Koeweit koopt rust en orde met geld iflWÊBB&UJa& Oliestaatje is nog rijk genoeg om tegenstellingen toe te dekken PS23-RH25 KOEWEIT-STAD „Neem rustig voor eigen gebruik een of twee fles sen whiskey mee" wordt ons bij ons vertrek naar Koeweit aangeraden. Zonder slag of stoot is de uit Egypte afkomstige stewardess aan boord van Koeweit Airways be reid het bijbehorende glas met ijs en sodawater te leveren. Maar, althans officieel en in het open baar, blijft alcohol in het moslemse Koeweit taboe. Het doet wat vreemd aan. Maar voor de uiterst pragma tisch ingestelde Koeweiti's geplaatst voor de spanning tussen een zich snel ontwik kelende maatschappij en de wens, (ten dele door de Saoe- di's opgedrongen) om de tra ditionele samenleving in stand te houden is dit de gemakkelijkste oplossing. Pragmatisme lijkt in Koe weit een sleutelwoord te zijn. En voor dat pragmatisme is geld nodig. Voor de Koewei ti's vormt dat geen enkel pro bleem. Immers zij vormen verhoudingsgewijs het rijk ste land ter wereld. Het ge bied waarop zij hun staat hebben gevestigd bevat een tiende van 's werelds olie voorraden. Gemeten aan het inkomen per hoofd van de bevolking ruim 32.000 gul den staat Koeweit boven aan de lijst van rijke landen. Tijd kopen De overtuiging dat met geld alles te koop is wordt in Koe weit, althans tot^nu toe, be vestigd. De opoliedollars steunende Koeweitse bin nenlandse - en buitenlandse politiek heeft maar één doel: een situatie scheppen waarin het familiebedrijf. Koeweit genaamd, in rust kan voort bestaan én van z'n eigen rijk dom kan genieten. Kortom, een beleid met een tweeledi ge strategie: de strategie van het kopen van vrienden en de strategie van het kopen van tijd. Dat er aan geld geen gebrek is wordt elke bezoeker van Koeweit vrijwel onmiddellijk na aankomst duidelijk: een eindeloze stroom auto's waarin de nieuwste Ameri kaanse modellen nauwelijks opvallen beweegt zich van het vliegveld naar Koeweit- stad, een stad zonder enige charme maar volgebouwd met villa's. Daarmee vergele ken lijken onze steden grote krottenwijken. Landbouw wordt in dit stukje woestijn niet bedreven en de con sumptie-industrie bestaat niet. toch pullen de super- markets uit van de nieuwste produkten: alles aangevoerd uit het buitenland. Het ge voel dat men hier nauwelijks weet wat men met z'n geld moet doen bekruipt je hele maal in de galerij van het hotel Koeweit-Hilton: ronde koepels sieren het plafond, grote koepels geheel belegd met bladgoud, ter waarde van vele miljoenen. Maar het „zwarte goud" waarop dit land drijft, krijg je vrijwel niet te zien, enkele olievlek ken op de pier waar de tan kers worden volgeladen uit gezonderd. Buitenlanders De noodzaak om rust en handhaving van de bestaan de orde met geld te kopen vloeit niet alleen voort uit de vrees door het naburige Irak te worden opgeslokt. Het straatbeeld van Koeweit stad mannen gekleed in westerse pakken of broeken en hemden naast mannen in wapperende toga's, desjdas- ja's geheten verraadt al de samenstelling van de bevol king. De mannen in de desj- dasja's, de werkelijke Koe weitse staatsburgers, vormen met 47 procent van de bevol king een minderheid. De wes ters gekleden. de buitenlan ders, die in Koeweit proberen een stukje welvaart mee te pikken zijn in de meerder heid. De echte Koeweiti's be horen voornamelijk tot de heersende al-Sabah-clan die de emir van het land levert of tot èn van de overige vijftien Koeweitse families. Voorspellingen over de bevol-' kingssamenstelling in het jaar 2000 beloven voor de Koeweiti's weinig goeds: in het gunstigste geval zullen zij ook wat dit betreft de status quo kunnen handhaven; in het ongunstigste geval zal het aandeel van de Koewei ti's in de totale bevolking van het land tot veertig procent dalen. Het is daarom niet ver bazingwekkend dat de natio nale kleding in dit land een bijzondere betekenis heeft. Desjdasja's worden alleen door „Koeweitse" Koeweiti's gedragen. Terwijl deze toga's in andere delen van de Perzi sche Golf als dwangbuizen worden ervaren, vormen zij in Koeweit een statussym bool, het teken volwaardig onderdaan te zijn van een welvaartsstaat, eigenaar