tebbijn Awraham Soetendorp, een overlevende
oorkust: uitdaging of waarschuwing?
Straf
rdii
sident Houphouët-Boigny nu nog grote verzoener
TETF RDAG 29 APRIL 1978
BUITENLAND
Trouw/Kwartet
19
r James Dorsey en Rimmer Mulder
nderwi d
jbijn Awraham Soetendorp is geen man van grote woorden,
spreekt zacht, bedachtzaam; lange zinnen, waaraan hij
;ds weer nieuwe gedachten toevoegt. Of hij iets wil vertel
over zijn werk als Joods geestelijk leider in de moderne
is de eerste vraag. Hij begint te praten. Over de taken die
rabbijn traditioneel in de Joodse gemeenschap vervulde
lar. rechter en zielszorger. Over de democratie en de studie-
binnen het Jodendom: iedereen kan een aantal taken van
rabbijn vervullen en een jongen van dertien mag de
leente al voorlezen uit de Torah. Over de ontwikkeling in
»rote Joodse gemeenten in de Verenigde Staten waar de
Studie afneemt en de rabbijn de rol krijgt van „de beroeps-
ld." „Dat is eigenlijk iets wat ik betreur. Daar ontstaat iets
:en aai zelf boven de gemeente staan."
en. Te!
kr al gauw komt rabbijn Soeten-
t> te praten over de grote ramp
■fich nog geen veertig jaar gele-
jaan de Joodse gemeenschap in
erland heeft voltrokken: de
lematische uitroeiing of ..de
ite Dood'' zoals hij het zelf om-
'ijft Hij vertelt hoe hij in zijn
ietijd in Engeland, Amerika en
gtm.wfcl kennis maakte met grote,
<e Joodse gemeenten. „Een
lijsterende ervaring. Dan word
nog sterker bewust van de lege
(tsen hier, van wat er kapot is.
jeloof dat in dat opzicht de
se gemeente in Nederland een
fte positie inneemt. Je kunt na-
flijk vergelijken met gemeen-
ippen in Europa die ook zo heb-
8eleclt'n onder de oorlog, maar
jis toch in Nederland Men
zich realiseren wat hier ge
is. Voor de oorlog 140.000
n. Daarvan zijn er 104.000 om
men in concentratiekampen,
is hier gebeurd, juist in dat
Nederland, van de traditione-
•ïendschap bij de samenleving
Joden en niet-Joden. er was
soort innerlijke verbonden-
igels
of
zij he
diene
de he
scho
1'
ndorp voelt zichzelf „steeds
er een overlevende." Hij is ge
in 1943 en heeft het eind van
izetting gehaald dankzij zijn
-ouders. „Mijn pleegvader is
Ie dag van de bevrijding omge
komen. door een granaatscherf,
vlak bij mij in de buurt."
Na Auschwitz
Zo pratend komt hij vanzelf op de
vraag: Hoe kun je na Auschwitz
nog in God geloven? De emoties
die achter die vraag schuil kunnen
gaan behoren voor de rabbijn tot
de „dagelijkse werkelijkheid." Hij
vertelt over de „geweldige ervaring
en emotie" van het „gewoon voor
gaan in een dienst op sjabbat-och-
tend met heel weinig mensen, van
wie ik weet: ieder van deze mensen
kan een eigen verhaal vertellen
Je bent je voortdurend bewust van
de tragiek."
In Den Haag spréékt hij over dit
thema in een gespreksgroep met
protestantse en katholieke geeste
lijken „Het is les geven geworden.
