Van traktaatje naar solidariteit Een vraag aan professor Graafland Twintig theologen schrijven over 'de Geest' Uit brieven van lezers Afscheid prof. dr mr J. A. Oosterbaan VANDAAG Voorbijganger^ ,n' DINSDAG 18 APRIL 1978 KERK Trouw/Kwartet door A J. Klai De gereformeerde bonders in de hervormde kerk zijn bijzonder op hun kerk gesteld en zij willen er geen kwaad woord over horen. Dit laatste zou je niet direct zeggen, als je een toogdag van de bonders meemaakt of een blad van hen onder ogen krijgt, want als er ergens stevige kritiek op de hervormde kerk geleverd wordt, is het uitgerekend bij de gereformeerde bonders Precies, maar als er aanmerkingen op het reilen en zeilen van onze vaderlandse kerk gemaakt moeten worden en de bonders vinden dat dit moetzullen zij dat zélf wel doen. Van een buitenstaander pikken ze dat niet. Het is niet voor 't eerst dat ik dit vaststel, maar bij mijn lectuur van delen of helen?'", het pas bij Kok in Kampen verschenen boek van ir. Jan de Graaf over ..hervormd kerkelijk leven in en met de gereformeerde bond. 1906-1961", tref ik hiervan zo n duidelijk voorbeeld aan. dat Ik het niet voor me kan houden en het in de krant zet als een voorproefje van wat ik op een latere datum over en uit ..Delen of helen?" in deze kolommen hoop te vertellen. In 1948 werd de jaarlijkse theologische (hoge)schooldag van de christelijke gereformeerden zoals gewoonlijk in een hervormd kerkgebouw te Apeldoorn gehouden. Op deze bijeenkomst kwam de hervormde kerk ter sprake en daarover zijn toen dingen gezegd, waaraan de Apeldoornse hervormde kerkeraad zich stootte. Dit had tot gevolg dat de christelijke gereformeerden openlijk hun spijt daarover moesten betuigen, anders, aldus de eerwaarde Apeldoornse hervormden, staan we onze kerk niet meer voor een christelijke gereformeerde schooldag af. Spijt betuigen? Geen denken aan!, verklaarde professor J. J. van der Schuit in „De Wekker het officiële weekblad van de christelijke gereformeerde kerken. Hij schreef ondermeer: „Ongetwijfeldzijn er woorden gesproken die niet langs de Ned. Herv. Kerk zijn heengegaan. Maar even zeker is. dat geen woord gezegd is. dat een smadend karakter droeg, maar alleen een constateren van feiten, die n.b. door de voormannen dierzelfder kerk week in week uit geschreven worden in de bladen. Ik noem bijvoorbeeld met name ..De Waarheidsvriend", hoofdredacteur prof. Severijn, en „Gereformeerd Weekblad", hoofdredacteur ds. Kievit e.a." Dit werd overgenomen in de „Persschouw van het „Gereformeerd Weekblad" van de gereformeerde bonders, met de volgende kanttekening: „De Persschouwer zou nu willen opmerken, dat als twee hetzelfde zeggen, dit nog niet hetzelfde is. En hier bedoelt hij met dit bekende gezegde: Het is een heel verschil of iemand, die in de hervormde kerk. de kerk die hem lief is. wijl het is de kerk der vaderen, geplant op het bloed der martelaren, de strijd voert voor het herstel der kerk. van die kerk iets zegt. dan wel of iemand, die zich van de kerk heeft afgescheiden en, om het maar zacht uit te drukken, absoluut geen liefde heeft voor die kerk, kritiek gaat oefenen. En daarom mag de eerste naar de mening van de Persschouwer meer zeggen dan de tweede." Dit was dertig jaar terug. Ik ging destijds voor 't eerst met een bloknoot op stap voor deze krant en hoewel ik natuurlijk niet terstond op gereformeerde bonders werd losgelaten, heb ik sindsdien vele van hun samenkomsten bijgewoond en veel van hun scribenten gelezen. Welnu, naar mijn ervaring kastijden de gereformeerde bonders veelvuldig de kerk die zij liefhebben, doch passen zij hetgeen zij professor Van der Schuit voorhielden ook op zichzelf toe en steken zij op z'n hoogst een waarschuwende vinger op tegen de „gescheiden" kerken. Daarom heeft het me verbaasd dat de hooggeleerde gereformeerde bonder dr. C. Graafland uit Utrecht zich ertoe leende, twee zaterdagavonden achtereen voor