Nationalistische kritiek op
Zuidafrikaanse kerk
wm
f
Besluit over kernwapens in
synode verandert niet veel
'Vraag naar kerk
moet blijven'
Ook kosters
zuinig met
energie
Commissie kijkt naar
links en rechts
in de r.k.kerk
UIT DE KERKBLADEN
Sociologen over volkstelling:
Wel de kerkelijke
gezindheid s.v.p.
Voorbijganger
Dr Robert
Marshall
Ais
VANDAAG 9]
reb
uze
uss
MAANDAG 10 APRIL 1978
KERK
T rouw/Kwartet2e==
In Zuid-Afrika valt steeds meer aan
dacht op de rol van de machtige en
invloedrijke Afrikaanse kerken in de
maatschappij, op haar ideeën over
rassenverhoudingen en haar onkriti
sche houding tegenover de politiek
en handelingen van de regering, met
welke zij zeer nauwe banden onder
houdt
De Afrikaanse kerken zijn zojuist
onder vuur genomen vanuit een zeer
onverwachte hoek Professor Nlc
Rhoodie. hoogleraar in de sociologie
aan de universiteit van Pretoria en
de oudere broer van Eschel Rhoodie.
de minister voor Informatie, heeft
enkele bittere opmerkingen ge
maakt over de Afrikaanse kerken en
hen er van beschuldigd dat zij nooit
echt bezwaar gemaakt hebben tegen
discriminatie in Zuid-Afrika
Discussie
Dit is de aanleiding geworden voor
een nieuwe discussie die op het ogen
blik gevoerd wordt in nationalisti
sche kringen. Op 31 maart zei prof.
Rhoodie tijdens een debat aan de
universiteit van Potchefstroom: „De
Afrikaanse kerken hebben nooit ver
zet geboden tegen het ontstaan van
openlijke discriminatie in onze
maatschappij. Het is ontstellend dat
de normalisatie van de menselijke
verhoudingen overgelaten wordt aan
zulke wereldse personen ais kranten
redacteuren en beleidsvoerders in de
sport en dat dezen meer dan de ker
ken doen aan het wegnemen van
discriminatie in onze maatschappij.
Rhoodie zei dat ook de wetenschap
pelijke wereld niet vrijuit gaat „en
de hoogst opgeleide mensen onder
de bangerikken in dit land zijn". Hij
door Martien Brinkman
Toen de gereformeerde synode dins
dagavond. 4 april, zich voor de zo
veelste keer over het oorlogsvraag-
stuk boog. had ze reeds twintig Jaar
bezinning achter de rug. Vanaf 1958
heeft de synode zich steeds weer op
de een of andere manier met bewa
peningsvraagstukken bezig gehou
den. In 1958 was zij van oordeel, dat
de moderne massavernietigingswa
pens weliswaar het vraagstuk „met
aangrijpende ernst" aan de orde
hadden gesteld, maar achtte zij het
probleem op zich toch nog altijd
hetzelfde gebleven. Op „hetzelfde"
probleem, nl. of de overheid zich van
wapengeweld mag bedienen, kon
nog steeds „hetzelfde" positieve ant
woord worden gegeven. De „thans
ter beschikking staande strijdmid
delen" deden daar niets aan toe of af.
Abattoir
Toch hadden al ver vóór de introduc
tie van de atoombom enkele gerefor
meerden oog voor andere vragen en
andere antwoorden. Zo schreef Prof.
II. Bavinck reeds enkele maanden na
het uitbreken van de eerste wereld
oorlog: „Nooit heeft de mensheid het
in de kunst van het vernielen zo ver
als in deze oorlog gebracht. Al wat
wetenschap en techniek in de laatste
eeuw hebben uitgedacht, wordt in
dienst van de vernieling gesteld" en
„De moderne oorlog is geen oorlog
van mensen maar van machines, het
slagveld is een abattoir geworden..."
