-iRomeinse nederzetting geeft
)<tiaar eerste geheimen prijs
Hooahoudt
Geniet vanavond
van 8 boeiende boeken.
Boek Magazine nr.2 is uit!
A
Wijk bij Duurstede blijft voor archeologische verrassingen zorgen
or
Nieuwe
boeken
undel:
Vendelen in
Amsterdam
Frankie Miller niet indrukwekkend
-iTERDAG 29 APRIL 1978
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
31
1
loor Fred Lammers
jele
gen-
?6 ot
ITIJK BIJ DUURSTEDE
[et Utrechtse stadje Wijk bij
ïuurstede blijft voor archeo-
jgische verrassingen zorgen,
fa het vele dat de afgelopen
len jaar tevoorschijn is geko-
nen op de plek waar twaalf
euwen geleden Dorestad lag,
leeft de Rijksdienst voor het
Hidheidkundig Bodemon-
lerzoek een kilometer buiten
le kern van Wijk bij Duurste-
le resten blootgelegd van een
.omeinse nederzetting. Er
ijn veel aardewerkscherven
evonden. Ook is een urnen-
eld ontdekt.
e wisten al enige tijd dat we op
:ze plek het nodige zouden aan-
ffen, maar we hebben het onder-
iek uitgesteld omdat elders in
ijk bij Duurstede meer haast was
boden in de gebieden waar bouw-
ilannen op het punt stonden te
orden uitgevoerd. Nu dat onder-
oek vrijwel is afgerond, kunnen we
nze volledige aandacht aan die
:omeinse periode schenken. De
erste resultaten overtreffen onze
erwachtingen," vertelt prof. dr.
fillem van Es, die als directeur van
et ROB de directe leiding van het
pgravingswerk heeft.
an de hand van een grote kaart
ie een van de wanden van zijn
jdelijk hoofdkwartier, vlakbij de
eroemde molen van Wijk bij
luurstede, siert, geeft dr. Van Es
an dat de oppervlakte van het nu
onderzoek genomen terrein bij-
a net zo groot is als de 35 hectare,
ie sinds 1967 zijn ontgraven.
Tenminste tot 1980 kunnen we
lier ongestoord werken, zodat we
iet zo in tijdnood zitten als bij het
>orestad-ondeizoek, waarbij de>
ouwondernemers ons voortdu-
end op de hielen zaten. We hopen
jdoende gelegenheid te hebben
an de weet te komen hoe de struc-
iiur van die nederzetting is ge-
eest. We hebben nu de plattegron-
en van vier boerderijen kunnen
iconstrueren. Wat daarbij in de
•rste plaats opvalt zijn de afme-
Ingen van deze boerenhoeven,
wintig bij zes meter. Dat is belang-
jk groter dan de boerderijen die in
lorestad stonden. Ook opmerke-
Ijk is dat er een duidelijk verband
estaat tussen die bebouwing. De
oerderijen stonden in blokken, ge-
heiden door greppels, waarvan
re de juiste functie nog niet heb-
en kunnen vaststellen."
Dastellum
foewel het voorbarig is al vèrgaan-
e conclusies te trekken is profes-
or Van Es er vrijwel zeker van dat
ij ter plaatse geen Romeins cas-
ellum zal vinden, zoals hij eerst
ermoedde. „In vroeg-middeleeuw-
e bronnen is sprake van een Ro
meins fort in de omgeving van Do-
In hun vrije tijd hebben bewoners van Dorestad zich met dit spel, bestaande
uit 26 benen speelstenen en een dobbelsteen, beziggehouden. Het geheel
werd opgediept op de plaats waar vroeger de haven van Dorestad was.
Het mondstuk van een Romeinse
militaire toeter, onlangs opgegraven
in Wijk bij Duurstede.
De wapens die in Dorestad worden opgegraven zijn in de regel grotendeels vergaan. Dit zwaard heeft de tands des tijds
vrij goed doorstaan. Of het een Vikingzwaard is geweest is zeer de vraag. (foto's: R.O.B.)
restad. We hebben er echter geen
enkele aanwijzing voor gevonden.
Als dat castellum er inderdaad is
geweest, heeft de rivier de Lek, die
regelmatig van bedding verander
de, het mogelijk weggespoeld. Alles
wijst erop dat we met een agrari
sche nederzetting hebben te ma
ken, en dat is heel belangrijk, om
dat we tot op heden in Nederland
iets dergelijks uit de Romeinse tijd
niet hebben kunnen bestuderen. In
principe kunnen we de hele neder
zetting opgraven. Het is een onge
rept gebied, waar na de Romeinse
tijd nooit meer is gebouwd."
