Nationalistische kritiek op Zuidafrikaanse kerk wm f Besluit over kernwapens in synode verandert niet veel 'Vraag naar kerk moet blijven' Ook kosters zuinig met energie Commissie kijkt naar links en rechts in de r.k.kerk UIT DE KERKBLADEN Sociologen over volkstelling: Wel de kerkelijke gezindheid s.v.p. Voorbijganger Dr Robert Marshall Ais VANDAAG 9] reb uze uss MAANDAG 10 APRIL 1978 KERK T rouw/Kwartet2e== In Zuid-Afrika valt steeds meer aan dacht op de rol van de machtige en invloedrijke Afrikaanse kerken in de maatschappij, op haar ideeën over rassenverhoudingen en haar onkriti sche houding tegenover de politiek en handelingen van de regering, met welke zij zeer nauwe banden onder houdt De Afrikaanse kerken zijn zojuist onder vuur genomen vanuit een zeer onverwachte hoek Professor Nlc Rhoodie. hoogleraar in de sociologie aan de universiteit van Pretoria en de oudere broer van Eschel Rhoodie. de minister voor Informatie, heeft enkele bittere opmerkingen ge maakt over de Afrikaanse kerken en hen er van beschuldigd dat zij nooit echt bezwaar gemaakt hebben tegen discriminatie in Zuid-Afrika Discussie Dit is de aanleiding geworden voor een nieuwe discussie die op het ogen blik gevoerd wordt in nationalisti sche kringen. Op 31 maart zei prof. Rhoodie tijdens een debat aan de universiteit van Potchefstroom: „De Afrikaanse kerken hebben nooit ver zet geboden tegen het ontstaan van openlijke discriminatie in onze maatschappij. Het is ontstellend dat de normalisatie van de menselijke verhoudingen overgelaten wordt aan zulke wereldse personen ais kranten redacteuren en beleidsvoerders in de sport en dat dezen meer dan de ker ken doen aan het wegnemen van discriminatie in onze maatschappij. Rhoodie zei dat ook de wetenschap pelijke wereld niet vrijuit gaat „en de hoogst opgeleide mensen onder de bangerikken in dit land zijn". Hij door Martien Brinkman Toen de gereformeerde synode dins dagavond. 4 april, zich voor de zo veelste keer over het oorlogsvraag- stuk boog. had ze reeds twintig Jaar bezinning achter de rug. Vanaf 1958 heeft de synode zich steeds weer op de een of andere manier met bewa peningsvraagstukken bezig gehou den. In 1958 was zij van oordeel, dat de moderne massavernietigingswa pens weliswaar het vraagstuk „met aangrijpende ernst" aan de orde hadden gesteld, maar achtte zij het probleem op zich toch nog altijd hetzelfde gebleven. Op „hetzelfde" probleem, nl. of de overheid zich van wapengeweld mag bedienen, kon nog steeds „hetzelfde" positieve ant woord worden gegeven. De „thans ter beschikking staande strijdmid delen" deden daar niets aan toe of af. Abattoir Toch hadden al ver vóór de introduc tie van de atoombom enkele gerefor meerden oog voor andere vragen en andere antwoorden. Zo schreef Prof. II. Bavinck reeds enkele maanden na het uitbreken van de eerste wereld oorlog: „Nooit heeft de mensheid het in de kunst van het vernielen zo ver als in deze oorlog gebracht. Al wat wetenschap en techniek in de laatste eeuw hebben uitgedacht, wordt in dienst van de vernieling gesteld" en „De moderne oorlog is geen oorlog van mensen maar van machines, het slagveld is een abattoir geworden..." In de jaren dertig bestond er ook een Gereformeerde Vereniging voor daad werkelijke vredesactie. Zij sprak in haar beginselverklaring een onom wonden neen uit tegen de toenmali ge massavernietlngswapens (chemi sche en bacteriologische). Tevens wees zilop het amorele karakter van deze wapens, die de Juiste verhou ding tussen doel en middelen uit het oog doen verliezen, die vooral on- schuldigen treffen en die het onder scheid tussen defensieve en offensie ve oorlogen teniet doen. Deze „vre desduiven" waren echter eenlingen temidden van de militante „havi ken". In tegenstelling tot de doper- sen hebben de gereformeerden nu eenmaal geen pacifistische traditie hoog