In de jaren dertig bestond er ook een
Gereformeerde Vereniging voor daad
werkelijke vredesactie. Zij sprak in
haar beginselverklaring een onom
wonden neen uit tegen de toenmali
ge massavernietlngswapens (chemi
sche en bacteriologische). Tevens
wees zilop het amorele karakter van
deze wapens, die de Juiste verhou
ding tussen doel en middelen uit het
oog doen verliezen, die vooral on-
schuldigen treffen en die het onder
scheid tussen defensieve en offensie
ve oorlogen teniet doen. Deze „vre
desduiven" waren echter eenlingen
temidden van de militante „havi
ken". In tegenstelling tot de doper-
sen hebben de gereformeerden nu
eenmaal geen pacifistische traditie
hoog te houden. Het is dan ook te
begrijpen, dat de Leidse Prof. G. J.
Heering m 1931 schreef over de „mili
taristische Ideologie.' van de gerefor
meerden. Hoe het ook zij, opvallend
is in elk geval het feit, dat zeer vele
gereformeerden van oudsher in het
militaire bedrijf hun brood ver
dienen.
Kritiek nam toe
Na het verschijnen van het hervorm
de kernwapenrapport in 1962 zien we
echter ook in de gereformeerde ker
ken de kritische geluiden sterker
door Hennie Serfontein
voegde hieraan toe. „Aan de koffie
tafel wordt kritiek geuit, maar die
komt nooit naar buiten. De mensen
die de leiding nemen zijn journalis
ten en sportleiders. Pas dan volgt de
kerk Is het niet vreemd, dat journa
listen en sportleiders meer moed
hebben dan de kerk?" vroeg hij.
Prof. Rhoodie is een stoere nationa
list en een intieme adviseur van dr.
Conny Mulder, de nieuwe minister
voor plurale ontwikkeling, het nieu
we woord voor het ministerie van
bantoezaken.
Leemten
Zijn opmerkingen weerspiegelen de
groeiende onlust onder de bezorgde
nationalisten over belangrijke leem
ten in de nationalistische filosofie,
die zogenaamd gebaseerd is op reli
gieuze uitgangspunten. Professor
Rhoodie merkte op dat het in Zuid-
Afrika vaak zo is dat verdrukking
van anderen iemands principe is.
„Onder de mantel van het beginsel
worden meer discriminerende maat
regelen ingevoerd dan omgekeerd."
Hij waarschuwde dat de hedendaag-
worden. Daartoe met name geïnspi
reerd door de oude Prof. Brillenburg
Wurth Zond het Gereformeerd Vre
desberaad een open brief aan de sy
node met het verzoek zich duidelijk
uit te spreken tegen de kernwapens.
Deze brief werd nooit officieel be
handeld. Inmiddels had de synode
zelf het onderwerp weer „in studie"
genomen. Pas in 1971 kwam er iets
concreets uit die bezinning. In elk
geval bleek nu het besef gegroeid,
dat er met de atoombewapening fa
tale grenzen zijn overschreden. De
synode sprak uit, in de atoombewa
pening demonische trekken te zien.
Men gaf de Indruk het erover eens te
zijn, dat de atoomwapens moeten
worden afgeschaft, maar kon geen
eenstemmigheid bereiken over de
wijze waarop dat zou moeten gebeu
ren. Uiteindelijk kwam er niet veel
meer uit de bus dan een uitspraak
met: „sommigen vindenanderen
echter enz. In maart 1978 kwam
de bewapening wederom op de syno
de ter sprake. Het op tafel liggende
deputatenrapport gaf ook nu niet
van eenstemmigheid blijk. Het be
vatte drie voorstellen. Het eerste
riep op tot een radicale afwijzing van
de kernwapens (het voorstel Ver-
kuyl), het tweede tot bezinning over
de ernst van de situatie (het voorstel
Diepenhorst), terwijl het derde voor
stel de problematiek van de kernwa
pens eerst in de plaatselijke kerken
aan de orde wilde stellen (het voor
stel Von Meyenfeldt-Bolt).
