Op zoek naar de historische Saul
f!7E \0>l
c
E
EB
Pleidooi voor de wederkomst der oude vrouwtjes
II
4
QT?ï§-ï
KERK
Doorgaan met
ontwikkelingshulp?
BON
Prijs in Kameroen
voor uitgeverij CLE
KOK KAMPEN
Augsburger belijdenis
niet met-r.k. in strijd
VANDAAG
Voorbijgangers
3
Oudtestamentische
wijnpers gevonden
M
ZATERDAG 8 APRIL 1978
Trouw/Kwartet
ATER
door drs. F. J. Hoogewoud
Twee scherven uit 1200 v. C. heb
ben opnieuw de vraag aan de orde
gesteld naar het begin van een
schriftcultuur bij de Israëlieten.
Een vraag die samenhangt met vra
gen over de historische betrouw
baarheid van de bijbelse verhalen
over de richteren en de eerste ko
ningen.
Vondst
De beschreven scherven werden in
augustus 1976 bij opgravingen ge
vonden in de Izbet Tsartah, dat op
een afstand van 15 km. ten oosten
van Tel Aviv ligt. Izbet Tsartah zou
volgens de opgravers het bijbelse
Eben-Haézer zijn. de plaats aan de
voet van het bergland waar de Fi
listijnen (vanuit het nabijgelegen
Afek) de ark op de Israëlieten vero
verden (1 Samuël 4 en 5).
De twee aan elkaar passende scher
ven worden rond 1200 v. C geda
teerd. de periode van de Richteren.
Op vijf regels zijn 83 letters met een
fijn Instrument ingekrast, maar
slechts de onderste regel (zie de
afbeelding» heeft men kunnen „le
zen". Het blijkt te gaan om een abc
in een schrift dat voorafging aan
het Fenicische en oud-hebreeuwse
schrift. Zoals bekend bleef het ou-
hebreeuwse schrift in gebruik
tot aan de opkomst van het beken
de kwadraatschrift, rond de derde
eeuw v. C
Hiermee is het oudste ..abc" in dit
(proto-kanafinitische» schrift ont
dekt Het telt 22 (of 21) letters en is
bovendien van links naar rechts
geschreven (waar latere inscripties
en het Hebreeuws tot op beden van
rechts naar links geschreven
wordt).
Juist omdat we uit deze vroege
periode van Israëls geschiedenis
over zo weinig authentieke teksten
beschikken, is deze vondst van be
lang voor ons beeld van schrijf
kunst in die tijd. De bijbelse tek
sten zelf dragen weinig materiaal
aan voor dat beeld. Of het moest
zijn Richteren 8 vers 14 waar spra
ke is van een „(jonge) man" uit
Sukkot die door Gideon gevangen
werd. De man in kwestie schrijft
dan de namen van 77 vorsten en
oudsten van Sukkot voor Gideon
op. Een bewijs voor algemene
schrijf- en leeskunst? Of gaat het
hier om iemand die betrokken was
bij de administratie? In elk geval
betreft het hier een niet-Israëiiet.
De vondst van zomer 1976 nu levert
een authentiek bewijs van schrijf
kunst uit die tijd. Het gaat waar
schijnlijk om een schrijfoefening
van een leerling die onderaan de
scherf het alfabet als voorbeeld in
kraste. Omdat de opgravers stellen
dat Izbet Tsartah een typisch Is-
raëlietische nederzetting was. con
cluderen zij ook tot een bewijs van
schrijfkunst bij de Israëlieten.
Deze conclusie valt echter wel te
bestrijden.
De recente publikatie van de
vondst in het Israëlische archeolo
gische tijdschrift „Tel Aviv" is een
goede aanleiding om aandacht te
vragen voor K.A.D. Smeliks disser
tatie van afgelopen zomer. Onder
de titel „Saul, de voorstelling van
Israëls eerste koning in de Masore-
tische tekst van het Oude Testa
ment" schreef hij. onder leiding
van de Amsterdamse hoogleraren
Beek en Deurloo. over de histori
sche betriuwbaarheid van bijbelse
teksten over Saul, met name in 1
Samuël 9-31.