De jongste opgravingen geven de
nodige opheldering over de vroeg
ste geschiedenis van Dorestad.
Daarover is steeds veel in nevelen
gehuld geweest. Hetzelfde geldt
heel merkwaardig ook voor de
latere geschiedenis van Dorestad.
Bij de opgravingen heeft men een
vrij duidelijk beeld gekregen van
de situatie gedurende de zevende
tot en met de eerste helft van de
negende eeuw. Van de periode van
af 875 tot het begin van de veertien
de eeuw ontbreken archeologische
eeeevens en schriftelijke bronnen.
„Toch kunnen we niet aannemen
dat Dorestad omstreeks 875 om
wat voor reden dan ook verlaten is
door de bewoners totdat in de veer
tiende eeuw Wijk ontstond. Het is
in die eeuwen wel een plek geweest
van weinig allure, waar het leven
rustig voortkabbelde, dit in tegen
stelling tot de zevende, achtste en
negende eeuw. Toen was Dorestad
een plaats van internationale bete
kenis", meent prof. Van Es.
Naar de reden van het verval van
Dorestad kan men slechts raden. Is
een aanval van de Noormannen,-
die Dorestad regelmatig bestook
ten, fataal geworden? Prof. Van Es
moet het antwoord schuldig blij
ven. „Er zullen altijd gróte leemten
blijven in onze kennis. De vroeg
middeleeuwse situatie van de Lek
is bijvoorbeeld zo'n punt waar we
veel vraagtekens achter moeten
zetten. Het is nog niet mogelijk de
toenmalige bedding van deze rivier
op de kaart te tekenen. We kunnen
alleen vermoeden dat de splitsing
van Rijn en Lek toen wat verder
naar het noordwesten heeft gele
gen, ergens in het centrum van de
kern van Wijk bij Duurstede. De
sporen daarvan zijn grotendeels
uitgewist bij de bouw van het kas
teel Duurstede, de aanleg van de
stadsgrachten en het ontstaan van
Wijk zelf. Van de vroegere bedding
van de Rijn weten we meer. Die is
over een afstand van enkele hon
derden meters teruggevonden."
Pech
Van Es is ervan overtuigd dat de
ontbrekende schakels van de puz
zel die Dorestad heet ook in de
grond zijn te vinden. „We hebben
alleen de pech dat we daar niet bij
kunnen, omdat die gebieden be
bouwd zijn. Zo weten we dat het
hart van Dorestad niet lag op de
plaatsen waar wij hebben kunnen
graven. Daar moeten we ons bij
neerleggen. Laten we maar blij zijn
met wat we wél hebben kunnen
onderzoeken. Dat neemt niet weg
dat we in de toekomst fel geïnteres
seerd zullen blijven in het gebied
Wijk bij Duurstede. Waar zich de
mogelijkheid voordoet, zullen we
archeologisch onderzoek verrich
ten," vindt Van Es.
Het feit dat het eigenlijke centrum
van Dorestad niet Is opgegraven,
zou de verklaring kunnen zijn voor
het vruchteloos zoeken naar over
blijfselen van de talrijke kerken die
volgens oude documenten in Do
restad moeten hebben gestaan. Nu
is slechts een plek gelokaliseerd
waar vrijwel zeker een godsdienstig
centrum heeft gestaan. Het ge
schrift van een zeker Marcellinus,
dat Dorestad in zijn glorietijd maar
liefst 52 kerken rijk was, hoeft men
niet serieus te nemen, hebben late
re onderzoekingen duidelijk ge
maakt. Het geschrift is vals en pas
in de veertiende eeuw ontstaan. Ei
is echter ook een geschreven bron
uit de elfde eeuw, waarin over Do
restad wordt gezegd dat er 55 ker
ken stonden. Dat aantal kan vol
gens Van Es niet kloppen als men
weet dat Dorestad een paar dui
zend inwoners telde: het is moeilijk
aan te nemen dat er op elke dertig
inwoners een kerk heeft gestaan.
„Dorestad was wel een stad van
belang. Volgens de maatstaven die
toen golden was een nederzetting
met een paar honderd inwoners al
groot."
Tussenbalans
Hoewel het Dorestad-onderzoek
nog niet is afgesloten en thans ge
trokken voorlopige conclusies de
komende jaren mogelijk dankzij
nieuwe vondsten nog zullen veran
deren, vindt het ROB de tijd geko
men een tussenbalans op te maken.