Oproep
Op de synode zitting van maart JL
deed Prei. VaHcuyl een bewogen op-
In De Koster, het vakblad van de
protestants-christelijke kosters,
doet P. van Diggelen een aantal sug
gesties. hoe de kosters hun verant
woordelijkheid ten aanzien van het
energiegebruik kunnen waarmaken:
Over het algemeen is er in onze ge
bouwen een overvloed aan licht. Dit
zou best iets minder kunnen door
bijv niet élie lampen te ontsteken en
in de gangen zouden best wel iets
zwakkere lampen gebruikt kunnen
worden. Ook ta.v. de verwarming
zou wel enige zuinigheid betracht
kunnen worden. Ik denk bijv. aan
het afzetten van kachels in lokalitei
ten die op dat moment niet in ge
bruik zijn. Ook zou overwogen kun
nen worden des zondags het kerkge
bouw met een iets lagere tempera
tuur dan de gebruikelijke te verwar
men. Ik weet wel. dit kan bij de
kerkgangers de nodige heisa teweeg
brengen, want heus. geloof me, er is-
geen verwender publiek dan kerk
gangers. Iedere collega zal het in z'n
loopbaan wel eens meegemaakt heb
ben. en zo niet dan komt dit nog wel,
dat uitgerekend van zaterdag op
zondag de verwarming het af liet
weten, en hij z'n mensen in een
steenkoude kerk moest ontvangen.
Nu de mensen kijken je aan. om van
het gemopper maar niet te spreken,
of JIJ het bent, die de kachel maar
even expres onklaar gemaakt hebt.
Ik weet wél, dat je in zo'n geval een
beroerde zondag hebt.
Gevangenen
De Indonesische kerken bekomme
ren zich. over het algemeen, maar
weinig om de politieke gevangenen
in hun land Dat is niet alleen, omdat
zij bang zijn, zich als minderheids
groep te compromitteren. Volgens
ds. R. F. J Beltman, hervormd zen
dingspredikant op Celebes, zit daar
se principes niet noodzakelijkerwijs
ook morgen nog geldig zullen zijn.
„De internationale worsteling om de
macht, waar ons land bij betrokken
is, zal bepalen welke maatschappe
lijke beginselen in de toekomst, toe
gepast kunnen worden."
Hij merkte op dat in de Zuidafri
kaanse samenleving de kleurver
schillen steeds de belangrijkste
scheiding tussen de mensen is ge
weest. Het verbod op gemengde hu
welijken houdt de blanken apart,
terwijl de niet-blanken desgewenst
wel onderling kunnen trouwen.
Waarschuwing
Rhoodie noemde het een waardeloze
geschiedenisopvatting, het voortbe
staan van de natie als een bijbels
beginsel te beschouwen, omdat er
500 jaar geleden geen Amerikanen,
Canadezen. Australiërs, Nieuw-Zee-
1 anders of Afrikaners bestonden.
Indien het nationale voortbestaan
een bijbels principe zou zijn, dan kan
men op historische gronden slechts
roep om zowel het gebruik als het
bezit van kernwapens krachtig te
veroordelen. Een christen (dus ook
de christen-militair) moet z.i. elke
medewerking weigeren aan de kern
wapenstrategie en met de mogelijk
heid van eenzijdige stappen reëel
rekening houden. In dit verband
sprak hij ook over de schuld, die de
gereformeerde kerken op zich gela
den hebben door dertig jaar lang
zich niet concreet uit te spreken over
de atoombom. Prof. Diepenhorst ver
zette zich ter synode fel tegen deze
oproep. HIJ schilderde de demonie
van het Oosten, het gevaar van een
aantasting van de bestaande orde en
verklaarde, dat een verdediging van
die orde hem „nagenoeg alles waard"
was. Hoewel dat zo goed als onmoge-
üjk leek, ging een commissie aan het
werk om deze standpunten met el
kaar te verzoenen. Op de synodezit
ting van dinsdag 4 april jl. stelde zij
de synode voor uit te spreken, dat
massavernietigingswapens „in strijd
zijn met Gods Heil voor deze wereld"
en dat van alle christenen verwacht
mag worden „dat zU stappen onder
nemen die verder van de heilloze weg
der massavernietiging afvoeren". Dit
voorstel werd met een ruime meer
derheid aangenomen.
