Liever kleine baas dan grote knecht Aanpakken Exclusief Contacten ERDAG 2? APRIL 1978 in deze pagina werkten mee Peter van Lakerveld, ed Lammers, Dick Ringlever en Jan Sloothaak out: Peter Dekkers Wie leest dat het totaal aantal winkels in Nederland tussen januari 1970 en januari 1977 met meer dan 21.000 is verminderd van 178.414 tot 156.974 kan onmogelijk beweren, dat het zeven vette jaren zijn geweest voor de winkelier. Een zeer groot deel van de middenstanders heeft het zelfs slechter dan uit die cijfers blijkt. Een verdwijnen van 21.000 zaken op een totaal van bijna 180.000 betekent ongeveer 11,5 precent, maar de werkelijke situatie wordt in de cijfers nog geflatteerd doordat er in die zeven jaar nogal wat supermarkten, witte winkels en discountzaken zijn bijgekomen. Beperken we ons tot de eenmanszaken, dan is het beeld nog ongunstiger. Somber ziet het er ook uit wanneer we uitsluitend winkels in voedings- en genotmiddelen meetellen. Waren er begin 1970 nog 76.920 slagers, kruideniers, bakkers, groentezaken, melkslijters etc., op 1 januari 1977 was hun aantal met meer dan 25 procent gedaald tot precies 57.000. Meer dan andere winkelgroepen heeft deze secte blootgestaan aan de de ingrijpende veranderingen in onze maatschappij. De consument gaat voor zijn levensmiddelen steeds meer naar de supermarkt bijvoorbeeld. Maar ook zonder supermarkt zu de kleine winkelier het moeilijk hebben gekregen, want de oudere stadswijk, bij uitstek zijn afzetgebied, raakt geleidelijk ontvolkt. Een andere oorzaak is dat het inkomen de laatste twintig jaar gegroeid is maar dat de extra bestedingsmogelijkheid naar andere zaken is gegaan dan voedsel. Dierenspeciaal- of fotozaken groeien dan ook in getal. Op deze pagina gesprekken met mensen die volhouden, die het hebben opgegeven of die pas begonnen zijn. „Je kunt beter een kleine baas zijn dan een grote knecht." Jacobus Smits, de man die de inwoners van het Betuwse dorp Wadenoijen van levensmiddelen, drogis terij artikelen en aanverwan te zaken voorziet, zegt het vol overtuiging als ik met hem praat in de keurig opgeruim de kamer achter zijn volge propte winkel aan de Brede- straat, een landelijke weg met verspreide boerderijen en woonhuizen temidden van de boomgaarden die aan de kap-activiteiten van een paar jaar terug zijn ontkomen. We zitten aan de tafel, die midden in de kamer onder de lamp staat. Centraal op het pluche kleed staat op een gla zen onderzetter een vaasje met rozen, op de kachel blinkt een glimmend roest vrijstalen keteltje. De kana rie, in de kooi bij het raam. niet gewend dat er zo druk wordt gesproken, is hoorbaar in zijn element. Op het mo ment dat ik het dorpswinkel tje met zijn vriendelijk witge kalkte muren binnenstap is Jacobus Smits juist bezig de scherven bijeen te vegen van een fles die gesneuveld is. De dagelijkse bedrijfsongevalle tjes. Achttien jaar geleden is het nu al weer dat Jacobus, als man van net dertig, de zaak van zijn vader overnam." Maar ik ben van kindsbeen af in dit bedrijf opgegroeid. Va der heeft er een groot deel van zijn leven in geploeterd. Eigenlijk is grootvader er al mee begonnen, op deze zelfde plek in zijn boerderijtje. Ik heb het nu over zo'n zeventig jaar gelden. Omdat opa de hoog opgelopen ziekenhuis- rekening van zijn vrouw moest betalen, moest er ex tra geld binnekomen. Opa is toen klompen gaan maken, hier op de deel. Een paar van zijn zoons moesten hem hel pen Vader werd ingescha keld om met het fruit uit de boomgaard te gaan venten. Als jongen van elf, net van school, trok hij er met een hoog opgeladen kruiwagen op uit. Omdat er wel verdien ste in zat. kwamen er al gauw ook levensmiddelen bij. Na verloop van tijd werd de krui wagen verwisseld voor een hondekar, eerst met één hond. later met twee honden ervoor Nog later werd op paard en wagen overgescha keld Het lag voor de hand dat Ja cobus. naast de acht doch ters de enige zoon in het ge zin Smits, op zijn beurt ook al jong mee moest helpen in het