in
inkomsten (uit de boetes die tot
forse bedragen kunnen oplopen). Al
is dat dan niet het uitgangspunt van
de voorgestelde regeling en al zal
minister Andriessen van financiën
straks met deze bezuinigingen wei
nig indruk maken op zijn lijstje met
aanpassingen; het voordeel is toch
mooi meegenomen. Er zijn ook al
principiële redenen om de nieuwe
redenen toe te juichen. Een van de
bedoelingen van ons gevangenissys
teem is volgens geest en letter van
de wet een heropvoeding en aanpas
sing van de gedetineerden aan de
maatschappij.
Dat is mooi gedacht, maar voor heel
wat gedetineerden gaat dat helaas
niet op. Alle goede bedoelingen ten
spijt: het hebben moeten ondergaan
van een gevangenisstraf drukt een
stempel op heel wat ex-gedetineer-
den, zodat verhuizen naar een ander
dorp of stad nog de beste oplossing
is om hen bij terugkeer in de vrij
heid ook werkelijk een gevoel van
vrijheid te geven. De ex-gedetineer
de mag dan zijn heropgevoed, zijn
omgeving is dat dikwijls nog lang
niet.
Hier zit echter tegelijk de zwakke
stee in het voorstel van De Ruijter.
In het nieuwe systeem moet de rech
ter bij het opleggen van een boete
van meer dan 500 uitvoerig moti
veren op welke wijze hij rekening
heeft gehouden met de draagkracht
van de veroordeelde. Uiteraard zal
er met tabellen gewerkt moeten
worden, zodat in vergerlijkbare ge
vallen een arme een heel at minder
hoge boete zal moeten betalen dan
een rijkaard.
Allemaal erg voor de hand liggend,
maar dan moet je je ook realiseren
dat in het geval van de kikker zon
der veren het alternatief van de
gevangenisstraf zo voor de hand ligt,
dat het onontkoombaar is. (zoals nu
trouwens rechters een enkele keer al
een bijstandtrekker niet tot een boe
te, maar tot gevangenisstraf veroor
delen, omdat anders de bijstandvoor
de boete moet opdraaien terecht
betrekt de rechter dan in zijn over
weging dat hij de man niet onder het
bestaansminimum mag jagen, maar
jé zit in een dergelijk geval wel in
een uiterst vreemde vicieuze cirkel).
Maar als dat de toekomst van de
gevangenisstraf is, heb je weliswaar
bereikt dat het aantal gevangenen
en ex-gevangenen drastisch vermin
derd is, maar ook dat voor de kleine
restgroep de gevangenisstraf een-
stigmatiserende en onterende wer
king heeft, die dubbel zo hard zal
aankomen. Wat dat betreft zijn wij
benieuwd naar de nadere regeling
wet „boetecategorieën", die minis
ter De Ruyter heeft aangekondigd.
Van onze parlementsredactie
DEN HAAG Premier Van
Agt ziet groeiende kansen om
het Urenco-probleem tot een
goed einde te brengen.
Hij wees gisteren na afloop van
de kabinetsvergadering op het
feit dat minister Van Aardenne
(economische zaken) deze week
het groene licht heeft gegeven
voor het grondwerk ten behoe
ve van de ultra-centrifugefa-
briek in Almelo.
Volgens Van Agt betekent die stap
dat de Urenco-partners Engeland en
West-Duitsland niet op korte ter
mijn negatief zullen reageren op de
nadere eisen die Nederland wil stel
len aan de levering van verrijkt ura
nium aan Brazilië vanuit de Almelo
se fabriek.
„Dat besluit zou niet genomen zijn
als we wisten dat we de volgende dag
een negatief antwoord zouden krij
gen." aldus Van Agt. die de huidige
situatie in de onderhandelingen met
de partners schetste met: „Achter de
wolken schijnt misschien de zon."
