ipaanse vakbonden maken zich sterk tegen regering lomeins huis in hartje Amsterdam Schwaiger's romandebuut Zandwinning uit het IJsselmeer beperken r, '1 Itudenten maken Pompejaanse woning na Jubileumgeschenk stoort televisie Hunkeren naar identiteit als vrouw IS10-CERDAG 6 APRIL 1978 TROUW/KWARTET H13 »r Jan Keulen tenen Spaanse werknemers zullen op 5 april een uur het werk neerleg- A Evenals andere vakbonden in Europa roepen de Spaanse bonden de j iiders op te protesteren tegen de groeiende werkloosheid. Spanje heeft tnenteel één miljoen werklozen en elke maand komen er daar nog eens 100 nieuwe bij. x\ de één miljoen werklozen krijgen hts 400.000 een uitkering. Aan deze merende situatie willen de Spaanse den wat gaan doen. maar de regering nt de bonden niet als onderhande- PH|S ipartner. De werkonderbreking van 5 heeft dan ook het karakter van een ihtmeting tussen regering en vak- den. luidelljke uitslagen van de vakbonds- NMg lezingen die de afgelopen maanden gehouden schijnen voor de regering voldoende te zijn om de grote vakbon- wat meer spelruimte te geven. In de lopen drie maanden hebben werkne- in meer dan 50.000 fabrieken, kanto- :n werkplaatsen hun vertegenwoordi- gekozen; deze verkiezingen voor de leten bedrijfscomité's worden vak sverkiezingen genoemd. Voor het sedert tientallen jaren kon er vrijelijk :en worden uit een groot aantal tuur blijken niet tevergeefs geweest te zijn. Comisiones Obreras werd met veertig pro cent van de stemmen de grootste vakbond van Spanje. De andere grote bond in Span je blijkt de UGT te zijn met dertig procent van de stemmen. De UGT voerde als slogan „UGT. de socia listische vakbond". Ze heeft nauwe ban den met de socialistische partij van Span je. de PSOE. De socialistische politici hadden er juist op gehamerd, dat als de Spaanse socialisti sche partij een werkelijk alternatief wil vormen voor de huidige regering, het nodig zou zijn dat de UGT de vakbondsverkie zingen zou winnen. De tweede plaats van de UGT in de vakbondsverkiezingen is dus in zekere zin een nederlaag voor de Spaan se socialistische partij. Moncloa-pact rerwinnaars Idels is duidelijk geworden in welke inden de Spaanse werknemers hun uwen stellen. Het blijken er twee te Comisiones Obreras (arbeiderscom- ies) en UGT (algemene arbeidersunie), iiones Obreras was de vakbond die ins de Franco-tijd een zeer belangrijke ipeelde in de strijd voor de democratie, gevangenisstraffen die velen van zijn xs kregen opgelegd tijdens de dicta- De overwinning van Comisiones Obreras en UGT, vakbonden die het Pact van Mon- cloa steunen en de naleving ervan eisen, betekent indirect een steun van de Spaan se werknemers aan de politiek van samen werking tussen regering en oppositie. Ondanks het feit dat in deze vakbondsver kiezingen opnieuw gebleken is, dat het merendeel van de Spanjaarden kiest voor een gematigde weg om de problemen op te lossen, zijn de laatste weken de arbeids conflicten en stakingen toegenomen. Zo Spaanse arbeiders tijdens de eerste landelijke staking in Spanje sedert veertig jaar, in november 1976. De staking bij de Chrysler- autofabriek in Madrid was uitgeroepen om een loonsverhoging van tweehonderd gulden af te dwingen. staakten in maart 70.000 metaalarbeiders in Asturias drie dagen omdat ze het niet eens waren met de werkgevers over de nieuwe cao. Er werd gestaakt in de mijnen van Hunosa, in de metaalsector van Ma drid, op het platteland van Andalusië en landelijk in de tabakssector, de suikerin dustrie, de nationale oliemaatschappij, in de textiel. Na een tijd van betrekkelijke rust in het Spaanse bedrijfsleven kan er nu met recht gesproken worden van een „hete lente". Veel conflicten gaan uiteraard over de inhoud van het loonzakje. De vakbonden eisen loonsverhogingen die toegestaan zijn binnen de afspraken van het Pact van Moncloa. In dit pact wordt gesproken over een groei van de loonkos tensom met 22 procent. Deze groei staat gelijk aan de voorziene 22 procent inflatie over 