Van traktaatje naar solidariteit
Een vraag aan professor Graafland
Twintig theologen schrijven over 'de Geest'
Uit brieven van lezers
Afscheid prof. dr mr J. A. Oosterbaan
VANDAAG
Voorbijganger^
,n'
DINSDAG 18 APRIL 1978
KERK
Trouw/Kwartet
door A J. Klai
De gereformeerde bonders in de
hervormde kerk zijn bijzonder op
hun kerk gesteld en zij willen er geen
kwaad woord over horen. Dit laatste
zou je niet direct zeggen, als je een
toogdag van de bonders meemaakt
of een blad van hen onder ogen
krijgt, want als er ergens stevige
kritiek op de hervormde kerk
geleverd wordt, is het uitgerekend
bij de gereformeerde bonders
Precies, maar als er aanmerkingen
op het reilen en zeilen van onze
vaderlandse kerk gemaakt moeten
worden en de bonders vinden dat
dit moetzullen zij dat zélf wel
doen. Van een buitenstaander
pikken ze dat niet.
Het is niet voor 't eerst dat ik dit
vaststel, maar bij mijn lectuur van
delen of helen?'", het pas bij Kok in
Kampen verschenen boek van ir.
Jan de Graaf over ..hervormd
kerkelijk leven in en met de
gereformeerde bond. 1906-1961", tref
ik hiervan zo n duidelijk voorbeeld
aan. dat Ik het niet voor me kan
houden en het in de krant zet als een
voorproefje van wat ik op een latere
datum over en uit ..Delen of helen?"
in deze kolommen hoop te vertellen.
In 1948 werd de jaarlijkse
theologische (hoge)schooldag van de
christelijke gereformeerden zoals
gewoonlijk in een hervormd
kerkgebouw te Apeldoorn gehouden.
Op deze bijeenkomst kwam de
hervormde kerk ter sprake en
daarover zijn toen dingen gezegd,
waaraan de Apeldoornse hervormde
kerkeraad zich stootte. Dit had tot
gevolg dat de christelijke
gereformeerden openlijk hun spijt
daarover moesten betuigen, anders,
aldus de eerwaarde Apeldoornse
hervormden, staan we onze kerk niet
meer voor een christelijke
gereformeerde schooldag af.
Spijt betuigen? Geen denken aan!,
verklaarde professor J. J. van der
Schuit in „De Wekker het officiële
weekblad van de christelijke
gereformeerde kerken. Hij schreef
ondermeer: „Ongetwijfeldzijn er
woorden gesproken die niet langs de
Ned. Herv. Kerk zijn heengegaan.
Maar even zeker is. dat geen woord
gezegd is. dat een smadend karakter
droeg, maar alleen een constateren
van feiten, die n.b. door de
voormannen dierzelfder kerk week
in week uit geschreven worden in de
bladen. Ik noem bijvoorbeeld met
name ..De Waarheidsvriend",
hoofdredacteur prof. Severijn, en
„Gereformeerd Weekblad",
hoofdredacteur ds. Kievit e.a."
Dit werd overgenomen in de
„Persschouw van het „Gereformeerd
Weekblad" van de gereformeerde
bonders, met de volgende
kanttekening: „De Persschouwer
zou nu willen opmerken, dat als twee
hetzelfde zeggen, dit nog niet
hetzelfde is. En hier bedoelt hij met
dit bekende gezegde: Het is een heel
verschil of iemand, die in de
hervormde kerk. de kerk die hem lief
is. wijl het is de kerk der vaderen,
geplant op het bloed der martelaren,
de strijd voert voor het herstel der
kerk. van die kerk iets zegt. dan wel
of iemand, die zich van de kerk heeft
afgescheiden en, om het maar zacht
uit te drukken, absoluut geen liefde
heeft voor die kerk, kritiek gaat
oefenen. En daarom mag de eerste
naar de mening van de
Persschouwer meer zeggen dan de
tweede."