Nog geen contact
De Nederlandse regering was gis
teren nog steeds in afwachting van
het schriftelijke antwoord op de
brief, die Van Agt enkele weken gele
den aan Engeland en West-Duits
land schreef met voorstellen over
nader te stellen voorwaarden aan de
leverantie aan Brazilië.
door Leo Kleyn
Van Agt zei gisteren zelf geen con
tact gehad te hebben met de part-
nerlanden, maar liet doorschemeren
dat er wel op hoog niveau de afgelo
pen dagen is onderhandeld. „Hoe
langer het duurt, hoe groter de kans
op een oplossing" aldus Van Agt
gisteren.
IJMUIDEN Patrouillevaartuigen
van de Ierse marine hebben in de
nacht van donderdag op vrijdag een
trawler van de IJmuidense rederij
Vrolijk opgebracht naar de oorlogs
haven Cobh, in de buurt van Cork.
De reden van deze actie is onbekend.
Gisteravond laat lag de vissersboot
met de zeventien man sterke beman
ning nog steeds vast in de Ierse
haven.
Volgens de directeur van de rederij,
Cornells Vrolijk, is er geen sprake
van overtreding van de voorschrif
ten. Het schip, de Scheveningen 81.
zou zich niet binnen territoriale wa
teren bevonden hebben. Er zou in de
wateren nabij Ierland alleen naai
makreel gevist zijn en niet naar ha
ring. Dit laatste is. zoals bekend,
verboden. Vrolijk vermoedt dat er
slechts sprake is van een routinecon
trole.
Kort nadat de toenmalige mi
nister van justitie, Van Agt,
deel uitmakend van het kabi
net-Biesheuvel. in maart 1973
bij de Tweede Kamer een wets
ontwerp met betrekking tot
„het wederrechtelijk gebruik
van een woning of besloten lo
kaal" had ingediend, kreeg hij
een niet onbelangrijke steun in
de rug. Mr. G. E. Langemeijer,
toen nog procureur-generaal
bij de Hoge Raad, schaarde
zich in een artikel in het Neder
lands Juristenblad van 19 mei
1973 van harte achter het voor
nemen van de regering, neerge
legd in dat wetsontwero, het
kraken strafbaar te stellen.
Het artikel, gepubliceerd onder de
titel „Straf voor krakers?" miste zijn
uitwerking niet. Langemeijer was en
is een gezaghebbend jurist, wat al
leen al blijkt uit het feit dat hij
erevoorzitter van de redactie van het
Juristenblad is. Bij de verdediging
van zijn wetsontwerp maakte de mi
nister dan ook dankbaar gebruik
van de door Langemeijer aangereik
te argumenten. Het belangrijkste
daarvan was dat „het kraken
zulke toevallige gevolgen heeft".
Niet alle krakers, betoogde Lange
meijer, hebben even dringend be
hoefte aan woonruimte, en degenen
die dat wel hebben, zijn niet altijd in
staat om te kraken, of kunnen dat
misschien ook niet over zich verkrij
gen. Daarnaast wees hij erop dat niet
alle eigenaars van gekraakte panden
„een soort van woekeraars in onroe
rend goed" zijn. „Wij hebben,"
schreef hij, „een mogelijkheid nodig
om die krakingen te beletten die aan
een van beide of aan beide kanten
niet gerechtvaardigd zijn."
Verzet
Bijna vijf jaar nadat Langemeijer
zijn beschouwing aan het papier toe
vertrouwde, is het daarin vervatte
verlangen nog steeds niet vervuld.
De zogeheten anti-kraakwet is welis
waar door de Tweede Kamer aan
vaard, maar de Eerste Kamer lijkt er
grote moeite mee te hebben. Al bijna
twee jaar ligt het ontwerp op goed
keuring van de senatoren te
wachten.
Sinds 1973 is het verzet tegen de
anti-kraakwet dan ook gedurig toe
genomen. Eind maart leidde dat er
toe dat de Tweede-Kamerfractie van
de PvdA (die in 1976 tegen het wets
ontwerp stemde; aankondigde bin
nen twee maanden een initiatief
wetsontwerp ter bestrijding van de
leegstand van woningen, en ter ver
vanging van de anti-kraakwet, te zul
len indienen.
Een van de initiatiefnemers, Jan
Schaefer, als staatssecretaris in het
kabinet-Den Uyl mede-verantwoor
delijk voorde anti-kraakwet, kwalifi
ceert die nu als „een stuk gelegen
heidswetgeving dat de symptomen
van het kraken bestrijdt, maar voor
bijgaat aan de oorzaak, de langduri
ge leegstand."
