m WÊiÊvt zcc Als U de kleur weel heeft Hatóma het lapijl U HEBT HONDERDDUIZEND NAASTEN... hOUW/KWARTET PS21-RH23 oor Peter van den Berg Bretagne's zwarte vloed 'ORTSALL Een visser van ingeveer vijftig jaar kijkt treu- ig naar het opkomende tij in jet haventje van de Bretonse vissersplaats Portsall. Hij naakt een wegwerpgebaar en rekt vervolgens mismoedig aan zijn sigaret. De opkomen- le vloed dringt langzaam de jaai in en onttrekt daardoor de irgst met olie bevuilde delen ran het haventje aan het oog. Vrachtwagens en legertrucs rij ten in een dichte rij achter rlkaar het dorp in. !r is nog genoeg vuil op te ruimen. )p een in der haast geïmproviseerde rogelkliniek vlakbij de haven hangt en verwaaid vodje waarop staat hoe nen vogels die onder de olie zitten ïog zou moeten redden. Maar er is een redding meer aan: alles is be- meurd en daardoor grauw en zwart. )e gevolgen van de ramp met de upertanker Amoco Cadiz zijn na trie weken nog duidelijk te zien. 'ortsall herstelt zich zeer langzaam iran „la marée noire" (de zwarte rloed), die ruim 220.000 ton ruwe olie vanuit de tanker op het Bretonse itrand stuwde. Een zwarte lente. De >arometer buiten op de vogelkliniek itaat op „veranderlijk", voorlopig ien te voorbarige en te optimistische «nadering. iet stond zo mooi beschreven in een eisgids: „De beste manier om Bre- agne te leren kennen is een tocht te naken langs de wegen die dicht angs de kust liggen." Wie dat nu loet leert een ander Bretagne ken- ïen. De golven beuken en briesen veliswaar nog op de ontelbare klif- en. maar vanaf Argenton tot Saint Halo, is de zee bezwangerd met een jrote oliekoek. De vaak stormachtige wind heeft de olie op laten dringen tot op de Ka naaleilanden. Zuidelijk wordt het ei land Ouessant na het draaien van de vind deze week weer bedreigd. De olie-invasie is voor de Bretonse vis- J*r een klap in het gezicht. De visse- pij is voor de economie van Bretagne pan het grootste belang. Vooral de Kreeften- en sardinevangst en de oes- Iterteelt neemt een niet weg te cijfe ren plaats in. Een deel van de in totaal vierduizend infanteristen en tweeduizend mariniers die samen met vrijwilligers langs de Bretonse stranden ploeteren om de ruwe olie voor de aanvang van het toeristenseizoen weg te werken. Verwacht wordt dat het minstens drie maanden zal duren eer de stranden weer een toonbaar aanzicht hebben. Voor de vogel- en visstand is de olie-invasie desastreus. /ogelparadijs jDan kent Bretagne ook nog de ver maarde archipel van Les Sept lies, (een vogelparadijs bij Rouzic, ont staan rondom een oude vulkaan. De ruim 25.000, vaak zeldzame kustvo- gels die daar nestelen, zijn besmet. ..Bretagne", zo legt een folder uit, „is bij uitstek het land van de zee en dankt daaraan zijn rijkdom". „Het sterft er ook van de vogels in Bretag ne." Zou een wel cynische maar zeer terechte slotopmerking zijn geweest. Die rijkdom en de vogelsterfte zijn hiet zo maar uit de lucht komen vallen. In de afgelopen elf jaar is de Bretonse kust al viermaal overvallen door een oliegolf, die niet alleen zijn Verwoestende sporen op de stranden achterliet, maar ook in het milieu trok. In maart 1967 stootte de Liberi aanse tanker Torrey Canyon lek op de rotsen van Seven Stones. De ruwe olie uit Koeweit stroomde in zee. Er werden meer dan 10.000 ton giftige chemische middelen op de olie ger spoten. Vogels stierven. Negen jaar later, in 1967, was het tweemaal raak. In januari „maakte" de Olympic Bravery 10.000 ton olie. Vervolgens gooide de Böhlen er in oktober nog eens 10.000 ton olie bij. Ook toen weer vonden vele vogels de oliedood. Drijvend eiland Drie weken geleden voltrok zich de grootste olieramp, opnieuw voor de Bretonse kust. De schuldige: de Amoco Cadiz. Nu is het een monster achtig wrak, twee kilometer vanuit de haven van Portsall. Op 7 februari, toen de mammoet uit de Perzische Golf vertrok, was het nog een super tanker met Engeland en Rotterdam als bestemming. Een drijvend