1978. Hoe nu die groei verdeeld moet worden, daarover lopen de meningen uiteen. Hierin zijn ook inbegrepen de premies die de bedrijven moeten betalen per werknemer aan de volksverzekering. Een tijdje gele den wijzigde de regering de tarieven van de volksverzekering. Grote bedrijven zou den relatief meer moeten bijdragen dan het midden- en kleinbedrijf. Dit betekende dat voor de werknemers bij de grote be drijven de ruimte voor loonsverhoging kleiner werd. Conflicten De vakbonden reageerden op deze „truc" met de stelling dat de werknemers bij de grote bedrijven schijnen te moeten op draaien voor de moeilijkheden van het midden- en kleinbedrijf. Daar komt bij dat veel werkgevers botweg weigeren het Pact van Moncloa na te leven. Ze weigeren loonsverhogingen tot de vastgestelde 22 procent. Nu duidelijkheid geschapen is welke vak bonden in meerderheid de Spaanse arbei ders vertegenwoordigen, lijkt de tijd van conflicten aangebioken. Comisiones Obre ras en UGT eisen naleving van het Pact van Moncloa. De twee giote vakbonden hebben ook gezamenlijk de regering een brief geschreven. Ze eisen van de regering dat ze met de vakbonden gaat onderhan delen over de werkloosheid, de controle over de volksverzekering en de openbare^ bedrijven, de rechten van de vakbonden in het bedrijf, het minimumloon en nog een aantal zaken. Deze problemen komen alle maal voor in het Pact. Maar de daarin aangegeven oplossingen worden volgens de vakbonden onvoldoende toegepast. or Hans Masselink STERDAM In het hartje i Amsterdam wordt op het ^nblik de laatste hand ge- jd aan de bouw van een Ro- fins huis. Op de eerste etage n het Allard Pierson Mu- um aan de Turfmarkt kan fcn vanaf 19 april de identieke (ergave van het onderkomen n de Pompejaanse politicus ebius Valens aanschouwen. t echte huis van deze Trebius Va- is, die in de eerste eeuw na Chris- s een belangrijke rol in het politie- leven van Pompeji speelde, staat in de Via dell' Abbondanza in die its en is iets groter en hoger dan woning aan de Amsterdamse fmarkt. De te kleine tentoonstel- limte gaf de bouwers niet de demogelijkheid om de woning op ware lal na te maken. Toch zal een iniddeld Amsterdams gezin dik te lden zijn met een huis van deze ivang. een werkgroep van studenten ar- eologie en kunstgeschiedenis aan Universiteit van Amsterdam ont- »nd enkele jaren geleden het idee 1 een Pompejaans huis in al zijn letten na te bouwen. Het idee eeg grootse vormen in de hoofden n de zestien studenten van de >n. irkgroep en sedertdien hebben zij t project met groot enthousiasme mis. ngepakt. De door bezuinigingen teisterde universiteit kon niet al i aprilt geld voor de bouw van het huis oren" tafel leggen. Enkele sponsors ver- larden zich daarop bereid om bij springen. Een aannemer wildé inperken en materialen voor Uuur t huis, zoals verf, stenen en ver- j ihting werden gratis beschikbaar Bteld. De bouw van het huis ver- irgden de studenten zelf met be- ■™^lp van de aannemer. pt Pompejaanse huis in het Allard. Pierson useum omvat een half over dekte centrale ruimte (het atrium), waarin zich in het midden een vijver tje met een fontein bevindt. Via de opening in het dak, die zorgt voor licht en frisse lucht in het huis, kan de regen rechtstreeks in het vijvertje terecht komen. Rondom dit atrium zijn een aantal kamers gegroepeerd, zoals slaapkamers, een badkamer (meer een sauna), een eetkamer en een keuken. Voor het huis langs loopt een nagebootst straatje. Aan de straatzijde is een kroeg gebouwd naar oorspronkelijk model. Zo kan men zich levendig voorstellen hoe de Romeinen op een dergelijke plaats hun warme wijn, met kruiden of ho ning dronken en zich te goed deden aan allerlei spijzen. Worsten en an dere etenswaren hangen er aan het plafond en er staan vaten op het denkbeeldige vuur met eten en drin ken voor de klanten. De voorgevel van het Pompejaanse huis is bezaaid met allerlei teksten en leuzen. Bekende politici uit de Romeinse tijd worden hier aange prezen en de