Zwakzinnigenzorg stelt zelf
inrichtingen ter discussie
DICHTBIJ 1
ERD
ER
tekening van een lezer
ifrouw commentaar
rbeidsplaatsenplan (1)
Tweedaagse conferentie in Noordwijkerhout
•beidsplaatsenplan (2)
Uw
nieuwe
buurman?
Brazilië: goedkoper
uranium uit Rusland
Lentelucht
nazi-archief eindelijk open?
hemtunnel
alfred moet de deur uit
levensecht
koebel
==JNDERDAG 20 APRIL 1978
BINNENLAND
Trouw/Kwartet5
de indiening \an een arbeids-
I (tsenplan voor het onderwijs
ft de Nederlandse federatie van
fcrwijsvakorganisaties (NFO)
lister Pais de helpende hand toe-
iken. Als deze straks zijn actie-
tegen de werkloosheid moet
llen, hoeft hij alleen nog maar
te schrijven. De NFO heeft
I reeds op een briefje gegeven
je in het onderwijs 50.000 be-
- iede arbeidsplaatsen kunt
den-
redenering van de FNO is zo
ipel als het maar kan. Doordat de
btenarensalarissen de trend in
bedrijfsleven volgen en die trend
laatste jaren gericht was op mati-
hebben de onderwijsgeven-
reeds hun aandeel gegeven aan
bezuiniging. Zoals de vakbonden
v n werkgevers verwachten dat zij
wijze van tegenprestatie werkge-
s je
legenheid garanderen, zo mogen de
leerkrachten nu van de overheid
vragen het behoud van arbeidsplaat
sen te verzekeren.
Het tweede argument is zo mogelijk
nog simpeler. Het aantal leerlingen
zal de komende jaren met e in kwart
teruglopen. Als er geen maatregelen
worden genomen, zal dat in de jaren
tachtig automatisch leiden tot een
overeenkomstige daling van het aan
tal leerkrachten. Voor de begroting
van onderwijs, die voor 85 procent
uit salarissen bestaat, betekent dit
een besparing van enkele miljarden.
Wel nu, zegt het NFP, besteed het
vrijkomende geld aan de verbete
ring van het onderwijs en schep zo
nieuwe werkgelegenheid. Gebeurt
dat niet, zo voegt de federatie er
dreigend aan toe, dan zullen enorme
bedragen nodig zijn voor werkloos
heidsuitkeringen.
ie aantrekkelijk de redering van
FO ook is, zij roept toch enkele
en op. In het bedrijfsleven
irdt bij arbeidsplaatsenovereen-
-/nsten ook gesproken over extra
everen, als in een bepaalde be-
y jfstak de werkgelegenheid op het
L cl staat. Is het dan reëel dat de
t Merwijsorganisaties niet meer bie-
i dan de normale bijdragen aan
algemene matiging? Is het echt
nogelijk dat de best betaalden i
t onderwijs iets extra's inleveren
wille van het behoud van arbeids-
atsen9 Helaas biedt de houding
de onderwijsbonden tegenover
salarisverlaging voor jonge aca-
nici in dat opzicht nog weinig
•f- )p'
i uit
'ck al twee(*e vraa8 's °f ie zonder
then er kunt ste"en dat het aandeel
lCh i onderwijs in de rijksbegroting
I mag dalen. Het is begrijpelijk
de bonden juist nu aandringen
verbetering van het onderwijs,
^dTa ^at hiervoor nu mankracht en
at de d beschikbaar komt. Vele van de
jrgestelde maatregelen zijn zin-
kuni I, sommige zelfs hard nodig. Maar
nu w inen het geheel der overheidsta-
n moet toch nog een andere afwe-
irtuig '8 worden gemaakt.
vel het aantal leerlingen zo snel
in hu lit als nu is te voorzien, moet de
e ner erheid ook kijken of in andere
lield. ;loren van maatschappij niet
'ted< uwe behoeften zijn ontstaan waar
sgeid sschien een deel van de vrij ko
mende middelen moet worden aan
gewend.