We zitten in bankjes en stoeltjes in
een leszaal en er is nauwelijks dis
cussie. Men zegt ook dat men eerst
wil luisteren. In die groep kwam
ook tot uiting dat er nauwelijks iets
is geschreven in de theologie in
Nederland over de oorlog, over de
verwerking van de oorlog. Bij me
zelf komt dan op. wat je ook leest
bij (dr Loul De Jong. Hoe juist bij
mensCn die gefusilleerd zouden
worden een sterk godsvertrouwen
groeide en godsdienstige gevoelens
werden herkregen. Ik moest daar
bij denken aan de uitspraak van
een Amerikaanse rabbijn, die. in
Amerika wonend, schreef. ,Hoe kan
ik God zegenen terwijl mensen
naar de gaskamers zijn gegaan en
God vervloekten. En: Hoe kan ik
God vervloeken terwijl er mensen
naar de gaskamers zijn gegaan en
God zegenden? Ik vind dat Joden
en christenen over deze problemen
moeten spreken en dat we daar niet
om heen kunnen."
Insekten
Soetendorp haalt de schrijver
Franz Kafka erbij: het verhaal van
de keurige burger Gregor Samsa.
die op een kwade morgen ontdekt
dat hij langzaam in een insekt ver
andert en vervolgens door zijn om
geving ook als een insekt wordt
behandeld. „In wezen is dat de wor
tel van wat er is gebeurd in de
Tweede Wereldoorlog, dat mensen
tot insekten zijn geworden, tot on
gedierte. Men wilde het besef bren
gen bij mensen dat Joden inder
daad ongedierte waren, gevaarlijk
ongedierte, dat vernietigd moest
worden. En deze ontmenselijking,
is dat niet een kenmerk van onze
tijd? Een blijvend gevaar voor onze
tijd? Als rabbijn ben ik voortdu
rend met die gedachte bezig."
Awraham Soetendorp rekent zich
zelf tot de „tussen-generatie." Aan
de vooroorlogse Joodse gemeen
schap in Nederland heeft hij geen
herinneringen. Maar, geboren mid
denin de oorlog, behoort hij wel tof
de overlevenden en kan zich daar
om niet ïos maken van de proble
men die een overlevende mee
draagt. Maar inmiddels weten we
dat de tragiek, de Grote Dood. ook
voor de nieuwe generatie niet voor
bij is.
„Dat heeft inderdaad vele mensen
verrast en misschien mij ook wel;
en dan denk ik terug aan de emo
ties een jaar of wat geleden rondom
de Drie van Breda. Hoe lang het zal
duren weet ik niet." Hij vertelt over
de ervaringen met zijn eigen kinde
ren, twee dochtertjes van negen en
acht. Een paar jaar geleden is hij
met hen naar Westerbork geweest.
Awraham Soetendorp werd 16 febru
ari 1943 in Amsterdam geboren. Hij
bezoch thet Vossius-gymnasium in
die stad en studeerde later in Lon
den en Cineenatti in de Verenigde
Staten. Als kind woonde hij vijf jaar
in Israël. In 1968 werd Awraham
Soetendorp door zijn vader als rab
bijn van de Liberaal Joodse gemeen
te in Den Haag geïnstalleerd. Tegen
woordig is hij voor een deel van de
tijd ook rabbijn in Rotterdam en
Amsterdam. Als Joods geestelijke
leider onderhoudt hij tal van contac
ten met politici en geestelijken, zo
wel op nationaal als internationaal
niveau. In Nederland is hij verder
bekend als de man van de acties voor
Joden in de Sowjet-Unie. Deze week
nog was hij in de publiciteit met een
demonstratie voor de ambassade van
de Sowjet-Unie in Den Haag.
„Mijn jongste dochtertje. Tamar.
die toen nog veel kleiner was. keek
toen naar foto's die daar hingen,
van Westerbork in de oorlog. En
toen keek ze en zei ze. ja maar daar
zijn ook jonge mensen bij. Dat er
oudere mensen waren die op een
verschrikkelijke manier waren ge
storven. omgebracht, dat was één
ding; maar dat er jonge mensen bij
waren, van haar leeftijdEn dan
denk je, ja wat doe ik nu met die
kinderen. Geef je ze inderdaad als
derde generatie die hele zware druk
mee. geef ik ze het wel op de juiste
wijze mee?'