gladiatorengevechten aangekondigd. Aan het begin van het straatje is een openbaar Ro meins toilet te zien. Inrichting Voor de inrichting van het huis heb ben de zestien studenten geput uit de collecties van het Allard Pierson Museum, het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden en het Rijks museum G. M. Kam in Nijmegen. De meubels werden door de studen ten zelf vervaardigd naar het oude Romeinse model. Allerlei gebruiks voorwerpen, zoals wijnkruiken, ser viesgoed, toiletgerei en olielampen dateren nog uit de Romeinse tijd. De keuken van het huis aan de Am sterdamse Turfmarkt wordt bevoor raad met echte etenswaren. Een bakker uit de hoofdstad bakt speci aal voor dit doel brood naar oud Romeins recept. Enkele levensechte poppen die lui aanliggen aan de dis, verzorgen de entourage. (Zoals be kend nuttigden de Romeinen het eten liggend). Een bezienswaardigheid apart in het Romeinse huis zijn de wand schilderingen, die in de „echte" kleuren nagemaakt zijn. Om geen kleurverschillen te krijgen zijn drie studenten speciaal naar Pompeij ge togen, met een uitgebreide staal kaart van een welwillende Holland se verffabriek op zak. Met behulp van een computer van dit bedrijf zijn de kleuren uiteindelijk zo goed als mogelijk nagebootst. De tentoonstelling „Het Romeinse Huis" wordt omlijst door uitgebrei de verklarende teksten, diapro gramma's en een catalogus, waarin het dagelijks leven van de Romei- EINDHOVEN Een carrillon bij het hoofdkantoor van DAF-Truck in Eindhoven dat de personeelsleden het bedrijf hebben geschonken ter gelegenheid van het vijftigjarig ju bileum vorige week, blijkt de televi sies in de omgeving te storen. In verband daarmee is het buiten ge bruik gesteld. Onderzocht zal wor den waar de storing vandaan komt. Elk kwartier speelde het carrillon een wijsje. Gelijktijdig verschenen op de tv's in de omgeving een aantal zwarte balken. Overigens maakten de omwonenden niet alleen bezwaar tegen deze storing. Men vond het blijkens een aantal telefoontjes, die bij het bedrijf binnenkwamen, ook niet plezierig om elk kwartier naar hetzelfde melodietje te moeten luis teren. Het carillon zal pas weer in gebruik worden genomen als de tv-storing is opgeheven. Ook heeft men besloten het klokkenspel in de avonduren niet te laten spelen. nen uit de doeken wordt gedaan. Ook dit boekje is door de studenten archelogie en kunstgeschiedenis ge schreven. De leider van het project, Herman Brijder, noemt de tentoon stelling vrijwel uniek in de wereld. „Voorzover ik weet is iets dergelijks alleen in de Verenigde Staten en Japan eerder vertoond. We verwach ten dan ook een enorme toeloop, vooral van mensen die ten aanzien van het Allard Pierson Museum nog kampen met een zekere drempel vrees. Dat de belangstelling onder scholen groot is hebben we in ieder geval al gemerkt." Grote waarde ring toonde Brijder voor de inzet van de studenten, die zich met het project hebben bezig gehouden. „Dit werkstuk telt wel dubbel mee voor hun kandidaatsexamen. Maar zij verdienen veel meer, gezien de inspanning die ze eraan hebben be steed. Het is met recht een heidens werk geweest", zo vindt Herman Brij der. Zeer teleurstellend voor de studen ten en ook voor het publiek is dat het Romeinse huis, na een jaar geëxposeerd te zijn, weer afgebro ken moet worden. Ondanks dat het huis een interessante uitbreiding vormt voor het Allard Pierson Mu seum dat met zijn collectie Egypti sche, Griekse en Romeinse oudhe den riog steeds geen grote bekend heid geniet, moet de slopershamer volgend jaar onverbiddelijk vallen. Ook vanwege de hoeveelheid ener gie en enthousiasme die in dit pro ject gestoken is, en vanwege de waarde voor het onderwijs, kan dit niet anders dan een verkeerde be slissing genoemd worden. DEN HAAG Aan het winnen van zand uit het IJsselmeer en de randmeren moet op korte termijn paal en perk gesteld worden. Zand voor wegenbouw en stadsuitbreidingen moet in de komen de tientallen jaren ten koste van meerdere