Stel, dat het aantal scholieren af
neemt en het aantal bejaarden
groeit, dan ligt een verschuiving van
de bestedingen van de overheid voor
de hand. Ook in zo'n geval worden
nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd,
alleen minder in het onderwijs en
meer in de bejaardenzorg.
Dit alles neemt niet weg, dat wij
hopen dat minister Pais het arbeids
plaatsenplan van de NFO serieus zal
bestuderen en zoveel mogelijk, aan
gerechtvaardigde wensen van de fe
deratie tegemoet zal komen.
Tenslotte een detail. De NFO sug
gereert onder andere het wekelijks
aantal lesuren in het voortgezet on
derwijs wel verhoogd kan worden
van 30 tot 31. Dat extra uur zou
bijvoorbeeld besteed kunnen wor
den aan expressievakken. Winst
voor de leraren: drieduizend ar
beidsplaatsen.
Men zal zich herinneren hoe de
lesweek werd teruggeschroefd van
32 tot 30 uur, toen minister Van
Veen in 1971 moest bezuinigen. Nu
wordt opnieuw vanuit economische
motieven juist een verlenging van de
lesweek voorgesteld. De NFO be
pleit dat deze mogelijkheid onder
zocht wordt. Misschien is er best wat
voor te zeggen maar dan lijkt het
wel reëel dat ook de wensen van
scholieren in dat onderzoek worden
betrokken. Per slot van rekening is
het hun werkweek.
door Kees de Leeuw
AMSTERDAM Zwakzinnig
heid is een verschijnsel, dat
meer voorkomt dan algemeen
wordt aangenomen. Naar
schatting is twee procent van
de Nederlandse bevolking in
lichte of ernstige mate geeste
lijk gehandicapt. Dat kan va
riëren van enigszins debiel tot
diepgestoord of idioot. Op dit
moment wonen er zo'n 26.500
zwakzinnigen in inrichtingen,
van wie de meesten voorgoed.
In Noordwijkerhout wordt vrijdag en
zaterdag een conferentie gehouden
over de toekomstige plaats en taak
van deze inrichtingen binnen het ge
heel van de zwakzinnigenzorg. Aan
de conferentie nemen 350 mensen
deel, die betrokken zijn bij de zorg
voor zwakzinnigen: ouders, werkers
en vertegenwoordigers van de minis
teries van volksgezondheid en CRM.
In dit rijtje ontbreekt de zwakzinni
ge zelf en dat is een bekend pro
bleem, omdat deze en zeker de
inrichting-behoeftige niet in staat
is voor zichzelf op te komen. Dit
laatste gebeurt door de ouders en
door de werkers in de instituten.
Het Nederlandse genootschap ter
bestudering van de zwakzinnigheid
en de zwakzinnigenzorg en de negen
tigjarige Johannes-stichting, beheer
der van de instituten „Hooge Burch"
in Zwammecdam en ..Sterrenbeug"
in Huis ter Heide, hebben het initia
tief genomen tot deze bijeenkomst.
Conferentieleider is dr. J. Hoeing,
inspecteur voor de zwakzinnigenzorg
van de geneeskundige hoofdinspec
tie. In discussiegroepen zal over vier
onderwerpen worden gesproken:
plaatsing uit huis. inhoudelijke en
levensbeschouwelijke aspecten,
ruimtelijke vormgeving en interne
en externe organisatie.
ver van de bewoonde wereld in een
bosrijke omgeving met (toen nog)
frisse buitenlucht
Deze niéuwe opvattingen hebben
niet ten onrechte geleid tot kritiek
op de bestaande inrichtingen en het
bouwen van nieuwe (grote) inrichtin
gen. Ook wel zwakzinnigenfabrieken
geheten. Het is duidelijk, dat daar
aan in Nederland geen behoefte
meer is. temeer daar er in dit land zo
goed als voldoende plaatsen zijn
voor zwakzinnigen, die echt moeten
worden opgenomen. Bezinning op de
toekomstige plaats en taak van de
zwakzinnigeninrichtingen is dan ook
geen overbodige luxe. maar drin
gend noodzakelijk. Daarvan zijn ook
de organisatoren wel doordrongen.