te houden. Het is dan ook te begrijpen, dat de Leidse Prof. G. J. Heering m 1931 schreef over de „mili taristische Ideologie.' van de gerefor meerden. Hoe het ook zij, opvallend is in elk geval het feit, dat zeer vele gereformeerden van oudsher in het militaire bedrijf hun brood ver dienen. Kritiek nam toe Na het verschijnen van het hervorm de kernwapenrapport in 1962 zien we echter ook in de gereformeerde ker ken de kritische geluiden sterker door Hennie Serfontein voegde hieraan toe. „Aan de koffie tafel wordt kritiek geuit, maar die komt nooit naar buiten. De mensen die de leiding nemen zijn journalis ten en sportleiders. Pas dan volgt de kerk Is het niet vreemd, dat journa listen en sportleiders meer moed hebben dan de kerk?" vroeg hij. Prof. Rhoodie is een stoere nationa list en een intieme adviseur van dr. Conny Mulder, de nieuwe minister voor plurale ontwikkeling, het nieu we woord voor het ministerie van bantoezaken. Leemten Zijn opmerkingen weerspiegelen de groeiende onlust onder de bezorgde nationalisten over belangrijke leem ten in de nationalistische filosofie, die zogenaamd gebaseerd is op reli gieuze uitgangspunten. Professor Rhoodie merkte op dat het in Zuid- Afrika vaak zo is dat verdrukking van anderen iemands principe is. „Onder de mantel van het beginsel worden meer discriminerende maat regelen ingevoerd dan omgekeerd." Hij waarschuwde dat de hedendaag- worden. Daartoe met name geïnspi reerd door de oude Prof. Brillenburg Wurth Zond het Gereformeerd Vre desberaad een open brief aan de sy node met het verzoek zich duidelijk uit te spreken tegen de kernwapens. Deze brief werd nooit officieel be handeld. Inmiddels had de synode zelf het onderwerp weer „in studie" genomen. Pas in 1971 kwam er iets concreets uit die bezinning. In elk geval bleek nu het besef gegroeid, dat er met de atoombewapening fa tale grenzen zijn overschreden. De synode sprak uit, in de atoombewa pening demonische trekken te zien. Men gaf de Indruk het erover eens te zijn, dat de atoomwapens moeten worden afgeschaft, maar kon geen eenstemmigheid bereiken over de wijze waarop dat zou moeten gebeu ren. Uiteindelijk kwam er niet veel meer uit de bus dan een uitspraak met: „sommigen vindenanderen echter enz. In maart 1978 kwam de bewapening wederom op de syno de ter sprake. Het op tafel liggende deputatenrapport gaf ook nu niet van eenstemmigheid blijk. Het be vatte drie voorstellen. Het eerste riep op tot een radicale afwijzing van de kernwapens (het voorstel Ver- kuyl), het tweede tot bezinning over de ernst van de situatie (het voorstel Diepenhorst), terwijl het derde voor stel de problematiek van de kernwa pens eerst in de plaatselijke kerken aan de orde wilde stellen (het voor stel Von Meyenfeldt-Bolt). Oproep Op de synode zitting van maart JL deed Prei. VaHcuyl een bewogen op- In De Koster, het vakblad van de protestants-christelijke kosters, doet P. van Diggelen een aantal sug gesties. hoe de kosters hun verant woordelijkheid ten aanzien van het energiegebruik kunnen waarmaken: Over het algemeen is er in onze ge bouwen een overvloed aan licht. Dit zou best iets minder kunnen door bijv niet élie lampen te ontsteken en in de gangen zouden best wel iets zwakkere lampen gebruikt kunnen worden. Ook ta.v. de verwarming zou wel enige zuinigheid betracht kunnen worden. Ik denk bijv. aan het afzetten van kachels in lokalitei ten die op dat moment niet in ge bruik zijn. Ook zou overwogen kun nen worden des zondags het kerkge bouw met een iets lagere tempera tuur dan de gebruikelijke te verwar men. Ik weet wel. dit kan bij de kerkgangers de nodige heisa teweeg brengen, want heus. geloof me, er is- geen verwender publiek dan kerk gangers. Iedere collega zal het in z'n loopbaan wel eens meegemaakt heb ben. en zo niet dan komt dit nog wel, dat uitgerekend van zaterdag op