In een speciaal nummer van het
maandblad Spiegel Historiael
(voor 9,90 in vele boekwinkels te
koop en anders te bestellen bij uit
geverij Fibula-van Dishoeck in
Haarlem) gaan de bij het onder
zoek betrokkenen uitvoerig in op
de resultaten. Van Es stelt in het
blad ook even de opvattingen van
de Brabantse streekarchivaris Al-
bert Delahaye aan de orde, die be
weert dat wat het ROB voor Dore
stad houdt Dorestad helemaal niet
is, omdat men die roemruchte ne
derzetting uit de tijd van Karei de
Grote in Noord-Frankrijk moet
zoeken. „Wij zijn ervan overtuigd
dat de sporen van de uitgestrekte
vroeg-middeleeuwse nederzetting,
waarop ons onderzoek zich nu al
meer dan tien jaar richt, inderdaad
van Dorestad afkomstig zijn,"
schrijft dr Van Es. Hij voegt er
echter aan toe: „Het kan geen
kwaad erop te wijzen dat een strikt
bewijs ten dezen door de opgravin
gen nooit is geleverd. Dit soort van
kwesties, die de identificatie van
historisch overgeleverde plaatsen
betreffen, zijn met archeologische,
middelen alleen moeilijk op te los-,
sen. Het valt immers nauwelijks te
verwachten dat wij nog eens een
bord met het opschrift: Hier lag
Dorestad! zullen opdelven. Dela-
hayes uitgangspunt is wel zeer ver
gezocht." De beschrijving in Spie
gel Historiael richt zich tot een
breed publiek, wat prof. Van Es
„bijzonder belangrijk" vindt. „Als
archeologen hoeven we niet meer
te strijden om ons vak ingang te
De gouden broche van Dorestad, die deze zomer in Leiden zal worden
geëxposeerd, heeft veel duidelijk gemaakt over de religieuze opvattingen
van óe bewoners in deze eens befaamde havenstad.
doen vinden, je moet wel laten zien
wat je aan het doen bent. niet al
leen aan vakgenoten in termen die
deskundigen aanspreken. We moe
ten onze zaak aan het publiek ver
kopen en gelukkig merk ik steeds
meer dat de belangstelling groeien
de is."
Die interesse zal vanaf eind mei in
het stedelijk museum in de Volder
straat in Wijk bij Duurstede wor
den gevoed als de semi-permanen-
te tentoonstelling die daar sinds
enkele jaren over Dorestad is te
zien, met veel recent materiaal is
aangevuld. In het Rijksmuseum
voor oudheden in Leiden zal de
komende zomer eveneens aan
dacht aan Dorestad worden ge
schonken. Daar zal met betrekking
tot een van de meest spectaculaire
voorwerpen die in Dorestad is op
gegraven: een gouden broche, afge
zet met pareltjes en versierd met
motieven van halfedelstenen, een
expositie worden gehouden. De
broche zal ook nadien te kijk liggen
in dit Leidse museum, waar alle
bijzondere vondsten uit Dorestad
uiteindelijk naartoe gaan, óók de
middeleeuwse ring met de Romein
se cornalijn, een geslepen halfedel
steen, dieprood van kleur, waarin
een hert is gegraveerd.
Gouden broche
Hoe interessant die gouden ring
ook is, de broche is toch van veel
groter belang, omdat die veel ver
telt over de achtergronden van de
mensen in Dorestad. Het centrale
motief op de broche bestaat uit
twee kruisen die elkaar in een ge
meenschappelijk middelpunt
een transparante rode halfedel
steen -— snijden. Het ene kruis
heeft veel weg van een Andreas
kruis. De motieven op de broche
van Dorestad, gevonden op de bo
dem van een waterput, vertonen
veel overeenkomsten met afbeel
dingen op kerkelijke kunstwerken
die uit de vroege-middeleeuwen be
waard zijn gebleven, met name op
een draagaltaartje in Adelhausen
en een reliekschrijn in Enger in
Westfalen. De broche dateert ver
moedelijk uit het eind van de acht
ste eeuw en is waarschijnlijk ver
vaardigd in de buurt van de vroeg
middeleeuwse kloosters Reichenau
en St. Maurice d'Agaune in Zwit
serland.
Sleutel
„Daarmee hebben we een sleutel in
handen gekregen om de erop voor
komende versiering te ontcijferen.
Het ornament op de broche is er
niet alleen maar voor het mooi, het
tracht een boodschap over te bren
gen," meent Van Es. „Het kruis dat
op de broche zo'n dominerende po
sitie inneemt, mag al^ het christe
lijk kruis worden opgevat: het te
ken van overwinning en macht,
omdat Christus de dood heeft over
wonnen en Gods macht over de
schepping heeft gedemonstreerd.