Achtergrond
De bezinning op de taak en de plaats
van de zwakzinnigen-inrichtingen
moet gezien worden tegen de achter
grond van ontwikkelingen, die zich
de laatste jaren hebben voorgedaan
en voordoen binnen de zwakzinni
genzorg. Zo zijn er naast de inrichtin
gen ook dagverblijven, gezinsver
vangende tehuizen (GVT's) en vor
men van begeleid wonen gekomen
als mogelijkheden voor opvang bui
tenshuis. Ook is er een steeds sterker
Omslag van de brochure van de vereniging Johannes-stichting, die ter gelegen
heid van haar negentig-jarig bestaan één van de organisatoren is van de
bijeenkomst over zwakzinnigenzorg.
Foto: Ronald Sweering.
de richting van een andere kijk op de
geestelijke gehandicapten. Men
krijgt hoe langer hoe meer oog voor
hun mogelijkheden en voor het
waardevolle van hun relaties met de
mensen met wie zij samenleven.
Steeds minder worden ze gelukkig
gezien als patiënten, die moeten wor
den opgenomen en behandeld we
gens hun tekortkomingen. Deze visie
heeft lange tijd ten grondslag gele
gen aan het stichten van internaten,
streven om geestelijke gehandicap
ten in de maatschappij te laten mee
doen lintegratie) en hen zoveel mo
gelijk een normaal leven te laten
leiden (normalisatie). De organisato
ren hebben een viertal stukken op
gesteld. bedoeld als leidraad voor de
discussie, waarin dieper wordt inge
gaan op de thema's van deze confe
rentie.
Hoewel die nog geen gemeengoed is,
gaan de pleidooien meer en meer in
lat. M
)at vi
Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan Trouw, jury politieke prent. Postbus 859,
Naam en adres aan achterzijde vermelden Voor geplaatste prenten is er een boekenbon
"STER-RECLAME"
HET WEER door Hans de Jong
Als de noordenwind maar een
maal pleite is. is het leed gele
den. Dat blijkt in letterlijke zin
deze week vooral in het noord
oosten zonneklaar. Direct nadat
de wind de zuidoosthoek had
opgezocht, zat er al een stijging
in de temperatuur, weliswaar
een kleine, denk aan de 11 gra
den maximaal van maandag,
maar het was toch een onweer
staanbare stijging. Dinsdag, ik
heb het u verteld, klom het kwik
in mijn thermometerhuisje tot
ruim 14 graden en na een nacht
met slechts +2 graden Celsius
minimaal kon er gistermiddag
zowaar 18 graden af (in het vrije
veld 17). Nu nog een klein rukje
en de lentevlag (20 graden) kan
officieel uit. Zou het lukken?
Gezien de toevoer van wat meer
vocht in de middelbare lagen
waardoor een wat grotere be
scherming tegen nachtelijk
warmteverlies, moet het kun
nen. vooropgesteld dat de zon
net zo mooi blijft doorgaan als
de afgelopen dagen en een
bui niet te veel gaat storen. In
Zuidhorn is het gisteren 16.5
graad geworden, in Roosendaal
14 graden en daar viel ook een
buitje.
Het is dus uiteindelijk net zo
gelopen als mij vorige week don
derdag al voor de geest stond. Er
waren toen aanwijzingen dat
het winterse regime begon te
wankelen en dat in de huidige
week de lente zijn opwachting
kon maken. Die gedachte is toen
verwoord in de Trouw-kQlom-
men en vrijdagmorgen voor de
NCRV-microfoon. Er is toen ook
gerept van de mogelijkheid van
20 graden in een later stadium.
Een relatie van mij in Bilthoven
maakte de opmerking dat ik
eind vorige week mijn nek toch
wel wat erg ver had uitgestoken
en dat de grootste voorzichtig
heid betracht moet worden bij
verwachtingen op langere ter
mijn. Ik beaam dat ten volle,
maar er doen zich op bepaalde
ogenblikken in het jaar situaties
voor, dat het nek-uitsteken toch
een iets minder groot risico lijkt
in te houden dan gewoonlijk.