zondag de verwarming het af liet weten, en hij z'n mensen in een steenkoude kerk moest ontvangen. Nu de mensen kijken je aan. om van het gemopper maar niet te spreken, of JIJ het bent, die de kachel maar even expres onklaar gemaakt hebt. Ik weet wél, dat je in zo'n geval een beroerde zondag hebt. Gevangenen De Indonesische kerken bekomme ren zich. over het algemeen, maar weinig om de politieke gevangenen in hun land Dat is niet alleen, omdat zij bang zijn, zich als minderheids groep te compromitteren. Volgens ds. R. F. J Beltman, hervormd zen dingspredikant op Celebes, zit daar se principes niet noodzakelijkerwijs ook morgen nog geldig zullen zijn. „De internationale worsteling om de macht, waar ons land bij betrokken is, zal bepalen welke maatschappe lijke beginselen in de toekomst, toe gepast kunnen worden." Hij merkte op dat in de Zuidafri kaanse samenleving de kleurver schillen steeds de belangrijkste scheiding tussen de mensen is ge weest. Het verbod op gemengde hu welijken houdt de blanken apart, terwijl de niet-blanken desgewenst wel onderling kunnen trouwen. Waarschuwing Rhoodie noemde het een waardeloze geschiedenisopvatting, het voortbe staan van de natie als een bijbels beginsel te beschouwen, omdat er 500 jaar geleden geen Amerikanen, Canadezen. Australiërs, Nieuw-Zee- 1 anders of Afrikaners bestonden. Indien het nationale voortbestaan een bijbels principe zou zijn, dan kan men op historische gronden slechts roep om zowel het gebruik als het bezit van kernwapens krachtig te veroordelen. Een christen (dus ook de christen-militair) moet z.i. elke medewerking weigeren aan de kern wapenstrategie en met de mogelijk heid van eenzijdige stappen reëel rekening houden. In dit verband sprak hij ook over de schuld, die de gereformeerde kerken op zich gela den hebben door dertig jaar lang zich niet concreet uit te spreken over de atoombom. Prof. Diepenhorst ver zette zich ter synode fel tegen deze oproep. HIJ schilderde de demonie van het Oosten, het gevaar van een aantasting van de bestaande orde en verklaarde, dat een verdediging van die orde hem „nagenoeg alles waard" was. Hoewel dat zo goed als onmoge- üjk leek, ging een commissie aan het werk om deze standpunten met el kaar te verzoenen. Op de synodezit ting van dinsdag 4 april jl. stelde zij de synode voor uit te spreken, dat massavernietigingswapens „in strijd zijn met Gods Heil voor deze wereld" en dat van alle christenen verwacht mag worden „dat zU stappen onder nemen die verder van de heilloze weg der massavernietiging afvoeren". Dit voorstel werd met een ruime meer derheid aangenomen. Ander voorstel Er was nog een ander voorstel, maar dat werd verworpen. Volgens dit voorstel mag van alle christenen worden verwacht, dat zij zich ook tegen het mogelijke gebruik van kernwapens (bv. in een NAVO-stra- tegie of aan de onderhandelingsta meer achter. Hij schrijft in het zen dingsblad Vandaar: Liefde en barmhartigheid zo maar, „om niet", ook van de kant van God, gaat volstrekt in tegen het principe waarop de hele Indonesische maat schappij is gebaseerd: „Ik geef opdat ik krijg". Zomaar geven, zonder er iets voor terug te verwachten, is in principe wezensvreemd aan de Indo nesiër. Wanneer u dan ook bedenkt dat op de meeste plaatsen in Indone sië het nog niet al te lang geleden is dat het Evangelie zijn intrede deed, dan valt het niet te verwonderen dat dat het Evangelie sterk vanuit die eeuwenoude achtergrond verstaan en beleefd wordt. Dit alles verklaart al een beetje waarom het diakonaal besef bij vele Indonesische christe nen sterk onderontwikkeld is. Als God door de gelovige nauwelijks of niet beleefd wordt als de Barmharti ge en Rechtvaardige bij uitstek, dan kun je geen diakonaal elan bij die gelovige verwachten. Diakonaal in de zin van daden van barmhartig heid en gerechtigheid, zonder daar