Het kruis is tevens zinnebeeld van
heilsverwachting, van hoop op een
paradijselijke toekomst. Gods be
stierende aanwezigheid in het cen
trum van het heelal wordt aange
duid door de grote rode steen in het
midden van de broche. De vier klei
nere halfedelstenen langs de rand
verzinnebeelden de vier evangelis
ten, wier geschriften ons de heils
boodschap verkondigen."
Soms kan een betrekkelijk klein
voorwerp veel opheldering geven
over duistere historische zaken. De
broche van Dorestad is daar een
goed voorbeeld van. Dat sieraad
getuigt van de rijkdom van de be
woners van Dorestad en bewijst
tevens dat men in deze havenstad
het christelijk geloof was toege
daan. „Het onderstreept wat uit
geschreven bronnen al bekend was:
dat Dorestad bij de verbreiding
van de christelijke religie naar
noordwest Europa een grote rol
heeft gespeeld. Zijn internationale
handelscontacten schiepen tevens
een mogelijkheid voor de over
dracht van geestelijke goederen."
aldus de heer Van Es. Vandaar dat.
men met name in Scandinavië"
sterk meeleeft met de opgravingen
in Wijk bij Duurstede. In het Deen
se Roskllde zal daarom dit Jaar
tijdens een tentoonstelling de aan
dacht worden gevestigd op de rela
ties die Denemarken met Dorestad
onderhield en de invloed die het
gaan al was dat met minder
prettige bedoelingen van de Vi
kingen naar Dorestad heeft gehad
op de Deense historie.
29APRILTM15MB
ADVERTENTIE
Grootse nationale manifestatie met een skala van aktiviteiten
op het gebied van folklore, kunst, amusement, oude
ambachten, toerisme enz.
EXPO HOLLAND Torenlaan. Voorhout (vlakbij Keukenhof,
aan de weg Sassenheim-Noordwijk/Noordwijkerhout)
Dagelijks geopend van 10.00-20.00 uur.
Entrée: f. 3,50 p.p. kinderen en 65+ers: f. 1,-.
Opening: zaterdag 29 april om 13.00 uur
Optreden van het Nachtwachtgilde:
vertrek om 12.00 uur uit Voorhout naar de EXPO HOLLAND
Maandag 1 mei 14.00 uur: RobdeNijs
Donderdag 4 mei 14.00 uun Lu^
door Ton van Deel
pten
ISTERDAM De hoofdstadken-
f Jan Weggelaar, die onder meer
I reputatie heeft gevestigd met
ftige k Amsterdam-voorlichting aan de
jooljeugd, heeft zestien wandelin-
I door de
door Geert Kistemaker
ROTTERDAM De Schotse zanger
Frankie Miller is weer in Nederland.
Donderdagavond trad hij op in de
Rotterdamse Doelen, vanavond is
hij in de Stadsschouwburg in Sittard
en morgen in Paradiso in Am
sterdam.
door de oude sUdbeschïevenl'
)erd,
I zijn bijdragen, die reeds eerder
Het Parool zijn verschenen. In dit
fcand kreeg de uitgave een voor-
prd mee van de Paroolredacteur
prt Werkman, die zich dagelijks
tt Amsterdam bezig houdt. Vooraf
pan door een route-aanduiding
paalt Weggelaar in een prettige
keltrant, van wat men alzo op een
hdeling ziet. Bij iedere wandeling,
feraard langs overwegend histori-
le decors, is een plattegrond ge-
*gd alsmede passende illustraties.
alfabetisch register voltooit het
'je, waarvan G M. J. Kosterman
lay-out-typografie en de afdeling
idmeten en Kartografie van Pu
ike Werken de kaarten hebben
rgd Het is een uitgave van H. J.
echt's Uitgeversmij bv in Am-
'am. De prijs, 19,50 Rfs.
ADVERTENTIE
sinds 1971 geleidelijk beter; de laat
ste tijd wordt hij door een steeds
groter publiek gewaardeerd. Zijn
soms aan Otis Redding herinneren
de stem is schor en lenig, maar sinds
hij onlangs de drank heeft afgezwo
ren lijkt het (getuige zijn laatste,
vijfde lp) of de doorleefde emoties,
die zijn oudere werken kenmerkten,
verdwenen voor een wat gerouti
neerd en vlak karakter.
Ook het concert in de matig gevulde
Doelen had een wat plichtmatig en
weinig boeiend verloop. In een tame
lijk kort programma werd weliswaar
prima gemusiceerd, maar echt in
druk maakte Miller niet. Het reper
toire dat voornamelijk op de Ameri
kaanse markt is gericht bevat meer
snellere rock and roll en rythm and
blues dan de langzame ballads waar
in Millers stem de ruimte krijgt om
te stralen. Alleen John Lennon s Jea
lous Guy stak boven de vlakke rest
uit.