Dat je, althans persoonlijk ge
zien, kunt spreken van een aan
vaardbaar risico. In feite doen
we dat soms toch ook met bij
voorbeeld de verwachting voor
„morgen" en „overmorgen". Af
gelopen zomer heeft aange
toond dat de weerssituatie op
kortere termijn zo onduidelijk
kan zijn. dat het geven van een
prognose voor de tweede en der
de dag in feite een te groot risico
is. Maardie verwachting
moet er komen. Stel je trouwens
voor dat De Bilt zou zeggen:
sorry mensen, maar ik weet het
niet meer
Anderen vinden misschien dat
er in deze rubriek net iets te veel
gejongleerd wordt met de ter
mijnverwachtingen van Brack
nell, geldig voor een termijn van
een maand vooruit. Ik ben het
daar mee oneens. Londen maakt
deze verwachting, anders dan
het KNMI. openbaar. En wat
zou er van mijn kant dan tegen
zijn, weer te geven, wat die En
gelse verwachting op lange ter
mijn te zeggen heeft
Nu het sterke Scandinavische
hogedrukgebied de natte zones
van Ierland tot de Middellandse
Zee de baas is geworden, is weer
voorspellen opeens een koud
kunstje geworden. En gaat nu
veel meer van een leien dakje.
De overgang naar een lente-ach-
tiger weertype is voorbij, regen
valt er afgezien van een bui wei
nig, en tot en met het weekeind
houdt de zon goed zicht op ons.
Deze opeenvolging van stadia
doet wat denken aan wat de
luisteraar muzikaal ondergaat
bij een pianist in spe. De over
gangen in z'n stuk zijn het moei
lijkst, daar broddelt hij. Maar
dan komen weer de bekende
rechtuit-rechtaan stukjes en
onze vingeroefenaar voelt zich
ineens weer een hele Wayen-
berg.
Vrij warme lucht in Oost-Euro
pa kan vooreerst niet tot West-
Europa doordringen. Die was
gistermiddag alleen nog in het
uiterste noordoosten van Polen
te vinden waar het 18 graden
was, in Bialystok bij noordoos
ten wind tegenover 12 graden in
Warschau en 3 graden in Leba
en Noord-Polen. Bij het warm-
tefront kwam in Oost-Polen on
weer voor. Moskou had het met
10 graden even fris als Cher
bourg, Praag meldde 13 graden.
Oostenrijk gaf 8 tot 14 graden,
Hongarije 8 tot 10. Zuidwest-
Duitsland plaatselijk 16 tot 17
graden en in der Duitse Bocht 8
graden Celsius. Op Duitslands
hoogste berg, de Zugspitz was
het bij zwakke zuidenwind -6
graden.
Aantal zonnevlekken gisteren
174, 10 cm straling 133, een zon
nevlam in het zuidwestelijke
kwadrant (voor ons het zuidoos
telijke deel).
Staatssecretaris mevrouw Ve
der-Smit opent morgen in
Noordwijkerhout een tweedaag
se conferentie over de toekom
stige plaats en laak van de
zwakzinnigen-inrichtingen. Op
de conferentie, die geleid wordt
door dr J. Hoeing, inspecteur
voor de zwakzinnigenzorg, zal
gepraat worden over een aantal
aspecten aangaande deze tak
van zorg binnen de instituten.
In bijgaand verhaal wordt nader
ingegaan op de laatste ontwik
kelingen in de zwakzinnigen
zorg.
Uit huis
Uit huis is één van de problemen,
waarmee ouders worden geconfron
teerd, die een zwakzinnig kind heb
ben. Dit is vaak een moeilijke beslis
sing. die met veel emoties gepaard
gaat. In het discussiestuk hierover
wordt onder meer gezegd, dat een
eventuele plaatsing uit huis pas aan
de orde moet komen, als blijkt dat
de problemen niet kunnen worden
opgelost via andere middelen, als
materiële hulp, gezinshulp, begelei
ding van het gezin en een aanvullen
de voorziening voor dagopvang. Bo
vendien moet niet al te snel de con
clusie worden getrokken, dat juist
dit lid van het gezin uit huis zou
moeten, of vriendelijker gezegd zou
moeten „verhuizen".