Schaefer is niet de enige die tot een
ander inzicht is gekomen. Ook Lan
gemeijer is niet meer zo verrukt van
de anti-kraakwet. In hetzelfde Ne
derlands Juristenblad waarin hij
destijds het omstreden wetsontwerp
van een aanbeveling voorzag, vroeg
hij zich onlangs af of de Eerste Ka
mer er nog wel mee akkoord moet
gaan. Hij bleek niet afkerig te zijn
van een „leegstandswet", zoals die
door de PvdA in het vooruitzicht is
gesteld.
Rapport
De „bekering" van Langemeijer is.
zoals hij ook zelf memoreerde, goed
deels bewerkstelligd door de Raad
van kerken' in Nederland, die zich
grondig in de kraakproblematiek
heeft verdiept en als vrucht daarvan
het rapport „Kraken in Nederland"
heeft gepubliceerd. De Raad van
kerken komt daarin tot de conclusie
dat „de voorgestelde anti-kraakwet
dient te worden heroverwogen, het
geen ertoe kan leiden dat het wets
ontwerp óf alsnog door de regering
wordt ingetrokken óf door de Eerste
Kamer wordt verworpen".
Deze conclusie stoelt onder meer op
de overwegingen dat de woningnood
in Nederland ernstiger is dan de offi
ciële gegevens doen vermoeden, dat
van krakers een zeer eenzijdig en
negatief beeld is gevormd, en dat de
anti-kraaktwet door de Tweede Ka
mer is aanvaard „op basis van deels
onvolledige en deel onjuiste infor
matie van de twee vorige rege
ringen".
Een van de bijlagen bevat de weer
gave van een gesprek met de auteur
van het artikel in het Nederlands
Juristenblad, dat ook volgens de
Raad van kerken bij de besluitvor
ming in de Tweede Kamer zo'n be
langrijke rol heeft gespeeld. „Als ik."
zegt Langemeijer blijkens het ver
slag van dat gesprek, „de zaak in
1973 gezien zou hebben zoals nu, dan
had ik dat stukje in het Nederlands
Juristenblad niet geschreven. Ik ben
er nu van overtuigd dat die wet er
niet komen moet. Het verschil tus
sen praktijk en beginsel is uw sterk
ste argument."
Kennissen
Zijn uitspraak „dat die wet er niet
komen moet", is in zijn bijdrage in
het Juristenblad van 25 maart 1978
niet terug te vinden. Daarin betoogt
hij slechts dat het wetsontwerp geen
aanvaarding verdient, als de Raad
van kerken met betrekking tot de
feiten „geheel of zelfs maar voor een
groot deel" gelijk heeft.
Langemeijer, inmiddels 74 jaar en op
1 december 1973 gepensioneerd als
procureur-generaal bij de Hoge
Raad, blijkt zich bij navraag op het
standpunt te stellen dat de Eerste
Kamer het wetsontwerp wel zou
kunnen en moeten aanvaarden, als
de regering kan aantonen dat de
door de Raad van kerken gepresen
teerde gegevens onjuist zijn. Daarbij
zal het naar zijn mening vooral moe
ten gaan om de weerlegging van de
stelling van de Raad van kerken dat
krakers het woonruimtebeleid niet
doorkruisen, doordat de overgrote
meerderheid van de gekraakte pan
den buiten de distributie van woon
ruimte valt.
Geconfronteerd met zijn artikel uit
1973, waaraan hij overigens ongaar
ne herinnerd lijkt te worden, beroept
Langemeijer er zich ook op dat hij
dat heeft geschreven op grond van
de door de regering weergegeven fei
ten. Hij is, anders dan zijn gespreks
partners van de Raad van kerken Uit
zijn mond optekenen,
daarom niet van mening dat hij het
misschien wat al te lichtvaardig uit
zijn pen heeft laten vloeien.