Dit was dertig jaar terug. Ik ging
destijds voor 't eerst met een
bloknoot op stap voor deze krant en
hoewel ik natuurlijk niet terstond op
gereformeerde bonders werd
losgelaten, heb ik sindsdien vele van
hun samenkomsten bijgewoond en
veel van hun scribenten gelezen.
Welnu, naar mijn ervaring kastijden
de gereformeerde bonders
veelvuldig de kerk die zij liefhebben,
doch passen zij hetgeen zij professor
Van der Schuit voorhielden ook op
zichzelf toe en steken zij op z'n
hoogst een waarschuwende vinger
op tegen de „gescheiden" kerken.
Daarom heeft het me verbaasd dat
de hooggeleerde gereformeerde
bonder dr. C. Graafland uit Utrecht
zich ertoe leende, twee
zaterdagavonden achtereen voor de
EO-microfoon zijn kritisch zegje te
doen over de gereformeerde kerken.
Dat de EO hem uitnodigde, moet
deze omroep zelf weten, maar dat de
heer Graafland erop inging, lijkt me
in strijd met de stijl en de traditie
van de gereformeerde bond. Mijn
vraag aan professor Graafland is.
waarom hij hiervan afweek.
De eerste maal ging het over de in
gereformeerd Dordrecht niet
begeerde PvdA-dominee en de keer
daarop over de gereformeerde steun
aan het PCR (het speciale fonds van
de wereldraad van kerken ter
bestrijding van het racisme). Dr.
Graafland nam bekommerd een
toenemende geneigdheid naar het
socialisme in leidende
gereformeerde kringen waar. en die
gereformeerde steun aan het PCR
was ook maar niks. En dat kwam
dan allemaal uit de mond van een
man. die zelf behoort tot een kerk.
waarin het tot in de hoogste
Prof. dr. C. Graafland
regionen wemelt van PvdA'ers en
waar de synodale aarzelingen ten
opzichte van het PCR aanzienlijk
minder waren dan bij de
gereformeerden. Het is het verhaal
van de balk en de splinter
door Aage Smilde
De tijd is voorbij, dat de schip-
perspredikant met een
traktaatje in de hand aan
boord kon komen om dan in
alle rust een gesprek te begin
nen. Afgezien van het feit. dat
traktaatjes vrijwel niet meer
gebruikt worden, is er geen tijd
meer. Er moet snel gelost, gela
den en gevaren worden. Tijd is
meer dan ooit in de scheep
vaart geld geworden. Leven en
werken dreigen volledig in el
kaar op te gaan.
Hoe moet je nu als schipperspredi-
kant de mensen begeleiden bij deze
ontwikkeling? Dat was de vraag, die
deze maand centraal stond op de
twaalfde conferentie van Europese
schlpperspastores. Daartoe waren
uit Frankrijk, de Bondsrepubliek.
Zwitserland. België en Nederland
ongeveer 35 personen in Aardenburg
(Zeeuwsch-Vlaanderen) samengeko
men. De voertaal was Duits; de lei
ding berustte bij de voorzitter ds. G.
J. van Kamp uit Amsterdam.
Deze conferenties borden eens in de
twee jaar gehouden in één van de
deelnemende landen. Hoewel het
protestantse en katholieke
schipperspastoraat organisatorisch
nog gescheiden optreedt, is er een
sterke mate van samenwerking aan
het ontstaan. In september 1977 nam
de groep deelnemers van protestant
se zijde aan de katholieke conferen
tie in Würzburg deel; in Aardenburg
waren katholieke deelnemers aan
wezig.
Stond In Berlijn op de elfde confe
rentie in 1976 de vraag naar het
pastoraat onder de varenden cen
traal, op de bijeenkomsten in Würz
burg en Aardenburg was het de
vraag naar de arbeidsethiek.
Juist het leven van de schippers
wordt heel sterk door onze economi
sche wetmatigheden bepaald. Als er
in één branche de wet van vraag en
aanbod geldt, dan is het wel in deze
tak van vervoer.
Er wordt daarom, vooral door de
rederijschepen, dag en nacht geva
ren. De uitwerking op de onderlinge
verhoudingen en op de gezondheid
van de bemanning laat zich raden.