de EO-microfoon zijn kritisch zegje te doen over de gereformeerde kerken. Dat de EO hem uitnodigde, moet deze omroep zelf weten, maar dat de heer Graafland erop inging, lijkt me in strijd met de stijl en de traditie van de gereformeerde bond. Mijn vraag aan professor Graafland is. waarom hij hiervan afweek. De eerste maal ging het over de in gereformeerd Dordrecht niet begeerde PvdA-dominee en de keer daarop over de gereformeerde steun aan het PCR (het speciale fonds van de wereldraad van kerken ter bestrijding van het racisme). Dr. Graafland nam bekommerd een toenemende geneigdheid naar het socialisme in leidende gereformeerde kringen waar. en die gereformeerde steun aan het PCR was ook maar niks. En dat kwam dan allemaal uit de mond van een man. die zelf behoort tot een kerk. waarin het tot in de hoogste Prof. dr. C. Graafland regionen wemelt van PvdA'ers en waar de synodale aarzelingen ten opzichte van het PCR aanzienlijk minder waren dan bij de gereformeerden. Het is het verhaal van de balk en de splinter door Aage Smilde De tijd is voorbij, dat de schip- perspredikant met een traktaatje in de hand aan boord kon komen om dan in alle rust een gesprek te begin nen. Afgezien van het feit. dat traktaatjes vrijwel niet meer gebruikt worden, is er geen tijd meer. Er moet snel gelost, gela den en gevaren worden. Tijd is meer dan ooit in de scheep vaart geld geworden. Leven en werken dreigen volledig in el kaar op te gaan. Hoe moet je nu als schipperspredi- kant de mensen begeleiden bij deze ontwikkeling? Dat was de vraag, die deze maand centraal stond op de twaalfde conferentie van Europese schlpperspastores. Daartoe waren uit Frankrijk, de Bondsrepubliek. Zwitserland. België en Nederland ongeveer 35 personen in Aardenburg (Zeeuwsch-Vlaanderen) samengeko men. De voertaal was Duits; de lei ding berustte bij de voorzitter ds. G. J. van Kamp uit Amsterdam. Deze conferenties borden eens in de twee jaar gehouden in één van de deelnemende landen. Hoewel het protestantse en katholieke schipperspastoraat organisatorisch nog gescheiden optreedt, is er een sterke mate van samenwerking aan het ontstaan. In september 1977 nam de groep deelnemers van protestant se zijde aan de katholieke conferen tie in Würzburg deel; in Aardenburg waren katholieke deelnemers aan wezig. Stond In Berlijn op de elfde confe rentie in 1976 de vraag naar het pastoraat onder de varenden cen traal, op de bijeenkomsten in Würz burg en Aardenburg was het de vraag naar de arbeidsethiek. Juist het leven van de schippers wordt heel sterk door onze economi sche wetmatigheden bepaald. Als er in één branche de wet van vraag en aanbod geldt, dan is het wel in deze tak van vervoer. Er wordt daarom, vooral door de rederijschepen, dag en nacht geva ren. De uitwerking op de onderlinge verhoudingen en op de gezondheid van de bemanning laat zich raden. Maar geld vergoedt veel. In de parti culiere sector wordt veel van de De/e rutxieh is uitsluitend bestemd voor kone readies op m deze krant gelezen Berichten artikelen en commentaren, en met voor gedachten open brieven, oproepen of reacties op advertenties (öeze laatste a-enen tot de directie gencw te worden i De inzendingen voor deze rubnek dienen zo beknopt mogeii|k te rin De redactie behoudt Zich hel recht van bekorting voor Het "S ons heiaas met mogeti|k over eik geval van bekorting o» nietpiaatsmg (doorgaans een gevolg van een te groot aanbod) te corresponderen Sneven adresseren aan Secretaris hoofdredactie Trouw. Postbus, 859. Amsterdam Bm publicatie worden naam en woonplaats van de I.' tv.'f >»'TX'ld vrouw geëist in haar dubbelrol van stuurman en huisvrouw. Er moet ge varen worden. Van de hooggeroemde vrijheid van de vrije ondernemer blijft uiteinde lijk weinig over. over de christelijke vrijheid valt bijna niet te spreken. De heer F. Hauser uit Bazel, procura tiehouder van een Zwitserse rederij, schetste de wijze