familiebedrijfje.Vaak was het 's morgens voor school tijd al boodschappen weg brengen naar afgelegen boer denjen. bijvoorbeeld als ze een bestelling hadden ge daan voor petroleum, want dat verkochten we ook Dik wijls ben ik daardoor te laat op school gekomen Daar werd niet veel van gezegd. De meester begreep hoe de vork in de steel zat. Het was armoe troef met zo'n groot gezin in die vooroorlogse tijd. Toch hebben vader en moeder nooit hun hand hoeven op te houden zelfs niet in de crisis jaren. Ze hebben het altijd zelf gebolwerkt, al ging dat vaak tenkoste van hun nachtrust. Als moeder 's mor gens vroeg al keurig aange kleed was zeiden de mensen, die in de winkel kwamen, wel eens: wat ben jij al netjes in de kleren. Dan was zij niet naar bed geweest, had 's nachts de was gedaan en kle ren versteld. Als je dat op zeker ogenblik als kind merkt, krijg je wel respect voor je ouders" Velen zullen dat echter en slavenleven vinden. Heeft Ja cobus er nooit over gedacht een andere broodwinning te zoeken? „Nee, dat is geen mo ment bij me opgekomen. Ik ben er zo ingerold. Dat was vroeger gebruikelijk in het boerenland. De zoon nam het werk van de vader over en daar zit wel wat in. Je zet zo de lijn voort. Als ik nu de winkel dicht zou doen zou ik het gevoel hebben mijn vader en grootvader te verlooche nen. Als je denkt aan al dat werk dat zij hebben verzet om dit van de grond af aan zonder een cent kapitaal op te bouwen." De geschiedenis herhaalt zich want Henk, de 23-jarige oudste zoon van het echtpaar Smits zit nu ook in de zaak." Wat zou ik anders moeten gaan doen. een fa briek lijkt me ook niets," zegt hij. In de handel heb je nog mogelijkheden. Niet zo lang geleden ben ik met een groentenwijk begonnen op zaterdagmiddag in Apeltern en Batenburg, twee dorpen hier niet zo ver vandaan. Dat loopt lekker. We verkopen hier in de zaak nu ook groen ten". vervolgt Henk. Jacobus heeft zijn klanten behalve in Wadenoijen zelf in verre omgeving zitten. Het zijn vooral de oude boeren geslachten, die zich al vele jaren door de familie Smits van levensmiddelen laten voorzien. „Ze houden van de gelijke kwaliteit, betalen lie ver een dubbeltje meer als het maar goed is. Met rom mel hoef je niet aan te ko men. Persoonlijke bediening stellen ze ook erg op prijs. Ik heb zeker een paar honderd uitbrengklanten. Eens in de week gaan Henk en ik de boodschappenboekjes opha len en de volgende dag krij gen de mensen hun bestellin gen thuisbezorgd zonder dat ze er een cent meer voor hoe ven te betalen dan in de winkel". Dat betekent hard aanpak ken. De hele familie Smits is s avonds druk in de weer om de bestellingen in te pakken, voor zover er geen boekjes moeten worden opgehaald ..Het is vaak over twaalven als ik in bed duik en om ze ven uur ben ik in de regel al weer aan het bezorgen. Tot voor een paar jaar ging ik maar vijf nachten per week naar bed. maar dat kan ik nu niet meer opbrengen". Mevrouw Smits staat over dag in de winkel als haar man en zoon op pad zijn. Ook bui ten de normale winkeluren om rinkelt de bel nog wel eens. „Op alle mogelijke tij den komen de mensen, als ze ergens om verlegen zitten, soms nog om elf uur 's avonds en dan moet je voor ze klaar staan, want de klant is hier nog koning. Gelukkig komt het niet meer voor dat een boer je om half zes uit bed haalt, net zo lang aan de deur rammelt totdat je open doet. omdat hij een rokertje wil hebben. Je moest het dan niet wagen niet thuis te geven." Ook nu zijn er nog dingen die je maar beter niet in je hoofd kunt halen. Op vakantie gaan bij voorbeeld. „De men sen zouden ons dat hoogst kwalijk nemen. Zelf gaan de meeste boeren hier ook niet op vakantie. Als wij dat wel zouden doen, zouden we te horen krijgen: jullie laten ons in de steek, dan hebben wij jullie ook niet meer nodig." Jacobus tilt daar niet zo zwaar aan. „Ik ben nog nooit een nacht van huis geweest, ik heb er ook geen behoefte aan." Zoon Henk denkt daar net zo over, maar mevrouw Smits komt