Maar geld vergoedt veel. In de parti
culiere sector wordt veel van de
De/e rutxieh is uitsluitend bestemd voor kone readies op m deze krant gelezen
Berichten artikelen en commentaren, en met voor gedachten open brieven, oproepen
of reacties op advertenties (öeze laatste a-enen tot de directie gencw te worden i De
inzendingen voor deze rubnek dienen zo beknopt mogeii|k te rin De redactie behoudt
Zich hel recht van bekorting voor Het "S ons heiaas met mogeti|k over eik geval
van bekorting o» nietpiaatsmg (doorgaans een gevolg van een te groot aanbod) te
corresponderen Sneven adresseren aan Secretaris hoofdredactie Trouw.
Postbus, 859. Amsterdam Bm publicatie worden naam en woonplaats van de
I.' tv.'f >»'TX'ld
vrouw geëist in haar dubbelrol van
stuurman en huisvrouw. Er moet ge
varen worden.
Van de hooggeroemde vrijheid van
de vrije ondernemer blijft uiteinde
lijk weinig over. over de christelijke
vrijheid valt bijna niet te spreken.
De heer F. Hauser uit Bazel, procura
tiehouder van een Zwitserse rederij,
schetste de wijze van bedrijfsvoering
binnen zijn firma. Daarbij werd dui
delijk, dat een stukje humanisering
mogelijk is. Vooral aan de onderlinge
verhoudingen kan veel gedaan wor
den. Een meedenken en meepraten
van de werknemers is een eerste ver
eiste. Men moet de gang van zaken
binnen het bedrijf kunnen overzien.
Toch bleek uit zijn betoog, dat de
economische factoren uiteindelijk
maatgevend zijn. De kerk heeft als
taak de mens binnen het vizier van
de rederijen te brengen.
Drs. G. Maneschijn, hoofdmedewer
ker sociale ethiek aan de Vrije Uni
versiteit te Amsterdam, had in zijn
referaat duidelijk gemaakt, welk
mensbeeld maatgevend is voor onze
westerse, maar ook voor de marxisti
sche economie. Het is de mens als
heerser over de natuur.
Hij pleitte dan ook voor een arbeids
ethiek, die weer de nadruk gaat leg
gen op de bijbelse notie: de méns als
schepsel Gods tussen het geschape
ne. Moet het accent niet van de me
demenselijkheid op het mede-schep
sel-zijn gelegd worden? Dan ontdek
ken wij dat niet slechts dat waarde
heeft wat door menselijke arbeid tot
stand gekomen is. Misschien gaat er
dan een andere waardering voor de
arbeid komen en wordt ook de eco
nomisch on-produktieve arbeid ge
waardeerd. Pas dan Is er kans op een
economie die niet afhangt van het
continu fabriceren en vervoeren van
nieuwe produkten.
De conferentie nam deze gedachte
over en werkte die uit naar het schip
perspastoraat. Wij mogen de schip
pers niet in de kou laten staan door
hen de verantwoordelijkheid in de
schoenen te schuiven, maar moeten
samen met hen de huidige situatie
kritisch bekijken. De valse mythe
van de individuele vrijheid, die de
feitelijke afhankelijkheid versluiert,
moet ontmaskerd worden.
Wij hebben allen met dezelfde crisis
te maken, waarbij wij moeten zoe
ken naar een nieuw soort economie,
gebaseerd op mede-menselijkheid,
maar vooral op het mede-schepsel
zijn. Niet alleen de schipper, ook de
Rijn moet delen in het vernieuwde
leven. Vanuit de christelijke ethiek
zijn wij de economen onze bijdrage
schuldig. Wij zijn er niet met de
nieuwe mens. De nieuwe mens in
oude structuren is dezelfde onmoge
lijkheid als nieuwe wijn in oude
zakken.
Noodzakelijk is een ethiek van de
versobering, waaraan wij allen in de
praktijk vorm geven.
