tebbijn Awraham Soetendorp, een overlevende oorkust: uitdaging of waarschuwing? Straf rdii sident Houphouët-Boigny nu nog grote verzoener TETF RDAG 29 APRIL 1978 BUITENLAND Trouw/Kwartet 19 r James Dorsey en Rimmer Mulder nderwi d jbijn Awraham Soetendorp is geen man van grote woorden, spreekt zacht, bedachtzaam; lange zinnen, waaraan hij ;ds weer nieuwe gedachten toevoegt. Of hij iets wil vertel over zijn werk als Joods geestelijk leider in de moderne is de eerste vraag. Hij begint te praten. Over de taken die rabbijn traditioneel in de Joodse gemeenschap vervulde lar. rechter en zielszorger. Over de democratie en de studie- binnen het Jodendom: iedereen kan een aantal taken van rabbijn vervullen en een jongen van dertien mag de leente al voorlezen uit de Torah. Over de ontwikkeling in »rote Joodse gemeenten in de Verenigde Staten waar de Studie afneemt en de rabbijn de rol krijgt van „de beroeps- ld." „Dat is eigenlijk iets wat ik betreur. Daar ontstaat iets :en aai zelf boven de gemeente staan." en. Te! kr al gauw komt rabbijn Soeten- t> te praten over de grote ramp ■fich nog geen veertig jaar gele- jaan de Joodse gemeenschap in erland heeft voltrokken: de lematische uitroeiing of ..de ite Dood'' zoals hij het zelf om- 'ijft Hij vertelt hoe hij in zijn ietijd in Engeland, Amerika en gtm.wfcl kennis maakte met grote, <e Joodse gemeenten. „Een lijsterende ervaring. Dan word nog sterker bewust van de lege (tsen hier, van wat er kapot is. jeloof dat in dat opzicht de se gemeente in Nederland een fte positie inneemt. Je kunt na- flijk vergelijken met gemeen- ippen in Europa die ook zo heb- 8eleclt'n onder de oorlog, maar jis toch in Nederland Men zich realiseren wat hier ge is. Voor de oorlog 140.000 n. Daarvan zijn er 104.000 om men in concentratiekampen, is hier gebeurd, juist in dat Nederland, van de traditione- •ïendschap bij de samenleving Joden en niet-Joden. er was soort innerlijke verbonden- igels of zij he diene de he scho 1' ndorp voelt zichzelf „steeds er een overlevende." Hij is ge in 1943 en heeft het eind van izetting gehaald dankzij zijn -ouders. „Mijn pleegvader is Ie dag van de bevrijding omge komen. door een granaatscherf, vlak bij mij in de buurt." Na Auschwitz Zo pratend komt hij vanzelf op de vraag: Hoe kun je na Auschwitz nog in God geloven? De emoties die achter die vraag schuil kunnen gaan behoren voor de rabbijn tot de „dagelijkse werkelijkheid." Hij vertelt over de „geweldige ervaring en emotie" van het „gewoon voor gaan in een dienst op sjabbat-och- tend met heel weinig mensen, van wie ik weet: ieder van deze mensen kan een eigen verhaal vertellen Je bent je voortdurend bewust van de tragiek." In Den Haag spréékt hij over dit thema in een gespreksgroep met protestantse en katholieke geeste lijken „Het is les geven geworden. We zitten in bankjes en stoeltjes in een leszaal en er is nauwelijks dis cussie. Men zegt ook dat men eerst wil luisteren. In die groep kwam ook tot uiting dat er nauwelijks iets is geschreven in de theologie in Nederland over de oorlog, over de verwerking van de oorlog. Bij me zelf komt dan op. wat je ook leest bij (dr Loul De Jong. Hoe juist bij mensCn die gefusilleerd zouden worden een sterk godsvertrouwen groeide en godsdienstige gevoelens werden herkregen. Ik moest daar bij denken aan de uitspraak van een Amerikaanse rabbijn, die. in Amerika wonend, schreef. ,Hoe kan ik God zegenen terwijl mensen naar de gaskamers zijn gegaan en God vervloekten. En: Hoe kan ik God vervloeken terwijl er mensen naar de gaskamers zijn gegaan en God zegenden? Ik vind dat Joden en christenen over deze problemen moeten spreken en dat we daar niet om heen kunnen." Insekten Soetendorp haalt de schrijver Franz Kafka erbij: het verhaal van de keurige