van bedrijfsvoering binnen zijn firma. Daarbij werd dui delijk, dat een stukje humanisering mogelijk is. Vooral aan de onderlinge verhoudingen kan veel gedaan wor den. Een meedenken en meepraten van de werknemers is een eerste ver eiste. Men moet de gang van zaken binnen het bedrijf kunnen overzien. Toch bleek uit zijn betoog, dat de economische factoren uiteindelijk maatgevend zijn. De kerk heeft als taak de mens binnen het vizier van de rederijen te brengen. Drs. G. Maneschijn, hoofdmedewer ker sociale ethiek aan de Vrije Uni versiteit te Amsterdam, had in zijn referaat duidelijk gemaakt, welk mensbeeld maatgevend is voor onze westerse, maar ook voor de marxisti sche economie. Het is de mens als heerser over de natuur. Hij pleitte dan ook voor een arbeids ethiek, die weer de nadruk gaat leg gen op de bijbelse notie: de méns als schepsel Gods tussen het geschape ne. Moet het accent niet van de me demenselijkheid op het mede-schep sel-zijn gelegd worden? Dan ontdek ken wij dat niet slechts dat waarde heeft wat door menselijke arbeid tot stand gekomen is. Misschien gaat er dan een andere waardering voor de arbeid komen en wordt ook de eco nomisch on-produktieve arbeid ge waardeerd. Pas dan Is er kans op een economie die niet afhangt van het continu fabriceren en vervoeren van nieuwe produkten. De conferentie nam deze gedachte over en werkte die uit naar het schip perspastoraat. Wij mogen de schip pers niet in de kou laten staan door hen de verantwoordelijkheid in de schoenen te schuiven, maar moeten samen met hen de huidige situatie kritisch bekijken. De valse mythe van de individuele vrijheid, die de feitelijke afhankelijkheid versluiert, moet ontmaskerd worden. Wij hebben allen met dezelfde crisis te maken, waarbij wij moeten zoe ken naar een nieuw soort economie, gebaseerd op mede-menselijkheid, maar vooral op het mede-schepsel zijn. Niet alleen de schipper, ook de Rijn moet delen in het vernieuwde leven. Vanuit de christelijke ethiek zijn wij de economen onze bijdrage schuldig. Wij zijn er niet met de nieuwe mens. De nieuwe mens in oude structuren is dezelfde onmoge lijkheid als nieuwe wijn in oude zakken. Noodzakelijk is een ethiek van de versobering, waaraan wij allen in de praktijk vorm geven. Het is de taak van de schipperspas- tores de kerk en haar leiding duide lijk te maken, dat dezelfde proble matiek, waarmee de mensen in de industrie worstelen, ook voor de mensen in de binnenvaart geldt. Sa menwerking is een eerste vereiste. Wij mogen een groep mensen, die veel hebben bijgedragen tot onze welvëiart, niet het slachtoffer laten worden van een economie, die wij tot een afvalrace hebben gemaakt. De schippersgemeente is een voorpost van de kerk binnen onze maat schappij. Drs. A. S. J. Smilde is als predikant verbonden aan de kerk van Duisburg- Ruhrort voor de pastorale begeleiding van de Nederlanders in de Bondsre publiek. Gisteravond was op het scherm de van een viltstift voorziene hand van Arend van Dam te zien, terwijl hij deze cartoon tekende. Dat gebeurde tijdens de uitzending van Symbiose, die ditmaal gewijd was aan het IKV, het interkerkelijk vredesberaad. De uitzending stond in het teken van IKV's „Help de kernwapens de wereld uit". Veenklooster Veenklooster, de laatste jaren be kend om zijn groots opgezette Pink stermanifestaties deelt in de proble matiek van de minderheden in onze samenleving. Dit alles toegespitst op de bekende radiopredikant Ds. Kla- mer. Zelf ken ik amper een collega, die zich zo inzet voor één van die minderheidsgroeperingen, geëtiket teerd als „homofielen en homoseksu elen". Zijn bijbels gelovige, waarlijk christelijke gezindheid t a v. deze groepering betekent op zich zelf al een doorbraak naar de Pinkster geest. het volle licht van de gelijk waardigheid van allen in Chris tus Helaas is deze „gelijkwaar digheid" in de kerken en ook in het Comité „Dienst te Velde" in Fries land