Het is de taak van de schipperspas-
tores de kerk en haar leiding duide
lijk te maken, dat dezelfde proble
matiek, waarmee de mensen in de
industrie worstelen, ook voor de
mensen in de binnenvaart geldt. Sa
menwerking is een eerste vereiste.
Wij mogen een groep mensen, die
veel hebben bijgedragen tot onze
welvëiart, niet het slachtoffer laten
worden van een economie, die wij tot
een afvalrace hebben gemaakt. De
schippersgemeente is een voorpost
van de kerk binnen onze maat
schappij.
Drs. A. S. J. Smilde is als predikant
verbonden aan de kerk van Duisburg-
Ruhrort voor de pastorale begeleiding
van de Nederlanders in de Bondsre
publiek.
Gisteravond was op het scherm de van een viltstift voorziene hand
van Arend van Dam te zien, terwijl hij deze cartoon tekende. Dat
gebeurde tijdens de uitzending van Symbiose, die ditmaal gewijd
was aan het IKV, het interkerkelijk vredesberaad. De uitzending
stond in het teken van IKV's „Help de kernwapens de wereld uit".
Veenklooster
Veenklooster, de laatste jaren be
kend om zijn groots opgezette Pink
stermanifestaties deelt in de proble
matiek van de minderheden in onze
samenleving. Dit alles toegespitst op
de bekende radiopredikant Ds. Kla-
mer. Zelf ken ik amper een collega,
die zich zo inzet voor één van die
minderheidsgroeperingen, geëtiket
teerd als „homofielen en homoseksu
elen". Zijn bijbels gelovige, waarlijk
christelijke gezindheid t a v. deze
groepering betekent op zich zelf al
een doorbraak naar de Pinkster
geest. het volle licht van de gelijk
waardigheid van allen in Chris
tus Helaas is deze „gelijkwaar
digheid" in de kerken en ook in het
Comité „Dienst te Velde" in Fries
land inzet geworden van een heftig
conflict. Zo zelfs, dat enkele predi
kanten van dit „Komité" meenden
geen verantwoordelijkheid te kun
nen dragen voor het optreden van
dominee Klamer in Veenklooster op
Tweede Pinksterdag a.s. Onbegrij
pelijk en haast ongeloofwaardig. Als
er ergens eenheid van getuigenis
moet zijn van de gemeente in deze
wereld, dan t.a.v minderheidsgroe
pen. Voor de zulken een steun in de
rug ln hun vaak moeilijke positie èn
een versterking van de geloofwaar
digheid van de kerk. Verheugend is.
dat de meerderheid van het „Komi
té" toch besloten heeft ds Klamer
zijn Pinksterboodschap te doen uit
dragen ds. H. E. Smid geref. pred.
Groningen
door dr S. L. Verheus
Met een openbaar college, getiteld „Barth en Hegel. Leven en
denken vanuit de verzoening" heeft prof. dr mr J. A. Oosterbaan
taterdag afscheid genomen als gewoon hoogleraar ln de wijsbe
geerte van de goedsdienst en de zedekunde aan de tehologische
faculteit van de Universiteit van Amsterdam en als bijzonder
hoogleraar in de christelijke geloofs- en zedeleer vanwege het
seminarium van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit.
Onze adressen:
AMSTERDAM:
Postbus 859
Wibautstraat 131
Tel. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/
DORDRECHT;
Postbus 948
Westblaak 4. Rotterdam
Tel. 010-115588
(Red. en klachten)
Schiedamsevest 52
Tel. 010-115700 (adv.)
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101
Parkstraat 22. Den Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE/ORONINOEN:
Postbus 3
Melkmarkt 56. Zwolle
Tel. 05200-17030.
Vóór zijn professoraat was hij doops
gezind predikant in Broek op Lange-
dijk, Barsingerhorn en te Haarlem.
Oosterbaan stamt uit een bekend
dopers predikanten-geslacht: één
van zijn voorvaderen was Heere Oos
terbaan, die al aan het einde van de
achttiende eeuw aan het doopsge
zind seminarie doceerde.