burger Gregor Samsa. die op een kwade morgen ontdekt dat hij langzaam in een insekt ver andert en vervolgens door zijn om geving ook als een insekt wordt behandeld. „In wezen is dat de wor tel van wat er is gebeurd in de Tweede Wereldoorlog, dat mensen tot insekten zijn geworden, tot on gedierte. Men wilde het besef bren gen bij mensen dat Joden inder daad ongedierte waren, gevaarlijk ongedierte, dat vernietigd moest worden. En deze ontmenselijking, is dat niet een kenmerk van onze tijd? Een blijvend gevaar voor onze tijd? Als rabbijn ben ik voortdu rend met die gedachte bezig." Awraham Soetendorp rekent zich zelf tot de „tussen-generatie." Aan de vooroorlogse Joodse gemeen schap in Nederland heeft hij geen herinneringen. Maar, geboren mid denin de oorlog, behoort hij wel tof de overlevenden en kan zich daar om niet ïos maken van de proble men die een overlevende mee draagt. Maar inmiddels weten we dat de tragiek, de Grote Dood. ook voor de nieuwe generatie niet voor bij is. „Dat heeft inderdaad vele mensen verrast en misschien mij ook wel; en dan denk ik terug aan de emo ties een jaar of wat geleden rondom de Drie van Breda. Hoe lang het zal duren weet ik niet." Hij vertelt over de ervaringen met zijn eigen kinde ren, twee dochtertjes van negen en acht. Een paar jaar geleden is hij met hen naar Westerbork geweest. Awraham Soetendorp werd 16 febru ari 1943 in Amsterdam geboren. Hij bezoch thet Vossius-gymnasium in die stad en studeerde later in Lon den en Cineenatti in de Verenigde Staten. Als kind woonde hij vijf jaar in Israël. In 1968 werd Awraham Soetendorp door zijn vader als rab bijn van de Liberaal Joodse gemeen te in Den Haag geïnstalleerd. Tegen woordig is hij voor een deel van de tijd ook rabbijn in Rotterdam en Amsterdam. Als Joods geestelijke leider onderhoudt hij tal van contac ten met politici en geestelijken, zo wel op nationaal als internationaal niveau. In Nederland is hij verder bekend als de man van de acties voor Joden in de Sowjet-Unie. Deze week nog was hij in de publiciteit met een demonstratie voor de ambassade van de Sowjet-Unie in Den Haag. „Mijn jongste dochtertje. Tamar. die toen nog veel kleiner was. keek toen naar foto's die daar hingen, van Westerbork in de oorlog. En toen keek ze en zei ze. ja maar daar zijn ook jonge mensen bij. Dat er oudere mensen waren die op een verschrikkelijke manier waren ge storven. omgebracht, dat was één ding; maar dat er jonge mensen bij waren, van haar leeftijdEn dan denk je, ja wat doe ik nu met die kinderen. Geef je ze inderdaad als derde generatie die hele zware druk mee. geef ik ze het wel op de juiste wijze mee?' Israël „Ik geloof dat we er inderdaad ge neraties mee bezig zullen zijn. Maar ik geloof, en dat is de kracht van het Jodendom ook. dat er ook iets van warmte, iets positiefs uitkomt Dat zie ik nog steeds in Israël. Niet dat wat mensen wel hebben ge zegd: zo van. kijk 1940-45 was de grote vernietiging en nu is Israël, gesticht in 1948. een soort compen satie. Afschuwelijk .God is niet zo n accountant die optelt en af trekt. Wij zijn dat ook niet Maar dat positieve wat ik nog altijd in Israël voel. dat kan nog uitwerken tot geweldige dingen. De opbloei van het Midden-Oosten, dat zie ik nog steeds als noodzakelijk en dat zie ik gebeuren ook." Maar ook dat bezig zijn met dat verschrikkelijke verleden, waarin Joden tot ongedierte werden, kan volgens Soetendorp in iets positiefs worden omgezet. „Nu lees je weer wat er is gebeurd in Cambodja, in Angola, in de Hoorn van Afrika, wat daar is gebeurd aan mensen- vernieting. Daar staat dan tegeno ver bij jezelf. als overlevende en als volgende generatie, het groeiende besef dat het redden van één men sen-leven net zo belangrijk is als het redden van de hele