Bij dat onderzoek is één van de
eerste vragen die naar het begin
van de geschiedschrijving in Israël,
respectievelijk naar het begin van
de schrijfkunst in Israël überhaupt.
Op grond van het feit dat er zo
weinig inscripties bekend zijn
voor Smelik is het nog maar de
vraag of de zeldzame vondst uit
Izbet Tsartah van een Israëliet is
en op basis van de spaarzaamheid
der bijbelse gegevens over schrijf
kunst in de dagen der richteren en
van Saul concludeert Smelik. dat
het hem onwaarschijnlijk lijkt, dat
we in de verhalen over Saul met
„ooggetuige-verslagen" te maken
hebben.
De literair hoogstaande verhalen in
de Samuëlboeken veronderstellen
een literaire traditie van een be
paald niveau. Dat heeft zich op zijn
vroegst onder Salomo (10e eeuw v.
C.) met hofschrijvers ontwikkeld
Als er dan ook verwezen wordt in 1
Koningen 11:41 naar „het boek der
geschiedenis van Salomo", kunnen
we denken aan hofannalen (jaar
boeken; red.) naar Egyptisch voor
beeld. Of de literaire traditie in
Salomo's tijd al zover is dat men in
staat is tot een schepping als de
Samuëlboeken waagt Smelik sterk
te betwijfelen.
Bewijzen?
Opvallend is hoe in de historiscn-
kritische wetenschap wel aangeno
men wordt dat de eindredactie van
de Samuëlboeken in de Babyloni
sche Ballingschap (zesde eeuw v.
C.) heeft plaats gevonden, maar dat
vrij algemeen (meestal zonder be
wijs) wordt verondersteld dat de
meeste verhalen en gegevens uit
Samuël teruggaan tot niet lang na
de beschreven tijd.
Zonder „bewijzen", maar met een
reeks „waarschijnlijkheden" pro
beert Smelik deze gangbare opvat
tingen te ondergraven. Hij be
schouwt de Samuëlboeken als een
oorspronkelijk literaire compositie
uit de periode van de Babylonische
ballingschap. Voor deze stelling
voert hij buiten-bijbelse teksten
aan an onderwerpt de bijbelse tek
sten aan een hernieuwd kritisch
onderzoek.
Er zijn geen buiten-bijbelse teksten
uit Egypte of het Tweestromen
land, die melding maken van Saul.
De literaire nalatenschap der tijd
genoten is uiterst gering.
Wél is het boeiend om bij Smelik te
zien welke vormen de oudoosterse
geschiedschrijving heeft gekend,
zodat we authentiek vergelijkings
materiaal hebben. Zo kende men
annalen, Inscripties, sagen en le
genden,'en natuurlijk ook brieven,
verdragen e.d. De geschiedschrij-
Uit de prentbijbel van Pieter H. Schilt (1659).
ving in het Oude Nabije Oosten
was voornamelijk geconcentreerd
op de daden van de koning, die
over het algemeen zeer positief
naar voren komt. In de meeste ge
vallen is deze literatuur ook van
het koninklijke hof afkomstig en
waren de schrijvers van het hof
afhankelijk.
Op zoek naar een karakterisering
van de Samuël-boeken wijst Sme
lik op mesopotamische pseudo-
kronieken. Deze pseudo-kronieken
stammen uit ong. 1850 v. C., maar
staan op naam van koningen uit
een vroegere tijd. Als voorbeeld
noemt hij een tekst waarin het de
schrijver niet zo zeer te doen was
om geschiedenis vast te leggen, als
wel om aan te tonen dat een vroe
ger tekort aan eerbied voor het
heiligdom ogenblikkelijk door de
goden bestraft werd. Het gaat hier
bij dus om literatuur met een
„boodschap", waarin historisch
materiaal is gebruikt. In de Samu-
el-boeken met verhalen over de elf
de eeuw v. C. en tot stand gebracht
in de zesde eeuw v. C. zouden we
met een soort pseudo-kronieken te
maken hebben.