Aan de scheidende hoogleraar werd
door dr A. F. de Jong een afscheids-
bundei aangeboden, waarin een
twintigtal opstellen zijn bijeenge
bracht onder de titel „De geest in het
geding" Wanneer twintig theologen
van verschillende vakgebieden zich
opmaken om over „de Qeest" te
gaan schrijven, dan kan men ver
wachten dat dit een rijk gevarieerd
boeket zal opleveren. De Utel bracht
mij een gebeuren te binnen dat Ik de
lezers bij deze gelegenheid niet
graag zou willen onthouden. BIJ een
internationaal congres, kort na de
oorlog in de ruimten van onze hoofd
stedelijke universiteit, waar ook het
thema „Geest" aan de orde was.
kwam het tot een enigszins hooglo
pende discussie. Op zeker ogenblik
riep een Duitse hoogleraar met de
nodige stemverheffing uit: „Ik zou
toch wel willen vaststellen dat het
Duitse Oeist iets totaal anders is dan
het Franse esprif. Hierna stond een
Franse collega op. die zich op aller-
charmantste wijze tot de zaal rich
tende. ten antwoord gaf „Dank u
wel voor het compliment!"
Verscheidenheid
Dat bij een dergelijke Utel ook iets
van de vrijheid van de geest open
baar zal worden in de verscheiden
heid van de onderwerpen, zal wel
niemand verbazen. Wie in het vakge
bied van de wijsbegeerte geïnteres
seerd is zal met belangstelling ken
nis nemen van doorwrochte wijsgeri
ge verhandelingen over Heidegger,
Descartes en meer algemene filosofi
sche beschouwingen. Theologische
fijnproevers zullen zich kunnen af
vragen of zij nog weten welke scherp
zinnige vraag een „schlauer Hollan
der" over de sacramentsleer van
Karl Barth gesteld heeft. Ook de
exegese komt niets te kort. Deurloo
handelt over „Geest op profetisch
bevel". H. J. de Jonge laat ons kennis
maken met de exegese, die Wouter
Delenus gaf over Johannes 6 vers 51
waarbij we niet moeten vergeten
dat Delenus degene was. die nauw
betrokken bleek te zijn bij het kra
ken van het Amsterdamse stadhuis
door de dopers in 1535. Smit Stblnga
bepaalt ons bij „Toom en droefheid
in Marcus 3 vers 5.
Doop en oecumene
Oolterman schrijft over „Een con
sensus over de doop?", waarbij we
derzijdse erkenning wel als uitgangs
punt moet worden gezien, maar de
discussie voort moet gaan. overigens
in het besef dat de bestaande tegen
stellingen over de doop de vereni
ging der kerken niet in de weg mo
gen staan. De oecumene is ook pre
sent in een bijdrage van J. Reiling
over „Jezus en de Geest"
Mönnich mediteert over de tegen
stelling tussen een onrusUg rond
fladderende en een stil op het nest
zittende broedende duif en komt tot
een originele vraagstelling bij de ver
schillen tussen mennisten en luthe
ranen: „Is een mennist niet dieper
rustend in de waarheid dan een lu
theraan? Die vraag Jaagt in elk geval
laatstgenoemde het bos in, waar de
vragen van doop en volwassenheid
aan de orde zijn. Dat bos ligt in de
richting van de Heilige Geest."
Oosterbaans verbondenheid met de
doperse wereldbroederschap blijkt
uit de deelname van enkele Ameri
kaanse doperse collega's: C. J. Dyck
van het seminarie van Elkhart, W.
KIaassen van het Conrad Grebel
College in Canada en J. H. Yoder van
de Universiteit van Notre Dame in
Indiana.
Zending
Waar het niet mogelijk is sül te
staan bij alle twinUg bijdragen wil
len wij nog de aandacht vragen voor
een opstel van de Alkmaarse doops
gezinde predikant A. G. Hoekema.
Deze schrijver neemt ons mee naar
de wereld van de zending. Onder de
originele titel „De geest waait soms
anders" brengt hij ons bij de proble
men van de theologie op het zen-
dtngsveld en in de Aziatische landen.