eiland van 335 meter lang en 49 meter breed, waarop de Italiaanse beman ning van voor naar achter fietste omdat lopen te lang zou duren. Te lang duurden ook de onderhande lingen tussen de Amoco Cadiz-kapi- tein Pasquale Bardari en de sleep boot Pacific, toen de tanker op 17 maart bij het eilandje Ouessant, he melsbreed ongeveer veertig kilome ter van Portsall technische manke menten vertoonde. Bardari onder handelde uren over het sleepcon- tract, terwijl de Amoco Cadiz stuur loos en in een vliegende storm naar de Bretonse klippen werd gedragen. Bij deze onderhandelingen domi neerden zuinigheidsoverwegingen. Er zijn nog meer laakbare feiten ge beurd. De Amoco Cadiz was slecht beveiligd. Dubbele besturing ont brak, de bemanning was onder maats. Veiligheidsnormen zijn over schreden. Een ramp werd ingecalcu leerd. Wat hier in Bretagne gebeurd is kan morgen bij Rotterdam plaats vinden. Je hebt er geen rotsen voor nodig. Van deze ontoelaatbare bezui nigingen werden de bewoners van Bretagne de dupe toen de Amoco Cadiz twee kilometer voor Portsall brak en de olie de Bretonse baaien, SÜDQGVddr kreken en havens binnenstroomde. r3 De zwarte vloed was begonnen. als in een garage. Een rottende stank. Het haventalud toont hoe hoog de olie heeft gestaan: alles on der dat peil is zwart en besmeurd. Lopen in de baai bij eb is een gevaar lijke onderneming. In de drabbige massa lig je zo onderuit. Bovendien zijn kaplaarzen geen luxe. Verderop in de baai stromen de groen-gele golven binnen. Zwartgalligheid voert de boventoon. Langzaam alarm Gezien eerdere nare ervaringen was er alle reden tot paniek, tot het slaan van groot alarm. Maar daar houden Fransen blijkbaar niet zo van. Ze namen nog een glas „rouge" en bes loten na veel wikken en wegen de tanker te laten leegpompen. Zwaar weer verhinderde dat echter enkele dagen. De zwarte vloed ging intussen onver minderd voort. Onderhandelingen op hoog niveau stonden snel en doel treffend ingrijpen in de weg omdat het overleg over verschillende depar tementen ging en daardoor tekort schoot. Dieptebommen moesten het wrak laten branden. Ook dat misluk te jammerlijk. Wel brak de Amoco Cadiz in drieën. Eind vorige week stroomden de laatste tonnen olie uit het schip. De catastrofe was com pleet. De grote voorjaarsschoon maak in Bretagne kon beginnen. Maar er is nauwelijks beginnen aan. Dat idee krijg je als je de Bretonse kust afloopt. In Argenton liggen hon derden bootjes bij eb in een bruin zwarte baai. Alles wat groen was aan alg of wier is nu bruin. Het stinkt er Een pas neergezet verkeersbord waarschuwt; slipgevaar. Vrachtwa gens met containers waaruit de olie nog druipt passeren ons en laten een spoor op de weg achter. Zwarte vloed. Een zwarte lente. Juist voor Portsall, waarvan door een taalgrapje „Port- sale" (vuile haven) is gemaakt. En vuil is het er ondanks de grote partij en smeerlapperij die al afgevoerd zijn. Zelfs het gras langs de wegen is bruinig geworden. In de haven, die bij onze aankomst droogstaat, ligt een inktlaag over de stenen. Alles is grauw, grijs en mistroostig. Op het strand ligt de olie tot ongeveer vijf tien centimeter in het zand. De vloed drijft nieuwe oliesporen de haven in. De kleuren als van een regenboog zijn eigenlijk mooi, maar de gevol gen desastreus. De bruine drek brengt een gevoel van droefenis over. Van iets dat geheel verloren is en nooit meer goed zal komen. De baai is een woestijn van bruine algen. Als een rots Een wit huis staat op betonnen pij lers op de rand van de haven. Tot vlak onder de ramen zit de afdruk van de oliekoek. Als een rots in de branding steekt de kop en de bulb- steven van de Amoco Cadiz recht omhoog uit de zee. Enkele honder den meters verder is de brug nog zichtbaar. Eigendom van de zee. Het water speelt ermee. Vanuit de verte lijkt het een rots, door een verrekij ker gezien weet je wel beter. De stranden om Portsall vertonen korsten en rouwranden. Een stuk strand, waar