Denkbaar is ook, dat in bepaalde
situaties bijvoorbeeld in grotere
gezinnen met andere opgroeiende
kinderen één of meer andere ge
zinsleden, die „buigzamer" en daar
door meer opgewassen zijn tegen een
nieuwe leefsituatie, elders gaan wo
nen. Het is tevens van belang, dat
ouders en hun geestelijk gehandi
capt kind tevoren de verschillende
mogelijkheden leren kennen, voor
dat er een beslissing wordt genomen.
Gebeurt dit op de juiste manier, dan
wordt een dergelijk besluit door de
ouders niet (meer) gezien als een
„afscheid" van hun kind, maar meer
als een stap in het gehele levenspro
ces van het gezin. Het is bovendien
een stap waarvan het nog helemaal
niet zeker is of die voor altijd zal zijn.
De sociaal-pedagogische dienst
(SPD), die bij dit alles een belangrij
ke rol speelt, moet terughoudend
zijn plaatsing uit huis als „ideale"
oplossing „aan te reiken". Bij zorg
vuldige afweging is de verwachting
gerechtvaardigd, dat er minder
gauw wordt verwezen naar grotere
instituten en eerder naar kleine leef
eenheden als gezinsvervangende te
huizen voor kinderen en naar even
tuele andere experimentele woon
vormen.
Inrichtingen lopen in hun streven
naar zo goed mogelijke ontwikke
lingskansen van de zwakzinnige het
risico hem via school, arbeidsthera-
pie en creatieve vaardigheid te
„overvoeren". Daarbij komt door
een concentratie van wonen, leren,
allerlei activiteiten en het inzetten
van veel overigens nogal eens wis
selende beroepsbegeleiders, het
leefmilieu meer dan eens in de knel.
Massaliteit en uniformiteit van leef
regels maken dat er in de praktijk te
weinig rekening kan worden gehou
den met de individuele behoeften
van de geestelijke gehandicapten.
Niet het „zorgen voor" zal voorop
moeten staan, maar het „wonen en
leven" en dat dan verspreid en in
kleine eenheden
Kleiner wonen
Dit laatste sluit ook aan bij datgene
wat in het discussiestuk over „orga
nisatie" wordt gezegd: het verdient
aanbeveling te onderzoeken of de
inrichtingszorg met kleinere woon-
gelegenheden kan worden opgezet
Het wonen van geestelijk gehandi
capten krijgt wellicht meer kansen
in een geografisch verspreide inrich
ting. waarbij de wooneenheden wor
den ingepast in de bestaande bebou
wing. Dat de inrichtingen nu vaak
(te) ver van de bewoonde wereld af
staan heeft alles te maken met de
manier, waarop de maatschappij re
ageerde op zwakzinnigen: namelijk
uitstoten. Dit is echter in strijd met
het idee van een veelvormige samen
leving. waarin iedereen „normalen
en abnormalen" op gelijkwaardige
wijze zijn plaats kan vinden
Werkgelegenheid
Het verplaatsen van inrichtingen
zou echter enorme problemen ople
veren. De gangbare denktrant wordt
in hoge mate bepaald door het be
lang van het individuele instituut,
waarbij werkgelegenheidsaspecten
steeds vaker een grote rol spelen. Die
aspecten mogen, aldus dr Hoeing,
geen argument zijn om vernieuwin
gen in de richting van kleinere woon-
en leefeenheden tegen te houden.