„De dag na hun afsluitend examen
verlaten de studenten van een kleine
theologische academie op Java hun
campus met een koffertje vol per
soonlijke bezittingen in de ene en
een kartonnen doos vol boeken in de
andere hand. Die boeken vullen ge
woonlijk minder dan één redelijke
boekenplank. Maar ze zullen gedu
rende de komende Jaren de totale
geestelijke bagage vormen, welke
deze Jonge predikanten vergezelt in
het dorp of stadje waar ze komen te
werken". Wij krijgen een scherpe in
druk hoe men in een dergelijk geheel
van de onze afwijkende situatie the
ologie moet bedrijven.
Een vraag
Hoekema komt te spreken over de
bedelaarsmentaliteit, waarbij aller-
Prof. dr mr J. A. Oosterbaan
lei dingen gevonden worden, die el
ders al waren weggegooid. Wij wor
den er ook attent op gemaakt dat de
Aziaten niet zo'n behoefte hebben
aan het beantwoord krijgen van vra
gen. die in dat leef- en denkklimaat
geheel niet aan de orde zijn. Samen
vattend komt hij tot de conclusie
dat de theologen zich in het Westen
zullen hebben te buigen over de
vraag of men eigen concepties niet
zou moeten relativeren. „Tenslotte
wil ik het de scheidende hoogleraar
voor wie dit opstel bestemd is, én
mijzelf lastig maken door te vragen:
had niet juist cle oorspronkelijke do-
ZELDZAAM BOEKJE
Een lezer zond mij onlangs als
reactie op wat ik schreef over de
christen-naam een geschrift getik
„Christenen komen bijeen in de -
naam van Jezus". Het is. zo onttiel w
ik aan de erin voorkomende opgat
v?n lectuur, een geschrift van „def*
vergadering van gelovigen" (dé
Darbisten). Toen ik het doorlas1
merkte ik ook dat ik een zeldzaanjl-f,
boekje in handen had. Zeldzaam i
deze zin: zo lees je ze niet veel mejng€
Vrijwel alleen van de
Jehova-getuigen. Het is nl. niet
minder dan een
propaganda-geschrift voor eigen I
groep. Kort gezegd komt de inhoij
hierop neer: oprechte christenen I
dienen zich bij ons aan te melderif
wantuitsluitend daar behóren zij)
thuis. Wij kennen in Nederland
allerlei kerken, die elkaar in het
verleden wel eens heftig bestredeirraag
maar die langzamerhand tot de jfide t
ontdekking gekomen zijn daar dafiuid-
niets goeds uit voortkomt. Vanda ironj
dat ik eenzelfde soort geschrift vi [ennl
andere kerken niet ken „Wordt ig.
hervormd", mag sedert de
NBG-vertaling een rechtstreeks t Cl
schriftwoord gewórden zijn (zij h( 10 n
verkort en hier ln feite niet terzak emei
doende; dit ten overvloede), maai 1 het
mij is niet bekend dat de een of ferafi
andere Hervormde gemeente een de o
geschrift met deze titel heeft rdtg
verspreid. Op pagina 9 van ng ln
bovengenoemd geschrift lees ik d ïscot
vraag: Waarom de kerken verlatt s hel
In het antwoord wordt herinnerd en v
aan uitspraken van Paülus die ga mité
over licht en duisternis, !n bef
gerechtigheid en wetteloosheid e
geloof en ongeloof. Voor het germ
veegt men alle kerken op één grol
hoop, want lk léés op bladzijde lO^et ai
dat gehoorzaamheid nodig is aan werk
watdebijbelzègtehdan„Dat zogi
betékent: afzondering van alle t de
menselijk-godsdienstige instellir ijke
en organisaties". Ik zal 't wel niet ;d dl
begrijpen, maar zo'n uitspraak op
mij vragen: betekent dit dan ook iten
niet de zelf-ophéffirig van „de (pport
vergadering"? En daarbij vraag i q in
mij af of „de vergadering" altijd 11 scli
exclusief geweest is Ik heb aan rham
mensen van „de vergéderïng" ant ii» v
herinneringen. Is alles daar nog i
in goede handen? Vroeger werd o
„de vergaderihg" in kerkelijke itege
kringen niet anders dan op jüjkbi
sympathieke wijze gesproken. Mi ope
hoe is dit vol te houdeh wanheéri tbon
kerkleden toeroept: jëmoeterzo rkge
gauw mogelijk uit!? lig va
con
BEROEPÏNG8WERK
NED. HERV. KERK
Beroepen te Hasselt
L. Schaap te Eemnes-buiten; te|
derdijk: A. van Brummelei
Huizen. WÊ/M
Aangenomen naar Wattwil lev.