er eerlijk voor uit er best eens een weekje met haar man tussenuit te willen „Je zou dan even uit de sleur zijn. Het zou heel goed zijn voor ons beiden." Drie jaar geleden is zij alleen op pad gegaan, naar haar eni ge zuster in Canada. „Toen ze me naar Schiphol moesten brengen is de winkel een paar uur dicht gegaan. Daar had men wel begrip voor. Het hele dorp leefde mee. De dag voor mijn vertrek stond de tele foon niet stil. Iedereen kwam me even goeie reis wensen Dat doet je wel wat. Je voelt dan dat je een schakeltje bent in het hele dorpsleven." Jacobus ervaart die persoon lijke contacten ook sterk. „Als ik bestellingen kom op nemen of brengen, krijg ik soms hele verhalen te horen. Ik heb zo mijn vaste koffie- adresjes Bij de een bel ik aan. bij de ander klop ik op de deur en bij een derde loop ik zo naar binnen. Als ik er gens vroeg kom met bood schappen is er een zijdeur open, ligt de sleutel onder een emmer of staat er een wasteil klaar. „De mensen zouden het erg vinden als ik ermee zou stop pen. Onlangs deed zo'n ge rucht de ronde. Bij de eerste de beste klant kreeg ik al meteen te horen: .Smits wat heb ik nu gehoord, het is toch niet waar dat je ermee uit scheidt? Nou daar denk ik echt niet over. al wordt het wel steeds moeilijker voor een kleine middenstander Je hebt in de eerste plaats de concurrentie van de super markten. acht in Tiel en vier in Geldermalsen. Maar voor al die stijgende onkosten en lasten doen het 'm. De Smit- sen zijn echter geen mensen om onder een ander te wer ken. Ze scharrelen liever wat voor zichzelf." Jacobus Smits vat dat heel letterlijk op, van daar dat de aanduiding dat hij Kroonwinkelier is binnen kort uit de etalage zal ver dwijnen. „Ze willen me dwin gen hun hele pakket te ne men en de leveranciers die ons al een paar generaties trouw hebben bediend aan de dijk te zetten. Dat doe ik niet. Dat zou het begin van het einde zijn. En met die goed kope peren op sap. dames slips of deurmatten, waarvan ze er onlangs 48 bij me afle verden. hoef ik bij mijn klan ten niet aan te komen Dat worden allemaal winkeldoch ters. Ik zit nu nog met tiental len blikken bruine bonen die het weggooien nog niet waard zijn. Dan dop ik liever mijn eigen boontjes." Daar om blijft Jacobus erop uit trekken, tegenwoordig in een autootje, door weer en wind. De klanten verwachten dat hij stipt op tijd is. Als dat niet het geval is. rinkelt in de Bredestraat de telefoon en krijgt mevrouw Smits de vraag te horen of er iets aan de hand is. Erik Kweksilber (34), Maria Geenen (30) en Ger Jan Heij (30) hebben er wel vertrou wen in. Met zijn drieën heb ben ze een boekwinkel in Groningen overgenomen, die hun elk net het minimum loon oplevert. Daar moeten ze dan de rente en aflossing ook nog van betalen. Geen vetpot dus, maar in de toe komst hopen ze rendabeler te draaien. Voorop staat echter dat het een kwaliteitszaak moet zijn. Anders hoeft het voor hen niet. Over de geschiedenis van de winkel weten ze niet veel. Wel dat die al van voor de tweede wereldoorlog als boekwinkel „Godert Walter", genoemd naar de eerste eigenaar, in de Oude Ebbingestraat van Groningen draait. Godert Walter werd in de oorlog we gens illegaal werk doodge schoten. Een aantal jaren na de oorlog stapte Dick Heij erin. die er eerst een N V. en daarna een B V van maakte De laatste jaren kampte hij met ziekte Maria Geenen (studente geschiedenis) werkte er voor halve dagen, omdat hele dagen (financieel) niet uit kon. GerJan Heij (student sociologie), neef van .de vorige eigenaar, hielp de laatste tijd ook mee Erik Kweksilber (ex-jeugdbibliot hecaris) kwam met hen in aanraking toen de winkel te koop werd aangeboden. Uit eindelijk besloten ze met zijn drieën in zee te gaan. Eigenlijk door omstandighe den zijn de drie boekwinke liers dus nieuwbakken mid denstanders geworden, die het zullen moeten opnemen tegen de vaak veel grotere boekwinkels die de binnen stad van Groningen telt. Hoe gaan ze de zaak nu aanpak ken? In ieder