„Het ziet er naar uit. dat wij aan de
vooravond staan van belangrijke
veranderingen in de Nederlandse
zwakzinnigenzorg" staat in één van
de stukken voor de conferentie. Dat
is natuurlijk prachtig, maar daarbij
moet de realiteit niet uit het oog
worden verloren. Het huidige finan
cieringssysteem (inrichtingen uit de
AWBZ. andere voorzieningen via de
CRM-begroting, waarop beknibbeld
moet worden) bevordert de neiging
het bestaande te handhaven en heeft
daardoor een weinig stimulerende
invloed op vernieuwingstendenzen
Dat blijkt ook wel uit het persbe
richt van het Nationaal Orgaan
Zwakzinnigenzorg, waarin als expe
rimenten Nieuw-Dennendal en De
Hafakker worden genoemd. Het eer
ste is min of meer de nek omge
draaid en het proces-Hafakker is
niet bepaald van een leien dakje
gegaan, hoewel er dan nu kan wor
den begonnen. Daarmee zijn de ex
perimenten kennelijk op
Oe maatschappij
Verder moet niet worden vergeten,
dat het de maatschappij waarin we
leven is, die in belangrijke mate be
paald in hoeverre de zwakzinnigen
kunnen worden opgenomen. Die
maatschappij zal en moet de ver
draagzaamheid kunnen opbrengen
•om de geestelijke gehandicapte te
accepteren als „een van ons". Dat
dat nog iets van lange adem is, zullen
ook de deelnemers aan deze confe
rentie wel (moeten) beamen
II
i
[[onder redactie van Loes Smit
>kind
Jmge«
Hu*
klei*
1.3! e*
;n (Lat
e
A mo
uten,
om i
Tel
leleij»
ilsafd
Geboortedatum: 20.4.'89. Lidmaat
schapsnummer: 1. Naam: Hitier,
Adolf.
Het gele archiefkaartje, met blau
we inkt ingevuld, is een van»de
10.700.000 originele kaartjes van le
den van Hitiers nazi-partij, de
N8DAP. Ze maken deel uit van het
uitgebreide archief dat onder
beheer van de Amerikanen nog
altijd bewaard wordt in Zehlen-
dorf, een voorstadje van West-Be-
rtijn. Het archief is opgeslagen in
een voormalig geheim hoofdkwar
tier van de SS. van waaruit de
.leheime politie slachtoffers van
het regime bespioneerde en hun
telefoongesprekken afluisterde.
Het gebouw is nog steeds door prik
keldraad omgeven
Aan het eind van de oorlog kregen
de Amerikaanse troepen het ar
chief in handen en tot nog toe heb
ben ze het ook niet meer uit handen
fcgeven, uitzonderingen daargela
ten. heeft niemand toegang tot ae
documenten. Vlak na de oorlog
hebben ze het zelfs zo hermetisch
gesloten gehouden, dat de toenma
lige hoge commissaris van de VS
voor bezet Duitsland nu toegeeft,
dat daardoor een aantal Duitse
oorlogsmisdadigers heeft kunnen
ontsnappen. Wel heeft het archief
steeds goede diensten bewezen bij
processen tegen voormalige com
mandanten en bewakers van con
centratiekampen.
Er schijnen nu onderhandelingen
tussen Duitsland en Amerika gaan
de te zijn over een eventuele over
dracht van het nazi-archief. Bijzon
derheden daarover wil nog nie
mand geven, maar wel is in kringen
van de Duitse sociaal-democraten
deining ontstaan na uitlatingen
van partijlid Karl-Heinz Jansen.
Voor de Britse televisie heeft die
verklaard dat de Westduitse rege
ring geweigerd heeft het documen
tatiecentrum over te nemen, omdat
het de reputatie van veel invloed
rijke ex-nazi's zou sthaden en ope
ning van het archief een politiek
schandaal zou veroorzaken. De lei
ding van de partij reageerde daar
op scherp en prees zichzelf om haar
onbesmette politieke verleden. Een
feit is in elk geval zeggen de
Amerikanen dat tal van voor
aanstaande Duitsers in diverse de
len van de wereld er heel wat voor
over zouden hebben om de nazi
archieven gesloten te houden.