Israël
„Ik geloof dat we er inderdaad ge
neraties mee bezig zullen zijn. Maar
ik geloof, en dat is de kracht van
het Jodendom ook. dat er ook iets
van warmte, iets positiefs uitkomt
Dat zie ik nog steeds in Israël. Niet
dat wat mensen wel hebben ge
zegd: zo van. kijk 1940-45 was de
grote vernietiging en nu is Israël,
gesticht in 1948. een soort compen
satie. Afschuwelijk .God is niet
zo n accountant die optelt en af
trekt. Wij zijn dat ook niet Maar
dat positieve wat ik nog altijd in
Israël voel. dat kan nog uitwerken
tot geweldige dingen. De opbloei
van het Midden-Oosten, dat zie ik
nog steeds als noodzakelijk en dat
zie ik gebeuren ook."
Maar ook dat bezig zijn met dat
verschrikkelijke verleden, waarin
Joden tot ongedierte werden, kan
volgens Soetendorp in iets positiefs
worden omgezet. „Nu lees je weer
wat er is gebeurd in Cambodja, in
Angola, in de Hoorn van Afrika,
wat daar is gebeurd aan mensen-
vernieting. Daar staat dan tegeno
ver bij jezelf. als overlevende en als
volgende generatie, het groeiende
besef dat het redden van één men
sen-leven net zo belangrijk is als
het redden van de hele wereld, een
uitspraak van de rabbijnen. Het
besef van de waardigheid van de
menselijke persoonlijkheid en
daarvoor vormen vinden zodat
honger en moord worden opgelost
en mensen een gelukkiger samenle
ving opbouwen
Politiek
Daarmee zit de rabbijn midden in
de politiek, een terrein dat hij in
het geheel niet schuwt. Hij spreekt
zich uit voor minderheden, doet
mee aan demonstraties en is de
drijvende kracht achter tal van ac
ties voor Joden in de Sowjet-Unie
Natuurlijk heeft hij een speciale
verwantschap met die groepen,
maar hij zegt nadrukkelijk dat het
vooral een strijd is voor de rechten
van de mens „Soms is het een
eenzame strijd. Ik wou dat beter
werd verstaan dat het inderdaad
voor mensen is. Het heeft me ont
zettend pijn gedaan dat ik in do
tijd van de Griekse kolonels voor
die Griekse ambassade met maar
een paar mensen stond. En bij de
Zuidafrikaanse ambassade, zie je
daar soms vijf. zes mensen staan.
terwijl ik aanneem dat zeker hon
derdduizenden Nederlanders hun
afkeer van het apartheidsregime
tot uiting willen brengen
Hij zegt een sterke behoefte" te
hebben „buiten de predikatie te
treden". „Me op andere terreinen te
begeven, in die wereld te zijn. Men
sen moeten mensen blijven Het is
verschrikkelijk bij voorbeeld als al
die ontslagen, als dat cijfers wor
den Het zijn geen zesduizend ont
slagen, maar zesduizend maal die
ene man of die ene vrouw met alle
ellende daarom heen." „Hoe ouder
ik word. hoe onrustiger, ongeduri
ger ik word Het besef van. ik heb
niet zoveel tijd. Die ongedurigheid
is ook een aspect in het Joodse
denken: het weten dat we dichtbij
de messiaanse tijd zijn. maar dat
we er nog niet zijn. dat we met zijn
allen er voor moeten werken. En
dat voel ik dan niet om me heen.
die onrust."