geval gaan ze niet proberen „groot" te worden. „Ons eerste doel is niet een goed bestaan, het gaat ons primair om een goede boek handel". De drie boekwinkeliers zeg gen zelf nog ervaring te moe ten opdoen als boekverko pers. Tenslotte hebben ze de zaak pas in augustus van vo rig jaar overgenomen. Of het gelukt zal nog moeten blij ken, maar wel verwachten ze dat er meer uit komt dan drie minimumlonen. Hoe gaan ze dat doen? Ger Jan Heij: „Je kunt het niet zoeken in stunten met prijzen. Die zijn van bovenaf vastgesteld. Dat ideële as pect zit erin gebakken An ders zou je alleen maar best sellers verkopen." Erik Kweksilber: „Bij een boekwinkel komt het aan op je eigen inzet. Je moet het zoeken in een bepaalde servi ce, sfeer en een bepaald genre." Overigens zijn de drie wat dit betreft nog grotendeels zoe kende Godert Walter stond vanouds bekend als een gere nommeerde winkel voor kunstboeken. De nieuwe ei genaren zouden die draad best weer willen opvatten, maar dat soort boeken vraagt erg hoge investe ringen. Een specialisatie in de antro posofie nemen ze wel over en er wordt nu gewerkt aan een specialisatie op het gebied van de jeugdliteratuur. Geen verpleegsters- en liefdesro mannetjes. geen indianen verhalen en strips maar het betere kinderboek. Volgens Erik Kweksilber lijkt de nieuwe aanpak al tot resultaten te leiden ..Er ko men meer jonge mensen dan vroeger, ouders van jonge kinderen, leraren, jeugdleid sters en dergelijke Op deze specialisatie sluit een project aan in een lagere school van een oude stadswijk In de Albertina Agnesschool is vanuit Godert Walter een boekwinkeltje opgezet, dat wordt gerund in samenwer king met de oudercommissie en twee onderwijzeressen. Ook elders in Nederland zijn wel soortgelijke initiatieven van de grond gekomen, in navolging van Engeland, waar al zo'n tweeduizend scholen een boekwinkeltje herbergen. Wellicht zal het project in Groningen ook tot andere scholen worden uitge breid. „Het is een kwestie van expe rimenteren en wij zijn er zelf nog over aan het discus siëren." De drie boekwinkeliers stre ven er ook naar de kleinere uitgeverijen aan bod te laten komen. Zo is er bij voorbeeld een goede relatie met de Stichting Xeno. een Gronin ger uitgeverij zonder win stoogmerk. die zich onder meer ten doel stelt gewone mensen aan het woord te la ten. Maria Geenen: „Er zijn te weinig boeken vanuit de basis geschreven, waarin de mensen zelf aan het woord komen. Op veel terreinen ko men problemen voor die nooit onder woorden ge bracht worden Overigens willen Maria. Erik en Gerjan bepaald geen ver lengstuk zijn van de boek handel in de alternatieve sfeer. „Kleine uitgevers zijn ons sympathiek, maar ze brengen ook wel slechte boe ken uit. Net zo goed als grote uitgevers ook heel wat goede boeken op de markt brengen We selecteren uit beide de boeken die we geschikt vin den voor onze winkel Die selectie houdt niet in dat er niet zou worden gestreefd naar een brede keus. „Het is niet zo dat we onze privé boe kenkast in de winkel hebben staan." Het drietal realiseert zich overigens goed dat het niet mogelijk is los van de commercie een boekhandel te drijven. „Je hebt een basis nodig, 't Is ten slotte allemaal commercie ook de verkoop van een goed boek. We zou den ook best onze eigen best sellers willen verkopen, maar het is niet zo dat we koste wat het kost met de toptien mee willen doen Twaalf jaar lang heeft Henk Dahles het volgehouden als melkman in de zich toen snel uitbreidende Haagse nieuw bouwwijk Manahoeve. Stap voor stap had hij zijn wijk weten uit te breiden tot zo'n 200 vaste klanten, goed voor een dikke 2500 liter melk per week plus nog een aardig as sortiment bijprodukten. Hij had er een goede boter ham aan. al stond er voor hem en zijn vrouw ook een flinke berg werk tegenover. Elke ochtend zes uur de wa gen laden, tot vijf ur 's mid dags de wijk in en dan 's avonds nog eens de adminis tratie. de rekeningen van de fabriek, de boekjes van week en maandklanten, de