iets voor terug te verwachten. Dat is dan ook precies wat wij hier mee maken. Het diakonaat aan politieke gevangenen stelt daarom zo weinig voor omdat eventueel dienstbetoon aan deze mensen per definitie liefde „om niet" moet zijn, omdat deze mensen niets terug kunnen doen. Nu, zulk liefdebetoon trekt weinig. Dienstbetoon aan rijke of invloedrij ke mensen trekt des te meer omdat er Iets terug te verwachten valt. Mijn conclusie is dan ook dat we vooralsnog weinig te verwachten hebben van de diakonale dimensie van de Indonesische kerken, ook en juist waar het gaat om het zich be kommeren om het lot van de tiendui zenden politieke gevangenen in dit land. Daarvoor zal nog een heel lang proces van gemeentetoerusting no dig zijn. Parlement In de hervormde kerk wordt een her ziening van de classicale Indeling overwogen. Vooral uit de hoek van zeggen dat deze jonge naties in zon de ontvangen en geboren zijn. Hij waarschwude: „Wij moeten er voor oppassen te zeggen dat de Afri kaner hier door de Voorzienigheid is geplaatst. Wij moeten oppassen dat wij niet met geweld verwijderd wor den van de plaats waar wij zitten en vanwaar wij denken dat God ons geplaatst heeft." „Wij moeten weten wat het belangrijkst is. Terwijl Rome brandt zijn wij aan het goo chelen met bijbelteksten om te be wijzen dat bepaalde mensen niet an deren mogen trouwen." Hel op aarde Volgens Rhoodie betekent het grove discriminatie dat elk willekeurige blanke immigrant met een blanke immigrant met een blanke vrouw in Zuid-Afrika mag trouwen, maar bur gers van Transkei mogen dat niet. Rhoodie zei dat het gebruikelijke argument was dat „de arme kleurlin genkinderen die uit zo'n gemengd huwelijk voortkomen een hel op aar de zouden hebben. Maar indien zul ke kinderen in een hel terechtkomen bewijst dat juist hoe rot onze maat schappij reeds is." Prof. dr. Johan Heyns, theoloog aan de universiteit van Pretoria, die deel nam aan dezelfde discussie, verwiep de gedachte dat de kerk een verwijt gemaakt kan worden voor slechte theologie. Hij wierp de vraag op of andere factoren er niet voor verant woordelijk zijn dat de kerk ervan weerhouden wordt dat zij zich tegen over de gevestigde orde teweer stelt. „Is dat niet meer te wijten aan een teveel op de hemel gerichte theolo gie? Plukken wij nu niet de vruchten van een piëtistische methodistische theologie, d?e niets wil weten van de aarde, maar alleen geïnteresseerd is hoe de mens in de hemel kan ko men? vroeg hij. Kerk is regering Professor Rhoodie werd naderhand Ds. J. D. Vorster scherp aangevallen in een krante interview door dr. Johannes Jor- daan, de voorzitter van de Neder duits Gereformeerde Kerk in Natal. „Ik kan het niet eens zijn met prof. Rhoodie. Hij heeft ons niet terechte verwijten gemaakt." Dr. Jordaan zei dat de kerk begon nen was met afzonderlijke kerkdien sten, omdat zij meende dat dit de beste manier was om het woord Gods tot de mensen te brengen. De kerk moet volgens Jordaan zich wel bezighouden met discriminatie, maar zij geeft er de voorkeur aan de regering via speciale commissies toe te spreken. Jordaan zei: „Feitelijk is de kerk de regering, omdat zoveel van haar leiders kerkleden zijn." UTRECHT De commissie pluri formiteit (veelvormigheid, red.) gaat een nieuw begin maken, zij heeft daarvoor het groene licht gekregen op een vergadering van een delegatie van de bisschoppenconferentie, be staande uit kardinaal Willebrands, mgr Bluyssen, mgr Möller en mgr Simonis, met de voltallige commis sie in Utrecht. De commissie pluriformiteit (omge doopt tot „pluriformiteit en gemeen schap") krijgt het gezag van een or gaan dat bemiddelt en adviezen voor het beleid uitbrengt. Haar oorspron kelijke opdracht wordt uitgebreid. Van de ene kant is het de bedoeling dat de commissie een bemiddelende rol speelt tussen linkse of rechtse groepen en