inzet geworden van een heftig conflict. Zo zelfs, dat enkele predi kanten van dit „Komité" meenden geen verantwoordelijkheid te kun nen dragen voor het optreden van dominee Klamer in Veenklooster op Tweede Pinksterdag a.s. Onbegrij pelijk en haast ongeloofwaardig. Als er ergens eenheid van getuigenis moet zijn van de gemeente in deze wereld, dan t.a.v minderheidsgroe pen. Voor de zulken een steun in de rug ln hun vaak moeilijke positie èn een versterking van de geloofwaar digheid van de kerk. Verheugend is. dat de meerderheid van het „Komi té" toch besloten heeft ds Klamer zijn Pinksterboodschap te doen uit dragen ds. H. E. Smid geref. pred. Groningen door dr S. L. Verheus Met een openbaar college, getiteld „Barth en Hegel. Leven en denken vanuit de verzoening" heeft prof. dr mr J. A. Oosterbaan taterdag afscheid genomen als gewoon hoogleraar ln de wijsbe geerte van de goedsdienst en de zedekunde aan de tehologische faculteit van de Universiteit van Amsterdam en als bijzonder hoogleraar in de christelijke geloofs- en zedeleer vanwege het seminarium van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit. Onze adressen: AMSTERDAM: Postbus 859 Wibautstraat 131 Tel. 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/ DORDRECHT; Postbus 948 Westblaak 4. Rotterdam Tel. 010-115588 (Red. en klachten) Schiedamsevest 52 Tel. 010-115700 (adv.) DEN HAAG/LEIDEN: Postbus 101 Parkstraat 22. Den Haag Tel. 070-469445 ZWOLLE/ORONINOEN: Postbus 3 Melkmarkt 56. Zwolle Tel. 05200-17030. Vóór zijn professoraat was hij doops gezind predikant in Broek op Lange- dijk, Barsingerhorn en te Haarlem. Oosterbaan stamt uit een bekend dopers predikanten-geslacht: één van zijn voorvaderen was Heere Oos terbaan, die al aan het einde van de achttiende eeuw aan het doopsge zind seminarie doceerde. Aan de scheidende hoogleraar werd door dr A. F. de Jong een afscheids- bundei aangeboden, waarin een twintigtal opstellen zijn bijeenge bracht onder de titel „De geest in het geding" Wanneer twintig theologen van verschillende vakgebieden zich opmaken om over „de Qeest" te gaan schrijven, dan kan men ver wachten dat dit een rijk gevarieerd boeket zal opleveren. De Utel bracht mij een gebeuren te binnen dat Ik de lezers bij deze gelegenheid niet graag zou willen onthouden. BIJ een internationaal congres, kort na de oorlog in de ruimten van onze hoofd stedelijke universiteit, waar ook het thema „Geest" aan de orde was. kwam het tot een enigszins hooglo pende discussie. Op zeker ogenblik riep een Duitse hoogleraar met de nodige stemverheffing uit: „Ik zou toch wel willen vaststellen dat het Duitse Oeist iets totaal anders is dan het Franse esprif. Hierna stond een Franse collega op. die zich op aller- charmantste wijze tot de zaal rich tende. ten antwoord gaf „Dank u wel voor het compliment!" Verscheidenheid Dat bij een dergelijke Utel ook iets van de vrijheid van de geest open baar zal worden in de verscheiden heid van de onderwerpen, zal wel niemand verbazen. Wie in het vakge bied van de wijsbegeerte geïnteres seerd is zal met belangstelling ken nis nemen van doorwrochte wijsgeri ge verhandelingen over Heidegger, Descartes en meer algemene filosofi sche beschouwingen. Theologische fijnproevers zullen zich kunnen af vragen of zij nog weten welke scherp zinnige vraag een „schlauer Hollan der" over de sacramentsleer van Karl Barth gesteld heeft. Ook de exegese komt niets te kort. Deurloo handelt over „Geest op profetisch bevel". H. J. de Jonge laat ons kennis maken met de exegese, die Wouter Delenus gaf over Johannes 6 vers 51 waarbij we niet moeten vergeten dat Delenus degene was. die nauw betrokken bleek te zijn bij het kra ken van het Amsterdamse stadhuis door de dopers in 1535. Smit Stblnga bepaalt ons bij „Toom en droefheid in Marcus 3 vers 5. Doop en oecumene Oolterman schrijft over „Een con sensus over de doop?", waarbij we derzijdse erkenning wel