Bijbelse teksten
Bij zijn uitgebreid onderzoek naar
het historisch gehalte van de tek
sten over Saul in de Samuëlboeken
weet Smelik veel vraagtekens te
zetten bij de historische waarde der
verhalen. Over de mogelijk slechts
twee jaar durende regering van
Saul (vergelijk: 1 Samuël 13: vers 1)
zouden we naast allerlei histo
risch waarschijnlijke trekken in de
gegeven verhalen slechts zeer
weinig echt historische berichten
bezitten. Het belangrijkste bericht
vinden we in 1 Samuël 14: vers 47
52, over Sauls strijd met Filistij
nen, Moabieten en andere volken
en de namen van Sauls familie.
In dit onderzoek wordt hij steeds
bevestigd in zijn veronderstelling
dat veel aan de (creatieve) schrij
vers van de Samuël-boeken moet
worden toegeschreven. Hoe veel
punten Smelik daarbij ook scoort,
de vraag naar de ouderdom van de
„bouwstenen" voor de verhalen
over Saul blijft. Die vraag blijft
voor mij met name bij de zoge
naamde parallel-verhalen: de drie
verhalen over het koning-worden
van Saul (in 1 Samuël 9-10 vers 16.
10 vers 17-27 en 11 vers 1-15) en de
twee verhalen over Davids sparen
van Sauls leven (in 1 Samuël 24 en
26). Hoezeer deze genoemde verha
len ook ieder een eigen spits heb
ben, historisch gezien lijkt het mij
wel zo waarschijnlijk dat de schrij
vers van Samuël over een aantal
oudere verhalen beschikten.
De verdienste van Smeliks disser
tatie is met name gelegen in het
aan de orde stellen van-de vraag
naar de historische Saul. Een be
langrijke vraag in het kader van
het vak geschiedenis van Israël,
een geschiedenis gebaseerd op con
troleerbare feiten. Het blijkt dat
zeer weinig controleerbare feiten
zijn te achterhalen. Te weinig we
ten we nog van Sauls tijd. Wie weet
of de archeologie niet meer vond
sten als die van Izbet Tsartah in
petto heeft? Maar bovendien is de
vraag des te sterker gaan klemmen,
in hoeverre er überhaupt van „fei
ten" sprake is. De rol van de schrij
vers mogen we niet onderschatten.
Want zfj wilden Sauls gestalte meer
reliëf geven door hem te schilderen
als de falende koning tegenover de
andere gezalfde, David.
De grenzen van het historisch on
derzoek zijn in Smeliks studie ver
kend en voor verder onderzoek
naar wat de verhalen over Saul te
verkóndigen hebben heeft hij vol
doende materiaal aangedragen
F. J. Hoogewoud is verbonden aan
de Bibliotheca Rosenthaliana, de af
deling voor Judaica en Hebraica van
de Universiteitsbibliotheek van Am
sterdam.
K. A. D. Smelik, Saul. Amsterdam
(uitgave van P.E.T.) 1977 is voor
dertig gulden verkrijgbaar bij uni
versiteitsboekhandels.
ADVERTENTIE.
Vli
magazine
a-onderzoek
dwingt tot beraad
Ook in de regeringsverklaring van het kabi
net-Van Agt staat dat de ontwikkelingshulp
gericht zal zijn op landen die zich inzetten
voor de ontplooiing van hun bevolking, In
het bijzonder van de armsten Maar wat
komt daarvan terecht? VU-ontwikkelings-
economen kwamen na jarenlang onderzoek
tot de conclusie, dat de Nederlandse hulp in
Colombia voor de armen soms zelfs nadelig
uitpakt Wat zqn we aan het doen?
Verder in het aprll-nummer onder meer:
onderwas-experiment natuurkunde, 'differentiatie binnen klasverband'
dat mogelijk van belang is voor een driejarige brug-periode;
W Spit. C van Veen. W F de Gaay Fortman en J. Boersma, «Ik op zijn
manier over medezeggenschap in de onderneming;
de huidige WA-verzekenng voor auto lijkt sterk op een loterij met vele
nieten' Dat komt vooral door de schuldvraag Hoe moet een ander stelsel
er uit zien?
VU-magazine, een opinieblad waar studie achter zit!
te verzenden in open enveloppe zonder postzegel aan: VRIJE
UNIVERSITEIT. Antwoordnummer 1771, Amsterdam
Adre»
Woonplaats _.l„V.1.
geeft zich op als abonnee op het VU-magazme voor de prijs van 20,- per
jaar (etf nummers) Voor betaling wordt uw acceptgirokaart afgewacht.