Ander voorstel
Er was nog een ander voorstel, maar
dat werd verworpen. Volgens dit
voorstel mag van alle christenen
worden verwacht, dat zij zich ook
tegen het mogelijke gebruik van
kernwapens (bv. in een NAVO-stra-
tegie of aan de onderhandelingsta
meer achter. Hij schrijft in het zen
dingsblad Vandaar:
Liefde en barmhartigheid zo maar,
„om niet", ook van de kant van God,
gaat volstrekt in tegen het principe
waarop de hele Indonesische maat
schappij is gebaseerd: „Ik geef opdat
ik krijg". Zomaar geven, zonder er
iets voor terug te verwachten, is in
principe wezensvreemd aan de Indo
nesiër. Wanneer u dan ook bedenkt
dat op de meeste plaatsen in Indone
sië het nog niet al te lang geleden is
dat het Evangelie zijn intrede deed,
dan valt het niet te verwonderen dat
dat het Evangelie sterk vanuit die
eeuwenoude achtergrond verstaan
en beleefd wordt. Dit alles verklaart
al een beetje waarom het diakonaal
besef bij vele Indonesische christe
nen sterk onderontwikkeld is. Als
God door de gelovige nauwelijks of
niet beleefd wordt als de Barmharti
ge en Rechtvaardige bij uitstek, dan
kun je geen diakonaal elan bij die
gelovige verwachten. Diakonaal in
de zin van daden van barmhartig
heid en gerechtigheid, zonder daar
iets voor terug te verwachten. Dat is
dan ook precies wat wij hier mee
maken. Het diakonaat aan politieke
gevangenen stelt daarom zo weinig
voor omdat eventueel dienstbetoon
aan deze mensen per definitie liefde
„om niet" moet zijn, omdat deze
mensen niets terug kunnen doen.
Nu, zulk liefdebetoon trekt weinig.
Dienstbetoon aan rijke of invloedrij
ke mensen trekt des te meer omdat
er Iets terug te verwachten valt.
Mijn conclusie is dan ook dat we
vooralsnog weinig te verwachten
hebben van de diakonale dimensie
van de Indonesische kerken, ook en
juist waar het gaat om het zich be
kommeren om het lot van de tiendui
zenden politieke gevangenen in dit
land. Daarvoor zal nog een heel lang
proces van gemeentetoerusting no
dig zijn.
Parlement
In de hervormde kerk wordt een her
ziening van de classicale Indeling
overwogen. Vooral uit de hoek van
zeggen dat deze jonge naties in zon
de ontvangen en geboren zijn.
Hij waarschwude: „Wij moeten er
voor oppassen te zeggen dat de Afri
kaner hier door de Voorzienigheid is
geplaatst. Wij moeten oppassen dat
wij niet met geweld verwijderd wor
den van de plaats waar wij zitten en
vanwaar wij denken dat God ons
geplaatst heeft." „Wij moeten weten
wat het belangrijkst is. Terwijl
Rome brandt zijn wij aan het goo
chelen met bijbelteksten om te be
wijzen dat bepaalde mensen niet an
deren mogen trouwen."
Hel op aarde
Volgens Rhoodie betekent het grove
discriminatie dat elk willekeurige
blanke immigrant met een blanke
immigrant met een blanke vrouw in
Zuid-Afrika mag trouwen, maar bur
gers van Transkei mogen dat niet.
Rhoodie zei dat het gebruikelijke
argument was dat „de arme kleurlin
genkinderen die uit zo'n gemengd
huwelijk voortkomen een hel op aar
de zouden hebben. Maar indien zul
ke kinderen in een hel terechtkomen
bewijst dat juist hoe rot onze maat
schappij reeds is."