Anti-semitisme
Loopt hij als Jood. die zijn nek
durft uit te steken, niet het risico al
weer gauw op anti semitisme te
stuiten? „Er is inderdaad anti-se
mitisme in Nederland, al moet je
dat betrekkelijk zien. Iemand uit
de Sowjet-Unie die je er over
spreekt zal zeggen: wat? noem je
dat al anti-semitisme? Maar het is
er. Ik ontvang brieven, telefoon
tjes. niet zo verschrikkelijk veel.
maar er zijn heel onvriendelijke bij
Ik geloof dat anti-Joodse gevoelens
niet afhankelijk zijn van wat je
doet. .maar dat het ziekteverschijn
selen zijn. die ook leven tegen an
dere groepen Als iemand zegt. die
Surinamers stelen de stad leeg. dan
komt dat voort uit dezelfde zieke
lijkheid. Maar als het zich tegen
Joden richt gaan er afgronden open
door het recente verleden. Ik kan
me voorstellen dat het problemen
geeft in de niet-Joodse gemeen
schap; dat men daar zegt Israël is
helemaal niet bespreekbaar, het
Jodendom is helemaal niet be
spreekbaar. Als je kritiek uit. word
je meteen voor anti-semiet uitge
scholden. Dat is inderdaad een pro
bleem
Nico Kussendrager
eerste auto-ongeluk ge-
18 uut al een paar honderd me-
24 ui»an 'let v'ie?ve'c' van Ab'"
En daar zal het niet bij
dies Mn. „Je ziet het hier ieder
en dtent," zegt de chauffeur,
oertieijhele dag door."
Jrerkeer in de hoofdstad van
Jcust is volstrekt dolgedraaid
jetganger ben je er je leven niet
^fen agenten op de kruispunten
,meer denken aan de dirigent
het Concertgebouworkest dan
len verkeersregelaar. De auto
pen in Ivoorkust stijgen pijl-
vooral de grote Franse wagens
i trek: de Peugeot 604, de Ci-
NCX. maar ook de Japanse au-
floen het goed: Een taxi is in
jan nauwelijks te krijgen en als
ukt, kan hij verwege de drukte
ópschieten.
n andere opzichten neemt Abi
de allures van een grote stand
Vijftig jaar geleden nog een
met één miljoen inwoners in
is zij snel op weg naar de twee
in. De ene wolkenkrabber na
dere verrijst, maar sloppenwij-
ijn er ook. Wie aan komt vlie-
iet de slums al vanuit de lucht,
ihoge gebouwen daarentegen
iten de welvoorziene en kleuri-
irkt in het midden van de stad.
«gestapelde, kleurige vruchten
op. vergeleken met de scha-
stapeltjes op markten in veel
e Afrikaanse landen Tonic op
rrasjes rond de markt in Abi-
smaakt naar vis; het ijs wordt
visboer verderop gehaald,
van de meest in het oog sprin-
e gebouwen is het reusachtige,
fsjieke hotel Yvoire. Het is ge
ld aan de lagune die Abidjan
inijdt Wie wil kan in hotel Yvoi-
Ifs schaatsen jawel: midden
(pisch Afrika maar ik heb er
pnd op de ijsbaan gezien
II Fransen
hrrasjes in de stad en het hotel
vooral bevolkt door Fransen,
en de vroegere kolonie en het
ïialige moederland bestaan de
|t hartelijke verhoudingen. Nog
tgs werd president Giscard
ling juichend ingehaald toen
P staatsbezoek kwam. Marian-
marine en Marianne's lucht-
it hebben nog steeds bases in
fKust. en het culturele leven
I vele Parijse trekken. Op het
blik zijn er naar schatting vijf-
Ti rr *i2enc' Fransen in het land Op
Hg ig van de onafhankelijkheid wa-
lat r slechts tienduizend En
fcanlal buitenlanders in Ivoor-
I jstijgt nog ieder jaar
lig ïven van over de grens zijn van
1 welkom in het Westafrikaan.sc
lEen rondrit met de Belg Ludo
dakte, pns over het industrieterrein is
iggend iWelffens werkt voor
EF hel kinderfonds van de
ligde NaLcs. in Ivoorkust).
Houphouët Boigny
dialoog
Hel gaat Ivoorkust (schijnbaar?)
redelijk goed. Verschillende ont
wikkelingsinstellingen vragen zich
daarom af of ze in het land moeten
blijven. Straf voor het succes?