Toch valt er nog genoeg te genieten,
ook dank zij de uitstekende begelei
dingsband Twee blazers en twee
zangeressen vullen het geluid aan.
zodat een lekker vol geheel wordt
verkregen. Hoewel Frankie Miller op
het moment kampt met verminder
de diepgang, oppervlakkig is hij toch
niet en hij blijft een prima zanger
met een goed oor voor pakkende
composities.
In 1940 woonden Schierbeek en Lu-
cebert in hetzelfde huis. Zij voerden
een correspondentie die zeer gedeel
telijk gepubliceerd werd in Braak en
Podium onder de titel „Chambre-
Antichambre" en onder de pseudo
niemen „Lilithoog" en „Oog van
Gol". Volgens Cornets, die zijn in
spanningen om de completere tekst
uitgegeven te krijgen nu beloond
ziet, is dit vroegste experimentele
proza „een gesymboliseerde chroni-
que scandaleuse van twee vrienden
die eikaars opponenten zijn. en die
elkaar met hypnotiserende nauwlet
tendheid in de gaten hielden". Hij
noemt het „in code gebrachte be-
vindingen".De tekst dunkt me aller
eerst llterair-historisch curieus: het
aandeel van Schierbeek vertoont al
veel trekken van het latere Schier-
beek-proza en van Lucebert kennen
we nauwelijks proza, zodat alleen al
daarom deze experimentele corres
pondentie interressant is. Of het
boekje veel lezers zónder deze moti
vering zal boeien, vraag ik me af. De
„code" is wel het tegendeel van door
zichtig; de verregaande cryptische
eigenschappen van deze tekst (die
mij ook nogal rommelig „proefon
dervindelijk" voorkomt) maken de
lectuur tot een opgave. Een vooraf
gaande interpreterende toelichting
van Cornets zou geen overbodige^
luxe zijn geweest.
Lucebert en Bert Schierbeek. Cham-
bre-antichambre. Ingeleid door Cor
nets de Groot, 's-Gravcnhage (Stille
Veerkade 7), Stichting Bzztóh, 1978.
83 blz. 12.50.
Het vierde nummer van dit tijd
schrift in boekvorm is weer de moei
te waard. Uit de correspondentie, die
de Zuidafrikaanse veiligheidspolitie
publiceerde als bewijsmateriaal te
gen Breytenbach, koos Adriaan van
Dis enkele brieven die de gevangen
auteur wisselde met André P. Brink.
Van Dis voorziet ze van een heldere
inleiding en van aantekeningen. Het
thema van dit nummer is „Litera
tuurwetenschap in Nederland". Het
overzicht van de ontwikkelingen op
dat gebied schetst Jan van Luxem
burg in een begrijpelijk en kernach
tig stuk. Scholz over de nog maar
nauwelijks ontwikkelde receptie-es-
thetica daarentegen is heel wat min
der bevattelijk. Over de semiotiek
licht Grygar ons in. Vertaald werd
een artikel van SklovsklJ over Ster
ne's „Tristam Shandy", alsmede een
paar animerende hoofdstukken uit
deze curieuze roman. De psycho
analytische literatuurbenadering il
lustreert Verhoeff met geen artikel
over Corneille. De poëzie in dit num
mer is uitstekend: een cyclus van
Tentije, zes thematisch samenhan
gende verzen van Bernlef en een
keuze uit het werk van vier moderne
Engelse (lichters Fischer, Hill, Ra-
worth en Tomllnson door Peter
Nijmeijer, die alles vertaalde en van
inleidingen voorzag.
Raster 4. Amsterdam, De Bezige Bij,
1978. 204 blz. 19.50.
Boek Magazine,een kleurrijk maand
blad met selekties en hoogtepunten uit de
interessantste boeken. U leesft als een
bundel korte verhalen.
Deze maand: „Het Brieschend Paard"
van Rien Poortvliet; „De NaakteMens" van
Desmond Morris; JSexspionage door de
Sowjet Unie" van David Lewis; „Aristote-
les Onassis",een biografie door een Sunday
Times-team; „De Mensenrrfakers" van
Vance Packerd en „Licht de Titanic" van
CliveCussler. Verder nog een selektie uit
de beste inzendingen voor de World Press
Photo tentoonstelling dit jaar. Plus 'n eks-
klusief interview waarin u MamixGijsen
nader leert kennen.
Haal 't nieuwste nummer van Boek
Magazine vandaag nog. Voor (3^5 in de Boekhandel.