Behalve op regeringsvoorlichting
ging Langemeijer destijds af op een
geval waarbij hijzelf als procureur-
generaal betrokken was geweest, en
op verhalen van kennissen wier wo
ning aan krakers ten prooi was ge
vallen. Krakers zelf had hij nooit
ontmoet of gesproken. Later hoort
hij. dat ze ook wel in groepen optre
de. „Ik wist niet eens." zegt hij. „dat
er kraakgroepen bestonden
Zijn, naar hij toegeeft, op eenzijdige
informatie steunende artikel is een
geducht wapen geweest in de tot
dusver gevoerde parlementaire
strijd om het wetsontwerp. Niet al
leen verwees de minister een aantal
malen naar de opvattingen van de
rechtsgeleerde schrijver, ook vele le
den van de Tweede Kamer hebben er
zich. na lange aarzeling, door laten
overtuigen. De Raad van kerken
meent te weten dat het ging om
leden van de fracties van KVP. ARP
en CHU. van wier steun de aanvaar
ding van het wetsontwerp afhanke
lijk was.
Daarop gewezen, laat Langemeije»
weten het niet op rpijs te stellen als
„verdachte" beschouwd te worden.
Hij heeft, zegt hij. niet het gevoel
„iets onverantwoords" gedaan te
hebben, mede omdat het hem „over
dreven" voorkomt hem een zo groot
gezag bij de volksvertegenwoordi
gers toe te dichten. Hun beroep op
zijn artikel, denkt hij. is niet meer
dan een „voorwendsel" geweest.
Alternatief
Anders dan de fractie van de PvdA,
is het PvdA-lid Langemeijer er op dit
ogenblik nog niet van overtuigd dat
de anti-kraakwet maar beter dootj
een „leegstandwet" kan worden ver
vangen. Een alternatief zou naar zijn
oordeel pas aan de orde kunnen ko
men, wanneer mocht blijken dat de
regering met betrekking tot het
kraakprobleem een niet geheel cor
recte voorstelling van zaken heeft
gegeven.
Juridisch gezien, vindt LangemeijerJ
zou ook in dat geval het kraken
„volstrekt onjuist" blijven. Wel zou
het naar zijn mening te verdedigei)
zijn dat aan die strafwaardige han
deling geen strafbepaling wordt ver-
bonden. Ondanks de stellingnamé
van het Nederlands Juristenblad,
gaat het er niet zozeer om of bestraf
fing van krakers juridisch juist,
maar of die maatschappelijk wense
lijk is. „Die maatschappelijke kant,"
zegt ook Langemeijer, „is veel be
langrijker."
HET WEER door Hans de Jong
Weerrapporten
Mei had zich blijkbaar voorgenomen
nog meer warmte uit de kast te halen
en zie naar de verkwikkelijke re
sultaten van gisteren. Daarvoor
moest je dan echt wel in het noorden
zijn. Gorredijk en Zuidhorn bereik
ten beide een hoogste kwikstand van
24 graden of daar juist tegenaan.
Kampen meldde zich in de voor
avond met 22 graden (21.7). Rozen
burg had zich eerder in de middag al
gemeld met 20.2 graden. Op dat mo
ment dreven er in de hogere niveaus
wolkensluiers met vrij grote snelheid
naar het noord-noordoosten over.
Die hingen samen met een regensto
ring die op dat moment in Zuidoost-
Engeland hem al flink van katoen
gaf. Plaatselijk kwam matige en hier
en daar zelfs sterke regen voor. Maar
pas rond 4 uur 's middags werd uit
Limburg en Zeeland de eerste nattig
heid gemeld.
Wij zitten het weekeinde met een
lagedruk-kerntje niet ver ten zuiden
van ons land. Dat geeft de kans op
een regen- of onweersbui over het
algemeen met een plaatselijk karak
ter. Iets massaals in de vorm van een
frontonweer uit Frankrijk zal er wel
niet op ons afkomen.
Toch zal de temperatuur onvermij
delijk veren laten. Eerst bijft het nog
!wat minder rz -/iV
bestendig cZiP/w.
-
wel drukkend, maar wanneer de
wind eenmaal wat sterker uit oost
tot noordoost komt, tijdelijk wel
licht noord, betekent dit een daling
van temperatuur.