Datum:
Handtekening
Vroegste alfabet in een voorstadium van het oud-hebreeuwse schrift (1200 voor Christus), gevonden op twee aan
elkaar passende scherven (9 x 16 cm) in de buurt van Tel Aviv.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
De bekende christelijke uitgeverij
Editions CLE in Yaoundé (Kame
roen) is onderscheiden met de Ka-
meroense Ahmadou Ahidjo-prijs.
Editions CLE (Centre de Littérature
Evangélique) werkt eraan mee, om
begaafde Kameroense schrijvers en
dichters uit hun taalkundig isole
ment te bevrijden. Bovendien heeft
'deze uitgeverij zich ontwikkeld tot
een literair forum voor heel Frans
sprekend Afrika en ook bruggen ge
slagen naar het Engelssprekend deel
van dit werelddeel.
Ook heeft Editi
ons CLE eraan bijgedragen, dat de
Afrikaanse literatuur in Europa be
kend werd. Het werk van de uitge
verij wordt al jaren ook door de
hervormde raad voor de zending ge
steund.
tr. J, van dar Graaf (alndradactla)
MET HET OOG Of» ONS WELZIJN
160 bil. 17.50
Aspecten ven het miitscheppetijk teven tn Bijbels
hcliL G'onWiinan voor maatschappelijk* dienst
verlening Auteur*: Os. C. den Boer. k. J van der
Graal. W Huizer. prol C Veenhol, prol. dr W H.
Velema. dr*. B. J. Wiegeraad.
Ir. J. van dar Graaf (eindredactie)
BREUKLIJNEN IN KERK EN THEOLOGIE
140 blz.. 16,25
Hoofdmomenten vin het getuigenis. Ell samen
stellers van hel Galuigenis geven een nadore
lheolog.sche uiteenzetting Auteurs: prol dr Th.
C Vnezen. ds. W. L. Tukker, prol. dr H Jonker,
dr G. de Ru e.a.
Ir. J. van dar Graaf
ALS GOD ROEPT
96 bfc 11,50
Lezingen en artikelen over de roeping om te
bedden, te dienen. Ie spreken als kerk en als
TEMIDOEN VAN TIJDGENOTEN EN GEESTVER
WANTEN
168 Wz 18.75
Aspecten ven godsdienstig teren m deze tijd Een
ri|k boek del kan halpen bij de bezinning op vragen
en versehitnselen van deze bjd, die de auteur In
drie thema's onderverdeelde
Verkn/gbeer in de boekhendei
(Kol boekennieuws
PADERBORN (LWI) - De geloofs
belijdenis van Augsburg geeft niet
de volledige katholieke geloofsleer
weer, maar is daar ook niet mee in
strijd. Tot deze conclusie kwam een
internationale vergadering van R.K.
deskundigen op het gebied van de
oecumene in Paderborn. Onder hen
was ook kardinaal Willebrands.
De geloofsbelijdenis van Augsburg is
het belangrijkste belijdenischrift
van dé lutherse kerken. Ze werd in
1530 opgesteld onder leiding van Me-
lanchthon. Met de 450-jarige herden
king voor de deur stelden enkele r.k.
theologen vorig jaar voor, dat de r.k.
kerk de Augsburger belijdenis offici
eel zou erkennen. Er staat niets in,
dat tegen de r.k. leer is en erkenning
zou een belangrijke oecumenische
stap zijn, zo is de redenering. Het
wordt echter onwaarschijnlijk ge
acht. dat de r.k. kerk vóór 1980 nog
officieel tot deze stap komt.
een ontroerend
geloofsgetuigenis
De schaduw
van de morgen
ADVERTENTIE.
Lees de open brief van
de Vereniging „Schrift
en Getuigenis'' aan allen
die de Gereformeerde
Kerken liefhebben, op
de laatste pag. van deze
editie.
AMSTERDAM:
Postbus 859
Wlbautstraat 131
Tel 030-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/
DORDRECHT:
Postbus 948
Westblaak 4. Rotterdam
Tel. 010-115588
(Red. en klachten)
Schiedamsevest 52
Tel. 010-115700 ladv.)