Eén daarvan is UNICEF, het kin
derfonds van de Verenigde Naties.
De rechtvaardiging van UNICEF's
Ludo Welffens om niet de pijp aan
Maarten te geven komt hier op
neer: Onderwijs en gezondheids
zorg is met name ook in een land
als Ivoorkust belangrijk. De rege
ring geeft daar niet in de eerste
plaats voorrang aan. UNICEF
moet daarom blijven als een soort
waakhond. Het kinderfonds moet
ervoor zorgen dat binnen de
naar zijn mening succesvolle
ontwikkeling ook aandacht wordt
besteed aan scholen en ziekenhui
zen. Opvallend van UNICEF in
Ivoorkust is steun voor onderwijs
televisie. die alle uithoeken van
het land bereikt.
De Stichting Nederlandse Vrijwil
ligers (SNV) daarentegen gaat
Ivoorkust verlaten. Veldleider
Hans van de Rotte: „We hebben
hier een hoop goed werk gedaan,
maar Ivoorkust kan het nu zelf.
Dat het land zich redelijk heeft
ontwikkeld, moet je niet afstraffen
door het stoppen van de steun.
Maar wel kun je zeggen dat Ivoor
kust zo langzamerhand voldoende
geld en mensen heeft om ontwik
kelingsprogramma's zelf uit te voe
ren. Écht arme bevolkingsgroepen
zijn er in Ivoorkust steeds minder,
en dan wordt het moeilijk het vrij-
willigersidee van werken aan de
basis vol te houden."
De vrijwilligers zijn teleurgesteld
dat ze niet langer mensen zien
hongeren voor de strohut?
„Je zegt het hard. Gelukkig lang
niet allemaal, maar die zijn er in
derdaad bij."
„Daar komt Renault", zegt hij. „en
hier bouwt Datsun. Wat ze verderop
neerzetten weet ik niet. maar het is
een Frans bedrijf. En dan moet je
bedenken dat op dit industrieterrein
vijf jaar geleden nog helemaal niets
stond."
Het industrieel en technologisch ge
weld staat haaks op het UNICEF-
bedrijfje voor eenvoudige en aange
paste landbouwwerktuigen, dat de
Belgische VN-man mij nog geen uur
eerder had laten zien.
Het investeringsklimaat in Ivoor
kust is uitermate liberaal Volgens
de verhalen aan de borreltafel heeft
een buitenlandse onderneming het
geïnvesteerde geld er binnen vijf
jaar weer uit.
Ook de Ivorianen zelf geven blijk
van een grote ondernemingsgeest
Een heel klein voorbeeld: al bij de
eerste regendruppels verschijnen
verkopers van paraplu's op straat en
naarmate het harder gaat regenen
worden de regenschermen duurder
Handelsgeest als van 'n ijscoman bij
ons op het strand, of de handelaar in
verrekijkers tijdens de gijzeling bij
De Punt.
Gastarbeiders
Vuil en vervelend werk daarentegen
zien de Ivorianen „niet zittenDaar
voor hebben ze de gastarbeiders, uit
buurlanden die minder goed af zijn
dan Ivoorkust; Boven-Volta. Mali
maar ook uit Senegal. Er zijn tussen
de één en twee miljoen buitenlandse
werknemers, op een totale bevolking
van tegen zeven miljoen in Ivoor
kust. In Abidjan is een hele wijk
waar vrijwel uitsluitend Voltanen
wonen en waar een Voltaan aan het
hoofd staat Er bestaan nauwelijks
wrijvingen tussen Ivorianen en gast
arbeiders, maar het is de vraag of dat
zo blijft als een economische terug
gang mocht inzetten.
Nu lijkt daar nog weinig kans op.
Ivoorkust is één van de weinige lan
den die de wereldwijde recessie bui
ten de deur hebben weten te houden.