Prof. dr. Johan Heyns, theoloog aan
de universiteit van Pretoria, die deel
nam aan dezelfde discussie, verwiep
de gedachte dat de kerk een verwijt
gemaakt kan worden voor slechte
theologie. Hij wierp de vraag op of
andere factoren er niet voor verant
woordelijk zijn dat de kerk ervan
weerhouden wordt dat zij zich tegen
over de gevestigde orde teweer stelt.
„Is dat niet meer te wijten aan een
teveel op de hemel gerichte theolo
gie? Plukken wij nu niet de vruchten
van een piëtistische methodistische
theologie, d?e niets wil weten van de
aarde, maar alleen geïnteresseerd is
hoe de mens in de hemel kan ko
men? vroeg hij.
Kerk is regering
Professor Rhoodie werd naderhand
Ds. J. D. Vorster
scherp aangevallen in een krante
interview door dr. Johannes Jor-
daan, de voorzitter van de Neder
duits Gereformeerde Kerk in Natal.
„Ik kan het niet eens zijn met prof.
Rhoodie. Hij heeft ons niet terechte
verwijten gemaakt."
Dr. Jordaan zei dat de kerk begon
nen was met afzonderlijke kerkdien
sten, omdat zij meende dat dit de
beste manier was om het woord
Gods tot de mensen te brengen.
De kerk moet volgens Jordaan zich
wel bezighouden met discriminatie,
maar zij geeft er de voorkeur aan de
regering via speciale commissies toe
te spreken. Jordaan zei: „Feitelijk is
de kerk de regering, omdat zoveel
van haar leiders kerkleden zijn."
UTRECHT De commissie pluri
formiteit (veelvormigheid, red.) gaat
een nieuw begin maken, zij heeft
daarvoor het groene licht gekregen
op een vergadering van een delegatie
van de bisschoppenconferentie, be
staande uit kardinaal Willebrands,
mgr Bluyssen, mgr Möller en mgr
Simonis, met de voltallige commis
sie in Utrecht.
De commissie pluriformiteit (omge
doopt tot „pluriformiteit en gemeen
schap") krijgt het gezag van een or
gaan dat bemiddelt en adviezen voor
het beleid uitbrengt. Haar oorspron
kelijke opdracht wordt uitgebreid.
Van de ene kant is het de bedoeling
dat de commissie een bemiddelende
rol speelt tussen linkse of rechtse
groepen en de bisschoppen, wanneer
een dergelijke groep of een bisschop
daarom verzoekt.
iv 'vV
SX;
De New Yorkse boekhandelaar Breslauer kocht deze tweedelige
Gutenberg Bijbel voor twee miljoen dollar. Links op de foto een
afbeelding van het eerste deel (één der vroegste gedrukte boeken)
en rechts de koper.
fel) verzetten. Kennelijk wilde de sy
node de „bruikbaarheid" van deze
door haar „demonisch" genoemde
wapens niet uitsluiten... Waarom?
Was een krachtiger uitdrijving van
demonen niet noodzakelijk, niet mo
gelijk, niet wenselijk? Blijkbaar is
men concrete en toekomst openende
uitspraken weer uit de weg gegaan.
Het behoeft dan ook niemand te
verbazen, dat een insider de synode
voorhield, dat gereformeerde militai
ren geconfronteerd met deze syno
de-uitspraak zullen zeggen: „we
gaan gewoon door".
(De schrijver van dit stuk, M. E.
Brinkman is als theoloog verbonden
aan de Vrije Universiteit te Amster
dam. Hij is lid van een IKV-kern, die
besprekingen in de gereformeerde sy
node over het oorlogsvraagstuk volgt).