mierte Kirche): M. v.d. Bosch t
schede die bedankte voor Am|
foort.
Bedankt voor Middelharnis 'tol
C. v.d. Bergh te Rotterdam-Z(
voor Woudenberg: C. den Boi
Wageningen; voor Barchem: F
v.d. Zee, leraar godsdienstóndél
chr. scholengemeenschap1 te
maar en bijstand in het pastora
Egmond- binnen: voor Leerdan
J. Rietveld te Terneuzën; vooi ng
benoeming als hulppred.'te Vrilét d
veen: de heer J. P. Heijkamp tel
dorp.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Leeuwarden (Oo*n-
kerk): M P. v. d Kruk te Wee^n
Aangenomen naar Terneuzen:
Verhoog te Emmercompascuufou^
Emmer Erfscheiderveen.
Iet e
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Haarlem-Cent: jj^jy,]
W. Quist te Den Haag-RijswijJ u,
Dokkum: A. Bijkerk te Aaltei ^ts
Bunschoten: A. Baars te Urk.
trim
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Hilversum: A. M Wdt I
Rijssen, die bedankte voor Kat j,
aan Zee.
EV. LUTH. KERK
perse theologie een broertje dood
aan alle boekengeleerdheid, en had
ze zodoende niet een aantal trekken
gemeen met de bedelaarsmentaliteit
die in Azië voor het overspringen van
de vonk van de Geest kan zorgen?"
De fraai gebonden bundel (met por
tret), bij Tjeenk Willink uitgegeven,
is voor 25 gulden verkrijgbaar bij de
Doopsgez. Hist. Kring, Singel 454 te
Amsterdam en bij de boekhandel
Dr S. L. Verheus is kerkhistoricus en
verbonden aan de Universiteits
Bibliotheek te Amsterdam.
Beroepen te Ede; R. v.d. Berg, pi y^j
nent te Diemen. Wrtn
veria
iliser
Ds. J. B. van der Si ÏJT!
idei
Op 76-jarige leeftijd is overledi aen.
gereformeerde emeritus predik! orste
B van der Sijs te Zutphen Ni »e<ls
kort hulppredikerschap te Al
foort werd ds. Van der Sijs in
predikant van de gereforme 01*
kerk te Kollumerpomp. In 193(
trok hij naar Steenwijk en vanjpapi
in 1937 naar Amsterdam-West."
heeft hij bijna twintig jaar gi
en de geweldige stadsuitbi
van na de oorlog meegemaaktT
zag als dé taak van de kerk in de EN H
groeiende stadswijken het opvi wteck
van mensèn, en dit was typt hhen
voor ds. Van der Sijs. wiens pFUus
raat gekenmerkt werd door eei
te mate van onbevangén hart 1 het
heid en opgewektheid Met dezf *teui
ste eigenschap heeft hij veel va hrift*
gemeenteleden verkwikt Van —tec
tot aan zijn emeritaat in 19671
ds. Van der Sijs nog te Brede»
«kop
Ibeda
XPt
Ds. Van der Sijs hééft ook een
name plaats ingenomen in de vi n
ging voor wetenschappelijk o r1*
- - put
wijs op gereformeerde gron
waarvan de Vrije Universiteit t
sterdam uitgaat. Ook was hij
betrokken bij en gaf bij leidin
het werk van de gereformeerd)
dagsschoolvereniging „Jachin"
frvoei
t