miljarden guldens vooral uit de Noordzee gewonnen worden, wil het milieu in het IJsselmeer niet onherstelbaar worden aangetast. Dat staat in een nota van de directie Zuiderzeewerken van Rijkswaterstaat. Tot het jaar tweeduizend is er be hoefte aan vijf- tot zeshonderd mil joen kubieke meter zand. De voor raad in het IJsselmeer is weliswaar groot, maar de daarvoor noodzake lijk diepe ontgrondingsputten doen flora en fauna groot geweld aan. Zo zal in diepere waterlagen zuurstof loosheid optreden, waardoor bodem organismen, het voedsel van vissen en vogels, niet meer tot ontwikkeling kan komen. Al bij dieptes van acht tot tien meter behoeft men er niet meer op te rekenen dat de bodemor ganismen terugkeren. Indien men tot het jaar tweeduizend niet verder dan tot die diepte zand in het IJsselmeer en de randmeren zou winnen, zou er nog een grote hoe veelheid zand uit de Noordzee ge wonnen moeten worden om aan de behoefte te voldoen. Dat zou een extra bedrag vergen van 2,2 miljard gulden. Zou tot het jaar tweeduizend al het zand uit e Noordzee moeten worden gewonnen zou dat 4.4 mil jard gulden extra vergen. fcen van de studenten bezig met het metselen van een muur van het Romeinse huis in het Amsterdamse Allard ?iersoo Museum. door Hans Ester Het meest opvallend aan de roman „Hoe komt de zee zo zout?" van de 27-jarige Oostenrijkse schrijfster Brigitte Schwaiger is het ontbre ken van de naam van de ik-figuur, die de gebeurtenissen vertelt. De ik-figuur. een jonge vrouw, wordt door geen enkele persoon in haar omgeving bij haar naam genoemd. Dat blijkt in de loop van het boek geen bijkomstigheid, maar bepa lend voor de gebeurtenissen zelf te zijn. Die gebeurtenissen vinden plaats over het hoofd van de ik-figuur heen. Zij heeft er geen deel aan,, zoals blijkt uit de beschrijving van de voorbereidingen van haar huwe lijk, die qua sfeer even goed een begrafenis had kunnen zijn: „Kom je nou, zegt vader, of heb je je bedacht? En als ik me heb bedacht, wat dan? Als we opbellen om te laten weten dat we niet komen. Misschien een andere keer, later, maar nu niet. Ik heb me bedacht, ik wil niet, omdat ik het eigenlijk de hele tijd niet heb gewild, omdat jullie me erin hebben laten lopen." (blz. 9) Iedere handeling van deze vrouw is voorgeprogrammeerd, of het nu op leiding, beroep, seksueel leven of hobby betreft. Ja, zelfs in haar on trouw ze begint een verhouding met een bevriende arts is zij zichzelf niet. Overal is haar leven een leugen, omdat het niet corres pondeert met wat zij als wezenlijk voor zichzelf ervaart. Als de' ik figuur aan haar minnaar vraagt, of hij van haar houdt, is haar reactie: „Albert geeft geen antwoord. Ik geloof dat Je in zo'n constellatie zulke dingen niet vraagt. Ik ben stil en laat zijn grote zucht over me heenbreken en in splinters op me neerregenen, en uitgeput liggen we dan op ons Griekse eiland, ieder in zichzelf verbannen. Morgen weer? Ja, morgen weer." (blz. 82) Als een film Op de vragen van de ik-figuur daaraan is de in de Nederlandse vertaling mooi allitererende titel ontleend komt alleen een stereo tiep antwoord, gedicteerd door fat soen, aanzien, carrière, ambitie. Het leven van de ik-figuur voltrekt zich als een film in toenemende mate buiten haarzelf om. Op de huwelijksreis ontpopt zich Rolf, haar man, als een schoolmeester, die om met Fontane te spreken de bedoeling lijkt te hebben de Itali aanse musea opnieuw te catalogi seren. Het verdere verloop van hun leven is door Rolf's carrièreplan ning doodgeprograrameerd: „Rolf rekent uit wat we verdienen. Hij zegt we. Wat we dit jaar verdiend hebben en volgend jaar zullen ver dienen, en het twintigste jaar na zijn indiensttreding bij de Vöest, wat hij dan allemaal voor ons ver diend zal hebben." (blz. 103) Alles, wat met de door Rolf beleden waarden niet strookt, verliest zijn bestaansrecht. De hond Blitz vanzelfsprekend een dier van zui ver ras en hoge prijs krijgt een spuitje, als hij, notabene door toe doen van Rolf