van een paspoort te zijn dat door velen wordt begeerd maar dat voor vrijwel iedereen on verkrijgbaar is, zelfs voor kin deren wier ouders in Koeweit zijn geboren en getogen. Met recht behoort het beeld van Koeweit als een land van met geld smijtende oliesjeiks tot het verleden. Zeker beke ken vanuit het standpunt van de Koeweitse Koeweiti's is het land een welvaarts staat in de ruimste zin van het woord. Omgerekend aan de hand van de door de staat ter beschikking gestelde voorzieningen voor Koeweit se Koeweiti's, is het „geboor terecht" van een Koeweiti twee miljoen gulden waard. Welvaart en sociale voorzie ningen betekenen voor de echte Koeweiti's meer dan al leen maar een nationale ge zondheidsdienst. gratis on derwijs. goekope huisvesting en sociale zekerheid vanaf de wieg tot aan het graf. Wel vaart betekent bijvoorbeeld ook de kosteloze levering van water door een staat die niet over natuurlijke waterbron nen beschikt. En de levering van elektriciteit tegen de te verwaarlozen prijs van twee cent per kilowatt waardoor zelfs de armen zich een air conditioning kunnen veroor loven. Elementaire voedsel- produkten worden door de staat gesubsidieerd. De prijs van vlees wordt van over heidswege vastgesteld. Ambtenaren Buitenlanders profiteren in mindere mate van de wel vaartsstaat. Sociale voorzie ningen na het bereiken van de pensioengerechtigde leef tijd zijn aan echte Koeweiti's voorbehouden. Buitenlan ders krijgen een bonus uitbe taald gemeten aan het aantal jaren, dat zij in Koeweit werkzaam zijn geweest. Bij de sollicitaties om de begeer de overheidsbanen worden de Koeweiti's. mannen en vrouwen, voorgetrokken. Elke Koeweiti met een vol tooide universitaire oplei ding is van een goed betalen de overheidsbetrekking ver zekerd. De staat is één van de belangrijkste werkgevers van Koeweiti's. Op elke tien in woners van het land is er één ambtenaar. Dat een kwart van deze Koeweitse ambte naren analfabeet is en nog eens een derde pas begint le zen en schrijven te leren doet niets ter zake. door James Dorsey Het gevolg van de bevol kingssamenstelling van Koe weit ligt voor de hand: de dagelijkse gang van zaken, de economie van het land is afhankelijk van de import van buitenlanders. Slechts dertig procent van de wer kende bevolking mag zich tot de bevoorrechte klasse reke nen. Waar je ook komt, bij de Koeweitse luchtvaartmaat schappij. de oliemaatschap pij of de petro-chemische in dustrie word je voornamelijk door niet-Koeweiti's, afkom stig uit de gehele Arabische wereld, te woord gestaan. Palestijnen Het doet daarom wat vreemd aan om uit de mond van Egyptenaren, Syriërs of Pa lestijnen te horen dat „wij" een vrij land zijn of dat „wij" veertien procent bezitten van de aandelen van Mercedes Benz. Ondanks het „wij" mo gen buitenlanders, ongeacht het feit of zij wel of niet uit Arabische broederstaten af komstig zijn, geen onroerend goed in Koeweit bezitten. Ook mogen zij geen meerder heidsaandeel in een in Koe weit gevestigd bedrijf heb ben noch mogen ze in Koe weit aandelen kopen. Van de ruim vijfhonderdduizend buitenlanders werden slechts enkele honderden geëerd met de verlening van het Koe weitse staatsburgerschap. Buitenlanders, optredend als voorlichters van de Koeweit se staat leggen ons uit dat slechts bij hoge uitzonder heid Arabieren Koeweiti kunnen worden. Een derge lijk besluit wordt op kabi netsniveau genomen. En dan gaat het om Arabieren die Koeweit gedurende tiental len jaren hebben gediend en bijzondere prestaties hebben geleverd. Ongewenst Zo hard men de buitenlan ders nodig heeft voor de op bouw van de eigen economie. zo ongewenst zijn ze. Immers, geen enkele Koeweiti vindt de gedachte leuk een minder heid in eigen land te zijn. De buitenlanders worden het land binnengelaten om te werken, maar tevens wordt ervoor gezorgd dat zij zich in Koeweit niet thuis gaan voe len. „Wie het hier niet leuk vindt om te wonen, moet maar vertrekken" zegt Abd el Axim Hossny, hoofd van de afdeling buitenlandse be trekkingen van de Koeweitse Kamer van koophandel. Hossny, die al vijf jaar in Koeweit woont is uit Cairo afkomstig. Zodoende is