Van een onzer verslaggevers
ROTTERDAM De Neder
landse sociologische en antro
pologische vereniging heeft in
een brief aan de centrale com
missie voor statistiek met klem
de gereformeerde bond wordt daar al
lang om gevraagd, met als argument,
dat door herindeling de numerieke
verhoudingen tussen de modalitei
ten beter tot hun recht kunnen ko
men in de synode (die bestaat uit één
afgevaardige uit elke classis). Hiero
ver schrijft G. Alb. van Dongen in De
Kerkvoogdij:
Nu valt het op, dat in beschouwin
gen als in De Waarheidsvriend de
classicale vergaderingen uitsluitend
gezien worden als grondvergaderin
gen der kerk, dus als samenstellers
van de meerdere kerkelijke vergade
ringen. Reeds Haitjema wijst er op,
dat deze taak in de omschrijving van
het classicale arbeidsveld (ordinan
tie 1-5-1) niet eens met zoveel woor
den vermeld wordt („Nederlands
hervormd kerkrecht", blz. 192). Hier
boven noemde ik het reeds een „zeer
afgeleid gezichtspunt". De pleidooi
en voor een nieuwe classicale inde
ling zouden veel aan kracht winnen,
als zij niet werden onderbouwd met
bijna liberaal-parlementaristische
redeneringen over de gewenste re
presentativiteit van de synode
Het onjuiste argument behoeft een
nieuwe classicale indeling niet tegen
te houden. Het kan jUist zijn, wan
neer volkrijke classes met veel ge
meenten waarin veel ambtsdragers
werkzaam zijn, de kans krijgen deze
genadegaven meer ten nutte van de
bredere kerkelijke verbanden aan te
wenden. Dan kan splitsing en herin
deling van classes een uitnemende
weg zijn, om die bredere verbanden
ook kerkelijk-pastoraal meer werk
baar te maken. Uitgangspunt van
een herindeling moet dan ook zijn:
hoe kunnen de gemeenten eikaar in
classicaal verband het beste dienen?
En: hoe groot moet een ambtelijke
vergadering maximaal zijn om (ook
vergadertechnisch) nog werkelijk
het karakter van een ambtelijke ver
gadering te vertonen? Zulke uit
gangspunten zullen voor zeer grote
en grote classes wel leiden tot een
nieuwe indeling. Een bijverschijnsel
is dan dat zo'n schaalverkleining ook
doorwerkt in de samenstelling van
p.k.v. en synode. Men moet echter
van bijverschijnselen geen hoofd
zaak maken.
Vondelingen
Het CDA heeft onlangs in de Kamer
opnieuw ervoor gepleit, dat het te
vondeling leggen van jonggeborenen
onder bepaalde voorwaarden niet
langer strafbaar wordt gesteld. Daar
over mevrouw mr. dr. J. C. de Meyere
In Protestants Nederland:
Inmiddels is in Frankrijk gebleken,
dat het stelsel geen waarborg biedt
tegen de mogelijkheid dat iemand
zich van andermans kind meester
maakt en het anoniem bezorgt bij
een vondelingenhuis. Een bericht in
„Le Monde" van 18 juli 1972 maakt
melding van zo'n geval. Een kind.
dat op 15 juli verdwenen was uit het
ouderlijk huis te Saint-Ouen, werd
op 16 juli aan het eind van de mid
dag teruggevonden in een instituut
van religieuzes van Saint-Vincent-
de-Paul te Parijs, waar een onbeken
de het enige uren tevoren had gede
poneerd. Daar het een jongen van 7
jaar betrof, die zijn naam kon noe
men, was opsporing mogelijk. Maar
wanneer zo iets met een heel jong
kind gebeurt, zal opsporing uiterst
moeilijk zijn als de vrouw, die het
kind conform de wet zonder
getuigen heeft aangepakt, zich op
haar geheimhoudingsplicht beroept.
Gevaren in deze lijken niet uitgeslo
ten. Er zijn winkelende vrouwen, die
haar kind in een wagen onbeheerd
op straat laten staan er er lopen
psychopaten rond, die weer een kans
moeten hebben. Bovendien zouden
ontvoerders de gelegenheid krijgen
een kind anoniem en straffeloos naar
een vondelingenhuis te brengen, met
welk doel dan ook, b.v. om van de
ouders losgeld af te persen voor het
onthullen van de verblijfplaats van
het kind. Daar de consequenties van
een volstrekte geheimzinnigheid
met kinderen niet te overzien zijn,
komt het mij noodzakelijk voor, dat
vondelingenhuizen verplicht zouden
moeten zijn. een officiële instantie
van het in ontvangst nemen van een
kind in kennis te stellen, zonder ver
dere gegevens. En ouders, aan wie
een kind ontroofd is, zouden het
recht moeten hebben in vondelin
genhuizen naspeuringen te doen.
geprotesteerd tegen het voor
nemen, om bij de volkstelling
in 1981 niet meer te vragen
naar de kerkelijke gezindte.