nog volop olie vanuit zee wordt aangevoerd ziet eruit als een bouwput. Het bord „denk om oliespatten" ontbreekt alleen nog. Vrachtwagens rijden hier af en aan. Een bulldozer schuift een stinkende oliebrij met oceaanafval voor zich uit. Een vijftigtal militairen staat tot de dijen zingend in het water. Ze scheppen de oliekoek, door hun chef aangeduid als „chocoladevla", in va ten. Monnikenwerk is het. De olie wordt door de sterke wind in een hoek van de baai gedreven. De mili tairen maken wat grappen. Waaraan ook behoefte is: duidelijk heid. Militairen die de toegangswe gen tot Portsall hebben afgesloten behalve tussen twaalf en twee want dan eten ze weten niet waar het bijeengebrachte olie-afval gedumpt wordt. Afgevaardigden van Les Amis de la Terre (Vrienden van de bodem) weten dat wel. De olie-afval wordt bij Portsall enige kilometers van het dorp in een duingebied uit de vracht wagens gegooid. Draglines en bull dozer verwerken het tot een stinken de modderpoel van enige honderden meters omtrek. Protesten Milieu-organisaties protesteren hier tegen met klem. In de weekenden vlak na de ramp werd er geprotes teerd in bijna alle kustplaatsjes. In Brest was ongeveer achtduizend man op de been. Afgelopen dinsdag protesteerden jongeren in Parijs: Een overzicht van de kuststreek van Bretagne die door de olie- golf uit de Amoco Cadiz is be zwangerd. „Een vierde zwarte golf is genoeg." Ook voor dit weekend zijn weer ma nifestaties gepland. Een van de mi lieu-organisaties begroef vóór Pasen al de strijdbijl. „Het heeft geen zin iets te redden, omdat toch alles door gaat, zo lang de zee vuiligheid aan voert." Maar Les Amis de le Terre geven zich voorlopig niet gewonnen. Een van hen, in de vogelkliniek van Portsall: „De stranden worden snel voor de toeristen afgegraven en schoonge maakt, maar de afval komt in de duinen terecht. Olieresten dringen de bodem in en vernielen daar nog maals alles wat leeft. De vervuiling wordt niet tegen gegaan, maar ver plaatst. De bodem wordt tweemaal grandioos vervuild. Er zal de komen de jaren op die stortplaats in de duinen niets groeien doordat er me ters dikke lagen rottende olieresten liggen. Bovendien neemt het gevaar voor vergiftigingen zo sterk toe." Vogels reddeloos Zorgwekkend. Dat geldt ook voor het redden van vogels in de klinie ken. De vogelbroedplaatsen bij Bre tagne zijn ernstig aangetast Klinie ken hebben speciale lijsten waarop precies ingevuld moet worden welke vogels worden ingeleverd en hoe dat gebeurt. Met olie bevlekte vogels gaan dood. Hun veren houden de warmte niet meer vast waardoor hun temperatuur vaak plotseling van veertig tot twintig graden daalt. Slechts tien procent komt levend in een kliniek. De vraag is dan of ze het nog wel redden. Exacte getallen over dode vogels kunnen „Les Amis" niet geven. Maar naax schatting zijn het er tienduizenden. Voor de hele Bretonse kust is een visverbod afgekondigd. Het is echter maar de vraag of er nog levende vis gevangen kan worden. De overheid staat op deze preventieve maatregel, die vergiftiging moet voorkomen. Ouessant Om het eiland Ouessant geldt dit verbod trouwens niet. Ook niet nu de koek door een draaien van de storm dit Kanaaleiland begint te naderen. In het café-restaurant in de haven plaats Lampaul is men zich van het gevaar van de olievlek nauwelijks bewust. Vissers, toevallig aanwezig, zien hun broodwinning niet in ge vaar komen. Dat het bij aanhouden de sterke wind anders kan worden laat hen voorlopig koud. Zolang er geen olie te zien is, is er niets aan de hand, vindt men. Dat buitenlanders zich daar druk over maken is hun zorg. De terugreis naar het vasteland leert trouwens dat de zee hier stevig te t :eer kan gaan. Reizigers die sportief op de achtersteven van de veerboot staan, zijn binnen de kortste keren doornat. Golven, veroorzaakt door de storm, spatten over en op de boot uiteen. Dat een drijvend eiland als de supertanker Amoco Cadiz van hieruit in