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101
Parkstraat 22. Den Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE'ORONTNOEN:
Postbus 3
Melkmarkt 56. Zwolle
Tel 05200-17030
door A. J. Klei
Op gezette en vooral ongezette
tijden word ik opgebeld door een
vrouw uit het noorden des lands,
die een eindje in de zeventig is en
het nuttig oordeelt, dat Ik kennis
neem van haar kritische
kanttekeningen bij de gang van
zaken in de kerk. Zij bezit een ruig
soort vroomheid, waarin geen
plekje is ingeruimd voor lieve
stichtelijkheden. Laatst verklaarde
zij het als een hinderlijke
bijkomstigheid van het bereiken
van de leeftijd der sterken te
ervaren, dat haar predikant zich nu
verplicht acht. haar elke maand
een pastoraal bezoek te brengen
„Ik krijg het idee, dat ik eigenlijk
op m'n sterfbed behoor te liggen."
sprak ze. Ik gaf haar het advies,
hele mooie dingen tegen de
dominee te zeggen. Want, zo legde
ik uit. dan kan hij die zondags in
zijn preek te pas brengen. Ik mis
namelijk de oude vrouwtjes in de
huidige preken.
Misschien zou ik deze conversatie
nimmer aan de openbaarheid
hebben prijsgegeven, indien ik niet
op mijn bureau een papier had
aangetroffen, dat de volgende tekst
behelsde: „Gezien de sterke
vergrijzing van het ledenbestand
der Ned. Herv. Kerk is het
wenselijk, dat aanstaande
predikanten tijdens hun
1 eervicariaat stage lopen in een
bejaardentehuis, dan wel op een
andere wijze ruim aandacht
besteden aan het pastoraat ten
behoeve van bejaarden."
Ik bleek van doen te hebben met de
laatste van de stellineen. die L. P.
van den Bosch voegde bij het
proefschrift, waarop zij of hij
onlangs te Utrecht tot doctor in de
letteren promoveerde. Behalve dat
ik niet weet of dr. Van den Bosch
een juffrouw of een meneer is, weet
ik ook niet of de jonge doctor
hervormd of heiden is. In het
laatste geval zou het kunnen zijn,
dat deze stelling slechts
constateert dat onze vaderlandse
kerk een club van oude lieden aan
het worden is en dat ze zich daar op
moet instellen. Aangezien ik echter
bereid ben. het beste van de
mensen te denken en
hervormd-zijn zonder twijfel
gerekend mag worden tot het beste
dat het leven ons te bieden heeft,
houd ik het erop. dat dr Van den
Bosch een hervormd persoon is. die
zonder het jonge volkje te willen
verwaarlozen, ons hartelijk opwekt
een oogje te houden op hervormde
bejaarden.
Thans kom ik terug op mijn
begeren naar de wederkomst der
oude vrouwtjes in de preek We
hebben een mooie tijd gehad,
waarin bepaalde dominees, ik
bedoel de verhaaltjesdominees, op
de kansel veelvuldig voor de dag
kwamen met een oud vrouwtje, ook
wel oud moedertje genaamd, van
wier dorre lippen sublieme
wijsheden en troostrijke gezegden
rolden als rijpe appels van de
boom.
Indien de predikant in de put zat.
behoefde hij maar even bij een
bejaarde zuster der gemeente
binnen te wippen om volledig
opgebeurd zijn herdersstaf weer ter
hand te kunnen nemen. Meestal
was
het ook nog een „eenvoudig" oud
vrouwtje en dat maakte het
verhaal
extra aangrijpend.
Sinds echter oude vrouwtjes uit
haar eigen bedoening overgeheveld
zijn naar een bejaardentehuis, zijn
ze uit de zondagse preek verhuisd
naar een doordeweekse lezing over
het bejaardenprobleem. Haar
plaats in de preek is ingenomen
door het jonge meisje. Ik durf dit zo
stellig te beweren, omdat deze
verandering ook is waargenomen
door dominee M. Groenenberg uit
Utrecht, die als leidsman der
kerkvisitatoren jarenlang de boel
in de hervormde kerk in de gaten
heeft gehouden en dus weet waar
hij 't over heeft.