de uitbarsting van een in Koe weit werkende Arabier tegen over een Amerikaans meisje in een van de vooraanstaan de restaurants van Koeweit- stad niet verbazingwekkend: „Het ogenblik waarop jij mij opviel wist ik dat ik met je kon praten. Jij lijkt zo intelli gent. Jij bent het eerste meis je in jaren van wie ik het gevoel heb dat ze als mens op mij kan reageren. Geloof je dat ik vreemd ben? Mag je mij? Ik ben niet geschift en ik ben ook niet dronken. Ik ben gewoon moe. erg moe. Elke ochtend sta ik op om half zes. Tot diep in de nacht blijf ik op kantoor werken. Alleen om te slapen ga ik naar huis Waarom denk je dat ik dat doe? Omdat ik het werk zo leuk vindt of het geld zo no dig heb? Geld heb ik meer dan genoeg, maar ik hou het thuis niet uit. De meisjes zijn in Koeweit allemaal hetzelf de. Het enige waarom zij ge ven is geld en kleding. Als je met ze praat, kun je net zo goed tegen een muur praten. Nooit zal ik een meisje uit Koeweit trouwen." Onze eenzame gastarbeider is niet zomaar Arabier, hij is een van de in Koeweit woon achtige 250.000 Palestijnen. Palestijnen. wie Palestina na aan het hart ligt. Op het plaatselijke kantoor van de PLO worden op grote schaal kledingstukken verzameld voor verscheping naar de Pa lestijnse broeders in het door oorlog geteisterde Libanon. Adeen Bsiss, woordvoerder van de PLO in Koeweit, weet te vertellen dat zich honder den Palestijnen voor de strijd in Libanon hebben aange meld. Niettemin heeft Koeweit in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties gestemd voor de in PLO-kringen om streden resolutie die oproept tot vorming van een VN-vre- desmacht in zuid-Libanon. Koeweit, dat tot nu toe vrij wel van Palestijnse acties ge vrijwaard is geweest, kon zich dat ook permitteren Door zich pal achter de PLO op te stellen en door het Pa lestijnse verzet op grote schaal financieel te steunen, houdt het de rust op het thuisfront. Zo is het ook te verklaren dat de naar rust verlangende Koeweitse olie sjeiks, zich van het Egypti sche vredesinitiatief, althans in het openbaar, afzijdig heb ben gehouden. Deze op het eerste gezicht wat tegenstrijdige lijkende maar zeer omzichtige poli tiek ten spijt, waren de Pales tijnen mede een aanleiding om in augustus 1976 de nood toestand uit te roepen, een situatie die tot aan vandaag voortduurt. Formeel werd de uit vijftig leden bestaande nationale assemblee van Koeweit ontbonden omdat het parlement de wetgevende werkzaamheden had gesabo teerd en van z'n vrijheid mis bruik had gemaakt. In feite was de oppositie en de vrije pers die zich geen blad voor de mond nam, de heersende al-Sabah familie een doorn in het oog. Zeker op het ogen blik dat de Libanese burger oorlog nog in volle gang was en men in Koeweit een groei van de militante Palestijnse gemeenschap vreesde. Vlak voor het uitroepen van de noodtoestand ontploften in Koeweit-stad, onder meer bij het kantoor van de Syrische luchtvaartmaatschappij, een reeks bommen. Met de instel ling van de noodtoestand werd de vurigste voorvech ters van het radicale Pales tijnse en Arabische nationa lisme in Koeweit de mond gesnoerd. Ruk naar rechts De ruk naar rechts in de Koe weitse samenleving heeft de klasseverschiUen alleen maar onderstreept. Niet alleen de veschillen tussen de echte Koeweiti's, de staatsburgers eerste klas en de buitenlan ders. de derde-rangsburgers, maar ook de positie van de genaturaliseerde bedoe- inen de houders van een Koeweits paspoort tweede klas. Eigenlijk waren deze be- doeinen bijna even zeer als de lastige Palestijnen re den om in Koeweit de nood toestand uit te roepen. Oor spronkelijk viel deze van de Saoedi's afstammen de woestijnbewoners het zo begeerde Koeweitse pas poort op nogal eenvoudige wijze en uit nogal oppor tunistische redenen ten deel. Aartsconservatief als ze waren zagen de Koeweiti's in deze bedoeinen een nuttig te genwicht tegen het grote aantal buitenlanders. Al gauw vielen deze Bedoei nen, die grotendeels analfa beten zijn en gemakkelijk van de sociale voorzieningen kunnen rondkomen, uit de toon. Via hun vertegenwoor digers in de nationale assem blee verhieven zij hun stem om