korte tijd op de klippen van Portsall sloeg zegt genoeg. Toch is het „rustig" weer, volgens kenners. Maar als je niet oppast, lig je toch zo in de hoek van de veerboot. Minder toeristen Toeristen zijn het niet, de passagiers van de boot. Het aantal annulerin gen in Bretagne is zeer groot. Hotels hebben slechts een kwart van de gebruikelijke aanvraag te verwerken gekregen. De paasdagen waren cata strofaal. Vorig jaar bracht het Bre tonse toerisme nog twee miljard Franse francs op. Bij de VVV's vreest men dat de meeste toeristen nu op veilige afstand zullen blijven. Aan de plaatselijke bevolking zal het echter niet liggen. De eigenaresse van een café in Portsall, maakt op onbekenden een uiterst nette in druk. Zelfs voor het teruggeven van het wisselgeld veegt ze de toonbank eerst nog met een vochtige spons af. Een leuk gebaar, misschien typisch Frans. Net zoals dat van het Franse meisje dat tien francs opstuurde naar de „Vereniging tot bestudering en bescherming van de Bretonse na tuur". Ze wilde met deze donatie een zeemeeuw adopteren. Een menselijk teken van medeleven dat schril afsteekt tegen het beeld van de etalage van een antiek- en souvenlerwinkel bij de haven van Portsall. Achter de ruit ligt een zee meeuw te kijk. Van wit porselein. Te koop. Voor acht franc. De winkel is gesloten. ADVERTENTIES prrarRoeNGeei cms! Er is een uiers! handige mamer wan kiezen ut de grandioze Hatéma tapjtkottektie. de Kleur koiiektof Bel onderstaand nummer en we sturen U vTi,biijvend een kleurrijke tapijt brochure een prijs lij .1 plus de adressen wan de Hatóma Kleur koliek tor adviseurs 04920-28321 Toestel 380 Vrijwilligers Militairen bij Portsall werken met man en macht om de stranden weer olievrij te krijgen. Hier werpen ze de olie in de laadbak van een bulldozer. Deze afval zal later worden gedumpt in het duinengebied op enkele kilometers afstand van de havenplaats. Geen opruiming, maar verplaatsing. ADVERTENTIE D'r even tussenuit. Lekker ontspannen. In bos. Op hei. Strand en water. We kómen nog eens ergens, met de auto. fiatikfjkj De eensgezindheid is groot. De groep militairen een deel van de vierdui zend infanteristen en tweeduizend mariniers die langs de Bretonse kust ploeteren -- houdt er tegen het wee kend mee op. Ze hebben er dan tien dagen oliescheppen op zitten. Of het geen vechten tegen de bierkaai is? „We hebben nu in ieder geval iets te doen", antwoordt een van hen en schept weer verder. Bij storm vliegt de olie je bijna om de oren. „Eigen lijk is het onbegonnen werk", vertelt een ander, „maar omdat we hier met z'n allen staan gaat het nog." Vrijwilligers; ze zijn hier ook in grote aantallen. Zondag kwam een specia le trein met drieduizend Belgen. Ze zijn neergestreken in Portsall. Les Abres, Brignogan en Roscoff. Mili tairen hebben speciale kampen inge richt. Maar op vrijwilligerswerk is niet erg gerekend. Er is behoefte aan materiaal, aan scheppen en vaten. UITKNIPPEN EN OPSTUREN II S rt> (O i c 9- o m Vietnam, Cambodja en Laos. Onvrijheid, geweld, onderdrukking. Vandaar dat nog elke dag mensen die landen ontvluchten. Vrijheid gaat hun boven alles. Arm en berooid komen ze naar Thailand. Het land dat al meer dan honderdduizend van hun landgenoten heeft opgenomen Al die mensen hebben hulp nodig; eerst eten. medicijnen, dekens; dan werk, bezigheid, on derwijs en troost De beste troost die je kunt geven: de Blijde Boodschap van de Here Jezus. Onze stichting wil al pie hulp geven. Dat kan alleen met uw steun. Help ons daarom. Alstublieft. Van 22 tot en met 29 april 1978 is er een speciale wluchtelingenweek. Organiseer dan in uw plaats een actie - samen met anderen. Be) even, en wij helpen u daarmee. Denk niel anderen doen het wel De vluchtelingen hebben ook UW hulp nodig Doe het. Niet voor ons. Voor hen. Stichting Comité Hulpverlening Zuid-Oost-Aalë Postbus 1527, 9701 BM GRONINGEN Tel. 050-777428, giro 2914600

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 23