Vandaag kan het in het noordoosten
nog wel circa 20 graden worden,
maar zondagmiddag blijft het in het
hele land vermoedelijk 16 a 17 gra
den. Een uitzondering vormen de
Waddeneilanden en de Noordkust
van Friesland alsmede de kop van
Noord-Holland: daar kan de tempe
ratuur door luchtaanvoer van zee
nog wel een gevoeliger buiteling
maken.
Een nieuwe rug van hogedruk zal in
de eerste helft van volgende week
vermoedelijk wel voor een zonnig
herstel zorgen waarbij het later op
nieuw warmer wordt in de richting
van 20 graden. De noordoosten wind
zal dan drogere lucht aanvoeren
waarin aanvankelijk nog wel een lo
kale binnenlandse bui tot stand kan
komen.
De Amerikaanse computerkaarten
voor volgende week woensdagmid
dag geven weinig verandering te
zien. Ook dan nog lagedrukgebieden
boven zuidwest-Duitsland en ten
zuid-westen van Ierland en stijgende
barometers in Skandinavië.
Vervolgens nog een herinnering van
medewerker P. M. Dekker in Oud-
Beierland, die inhaakt op die forse
temperatuursstrijging in april 1968,
eerder beschreven door een lezer uit
Naarden. Het toeval wil dat lezer
Dekkers destijds eveneens gelegerd
was te Harderwijk.
„Tijdens die warme dagen om pre
cies te zijn van 19 tot 25 april, draai
den bij de oefening „Duinhaas" die
ons voerde door Brabant en Lim
burg. Op 19.20 en 21 april hadden wij
als locatie het Mastbos bij Breda. In
de functie als radiotelegrafist draai
de ik toen post op een eentonner die
temidden van vele dagjesmensen in
de bossen stond opgesteld. Wij kon
den dan ook, te zamen met de talrij
ke recreanten volop van de april-
warmte genieten. Op 22 april ver
trokken we naar Boxtel alwaar
's avonds onweer voorkwam doch
geen regen van betekenis viel.
Nog goed weet ik mij te herinneren
dat wij daar in een geheel open veld
stonden en dat de zend- en ont-
vangstappratuur in de wagen nou
niet bepaald goed geaard was. Een
linke boel maar alles verliep zonder
ongelukken. Een paar dagen later
liet de militaire colonne op de Lim
burgse landweggetjes enorme stof
wolken achter: plaatselijk was daar
maar drie tot vijf mm neerslag ge
vallen.
Werrrapporlen
temp
Amsterdam
gehcl bew
21
De Bill
geheel bew
21
Deelrn
geheel bew
21
Eeldc
geheel bew
22
Eindhoven
regen
21
Den Helder
geheel bew
16
Rotterdam
regen
20
Twente
geheel bew
22
Vllssingen
regen
15
Zd Limburg
onweer
16
Aberdeen
motregen
7
Athene
licht bew
25
Barcelona
geheel bew
16
Berlijn
ha» bew
22
Bordeaux
regen
12
Brunei
17
Frankfort
geheel bew
22
Geneve
zwaar bew
16
Helsinki
zwaar bew
8
Inssbruck
18
Klngenfurt
zwaar bew.
20
Kopenhagen
onbew
16
Lissabon
18
Locamo
10
Londen
regen
regen
>1
Luxemburg
18
Madrid
14
Malaga
zwaar bew
19
Miülorca
18
München
20
Nice
geheel bew.
16
Oslo
geheel bew
10
Parijs
zwaar bew
17
Rome
regen
21
Split
licht bew
19
Stockholm
t3
Wenen
20
Zunch
half bew
23
Casablanca
18
Tunis
licht bew
24
HOOOWATER zondag 7 met. Vllssingen 2 52-
IS 17, HanngvlieUlutzen 3 16-15 36. Rotterdam
5 00 17 33. Scheveningen 4 15-16 36. IJmuiden
4 48 17 09. Den Helder 8156-21 12. Harlingen
11.26-23 31. Delfzijl 00 51 13 18
Viktor Hase. student te Heidelberg
in het midden van de vorige eeuw.