als uitgangs punt moet worden gezien, maar de discussie voort moet gaan. overigens in het besef dat de bestaande tegen stellingen over de doop de vereni ging der kerken niet in de weg mo gen staan. De oecumene is ook pre sent in een bijdrage van J. Reiling over „Jezus en de Geest" Mönnich mediteert over de tegen stelling tussen een onrusUg rond fladderende en een stil op het nest zittende broedende duif en komt tot een originele vraagstelling bij de ver schillen tussen mennisten en luthe ranen: „Is een mennist niet dieper rustend in de waarheid dan een lu theraan? Die vraag Jaagt in elk geval laatstgenoemde het bos in, waar de vragen van doop en volwassenheid aan de orde zijn. Dat bos ligt in de richting van de Heilige Geest." Oosterbaans verbondenheid met de doperse wereldbroederschap blijkt uit de deelname van enkele Ameri kaanse doperse collega's: C. J. Dyck van het seminarie van Elkhart, W. KIaassen van het Conrad Grebel College in Canada en J. H. Yoder van de Universiteit van Notre Dame in Indiana. Zending Waar het niet mogelijk is sül te staan bij alle twinUg bijdragen wil len wij nog de aandacht vragen voor een opstel van de Alkmaarse doops gezinde predikant A. G. Hoekema. Deze schrijver neemt ons mee naar de wereld van de zending. Onder de originele titel „De geest waait soms anders" brengt hij ons bij de proble men van de theologie op het zen- dtngsveld en in de Aziatische landen. „De dag na hun afsluitend examen verlaten de studenten van een kleine theologische academie op Java hun campus met een koffertje vol per soonlijke bezittingen in de ene en een kartonnen doos vol boeken in de andere hand. Die boeken vullen ge woonlijk minder dan één redelijke boekenplank. Maar ze zullen gedu rende de komende Jaren de totale geestelijke bagage vormen, welke deze Jonge predikanten vergezelt in het dorp of stadje waar ze komen te werken". Wij krijgen een scherpe in druk hoe men in een dergelijk geheel van de onze afwijkende situatie the ologie moet bedrijven. Een vraag Hoekema komt te spreken over de bedelaarsmentaliteit, waarbij aller- Prof. dr mr J. A. Oosterbaan lei dingen gevonden worden, die el ders al waren weggegooid. Wij wor den er ook attent op gemaakt dat de Aziaten niet zo'n behoefte hebben aan het beantwoord krijgen van vra gen. die in dat leef- en denkklimaat geheel niet aan de orde zijn. Samen vattend komt hij tot de conclusie dat de theologen zich in het Westen zullen hebben te buigen over de vraag of men eigen concepties niet zou moeten relativeren. „Tenslotte wil ik het de scheidende hoogleraar voor wie dit opstel bestemd is, én mijzelf lastig maken door te vragen: had niet juist cle oorspronkelijke do- ZELDZAAM BOEKJE Een lezer zond mij onlangs als reactie op wat ik schreef over de christen-naam een geschrift getik „Christenen komen bijeen in de - naam van Jezus". Het is. zo onttiel w ik aan de erin voorkomende opgat v?n lectuur, een geschrift van „def* vergadering van gelovigen" (dé Darbisten). Toen ik het doorlas1 merkte ik ook dat ik een zeldzaanjl-f, boekje in handen had. Zeldzaam i deze zin: zo lees je ze niet veel mejng€ Vrijwel alleen van de Jehova-getuigen. Het is nl. niet minder dan een propaganda-geschrift voor eigen I groep. Kort gezegd komt de inhoij hierop neer: oprechte christenen I dienen zich bij ons aan te melderif wantuitsluitend daar behóren zij) thuis. Wij kennen in Nederland allerlei kerken, die elkaar in het verleden wel eens heftig bestredeirraag maar die langzamerhand tot de jfide t ontdekking gekomen zijn daar dafiuid- niets goeds uit voortkomt. Vanda ironj dat ik eenzelfde soort geschrift vi [ennl andere kerken niet ken „Wordt ig. hervormd", mag sedert de NBG-vertaling een rechtstreeks t Cl schriftwoord gewórden zijn (zij h( 10 n verkort en hier ln feite niet terzak emei doende; dit ten overvloede), maai 1 het mij is niet bekend dat de een of ferafi andere Hervormde gemeente