wereld, een uitspraak van de rabbijnen. Het besef van de waardigheid van de menselijke persoonlijkheid en daarvoor vormen vinden zodat honger en moord worden opgelost en mensen een gelukkiger samenle ving opbouwen Politiek Daarmee zit de rabbijn midden in de politiek, een terrein dat hij in het geheel niet schuwt. Hij spreekt zich uit voor minderheden, doet mee aan demonstraties en is de drijvende kracht achter tal van ac ties voor Joden in de Sowjet-Unie Natuurlijk heeft hij een speciale verwantschap met die groepen, maar hij zegt nadrukkelijk dat het vooral een strijd is voor de rechten van de mens „Soms is het een eenzame strijd. Ik wou dat beter werd verstaan dat het inderdaad voor mensen is. Het heeft me ont zettend pijn gedaan dat ik in do tijd van de Griekse kolonels voor die Griekse ambassade met maar een paar mensen stond. En bij de Zuidafrikaanse ambassade, zie je daar soms vijf. zes mensen staan. terwijl ik aanneem dat zeker hon derdduizenden Nederlanders hun afkeer van het apartheidsregime tot uiting willen brengen Hij zegt een sterke behoefte" te hebben „buiten de predikatie te treden". „Me op andere terreinen te begeven, in die wereld te zijn. Men sen moeten mensen blijven Het is verschrikkelijk bij voorbeeld als al die ontslagen, als dat cijfers wor den Het zijn geen zesduizend ont slagen, maar zesduizend maal die ene man of die ene vrouw met alle ellende daarom heen." „Hoe ouder ik word. hoe onrustiger, ongeduri ger ik word Het besef van. ik heb niet zoveel tijd. Die ongedurigheid is ook een aspect in het Joodse denken: het weten dat we dichtbij de messiaanse tijd zijn. maar dat we er nog niet zijn. dat we met zijn allen er voor moeten werken. En dat voel ik dan niet om me heen. die onrust." Anti-semitisme Loopt hij als Jood. die zijn nek durft uit te steken, niet het risico al weer gauw op anti semitisme te stuiten? „Er is inderdaad anti-se mitisme in Nederland, al moet je dat betrekkelijk zien. Iemand uit de Sowjet-Unie die je er over spreekt zal zeggen: wat? noem je dat al anti-semitisme? Maar het is er. Ik ontvang brieven, telefoon tjes. niet zo verschrikkelijk veel. maar er zijn heel onvriendelijke bij Ik geloof dat anti-Joodse gevoelens niet afhankelijk zijn van wat je doet. .maar dat het ziekteverschijn selen zijn. die ook leven tegen an dere groepen Als iemand zegt. die Surinamers stelen de stad leeg. dan komt dat voort uit dezelfde zieke lijkheid. Maar als het zich tegen Joden richt gaan er afgronden open door het recente verleden. Ik kan me voorstellen dat het problemen geeft in de niet-Joodse gemeen schap; dat men daar zegt Israël is helemaal niet bespreekbaar, het Jodendom is helemaal niet be spreekbaar. Als je kritiek uit. word je meteen voor anti-semiet uitge scholden. Dat is inderdaad een pro bleem Nico Kussendrager eerste auto-ongeluk ge- 18 uut al een paar honderd me- 24 ui»an 'let v'ie?ve'c' van Ab'" En daar zal het niet bij dies Mn. „Je ziet het hier ieder en dtent," zegt de chauffeur, oertieijhele dag door." Jrerkeer in de hoofdstad van Jcust is volstrekt dolgedraaid jetganger ben je er je leven niet ^fen agenten op de kruispunten ,meer denken aan de dirigent het Concertgebouworkest dan len verkeersregelaar. De auto pen in Ivoorkust stijgen pijl- vooral de grote Franse wagens i trek: de Peugeot 604, de Ci- NCX. maar ook de Japanse au- floen het goed: Een taxi is in jan nauwelijks te krijgen en als ukt, kan hij verwege de drukte ópschieten. n andere opzichten neemt Abi de allures van een grote stand Vijftig jaar geleden nog een met één miljoen inwoners in is zij snel op weg naar de twee in. De ene wolkenkrabber na dere verrijst, maar sloppenwij- ijn er ook. Wie aan komt vlie- iet de slums al vanuit de lucht, ihoge gebouwen daarentegen iten de