Ondanks het feit dat het land geen
olie oppompt, hoewel er nu wel voor
raden zijn gevonden. Een Nederland
se olie-ingenieur, die nu geen werk
heeft, hoorde ik, hoopt daar een
baan te vinden. Alle economische
rapporten van de Ivoriaanse over
heid zijn gezet in juichtonen. „De
groei (in volume) is hoog en schom
melt rond de acht procent, wat in het
internationale beeld van 1977 een
prestatie is," aldus een verslag van
de minister van financiën aan -de
assemblee.
Landbouw motor
De landbouw is een belangrijke mo
tor voor die economische ontwikke
ling. Opbrengsten zijn de afgelopen
jaren voortdurend gestegen. Koffie
en cacao vormen belangrijke pro-
dukten voor Ivoorkust (het land is
derde op de wereldranglijst) en er
worden goede prijzen voor betaald.
De Ivorianen hebben een fiks over
schot op de handelsbalans, maar ko
men tekort op de kapitaalsbalans.
De buitenlandse bedrijven willen
wel eens wat winst maken
De vooruitgang in de landbouw is
voor een deel te danken aan het
opzetten van coöperaties, die verko
pen aan staatshandelsbedrijven.
Voor koffie en cacao betalen die wat
minder dan de wereldmarktprijs,
voor rijst en katoen wat meer De
boeren zijn graag bereid aan die
staatsondernemingen te verkopen
Ze worden nu niet langer voor de gek
gehouden door handelaren, die vaak
lage prijzen geven, sjoemelen bij het
wegen en geld lenen tegen woeker
rente.
Voor de regering is het voordeel dat
ze de prijzen in de hand houdt, en al
te grote schommelingen kan voorko
men. Hoge prijzen voor koffie en
cacao in het land zouden de geldont
waarding kunnen aanjagen. Bij
sterk dalende prijzen zou de econo
mie in elkaar kunnen klappen. Nade
re inlichtingen zijn te krijgen bij het
buurland Ghana, dat door de grote
afhankelijkheid van cacao volkomen
aan de grond zit. Bovendien zijn.
naar verhouding, hoge prijzen voor
rijst en katoen een prikkel voor pro-
duktie. waardoor diversificatie
(spreiding over een aantal gewassen)
wordt bevorderd
De coöperaties gebruiken hun in
komsten deels voor het bouwen van
schooltjes, ziekenhuizen, markthal
len. Kortom: voor eigen ontwikke
ling. De meeste dorpen zijn er vol
gens mensen die het weten kunnen
in Ivoorkust beter aan toe dan een
paar jaar geleden
„Het land als geheel is er op vooruit
gegaan, en ontwikkeling is hier bijna
een godsdienst geworden Dat zegt
Roland de Munck. die voor de Inter
nationale Arbeidsorganisatie tILO)
werkt aan het opzetten van coöpera
ties. „Je ziet duidelijk vooruitgang.
In dorpen waar vroeger vcrwaarloos-
Torenhoge gebouwen omsluiten de welvoorziene en kleurige markt
in het midden van Abidjan.
de strohutten stonden leuk voor
de toeristen misschien komen nu
steeds meer huisjes met daken van
golfplaat." En Hans van de Rotte,
veldleider van de Stichting Neder
landse Vrijwilligers in Ivoorkust (zie
kader), noemt „het Tanzaniaanse
ontwikkelingsmodel sympathiek,
maar dit effectief. De Afrikaan is
niet ideologisch en ziet graag voor
uitgang."