zelf, gedeeltelijk blind geworden is en ongemak ver oorzaakt. Wanneer de ik-figuur in verwachting blijkt te zijn, probeert zij tegenover haar minnaar haar verlangen naar een kind uit te spre ken. De abortus, die door Albert zelf wordt verricht, leidt hij in met de woorden: „Een el is geen kip, het ei moet weg" (blz. 133), daarmee een geestelijk doodvonnis over de ik-figuur uitsprekend. Op de totale geestelijke ontreddering volgt de scheiding van Rolf. Het slot van het boek is een terugkeer naar het begin van het leven van de ik-fi guur, naar het babyalbum, dat haar moeder samenstelde. Toch is het geen terugkeer naar de idylli sche verten van de jeugd, die naar de toekomst volledig open was. Door de jeugd loopt een breuk in de vorm van een zondegevoel jegens God. Vanuit de fragmenten uit de jeugd van de ik-figuur lukt het de lezer niet, vaste grond onder de voeten te krijgen. Vanaf het begin stond het leven in het teken van de leugen. Daarom suggereert het slot eerder een voortzetting van deze leugen dan een toegroeien naar waarheid, jezelf, identiteit. Aan het slot is de ik-figuur aan het eind van haar Latijn. Het boek kent geen afronding, geen resumee. Als lezer houd je je boek in je handen vast, want de onontkoombare identifica tie met de ik-figuur laat de vragen loodrecht overeind staan. Functioneel Uit de citaten is naar ik hoop al duidelijk geworden, dat de vorm de ik-figuur vertelt op het moment waarop zij de dingen beleeft ui terst functioneel is. De ik-figuur is voortdurend bezig te registreren wat buiten haar om gebeurt. Haar verwoording is haar wapen tegen een realiteit, die haar het Initiatief tot handelen steeds weer uit han den neemt. Haar vrager, zijn de voorwaarde voor het behoud van het eigen ik in de confrontatie met de antwoorden van de anderen, die veel te gauw gegeven worden en geen antwoorden op haar vragen zijn. Al ben ik als lezer geneigd mij met de ik-figuur te identificeren, ik kan mij nochtans niet aan de vraag onttrekken, of de ik-figuur niet zelf misschien ten dele schuldig is aan het mislukken van het voor haar levensbelangrijke vraag-ant- woord-spel. Heeft zij wel voldoende initiatieven ontplooid om het on echte karakter van haar bestaan te doorbreken? Hierop is geen ant woord mogelijk, omdat de buiten wereld „gefilterd" door het vertel lend „ik" wordt weergegeven. Bij iedere lezer zal het waarheidska rakter, dat hij aan het relaas van het ,4k" verleent, afhangen van de mate waarin hij in dat relaas erva ringsfeiten van zichzelf herkent Mijn subjectieve oordeel is, dat de „anderen" door de ik-figuur welis waar bijna als karikatuur worden beschreven maar toch binnen de aantrekkingskracht van de door mij herkende werkelijkheid blijven. Aanklacht Gaat het bij dit boek om een aan klacht van een vrouw tegen een samenleving, die overwoekerd wordt door typisch mannelijke waarden, zoals het motto van dit boek, dat aan „Liebelei" van Schnitzler ontleend is. suggereert? Dat het boek een aanklacht vormt, is in iedere zin te lezen. Maar dan eerder tegen een waardensysteem, dat door mannen èn vrouwen wordt gedeeld. Behalve door de ik figuur, die geen gedetailleerd alter natief schetst maar vragen stelt, dikwijls binnensmonds. Of het feit, dat haar vragen vaak geen fut meer hebben voor het vraagteken, de reden is geweest voor het weglaten van het vraagte ken in de titel, is mij onduidelijk. Het lijkt mij, dat het er wel moet staan. Brigitte Schwaiger's boek is uiterst boelend. Ik heb het in één ruk uitgelezen en moet er vaak aan denken. Hans Hom verdient een compliment voor zijn vertaling Over één zin ben ik echter gevoelig gestruikeld. Hij laat een nachtja pon (blz. 24) over het kruis vastbin den. terwijl toch het Duitse „Kreuz" op een andere plaats dan het Nederlandse „kruis" is gelocali- seerd. Brigitte Schwaiger: Hoe komt de zee zo zout? Uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam. 153 blz. prijs 18,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 13