de bisschoppen, wanneer een dergelijke groep of een bisschop daarom verzoekt. iv 'vV SX; De New Yorkse boekhandelaar Breslauer kocht deze tweedelige Gutenberg Bijbel voor twee miljoen dollar. Links op de foto een afbeelding van het eerste deel (één der vroegste gedrukte boeken) en rechts de koper. fel) verzetten. Kennelijk wilde de sy node de „bruikbaarheid" van deze door haar „demonisch" genoemde wapens niet uitsluiten... Waarom? Was een krachtiger uitdrijving van demonen niet noodzakelijk, niet mo gelijk, niet wenselijk? Blijkbaar is men concrete en toekomst openende uitspraken weer uit de weg gegaan. Het behoeft dan ook niemand te verbazen, dat een insider de synode voorhield, dat gereformeerde militai ren geconfronteerd met deze syno de-uitspraak zullen zeggen: „we gaan gewoon door". (De schrijver van dit stuk, M. E. Brinkman is als theoloog verbonden aan de Vrije Universiteit te Amster dam. Hij is lid van een IKV-kern, die besprekingen in de gereformeerde sy node over het oorlogsvraagstuk volgt). Van een onzer verslaggevers ROTTERDAM De Neder landse sociologische en antro pologische vereniging heeft in een brief aan de centrale com missie voor statistiek met klem de gereformeerde bond wordt daar al lang om gevraagd, met als argument, dat door herindeling de numerieke verhoudingen tussen de modalitei ten beter tot hun recht kunnen ko men in de synode (die bestaat uit één afgevaardige uit elke classis). Hiero ver schrijft G. Alb. van Dongen in De Kerkvoogdij: Nu valt het op, dat in beschouwin gen als in De Waarheidsvriend de classicale vergaderingen uitsluitend gezien worden als grondvergaderin gen der kerk, dus als samenstellers van de meerdere kerkelijke vergade ringen. Reeds Haitjema wijst er op, dat deze taak in de omschrijving van het classicale arbeidsveld (ordinan tie 1-5-1) niet eens met zoveel woor den vermeld wordt („Nederlands hervormd kerkrecht", blz. 192). Hier boven noemde ik het reeds een „zeer afgeleid gezichtspunt". De pleidooi en voor een nieuwe classicale inde ling zouden veel aan kracht winnen, als zij niet werden onderbouwd met bijna liberaal-parlementaristische redeneringen over de gewenste re presentativiteit van de synode Het onjuiste argument behoeft een nieuwe classicale indeling niet tegen te houden. Het kan jUist zijn, wan neer volkrijke classes met veel ge meenten waarin veel ambtsdragers werkzaam zijn, de kans krijgen deze genadegaven meer ten nutte van de bredere kerkelijke verbanden aan te wenden. Dan kan splitsing en herin deling van classes een uitnemende weg zijn, om die bredere verbanden ook kerkelijk-pastoraal meer werk baar te maken. Uitgangspunt van een herindeling moet dan ook zijn: hoe kunnen de gemeenten eikaar in classicaal verband het beste dienen? En: hoe groot moet een ambtelijke vergadering maximaal zijn om (ook vergadertechnisch) nog werkelijk het karakter van een ambtelijke ver gadering te vertonen? Zulke uit gangspunten zullen voor zeer grote en grote classes wel leiden tot een nieuwe indeling. Een bijverschijnsel is dan dat zo'n schaalverkleining ook doorwerkt in de samenstelling van p.k.v. en synode. Men moet echter van bijverschijnselen geen hoofd zaak maken. Vondelingen Het CDA heeft onlangs in de Kamer opnieuw ervoor gepleit, dat het te vondeling leggen van jonggeborenen onder bepaalde voorwaarden niet langer strafbaar wordt gesteld. Daar over mevrouw mr. dr. J. C. de Meyere In Protestants Nederland: Inmiddels is in Frankrijk gebleken, dat het stelsel geen waarborg biedt tegen de mogelijkheid dat iemand zich van andermans kind meester maakt en het anoniem bezorgt bij een vondelingenhuis. Een bericht in „Le Monde" van 18 juli 1972 maakt melding van zo'n geval. Een kind. dat op 15 juli verdwenen was uit het ouderlijk huis te Saint-Ouen, werd op 16 juli aan het eind van de mid dag teruggevonden