welvoorziene en kleuri- irkt in het midden van de stad. «gestapelde, kleurige vruchten op. vergeleken met de scha- stapeltjes op markten in veel e Afrikaanse landen Tonic op rrasjes rond de markt in Abi- smaakt naar vis; het ijs wordt visboer verderop gehaald, van de meest in het oog sprin- e gebouwen is het reusachtige, fsjieke hotel Yvoire. Het is ge ld aan de lagune die Abidjan inijdt Wie wil kan in hotel Yvoi- Ifs schaatsen jawel: midden (pisch Afrika maar ik heb er pnd op de ijsbaan gezien II Fransen hrrasjes in de stad en het hotel vooral bevolkt door Fransen, en de vroegere kolonie en het ïialige moederland bestaan de |t hartelijke verhoudingen. Nog tgs werd president Giscard ling juichend ingehaald toen P staatsbezoek kwam. Marian- marine en Marianne's lucht- it hebben nog steeds bases in fKust. en het culturele leven I vele Parijse trekken. Op het blik zijn er naar schatting vijf- Ti rr *i2enc' Fransen in het land Op Hg ig van de onafhankelijkheid wa- lat r slechts tienduizend En fcanlal buitenlanders in Ivoor- I jstijgt nog ieder jaar lig ïven van over de grens zijn van 1 welkom in het Westafrikaan.sc lEen rondrit met de Belg Ludo dakte, pns over het industrieterrein is iggend iWelffens werkt voor EF hel kinderfonds van de ligde NaLcs. in Ivoorkust). Houphouët Boigny dialoog Hel gaat Ivoorkust (schijnbaar?) redelijk goed. Verschillende ont wikkelingsinstellingen vragen zich daarom af of ze in het land moeten blijven. Straf voor het succes? Eén daarvan is UNICEF, het kin derfonds van de Verenigde Naties. De rechtvaardiging van UNICEF's Ludo Welffens om niet de pijp aan Maarten te geven komt hier op neer: Onderwijs en gezondheids zorg is met name ook in een land als Ivoorkust belangrijk. De rege ring geeft daar niet in de eerste plaats voorrang aan. UNICEF moet daarom blijven als een soort waakhond. Het kinderfonds moet ervoor zorgen dat binnen de naar zijn mening succesvolle ontwikkeling ook aandacht wordt besteed aan scholen en ziekenhui zen. Opvallend van UNICEF in Ivoorkust is steun voor onderwijs televisie. die alle uithoeken van het land bereikt. De Stichting Nederlandse Vrijwil ligers (SNV) daarentegen gaat Ivoorkust verlaten. Veldleider Hans van de Rotte: „We hebben hier een hoop goed werk gedaan, maar Ivoorkust kan het nu zelf. Dat het land zich redelijk heeft ontwikkeld, moet je niet afstraffen door het stoppen van de steun. Maar wel kun je zeggen dat Ivoor kust zo langzamerhand voldoende geld en mensen heeft om ontwik kelingsprogramma's zelf uit te voe ren. Écht arme bevolkingsgroepen zijn er in Ivoorkust steeds minder, en dan wordt het moeilijk het vrij- willigersidee van werken aan de basis vol te houden." De vrijwilligers zijn teleurgesteld dat ze niet langer mensen zien hongeren voor de strohut? „Je zegt het hard. Gelukkig lang niet allemaal, maar die zijn er in derdaad bij." „Daar komt Renault", zegt hij. „en hier bouwt Datsun. Wat ze verderop neerzetten weet ik niet. maar het is een Frans bedrijf. En dan moet je bedenken dat op dit industrieterrein vijf jaar geleden nog helemaal niets stond." Het industrieel en technologisch ge weld staat haaks op het UNICEF- bedrijfje voor eenvoudige en aange paste landbouwwerktuigen, dat de Belgische VN-man mij nog geen uur eerder had laten zien. Het investeringsklimaat in Ivoor kust is uitermate liberaal Volgens de verhalen aan de borreltafel heeft een buitenlandse onderneming het geïnvesteerde geld er binnen vijf jaar weer uit. Ook de Ivorianen zelf geven blijk van een grote ondernemingsgeest Een heel klein voorbeeld: al bij de eerste regendruppels verschijnen verkopers van paraplu's op straat en naarmate het harder gaat regenen worden de regenschermen duurder Handelsgeest als van 'n ijscoman bij ons op het strand, of