De bij de volkstelling vastgestelde
kerkelijke gezindte heeft niet alleen
praktisch nut voor de overheid bij
allerlei verdelingsvraagstukken. Het
is vooral ook een belangrijk basisge
geven bij sociaal-wetenschappelijke
studie en onderzoek. De volkstelling
is de enige gelegenheid, waarbij
periodiek op uniforme wijze de ker
kelijke gezindte van de hele bevol
king vastgesteld wordt. Daardoor
zijn volkstellingsgegevens meer
bruikbaar dan de gegevens van de
burgerlijke of kerkelijke administra
ties. aldus de NSAV.
De sociologen wijzen in hun brief op
het belang, niet alleen voor histo
risch gericht onderzoek (kerkelijke
gezindte is sedert 1849 periodiek ge
vraagd), maar ook voor regionaal
vergelijkend en internationaal-ver-
gelijkend onderzoek. Voorshands is
er geen enkele reden om kerkelijke
gezindte maatschappelijk gezien on
belangrijk te achten. Maar zelfs al
zou dat op de lange duur zo zijn, dan
zou nog de mate en het tempo van
het verdwijnen essentiële informatie
zijn voor wetenschap en samenle
ving.
Steekproefonderzoek kan de volks
tellingsgegevens niet vervangen, om
dat dit zich tot de grotere groepen
dikwijls minstens zo interessant is.
Het argument van de privacy noe
men de sociologen weinig overtui
gend. Dat is een kwestie van hoe
worden de gegevens geregistreerd en
bewaard.
ROTTERDAM Het plan om bij de
volkstelling in 1981 geen vraag meer
op te nemen over de kerkelijke ge
zindheid, stuit ook op protest. Een
vereniging van wetenschapsmensen
(sociologen en antropologen) zegt
dat het vaststellen van die kerkelij
ke gezindheid niet alleen praktisch
nut heeft voor overheidsinstanties
en kerkgenootschappen. De cijfers
leveren ook belangrijke basisgege
vens op voor studie en onderzoek. En
het argument dat de privé-sfeer in
gevaar komt. vindt men niet overtui
gend. De privé-sfeer wordt gewaar
borgd door de manier waarop gege
vens worden geregistreerd en be
waard. niet door het achterwege la
ten van bepaalde gegevens, aldus
deze vereniging van wetenschaps
mensen.
Onze adressen:
AMSTERDAM:
Postbus 859
Wibautstraat 131
Tel. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/
DORDRECHT:
Postbus 948
Westblaak 4. Rotterdam
Tel. 010-115588
iRed. en klachten)
Schledamsevest 52
Tel. 010-115700 (adv.)
DEN HAAQ/LEIDEN:
Postbus 101
Parkstraat 22. Den Haag
Tel 070-469445
ZWOLLEGRON1NOEN:
Postbus 3
Melkmarkt 58. Zwolle
Tel 05200-17030
nner
rwij
tzeg
inwe
Dr Robert Marshall, die eind sef^
tember van dit jaar zijn ambt a*——
president van de lutherse kerk In d
Verenigde Staten neerlegt, zal o<icU
uit de functies treden, die hij j
Genève bekleedt. Hij zei, dat hij 1
van het uitvoerend comité van i
lutherse wereldfederatie blijft tot 4
volgende zitting van het comité f
augustus. Hij zal uit het centra
comité van de wereldraad van ke,
ken treden na de zitting ervan j
januari 1979. Dr Marshall wil gra[
zijn werk in de prioriteitencomrr
sie van de lutherse wereldfederaC
afmaken evenals zijn taken in f
financiële Commissie van de were£
raad.