Vaak gehoorde verwijten over de
wildgroei van Abidjan en de ver
waarlozing van het platteland vegen
De Munck en Van de Rotte beiden
met een brede armzwaai van tafel
„Vergroting van de landbouwop-
brengsten en ontwikkeling van het
platteland gaan hier hand in hand
Grote ontevredenheid
Is met dit alles Ivoorkust een uitda
ging voor andere ontwikkelingslan
den. of toch een waarschuwing? Het
is zeker niet overal botertje aan de
boom in het land. Een aantal min of
meer toevallige gesprekken in Abid
jan en tijdens de treinreis naar Bo
ven-Volta (een artikel over dat land
stond 15 april ln de krant) is veel
zeggend. Grote ontevredenheid be
staat er over de corruptie, over de
elite met zijn buitenhuizen in Frank
rijk en bankrekeningen in Zwitser
land, over de stijgende voedselprij
zen, over de (toch) achterstelling van
onderwijs en gezondheidszorg, de
groeiende tegenstelling tussen stad
en platteland, over de sterke afhan
kelijkheid van het buitenland, die
van Ivoorkust een neo-kolonie
maakt. En vraagt men zich af
wat staat er te gebeuren als presi
dent Houphouët-Boigny komt te
overlijden Hij is Immers ver over de
zeventig
Houphouët is de vader des vader
lands. die de tegenstellingen weet te
overbruggen maar hij heeft geen op
volger met hetzelfde gezag. De „dia
loog" van de president is bijna
spreekwoordelijk geworden. Hij
neemt een voorzichtig standpunt in
tegenover Zuid-Afrika, omdat hij de
„dialoog" open wil houden. Hij gaf
toe aan eisen van studenten vanwe
ge de „dialoog" Hij wijzigde de rege
ring toen corruptie te omvangrijk en
te duidelijk werd. om reden van „dia
loog"
Houphouët noemt zichzelf graag Te
premier paysan', de eerste boer
Daarmee poogt hij aan te geven welk
belang de landbouw heeft voor
Ivoorkust. Hij herinnert dan aan zijn
geboortedorp Yamoussoukro in
feite een kleine stad. „Wij moeten
een volk van boeren blijven", maar
dat neemt niet weg dat Abidjan
lonkt
In Yamoussoukro heeft de president
ondertussen voor vijf miljoen gulden
een mausoleum laten bouwen. Wat
nu ook niet meteen wijst op sober
heid
De president overbrugt de tegenstel
llngen tussen de meer dan zestig
stammen in het land. En ook om
andere redenen dan diversificatie
(spreiding) krijgen de boeren in het
meer arme noorden een betere prij.s
voor hun produkten. dan de land
bouwers in het wat meer welvarende
zuiden. En ontvangen coöperaties in
het noorden net iets meer steun voor
de „gemeenschapsontwikkeling"
dan die in het zuiden.
Houphouët is de grote verzoener bo
ven de partijen, maar zijn mauso
leum wordt niet voor niets gebouwd
Het gemurmureer neemt toe. ook al
omdat de kosten van levensonder
houd voor de gewone man pijlsnel
stijgen. De jammerklacht van de be
delaar die zijn afgezette been op een
standaard naast zich had geplaatst,
was nauwelijks te volgen. Duidelij
ker echter was een man in de trein
„Wij kunnen de eindjes maar met
moeite aan elkaar knopen en zij ko
pen er een nieuwe Citroën bij."
klaagde hij.
Een paar uur daarvoor nog legde
ontwikkelings-socioloog Ludo Welf
fens (UNICEF) net uit dat iederéén
banden heeft met de elite, met rege
ringskringen. Door de Afrikaanse
uitgebreide familie, zegt hij, heeft
wie dan ook wel een neef of een broer
ergens op een hoge stoel. Volgens de
socioloog betekent dat een beveili
ging tegen al te grote onrust in Ivoor
kust. ook na het overlijden van
Houphouët Boigny
Niet iedereen zegt hem dat na. Het
verhaal wil dat de president erg ge
schrokken is van de chaos in Ethio
pië, na het verschelden van keizer
Haile Selassie Die vrees lijkt mis
plaatst, maar wel moet het ontwik
kelingsmodel van Ivoorkust op een
aantal punten worden bijgestuurd
Daarom vormt het land mogelijk een
waarschuwing en een uitdaging te
gelijk