een de o geschrift met deze titel heeft rdtg verspreid. Op pagina 9 van ng ln bovengenoemd geschrift lees ik d ïscot vraag: Waarom de kerken verlatt s hel In het antwoord wordt herinnerd en v aan uitspraken van Paülus die ga mité over licht en duisternis, !n bef gerechtigheid en wetteloosheid e geloof en ongeloof. Voor het germ veegt men alle kerken op één grol hoop, want lk léés op bladzijde lO^et ai dat gehoorzaamheid nodig is aan werk watdebijbelzègtehdan„Dat zogi betékent: afzondering van alle t de menselijk-godsdienstige instellir ijke en organisaties". Ik zal 't wel niet ;d dl begrijpen, maar zo'n uitspraak op mij vragen: betekent dit dan ook iten niet de zelf-ophéffirig van „de (pport vergadering"? En daarbij vraag i q in mij af of „de vergadering" altijd 11 scli exclusief geweest is Ik heb aan rham mensen van „de vergéderïng" ant ii» v herinneringen. Is alles daar nog i in goede handen? Vroeger werd o „de vergaderihg" in kerkelijke itege kringen niet anders dan op jüjkbi sympathieke wijze gesproken. Mi ope hoe is dit vol te houdeh wanheéri tbon kerkleden toeroept: jëmoeterzo rkge gauw mogelijk uit!? lig va con BEROEPÏNG8WERK NED. HERV. KERK Beroepen te Hasselt L. Schaap te Eemnes-buiten; te| derdijk: A. van Brummelei Huizen. WÊ/M Aangenomen naar Wattwil lev. mierte Kirche): M. v.d. Bosch t schede die bedankte voor Am| foort. Bedankt voor Middelharnis 'tol C. v.d. Bergh te Rotterdam-Z( voor Woudenberg: C. den Boi Wageningen; voor Barchem: F v.d. Zee, leraar godsdienstóndél chr. scholengemeenschap1 te maar en bijstand in het pastora Egmond- binnen: voor Leerdan J. Rietveld te Terneuzën; vooi ng benoeming als hulppred.'te Vrilét d veen: de heer J. P. Heijkamp tel dorp. GEREF. KERKEN Beroepen te Leeuwarden (Oo*n- kerk): M P. v. d Kruk te Wee^n Aangenomen naar Terneuzen: Verhoog te Emmercompascuufou^ Emmer Erfscheiderveen. Iet e CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Haarlem-Cent: jj^jy,] W. Quist te Den Haag-RijswijJ u, Dokkum: A. Bijkerk te Aaltei ^ts Bunschoten: A. Baars te Urk. trim GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Hilversum: A. M Wdt I Rijssen, die bedankte voor Kat j, aan Zee. EV. LUTH. KERK perse theologie een broertje dood aan alle boekengeleerdheid, en had ze zodoende niet een aantal trekken gemeen met de bedelaarsmentaliteit die in Azië voor het overspringen van de vonk van de Geest kan zorgen?" De fraai gebonden bundel (met por tret), bij Tjeenk Willink uitgegeven, is voor 25 gulden verkrijgbaar bij de Doopsgez. Hist. Kring, Singel 454 te Amsterdam en bij de boekhandel Dr S. L. Verheus is kerkhistoricus en verbonden aan de Universiteits Bibliotheek te Amsterdam. Beroepen te Ede; R. v.d. Berg, pi y^j nent te Diemen. Wrtn veria iliser Ds. J. B. van der Si ÏJT! idei Op 76-jarige leeftijd is overledi aen. gereformeerde emeritus predik! orste B van der Sijs te Zutphen Ni »e<ls kort hulppredikerschap te Al foort werd ds. Van der Sijs in predikant van de gereforme 01* kerk te Kollumerpomp. In 193( trok hij naar Steenwijk en vanjpapi in 1937 naar Amsterdam-West." heeft hij bijna twintig jaar gi en de geweldige stadsuitbi van na de oorlog meegemaaktT zag als dé taak van de kerk in de EN H groeiende stadswijken het opvi wteck van mensèn, en dit was typt hhen voor ds. Van der Sijs. wiens pFUus raat gekenmerkt werd door eei te mate van onbevangén hart 1 het heid en opgewektheid Met dezf *teui ste eigenschap heeft hij veel va hrift* gemeenteleden verkwikt Van —tec tot aan zijn emeritaat in 19671 ds. Van der Sijs nog te Brede» «kop Ibeda XPt Ds. Van der Sijs hééft ook een name plaats ingenomen in de vi n ging voor wetenschappelijk o r1* - - put wijs op gereformeerde gron waarvan de Vrije Universiteit t sterdam uitgaat. Ook was hij betrokken bij en gaf bij leidin het werk van de gereformeerd) dagsschoolvereniging „Jachin" frvoei t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 2