Ik moet zeggen dat deze wijziging
een aanzienlijke achteruitgang
betekent. In plaats van onthechte
oude moedertjes krijgen we nu
jonge meisjes voorgeschoteld, die
in een kraakpand vertoeven en het
niet meer zien zitten (jaja, ze
worden uit het volle leven geplukt,
wat dècht u!). Laten we eerlijk
wezen: daar hebben we weinig aan,
daar schiet je niks mee op. Ik hoop
dan ook vurig dat de raad van dr
Van den Bosch opgevolgd zal
worden, opdat er een lichting
predikanten aantreedt, die zonder
blikken of blozen kan vertellen:
laatst ontmoette ik een oud
vrouwtje, dat En dan komt er
een citaat, waar de kerkganger wat
van meeneemt Het lijkt me ook
een aantrekkelijk project voor de
feministische theologie, preken te
stimuleren die hun glans ontlenen
aan woorden, ontsnapt aan de haag
der tanden van een vrouw op
leeftijd.
Dominee (op bezoek bij jarige oude dame in zijn gemeente): „Bedenk eens,
hoe u bewaard bent in al die zeventig jaren!"
Gemeentelid: „Pardon, negen-en-zestig!"
(Uit The Reverend Mr. Punch)
het verhaal van dr. Helen Roseveare
Een aangrijjjeud verhaal van een
engelse dokter, die m 1953 als zendeling-
arts in Kongo girï{j werken, rnjgJiandeling
en vernedering onderging, maar ook
gewerkt heeft in geloof, hoop en liefde
Van een boek als dit kan alleen mqar
gezegd worden: neemt zelf en leest u
zelf. Dit is geen g'efahtaseerd verhaal,
maar een verslag van een werkelijk
gebeuren. Van harte ter lezing aan
bevolen. Hervormd Weekblad
Alan Burgess schreef een aangrijpend
boek over deze dappere, gelovige vrouw
Dr Roseveare bracht de moed op om. na
alle verschrikkingen die ze heeft door
staan. opnieuw vanuit Engeland, waar een
goede medische carrière lokte, voor een
periode naar Zaïre tq vertrekkeD. Dit
boek. dat een ontroerend geloofs
getuigenis is, verdient alle aandacht
Gereformeerd Weekblad
269 bladzijden, mét foto's
f 24,50 in de boekhandel
uitgave Bosch Keuning N.V., Baarn
de weg
Telkens opnieuw komt in de
verhalen van Pasen uit, dat gelove
een soort proces is. Zo ook heel
duidelijk in het verhaal van de
Emmaüsgangers. Er staan zelfs
vreemde dingen in, zoals, dat hun
ogen verhinderd werden om Hem t
herkennen. Je zou dat niet
verwachten. De hemel, zo denk je
dan, zal wel haast hebben om zo sn
mogelijk veel mensen bereid te
vinden in deze opgestane Heer te
geloven. Maar nee, de hemel houdt
ogen nog even dicht, verhinderd. Ei
zit een leiding in die geduld toont ei
vertraging toelaat. Geloven is ook
niet niets, 't Is een hele zaak die een
heel mens omvat en aangrijpt. Dat
kan niet van 't ene op 't andere
moment. Als Paulus later op de weg
naar Damascus tegengehouden
wordt gelooft hij ook niet meteen,
maar dan moet er heel wat gebeure(
Geloven is een proces. Nog beter
gezegd: het is een weg die wij mogef
gaan. Van geloof tot geloof. Of lieve
nog: van geloven tot geloven. Door
allerlei dalen heen en door de mist
heen en de twijfel en de onzekerheid
Langzaam kom je verder. Geloof
groeit, schrijf Paulus aan de jonge
gemeente van Colosse. Er is een
dynamiek bezig. Je hebt niet met
één klap het hele geloof zodat er
niets meer bij kan. Maar dan ben il
al weer te kwantitatief en te massii
aan 't denken. Je hebt de weg van
geloof niet meteen afgelegd, zodat j)
kunt zeggen: nu ben ik er. Dat is eeij
beter beeld. De weg voert altijd
verder. Niet altijd omhoog, ook wel
weer eens naar beneden en dan ben
je verdrietig en teleurgesteld, net ai)
de Emmaüsgangers en dan word je
geïrriteerd als iemand dat niet
meteen begrijpt. Die ander lijkt wel'
een vreemdeling in Jerusalem Zo
gaat 't met geloven. Al pratend met
elkaar en overwegend en luisterend
naar de vreemdeling die zich op 't
onverwachtst in het gesprek mengtj
kom je verder op die weg. En daaron
is er geen plaats voor paniek als 't j
eens wat minder snel gaat. En
daarom is er ook helemaal geen
plaats voor een oordeel over elkaar,;
want wie zal zeggen waar ik sta en oj
welk punt van mijn weg ik ben
aangeland? Bovendien, we gaan
samen die weg. Als een
broederschap, zeggen de apostelen.