de handelaar in verrekijkers tijdens de gijzeling bij De Punt. Gastarbeiders Vuil en vervelend werk daarentegen zien de Ivorianen „niet zittenDaar voor hebben ze de gastarbeiders, uit buurlanden die minder goed af zijn dan Ivoorkust; Boven-Volta. Mali maar ook uit Senegal. Er zijn tussen de één en twee miljoen buitenlandse werknemers, op een totale bevolking van tegen zeven miljoen in Ivoor kust. In Abidjan is een hele wijk waar vrijwel uitsluitend Voltanen wonen en waar een Voltaan aan het hoofd staat Er bestaan nauwelijks wrijvingen tussen Ivorianen en gast arbeiders, maar het is de vraag of dat zo blijft als een economische terug gang mocht inzetten. Nu lijkt daar nog weinig kans op. Ivoorkust is één van de weinige lan den die de wereldwijde recessie bui ten de deur hebben weten te houden. Ondanks het feit dat het land geen olie oppompt, hoewel er nu wel voor raden zijn gevonden. Een Nederland se olie-ingenieur, die nu geen werk heeft, hoorde ik, hoopt daar een baan te vinden. Alle economische rapporten van de Ivoriaanse over heid zijn gezet in juichtonen. „De groei (in volume) is hoog en schom melt rond de acht procent, wat in het internationale beeld van 1977 een prestatie is," aldus een verslag van de minister van financiën aan -de assemblee. Landbouw motor De landbouw is een belangrijke mo tor voor die economische ontwikke ling. Opbrengsten zijn de afgelopen jaren voortdurend gestegen. Koffie en cacao vormen belangrijke pro- dukten voor Ivoorkust (het land is derde op de wereldranglijst) en er worden goede prijzen voor betaald. De Ivorianen hebben een fiks over schot op de handelsbalans, maar ko men tekort op de kapitaalsbalans. De buitenlandse bedrijven willen wel eens wat winst maken De vooruitgang in de landbouw is voor een deel te danken aan het opzetten van coöperaties, die verko pen aan staatshandelsbedrijven. Voor koffie en cacao betalen die wat minder dan de wereldmarktprijs, voor rijst en katoen wat meer De boeren zijn graag bereid aan die staatsondernemingen te verkopen Ze worden nu niet langer voor de gek gehouden door handelaren, die vaak lage prijzen geven, sjoemelen bij het wegen en geld lenen tegen woeker rente. Voor de regering is het voordeel dat ze de prijzen in de hand houdt, en al te grote schommelingen kan voorko men. Hoge prijzen voor koffie en cacao in het land zouden de geldont waarding kunnen aanjagen. Bij sterk dalende prijzen zou de econo mie in elkaar kunnen klappen. Nade re inlichtingen zijn te krijgen bij het buurland Ghana, dat door de grote afhankelijkheid van cacao volkomen aan de grond zit. Bovendien zijn. naar verhouding, hoge prijzen voor rijst en katoen een prikkel voor pro- duktie. waardoor diversificatie (spreiding over een aantal gewassen) wordt bevorderd De coöperaties gebruiken hun in komsten deels voor het bouwen van schooltjes, ziekenhuizen, markthal len. Kortom: voor eigen ontwikke ling. De meeste dorpen zijn er vol gens mensen die het weten kunnen in Ivoorkust beter aan toe dan een paar jaar geleden „Het land als geheel is er op vooruit gegaan, en ontwikkeling is hier bijna een godsdienst geworden Dat zegt Roland de Munck. die voor de Inter nationale Arbeidsorganisatie tILO) werkt aan het opzetten van coöpera ties. „Je ziet duidelijk vooruitgang. In dorpen waar vroeger vcrwaarloos- Torenhoge gebouwen omsluiten de welvoorziene en kleurige markt in het midden van Abidjan. de strohutten stonden leuk voor de toeristen misschien komen nu steeds meer huisjes met daken van golfplaat." En Hans van de Rotte, veldleider van de Stichting Neder landse Vrijwilligers in Ivoorkust (zie kader), noemt „het Tanzaniaanse ontwikkelingsmodel sympathiek, maar dit effectief. De Afrikaan is niet ideologisch en ziet graag voor uitgang." Vaak