in een instituut van religieuzes van Saint-Vincent- de-Paul te Parijs, waar een onbeken de het enige uren tevoren had gede poneerd. Daar het een jongen van 7 jaar betrof, die zijn naam kon noe men, was opsporing mogelijk. Maar wanneer zo iets met een heel jong kind gebeurt, zal opsporing uiterst moeilijk zijn als de vrouw, die het kind conform de wet zonder getuigen heeft aangepakt, zich op haar geheimhoudingsplicht beroept. Gevaren in deze lijken niet uitgeslo ten. Er zijn winkelende vrouwen, die haar kind in een wagen onbeheerd op straat laten staan er er lopen psychopaten rond, die weer een kans moeten hebben. Bovendien zouden ontvoerders de gelegenheid krijgen een kind anoniem en straffeloos naar een vondelingenhuis te brengen, met welk doel dan ook, b.v. om van de ouders losgeld af te persen voor het onthullen van de verblijfplaats van het kind. Daar de consequenties van een volstrekte geheimzinnigheid met kinderen niet te overzien zijn, komt het mij noodzakelijk voor, dat vondelingenhuizen verplicht zouden moeten zijn. een officiële instantie van het in ontvangst nemen van een kind in kennis te stellen, zonder ver dere gegevens. En ouders, aan wie een kind ontroofd is, zouden het recht moeten hebben in vondelin genhuizen naspeuringen te doen. geprotesteerd tegen het voor nemen, om bij de volkstelling in 1981 niet meer te vragen naar de kerkelijke gezindte. De bij de volkstelling vastgestelde kerkelijke gezindte heeft niet alleen praktisch nut voor de overheid bij allerlei verdelingsvraagstukken. Het is vooral ook een belangrijk basisge geven bij sociaal-wetenschappelijke studie en onderzoek. De volkstelling is de enige gelegenheid, waarbij periodiek op uniforme wijze de ker kelijke gezindte van de hele bevol king vastgesteld wordt. Daardoor zijn volkstellingsgegevens meer bruikbaar dan de gegevens van de burgerlijke of kerkelijke administra ties. aldus de NSAV. De sociologen wijzen in hun brief op het belang, niet alleen voor histo risch gericht onderzoek (kerkelijke gezindte is sedert 1849 periodiek ge vraagd), maar ook voor regionaal vergelijkend en internationaal-ver- gelijkend onderzoek. Voorshands is er geen enkele reden om kerkelijke gezindte maatschappelijk gezien on belangrijk te achten. Maar zelfs al zou dat op de lange duur zo zijn, dan zou nog de mate en het tempo van het verdwijnen essentiële informatie zijn voor wetenschap en samenle ving. Steekproefonderzoek kan de volks tellingsgegevens niet vervangen, om dat dit zich tot de grotere groepen dikwijls minstens zo interessant is. Het argument van de privacy noe men de sociologen weinig overtui gend. Dat is een kwestie van hoe worden de gegevens geregistreerd en bewaard. ROTTERDAM Het plan om bij de volkstelling in 1981 geen vraag meer op te nemen over de kerkelijke ge zindheid, stuit ook op protest. Een vereniging van wetenschapsmensen (sociologen en antropologen) zegt dat het vaststellen van die kerkelij ke gezindheid niet alleen praktisch nut heeft voor overheidsinstanties en kerkgenootschappen. De cijfers leveren ook belangrijke basisgege vens op voor studie en onderzoek. En het argument dat de privé-sfeer in gevaar komt. vindt men niet overtui gend. De privé-sfeer wordt gewaar borgd door de manier waarop gege vens worden geregistreerd en be waard. niet door het achterwege la ten van bepaalde gegevens, aldus deze vereniging van wetenschaps mensen. Onze adressen: AMSTERDAM: Postbus 859 Wibautstraat 131 Tel. 