Hielp een medestudent die een der
de in een duel had gedood, naar
Frankrijk ontvluchten. Antwoord
de op de vragen van het universi
tair gerecht categorisch: „Mein
Name ist Hase, ich weiss von
nichts", wat een gevleugeld woord
werd.
Het bovenstaande zou je het signa
lement van een gezegde kunnen
noemen. Een gezegde dat we alle
maal kennen als „mijn naam is
Haas", maar waarvan praktisch
niemand zal kunnen zeggen waar
die uitdrukking vandaan komt.
Wie iemand denkt te kennen, zal
toch zeker een redelijk signalement
van hem of haar kunnen opgeven.
Maar van al die uitdrukkingen en
zegswijzen waarmee we al spre
kend dagelijks onze taal doorspek
ken, in elk geval dagelijks omgaan,
kennen we zelfs geen glimp van de
achtergrond, laat staat dat er een
karakteristiek van kunnen geven
waaruit een ander de uitdrukking
zou kunnen herkennen.
Het ontstaansmoment van een
zegswijze is zelden of nooit exact te
betrappen, zegt de journaliste en
verhaalster Annemarie Houwink
ten Cate, en zij kan het weten, want
ze heeft er een diepgaande studie
van gemaakt. Het resultaat van
haar onderzoekingen is voor een
deel gepubliceerd in het maand
blad Elegance, waarin ze een ru
briek („Bij wijze van spreken") over
zegswijzen verzorgde, en heeft nu
ook geleid tot het ruim 200 pagina's
tellende boek „Signalement van
sprekende zegswijzenwaarin ze
ongeveer vierhonderd van dit soort
uitdrukkingen behandelt.
Een paar voorbeelden: „De bus
missen" is een overblijfsel van een
uitdrukking die Chamberlain in
het begin van de oorlog bezigde.
Mevrouw Houwink ten Cate geeft
er dit uitvoerige achtergrondver
haal bij: „De bus missen is een
nogal triviale uitdrukking voor:
een gelegenheid laten voorbijgaan
zonder er op het juiste tijdstip ge
bruik van te maken. Deze zegswijze
ging een eigen leven leiden nadat
Engelands prime-minister Neville
Chamberlain (1869-1940) haar had
gebezigd naar aanleiding van het
feit dat de Engelse invasie in Nor-
mandië (april 1940) leek te slagen,
en de Duitse niet. „Hitier has mis
sed the bus", zei Chamberlain op 4
april 1940 in een rede tot het Engel
se Lagerhuis. Na het mislukken
van de Britse invasie moest Cham
berlain op 10 mei van hetzelfde jaar
ontslag nemen; hij werd door Win
ston Chruchill opgevolgd en over
leed enige maanden later.' Zo uit
voerig komen veel zegswijzen aan
bod. „Een gevleugeld woord" bij
voorbeeld, afkomstig uit de Ilias en
de Odyssee, waarin Homerus meer
dan honderd keer de uitdrukking
„gewiekte woorden" gebruikte. Of
„het leeuwendeel krijgen", dat ook
uit de Griekse klassieken stamt; de
spreekwoordelijk geworden heb
zucht van de leeuw komt al in de
fabels van Aesopus (plm. 500 v.
Chr.) voor „Zwaar op de hand zijn"
komt uit de paardensport, „iemand
de zak geven" uit vroeger eeuwen
toen een ontslagen handwerksman
nog zijn zak met gereedschap voor
goed terugkreeg, en „iemand in de
peilfng houden" is een zeemansuit
drukking.
De zegswijzen zijn alfabetisch naar
trefwoord gerangschikt. Dat zou
wel eens problemen bij het opzoe
ken kunnen opleveren (wil je „zich
in een netelig parket bevinden"
naslaan, dan moet je bij „netelig"
zoeken, want bij „parket" staat het
niet), ware het niet dat achterin een
lijst met trefwoorden is opgeno
men, waarin alle denkbare tref
woorden (dus bijvoorbeeld zowel
„netelig" als „parket") naar de juis
te pagina verwijzen. Vóór dit regis
ter staan de zegswijzen bovendien
nog eens op een rij, ingedeeld naar
herkomst. Zo vind je daar de uit
drukkingen bij elkaar die verband
houden met eten en drinken, naast
die waarin het menselijk lichaam
voorkomt, die met kleding te ma
ken hebben, met het boerenbedrijf,
met ambachten of wat dan ook.