gehoorde verwijten over de wildgroei van Abidjan en de ver waarlozing van het platteland vegen De Munck en Van de Rotte beiden met een brede armzwaai van tafel „Vergroting van de landbouwop- brengsten en ontwikkeling van het platteland gaan hier hand in hand Grote ontevredenheid Is met dit alles Ivoorkust een uitda ging voor andere ontwikkelingslan den. of toch een waarschuwing? Het is zeker niet overal botertje aan de boom in het land. Een aantal min of meer toevallige gesprekken in Abid jan en tijdens de treinreis naar Bo ven-Volta (een artikel over dat land stond 15 april ln de krant) is veel zeggend. Grote ontevredenheid be staat er over de corruptie, over de elite met zijn buitenhuizen in Frank rijk en bankrekeningen in Zwitser land, over de stijgende voedselprij zen, over de (toch) achterstelling van onderwijs en gezondheidszorg, de groeiende tegenstelling tussen stad en platteland, over de sterke afhan kelijkheid van het buitenland, die van Ivoorkust een neo-kolonie maakt. En vraagt men zich af wat staat er te gebeuren als presi dent Houphouët-Boigny komt te overlijden Hij is Immers ver over de zeventig Houphouët is de vader des vader lands. die de tegenstellingen weet te overbruggen maar hij heeft geen op volger met hetzelfde gezag. De „dia loog" van de president is bijna spreekwoordelijk geworden. Hij neemt een voorzichtig standpunt in tegenover Zuid-Afrika, omdat hij de „dialoog" open wil houden. Hij gaf toe aan eisen van studenten vanwe ge de „dialoog" Hij wijzigde de rege ring toen corruptie te omvangrijk en te duidelijk werd. om reden van „dia loog" Houphouët noemt zichzelf graag Te premier paysan', de eerste boer Daarmee poogt hij aan te geven welk belang de landbouw heeft voor Ivoorkust. Hij herinnert dan aan zijn geboortedorp Yamoussoukro in feite een kleine stad. „Wij moeten een volk van boeren blijven", maar dat neemt niet weg dat Abidjan lonkt In Yamoussoukro heeft de president ondertussen voor vijf miljoen gulden een mausoleum laten bouwen. Wat nu ook niet meteen wijst op sober heid De president overbrugt de tegenstel llngen tussen de meer dan zestig stammen in het land. En ook om andere redenen dan diversificatie (spreiding) krijgen de boeren in het meer arme noorden een betere prij.s voor hun produkten. dan de land bouwers in het wat meer welvarende zuiden. En ontvangen coöperaties in het noorden net iets meer steun voor de „gemeenschapsontwikkeling" dan die in het zuiden. Houphouët is de grote verzoener bo ven de partijen, maar zijn mauso leum wordt niet voor niets gebouwd Het gemurmureer neemt toe. ook al omdat de kosten van levensonder houd voor de gewone man pijlsnel stijgen. De jammerklacht van de be delaar die zijn afgezette been op een standaard naast zich had geplaatst, was nauwelijks te volgen. Duidelij ker echter was een man in de trein „Wij kunnen de eindjes maar met moeite aan elkaar knopen en zij ko pen er een nieuwe Citroën bij." klaagde hij. Een paar uur daarvoor nog legde ontwikkelings-socioloog Ludo Welf fens (UNICEF) net uit dat iederéén banden heeft met de elite, met rege ringskringen. Door de Afrikaanse uitgebreide familie, zegt hij, heeft wie dan ook wel een neef of een broer ergens op een hoge stoel. Volgens de socioloog betekent dat een beveili ging tegen al te grote onrust in Ivoor kust. ook na het overlijden van Houphouët Boigny Niet iedereen zegt hem dat na. Het verhaal wil dat de president erg ge schrokken is van de chaos in Ethio pië, na het verschelden van keizer Haile Selassie Die vrees lijkt mis plaatst, maar wel moet het ontwik kelingsmodel van Ivoorkust op een aantal punten worden bijgestuurd Daarom vormt het land mogelijk een waarschuwing en een uitdaging te gelijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 19