Als een nieuwe family of man.
van
WEE
in h<
prote
voor
beeld
de wi
die b
en d
Hom
nabij
erg a
ke or
kape
De d
Hom
beidt
meer
Eigei
in d
ving.
'Op
Van
LEX
botsi
verm
heeft
kingi
CNV-:
len w
eenkc
renbo
binet
men.
indivi
waar
tweec
van
werkr
vakbt
fonds
overv
tingh
is vol
met c
VAD.
Hete
BEROEPINGSWERK
NED HERV. KERK
Bedankt voor Nijkerkerveen: C. den
Boer te Wageningen.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Middelburg: T. de Boei
te Winschoten; te Leidschendam: F
P. van Stam te Koudekerke (W); t
Woerden: H. E. Bijleveld te IJlst; t
Marienberg: S. Poelman, kand. a
daar, die dit beroep heeft aangt
nomen.
Aangenomen naar Delft (studenten
pred.): P. Wijbenga te Velp.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Randburg (ZA):
Moerkerken te Nieuw Beijerland. di
bedankte voor Franklin Lakes (US/
en voor Kruiningen.
BAPT. GEMEENTEN
Beroepen te Delfzijl: J. Schoüten
Emmèn.
Benoemd tot pastoraal maatschap
pelijk medewerker bij de stichtinl
Tabitha te Amsterdam; C. Mosteif
te Almelo.
NED HERV. KERK
Bevestiging op 9 april tot predikai
te Muntendam: H. Veldhuis, hulp
pred. aldaar; te Ammerstol: A. V
Poortman, hulppred. aldaar; te Niji
veen: G. A. te Roos, hulpprei
aldaar.
Willebrands
en Alfrink
Donderdag is kardinaal Wiilebram
(68) r.k. aartsbisschóp van Utrech
in het Radboudziekenhuis te Nijm
gen opgenomen voor een galstee:
operatie. Maandag zal hij worden g
opereerd. Te voorzien is, dat het he
stel ruim een maand tot zes wek«
zal vergen. Maandag zal ook Will
brand's voorganger, kardinaal A
frink (77) in hetzelfde ziekenhu
worden opgenomen voor onderzoe
Vandaag neemt kardinaal Alfrink
de Ridderzaal in Den Haag afsche
als president van de internationa
r.k. vredesbeweging Pax Chris
Naar verwachting hoeft hij maar ei
kele dagen in het ziekenhuis
blijven.
9
Bij opgravingen in de villawijk R
chavia in Jeruzalem hebben arche
logen een wijnpers gevonden, d
nog dateert uit oudtestamentisch
tijden. De pers is in rots uitgi
houwen.
De druiven werden in een langwerp
ge gleuf geworpen en daar met
voeten uitgeperst. Het druivensi
liep naar een in de rots uitgehouwe
vat, vanwaar het sap in aarden kru
ken werd overgeschept. Archeologt
vermoeden, dat de hele villawijk o
een oude wijnberg is gebouwd.
Oi
br
gr
he
Hi
door
DEN
ruim
taald
volks
parti
De t
gen zi
behal
bouwj
vinge;
wonin
de pi
schuil
ge be
dergel
die o
bouw]
minin
men.
miljoe
gen.
woord
van fc
waarv
belanj
ke be
dus m
Ander
heden
- He
mensg