een behandeling te eisen, gelijk aan die van de echte Koeweiti's. de oorspronkelij ke bewoners van de stad staat van vóór de olie en hun nazaten. Al bij hun inlijving in de staat zorgden de Koe weiti's ervoor dat de bedoeie- nen hun stem niet al te luid zouden kunnen verheffen: hun werd het stemrecht in het land onthouden. Koeweiti's zijn ervan over tuigd dat, alle logica ten spijt, de inrichting van hun samenleving geen kiemen van sociale onrust bevat. Hun uit het buitenland af komstige voorlichters voeren twee argumenten aan voor deze stelling: op de eerste plaats is de bestaande situa tie geen typisch Koeweits verschijnsel maar een ken merk van de meeste landen in de Perzische Golf. Boven dien, wie zou het in zijn hoofd halen om zich te beklagen? De buitenlanders hebben het in Koeweit materieel beter dan zij het in de landen van hun herkomst ooit kunnen krijgen. Inflatie Niettemin hebben de derde rangsstaatsburgers het meest te lijden onder de bij verschijnselen van een ont wikkelingsland dat geen te kort maar een teveel aan geld heeft. De hollende inflatie in Koeweit knabbelt aan hun relatieve materiële welvaart. Reden voor in Koeweit woon achtige niet-Koeweiti's om voortdurend naar nog beter betaalde banen om te kijken. Dit wederom is aanleiding voor de regering om een wet voor te bereiden waarin het niet-Koeweiti's wordt verbo den om van baan te veran deren. De in het industriestadje Ah madi woonachtige gastarbei der Donovan luchtte op 21 maart zijn bezorgdheid ovei deze dreigende ontwikkeling in een schrijven aan de Ku wait Times. „Deze inspan ning (om het veranderen van baan te verbieden) dient te worden toegejuicht voor zo ver het leidt tot stabiliteit op het terrein van de werkgele genheid. Maar heeft de rege ring de minste aandacht be steed aan de vraag waarom niet-Koeweiti's van baan ver anderen? Deze dagen van we reldwijde inflatie raken Koe weit zodanig dat z'n kosten van levensonderhoud tot de hoogste ter wereld behoren. Uit de pan rijzende huren en omhoogschietende prijzen zijn aan de orde van de dag. Daardoor hebben buitenlan ders die naar Koeweit zijn gekomen om in hun levens onderhoud te voorzien vaak geen andere keuze dan van baan te veranderen om hun kansen te verbeteren. Elke wetgeving die de fundamen tele vrijheid van de mens be perkt om zijn eigen werk kring te kiezen is onderdruk kend en tyranniek van karak ter. Het zou neerkomen op slavernij in het moderne tijd perk" Advertenties Twee dagen voor publikatie van Donovans schrijven ver schenen in de eveneens in Koeweit gepubliceerde Arab Times twee opmerkelijke ad vertenties met bijbehorende foto's: „Waarschuwing! Mag- boul Basha, een mannelijke Indiase dienstbode heeft het huis van zijn werkgever ver laten. Wie iets van hem af weet of weet waar hij nu ver blijft dient contact op te ne men met het politiebureau van Al Salhija, anders zal hij de Juridische gevolgen moe ten dragen", aldus de eerste advertentie. In de bijna gelijkluidende tweede adver tentie wordt eveneens onder het kopje „Waarschuwing" om inlichtingen gevraagd over het ook uit India afkom stige dienstmeisje Datara Hari Harali. Ook zij „heeft het huis van haar werkgever verlaten". Pragmatisme is een luxe die Koeweitse Koeweiti's zich voorlopig kunnen veroorlo ven. Toch blijft de vraag hoe de in Koeweit woonachtige bevolkingsgroepen, die als los zand aan elkaar hangen, die slechts in dit woestijn- staatje bijeen zijn om er ma terieel beter van te worden en waarvan velen op z'n minst een dubbele loyaliteit heb ben, ooit tot een geheel zullen samengroeien, een geheel ge kenmerkt door een eigen le vensvatbare identiteit. De Koeweiti's hebben de keuze tussen het afstappen van hun hoge paarden om een op meer gelijkheid gebaseerde samenleving op te bouwen en het haast onherroepelijke vooruitzicht, op een golf van sociale onrust, een opstand die tot een wisseling van de wacht zou kunnen leiden.» Het is onwaarschijnlijk dat de Koeweiti's met het maken van hun keuze zullen kunnen wachten tot over tachtig jaar, wanneer het met de olie- bonanza afgelopen zal zijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 25