poffers Een werkweek van honderd uur was gewoon Maar Dahles was nog jong. 22 jaar, en wilde er best hard tegenaan. Een hele wijk leek braak te liggen Toekomst genoeg dus. want de sanering was er nog niet, de klanten kon je overal vandaan halen Daar kwam bij. dat het werk hem wel beviel. Beter dan de plaatwerkerij en banketbak kerij waar hij voorheen had gestaan Vrijheid, zelf je zaakjes runnen en contact met mensen, daar had hij best zo'n honderd uurtjes werk voor over Maar toen kwam daar ineens de concurrentie opzetten. Naarmate de wijk vol raakte, verschenen de supermark ten. Eerst een paar kleine, toen een hele grote en Dahles zag zijn klantenkring afbrok kelen ..Het eerst merkte je dat aan je bijprodukten. De limonade, die door de super markt onder de kostprijs voor 58 cent werd verkocht, twee dubbeltjes goedkoper dan ik ze aanbood. Toen de koffie en noem maar op En als je weet dat ik juist op die artikelen de beste winst maakte op een pak koffie wel dertig cent dan is wel duidelijk, dat die supermark ten flink het mes zetten in mijn omzet Later kwam daar ook de melk nog bij, want het is logisch dat een fabriek gauwer inkoopkortingen geeft als je een paar duizend liter tegelijk koopt dan wan neer het. zoals bij mij. ging om maar zo'n 300 tot 400 liter per dag. Voeg daarbij de pro blemen die de invoering van de sanering met zich bracht zeker ook financiële en het lag voor de hand. dat het getij was gekeerd." Die ontwikkeling viel precies in de tijd. dat de auto en de ijskast steeds meer gemeen goed werden, waardoor het de klanten gemakkelijker werd gemaakt eenmaal in de week te provianderen Dahles heeft ze dat nooit kwalijk genomen „Je hoeft geen dief van je eigen porte monnee te zijn: als je bij de supermarkt in de week zo'n tientje bespaart ben je wel gek als je daar geen gebruik van maakt. Maar Jammer was het natuurlijk wel Toen hij zijn melkomzet ten slotte zag dalen tot niet meer dan 1600 liter per week, moest hij het was in 1970 het zware besluit nemen we stoppen ermee, in de wijk zat geen muziek meer Van de 200 vaste klanten bleven er op het laatst nog 150 over En dat aantal kon alleen maar nóg verder omlaag gaan „Nee. armoede heb ik ook in die laatste jaren niet gekend, al werd de spoeling wel dunner De beslissing ermee op te houden, is Dahles niet ge makkelijk gevallen Vooral het gemis van de sociale con tacten woog zwaar voor hem, want die gingen verder dan het gebruikelijke praatje aan de deur. Henk Dahles was bij vrijwel iedere klant geziene en vrolijke gast aan de och tendkoffie, werd ook in ver trouwen genomen als er in een gezin eens iets mis was gegaan Als de zoon niet wil de leren bij voorbeeld „Henk. praat jij nou eens met hem. van Jou neemt hij meer aan dan van ons.' werd er dan gezegd Meer dan melkman was Henk Dahles vertrou wensman in de wijk Van veel klanten had hij de huissleu tel op zak Als er iemand niet thuis was. wel geen pro bleem. Henk keek in de ijs kast en wist dan wat er nodig was Die goede contacten met klanten leverden hem ten slotte zijn nieuwe baan hoofdconducteur bij NS Een paar jaar is hij dat geweest Met groot plezier, zegt hij. „Ik vond er hetzelfde als in de wijk. Veel contact met men sen én een stuk vrijheid." Een ongeluk werd er de oor zaak van. dat hij dat werk een paar jaar terug niet meer kon doen, al bleef hij bij het spoor. Nu als kassier op het station Den Haag Centraal, waar hij jaarlijks zo'n 28 mil joen gulden door de handen laat gaan wél wat meer dan de centen van toen. Een kantoorbaan. Maar Henk Dahles 42 nu kijkt daar nu anders tegenaan dan twintig Jaar terug. Vaste werktijden, echt vrij zijn als je de kantoordeur achter Je hebt dichtgeslagen en niet meer als toen nog eens uren met je administratie aan het werk Dat heeft ook zijn grote voordelen „Maar toch. als ik heel eerlijk mag zijn, zo nu en dan mis ik ze toch wel, mijn oude klanten in Maria- hoeve." TROUW/KWARTET 25

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 25