„Signalement van sprekende zegs
wijzen" is een uitgave in de Signa
lement-reeks van Elsevier; het ste
vig gebonden boek kost 19,90.
„Ijdelheid (uitdr IJdelheid der ij-
delheden, het is al televisie (Predi
ker 1. 2)".
(Uit het „geheel herziene Omroep-
ABC van de KRO-gii s Studio).
De Britse koningin Elizabeth, die
vlak voor Buckingham Palace nieu
we vaandels moest uitreiken aan het
eerste en tweede regiment grena
diers, had daarmee blijkbaar haar
handen letterlijk vol: tijdens de
plechtigheid drukte ze tenminste on
verwachts haar tasje in de enige
vrije hand van een paleiswacht. Die
bleef, zoals het zo'n beremuts be
taamt, doodstil en met een uitgestre
ken gezicht met het tasje slaan lot
hare majesteit haar eigendom zelf
weer in de hand kon houden. Een
collega van de lansendrager had de
eer zolang Elizabeths toespraak te
mogen vasthouden.
De gezondheidstoestand van de
Paraguayaan Ananias Maidana
Palacios. een van de langst gestraf
te politieke gevangenen in Latijns-
Amerika. is uitermate slecht. Kort
geleden werd hij van het gevangen
kamp in Emboscada overgebracht
naar het staatshospltaal De heer
Maidana Palacios lijdt aan een
hartkwaal en aan andere ziekten,
die het gevolg zijn van negentien
jaar gevangenschap onder slechte
omstandigheden. Na zijn arrestatie
in 1959 heeft men hem zeven maan
den lang onafgebroken gefolterd;
sindsdien is zijn gezondheid bedui
dend slechter geworden. Naar ver
luidt kan hij zelfs zonder hulp geen
stap meer doen. De heer Maidana
Palacios werd verscheidene keren
in ziekenhuizen opgenomen In
maart 1976 werd hij opgenomen na
een langdurige hongerstaking Een
medisch rapport uit die tijd meldt
dat hij leed aan „te hoge bloed
druk. maagzweren, inwendige bloe
dingen, bloedarmoede De aan
klacht die indertijd leidde tot zijn
arrestatie, luidde dat hij commu
nist zou zijn. maar in al die negen
tien jaren van zijn gevangenschap
is hij nog nooit berecht Zestien
jaar lang werd hij gevangen gehou
den in een cel met negen andere
gevangenen in de Comisaria Terce-
ra. een politiebureau in het cen
trum van de Paraguayaanse hoofd
stad Asunción.
Wie ton behoeve van Ananias Mai
dana Palacios een brief wil schrij
ven, zou in beleefde bewoordin
gen uiting kunnen geven aan
haar/zijn bezorgdheid over de ge
zondheidstoestand van de gevan
gene en kunnen verzoeken om zijn
vrijlating, zodat hij de Juiste medi
sche behandeling kan krijgen De
brief kan in het Spaans, Frans of
Engels) gericht worden aan: Exmo.
Senor Presidente de la Republica.
General Alfredo Stroessner Pa-
lacio de Goblerno Asunción. Pa
raguay.
Niet alleen is de Australische
vrachtwagenchauffeur Paul Osbor
ne letterlijk een sportief man, ook
in zijn dagelijks werk is zijn
plichtsbetrachting voorbeeldig te
noemen Hij wilde meedoen aan
een wedstrijd waterskiën in Brisba
ne, tweeduizend kilometer van zijn
woon- en werkplaats Babinda Hij
had berekend dat hij precies op tijd
voor zijn werk terug kon zijn als hij
een vliegtuig nam en er met een
parachute uit zou springen Zo ge
schiedde. Toen de wedstrijd er op
zat, stapte Paul in het vliegtuig en
sprong er boven zijn woonplaats
uit. Hij landde keurig voor het kan
toor van zijn werkgever en had nog
alle tijd om zijn valscherm op te
vouwen: hij was vijf minuten te
vroeg gearriveerd.