Prof. dr O. Nauta
Morgen wordt de Amsterdai
kerkhistoricus prof. dr D. Naul
tachtig jaar. Prof. Nauta, die v
1936 tot 1968 aan de Vrije Univer J*
teit kerkgeschiedenis en kerkrec
doceerde en tal van generale syn lJt
des als adviseur diende, is nog stee
actief. Hij is vaste medewerker v
Centraal Weekblad en voorzitter
de redactiecommissie van het (kei
historisch) Biografisch Lexici
waarvan onlangs het eerste deel
scheen.
Gardavsky
De Tsjechoslowaakse marxist
filosoof Vitezslav Gardavsky is,
eerst nu in het westen bekend ge\
den is, op 10 maart in Brno plot M*
ling aan een hartinfarct overledi
Gardavsky, die 55 jaar geworden
was in de jaren zestig zeer actief r*
de dialoog tussen christenen r0*™
marxisten. Hij werd internatioi
bekend door zijn boeken „God
niet helemaal dood" en „Hoop uil
scepsis". Tot 1969 doceerde hij f
sofie aan de militaire academie enEjfj
kunstacademie In Brno. In dat Jl n m(
werden hem alle academische en jnj
bliclstlsche mogelijkheden onti
men, omdat hij kritiek had gelevi r
op de regering. r pU
totor
HET MOMENT
Er zijn van die kleine dingen in het
verhaal van de Emmaüsgangers
waarop je moet letten. Het meest
bekende woord uit dit verhaal is èrzoi
misschien wel „Was ons hart niet fcellei
brandende in ons..." Brandende F
harten, hoeveel dominees zullen
deze woorden vroeger niet boven
hun preek gezet hebben. Toch is het
wel de moeite waard om te vragen:
wanneer begonnen die harten zo te
branden, dat ze uren later nog aan
die brand dachten? Ze zeggen het
zelf:toen Hij onderweg met ons
sprak en ons de schriften opende?" u
Het brandde dus kennelijk minder
hen toen het moment van de
herkenning aanbrak als wel eerder,
toen Hij met hen sprak. Wij kunnen
nog wel eens mediteren over dat
moment van herkenning en
mystieken van alle eeuwen vielen er n de
onmiddellijk op. Maar dat moment
wordt hier achtergesteld bij dat
andere, toen Hij met hen sprak. Dat
komt omdat in deze verhalen altijd
iets voorkomt van de tijd die nu
aanbreekt. Hoe zal het gaan als de
Heer voorgoed weg is? Dan zijn zulk e-prt
nd a
•rk t
Card:
n me
et el
>opt
Oil tie
momenten als dat van de
herkenning er niet meer. Dan gaat
Hij „naar het vlees", of hoe moeten
we dat hier eigenlijk in de veertig
dagen tussen Pasen en Hemelvaart
zeggen?, heen en zijn er misschien
wel andere momenten, maar niet
meer zoals hier in Emmaus, dat ze
'Hem bij het breken van het brood
herkenden. Maar dat is niet erg.
Niemand hoeft het hier te missen.
Want dat andere blijft. Je kunt nog
best een brandend hart krijgen en
delen in de verrukking om het heil.
En dat zal dan gebeuren als je Hem
hoort. Onderweg. Op de weg van
geloof tot geloof. Want op die weg
worden we niet alleen gelaten en
moeten we het ook niet doen met
relikwieën of allerlei soorten gewijdtost 1
toestanden, maar gewoon met de
woorden die 'Hij tot ons spreekt en
vooral spreken laat. Door mensen.
Hij is menselijk in ons midden. In d{arok
woorden die we elkaar van Hem
voorlezen en waarover we met elkaiboui
spreken en waarbij we ons best doeken
om ze te verstaan en ze binnen te
laten komen. Brandende harten op m<
het moment dat de schriften gen
opengaan. In de kerk en thuis en ah jtal 1
we ergens bij elkaar zijn.
MST
n M
nste
ndl
elzlji
r be
n he'
n bi