„De nieuwe tunnel komt in de
plaats van de Hembrug. Deze Hem-
brug breken ze af en leggen de
brokken ergens onder het zand
neer en dan heeft niemand er last
van. De Hemtunnel is anderhalve
kilometer lang heb die vrouw ver
telt. Het is echt hartstikke leuk
Daarna moesten we naar buiten en
kreeg die mevrouw een plant Bui
ten liet ze ons zien hoe dik het
beton was. Het was ongeveer 3 m
dik. Ze liet ons ook nog andere
dingen zien en toch mochten we
naar huis"
(Schoolkinderen over Kijk Hem. de
tentoonstelling over de Hemspoor
tunnel, in Profiel, personeelsblad
van Verkeer en Watentfaat).
Typisch Engels: een oude auto met een jongensnaam, die door een oude
dame wordt vertroeteld. De laatste is de XJ-jarige Marjorie Machin uit
Charing in het Engelse graafschap Kent, alleen op de wereld en daarom
meer dan gehecht aan „Alfred". haar auto. Ruim vijftig jaar koestert ze haar
lieveling al, sinds die dag (in 1927) dat haar vader de wagen voor zo'n 750
voor haar aanschafte. Miss Machin is intussen te oud geworden om nog
achter het stuur te kruipen en bovendien is ze ziek en moet ze verzorgd
worden. Ze wil er niet aan denken ooit zonder Alfred verder te moeten, zegt
ze. maar niettemin staat Alfred nu op een veiling1 in Londen te koop.
„Kijk", zei een bezoekster van het
New Yorkse Witney-museum, „dat
vind ik nou de enige die er niet zo
echt uitziet als de rest". Een lelijke
vergissing, want het Jongetje op
wie ze doelde, was nou net het
enige echte mensje tussen alle ten
toongestelde figuren. Met een kop
als vuur liep de dame weg, toen het
negenjarige jongetje gierend van
het lachen tussen de kunststukken
van de 53-jarige/-Ouane Hanson
vandaan kroop. Dat de dame zich
zo vergiste was overigens best te
begrijpen. De zevenentwintig ten
toongestelde namaakmensen
huisschilders, oude mensen op
bankjes, winkelende mensen bela
den met pakjes en zakken, sup
poosten en nog veel meer gewone
s,mensen" zien er levensecht uit.
veel echter dan een wassenbeeld
Ze dragen de bij hun verschijning
passende kleren, hun armen zijn
behaard, hun gezichten gerimpeld,
je ziet de plooien en aderen in hun
nek. hun hoofdhaar is zorgvuldig
ingeplant en de materialen waar
van ze gemaakt zijn fiberglas en
polyester zijn zo perfect in vlees-
kleur bijgeschilderd, dat ze vrijwel
niet van echt vlees te onderschei
den zijn. De horden mensen die
Hansons produkten komen bekij
ken, vinden allemaal dat het zelfs-
van dichtbij moeilijk te zeggen is of
daar een meru staat of een pop.
Elke dag gebeurt het wel dat bezoe
kers beleefd „neem me niet kwa
lijk" mompelen tegen Hansons fi
berglazen suppoost. Kunstcritici
kunnen het er overigens niet over
eens worden, of ze Hansons super
realistische poppen kunstwerken
moeten noemen of gewoon een
grapje.
Ook met zo'n originele koebel uit
Zwitserland thuisgekomen? Dat
zal in de toekomst niet zo eenvou
dig meer zijn. Want de Zwitsers zijn
boos, omdat er steeds meer koeien
onder het grazen van hun mooie,
oude bellen beroofd worden. De
Zwitsers vinden het nog niet eens
zo verschrikkelijk dat de gestolen
bellen hun geld kosten, maar wel
dat ze hun koeien bij slecht weer of
in dikke mist niet meer terug kun
nen vinden; daar dienen de bellen
in eerste instantie voor. Voortaan
zal de Zwitserse douane toeristen
die koebellen mee naar huis ne
men. stenger aanpakken. Wie een
bel bij zich heeft, zal een kwitantie
moeten tonen. Souvenirwinkels die
grote koebellen verkopen zullen
verplicht worden de verkochte
exemplaren van een nummer te
voorzien dat ook op de kwitantie
moet staan. En wie niet kan bewij
zen op een eerlijke manier aan zijn
bel gekomen te zijn, kan op een
forse boete rekenen