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/ DORDRECHT: Postbus 948 Westblaak 4. Rotterdam Tel. 010-115588 iRed. en klachten) Schledamsevest 52 Tel. 010-115700 (adv.) DEN HAAQ/LEIDEN: Postbus 101 Parkstraat 22. Den Haag Tel 070-469445 ZWOLLEGRON1NOEN: Postbus 3 Melkmarkt 58. Zwolle Tel 05200-17030 nner rwij tzeg inwe Dr Robert Marshall, die eind sef^ tember van dit jaar zijn ambt a*—— president van de lutherse kerk In d Verenigde Staten neerlegt, zal o<icU uit de functies treden, die hij j Genève bekleedt. Hij zei, dat hij 1 van het uitvoerend comité van i lutherse wereldfederatie blijft tot 4 volgende zitting van het comité f augustus. Hij zal uit het centra comité van de wereldraad van ke, ken treden na de zitting ervan j januari 1979. Dr Marshall wil gra[ zijn werk in de prioriteitencomrr sie van de lutherse wereldfederaC afmaken evenals zijn taken in f financiële Commissie van de were£ raad. Prof. dr O. Nauta Morgen wordt de Amsterdai kerkhistoricus prof. dr D. Naul tachtig jaar. Prof. Nauta, die v 1936 tot 1968 aan de Vrije Univer J* teit kerkgeschiedenis en kerkrec doceerde en tal van generale syn lJt des als adviseur diende, is nog stee actief. Hij is vaste medewerker v Centraal Weekblad en voorzitter de redactiecommissie van het (kei historisch) Biografisch Lexici waarvan onlangs het eerste deel scheen. Gardavsky De Tsjechoslowaakse marxist filosoof Vitezslav Gardavsky is, eerst nu in het westen bekend ge\ den is, op 10 maart in Brno plot M* ling aan een hartinfarct overledi Gardavsky, die 55 jaar geworden was in de jaren zestig zeer actief r* de dialoog tussen christenen r0*™ marxisten. Hij werd internatioi bekend door zijn boeken „God niet helemaal dood" en „Hoop uil scepsis". Tot 1969 doceerde hij f sofie aan de militaire academie enEjfj kunstacademie In Brno. In dat Jl n m( werden hem alle academische en jnj bliclstlsche mogelijkheden onti men, omdat hij kritiek had gelevi r op de regering. r pU totor HET MOMENT Er zijn van die kleine dingen in het verhaal van de Emmaüsgangers waarop je moet letten. Het meest bekende woord uit dit verhaal is èrzoi misschien wel „Was ons hart niet fcellei brandende in ons..." Brandende F harten, hoeveel dominees zullen deze woorden vroeger niet boven hun preek gezet hebben. Toch is het wel de moeite waard om te vragen: wanneer begonnen die harten zo te branden, dat ze uren later nog aan die brand dachten? Ze zeggen het zelf:toen Hij onderweg met ons sprak en ons de schriften opende?" u Het brandde dus kennelijk minder hen toen het moment van de herkenning aanbrak als wel eerder, toen Hij met hen sprak. Wij kunnen nog wel eens mediteren over dat moment van herkenning en mystieken van alle eeuwen vielen er n de onmiddellijk op. Maar dat moment wordt hier achtergesteld bij dat andere, toen Hij met hen sprak. Dat komt omdat in deze verhalen altijd iets voorkomt van de tijd die nu aanbreekt. Hoe zal het gaan als de Heer voorgoed weg is? Dan zijn zulk e-prt nd a •rk t Card: n me et el >opt Oil tie momenten als dat van de herkenning er niet meer. Dan gaat Hij „naar het vlees", of hoe moeten we dat hier eigenlijk in de veertig dagen tussen Pasen en Hemelvaart zeggen?, heen en zijn er misschien wel andere momenten, maar niet meer zoals hier in Emmaus, dat ze 'Hem bij het breken van het brood herkenden. Maar dat is niet erg. Niemand hoeft het hier te missen. Want dat andere blijft. Je kunt nog best een brandend hart krijgen en delen in de verrukking om het heil. En dat zal dan gebeuren als je Hem hoort. Onderweg. Op de weg van geloof tot geloof. Want op die weg worden we niet alleen gelaten en moeten we het ook niet doen met relikwieën of allerlei soorten gewijdtost 1 toestanden, maar gewoon met de woorden die 'Hij tot ons spreekt en vooral spreken laat. Door mensen. Hij is menselijk in ons midden. In d{arok woorden die we elkaar van Hem voorlezen en waarover we met elkaiboui spreken en waarbij we ons best doeken om ze te verstaan en ze binnen te laten komen. Brandende harten op m< het moment dat de schriften gen opengaan. In de kerk en thuis en ah jtal 1 we ergens bij elkaar zijn. MST n M nste ndl elzlji r be n he' n bi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 2