tekening van een lezer Trouw commentaar EEN STUF BETEN Orakel (1) Orakel (2) Op eigen kracht (1) Op eigen kracht (2) Koehandel (1) Koehandel (2) Agenda SPALK AL6CP/I GEVERS „Mqqrik z.ie dat verband nas ^'ei 'Schraalhansmeester gevonden „dikke" voor 6,50 nog een zweedse vrouw eindje om DINSDAG 4 APRIL 1978 BINNENLAND Trouw/Kwartet 5 JE -1 i ^AKLÜjMÜjWTl^AKljJbjMlïiXXT-fAltJLiülVliïilM i. i~•M.n.-Lirjin-Cjiv i i'AXVixgjiviiiiiv i i j x Omdat het niet meevalt zelf altijd de wijsheid in pacht le hebben, werden in de Griekse oudheid moeilijke beslissingen nogal eens voorgelegd aan een orakel. Nu was dat ook voor een orakel geen gerin ge opgaaf. Vandaar dat het zich meestal zeer paradoxaal uitdrukte. Dat had voor de persoon, die het orakel raadpleegde het voordeel, dat hij datgene kon doen wat hij eigenlijk al van plan was te doen voor hij het orakel een mening vroeg. Omgekeerd konden de pries ters van het orakel zich op een foutieve interpretatie beroepen voor het geval een beslissing ver keerd mocht uitpakken. Het orakel bleef aldus onaantastbaar. Het aardige is dat de functie van het orakel tot op de huidige dag be waard is gebleven. Alleen de vorm is ingrijpend veranderd. Orakels in onze maatschappij zijn bijvoor- Voor de Vara-microfoon viel Bur ger het afgelopen weekeinde echter voor het eerst uit zijn rol. Hij schil derde het CDA onomwonden af als een partij met een Janus-kop, een club met twee gezichten. In het vervolg van zijn verhaal reduceerde hij gemakshalve die twee koppen tot één, namelijk een duidelijk anti- progressief gezicht. Om vervolgens tot zijn conclusie te kunnen komen: de PvdA moet de samenwerking met het CDA maar vergeten. We zitten nu nog maar vijf procent van de linkse meerderheid af. Laten we die de komende jaren bewerkstelli gen. Dan hebben we het CDA ook niet meer nodig. Duidelijke en, naar het ons voor komt, nogal onverstandige taal voor een orakel. Het is om te beginnen zeer de vraag of de PvdA in staat zal zijn op eigen houtje een meerder heid in ons land te halen. De erva ringen in Frankrijk van de afgelo pen twintig jaar wijzen het tegen deel uit. Maar nog afgezien daarvan is het nogal wat de polarisatie om de pola risatie te prediken. Want daar komt Burgers boodschap in feite op neer. Polarisatie is tot op zekere hoogte nuttig, voorzover daarmee politieke verschillen duidelijk worden ge- beeld de deskundigen, voorzover men, niet lettend op de inhoud, hun mening van doorslaggevende bete kenis acht. Ook aan politici die hun sporen in het verleden ruim hebben verdiend, kent men vaak een ora kelfunctie toe. Voor de PvdA is dat bijvoorbeeld de oud-fractievoorzit ter en de huidige staatsraad, mr. J. A. W. Burger. Het moet gezegd dat mr. Burger die rol tot voor kort altijd met veel verve heeft gespeeld. Hij hield zich dan ook strikt aan de voorwaarde, namelijk zich over de concreet te nemen beslissingen paradoxaal en raadselachtig uit te drukken. Vaak moest er daarom een „vertaler" aan te pas komen, om uit te leggen wat Burger nu precies had bedoeld. Voor de PvdA-achterban was dit echter zelden een bezwaar. Integen deel, een ieder kon er zijn voordeel mee doen. maakt. Tegelijkertijd moet er ech ter de bereidheid zijn om over die verschillen te praten en ze zo moge lijk te overbruggen. In de visie van Burger moet de PvdA dat echter maar vergeten. Volgens hem gaat het er nu om de meerderheid te halen, zodat de PvdA noch het CDA, noch de VVD (want ook die mogelijkheid wil hij uitsluiten) meer nodig zal hebben. Daarmee is het streven naar een politieke meerderheid op zich niet ongezond. Het Nederlandse politie ke stelsel brengt echter ook de noodzaak met zich mee van politie ke samenwerking, omdat we nu eenmaal geen tweepartijenstelsel kennen. Zover zal het, gegeven ook de jongste verkiezingsuitslag, zeer waarschijnlijk ook nooit komen. Wellicht dat het orakel over andere aanwijzingen beschikte. Maar dat hadden we dan wel graag ver nomen. Zolang die er niet zijn roept Burger de geesten al te zeer uit de fles. Want er zijn binnen de PvdA ge noeg heethoofden die er de komen de jaren fors tegenaan willen gaan. Als dat zou gebeuren, zou dat jam mer zijn, niet alleen om de lieve vrede, maar ook voor al de kiezers die het CDA hebben gestemd ter- wille van het programma „Niet bij brood alleen". De PvdA is er bij de Statenverkie zingen niet in geslaagd te bewijzen dat het kabinet Van Agt-Wiegel on rechtmatig tot stand is gekomen en meerderheidssteun bij de kiezers mist. Integendeel, de regerings combinatie zag haar steun onder de kiezers groeien van 49,84 naar 52,05 procent. Al te groot optimis me in PvdA-kring dat het kabinet snel zou verdwijnen is daarmee voorlopig de bodem in geslagen. Men zal eraan moeten wennen dat deze regeringsploeg er nog wel even zit. Dat leidt direct tot de vraag wat voor soort oppositie de PvdA nu moet gaan voeren. De discussies daarover zijn intern (partijbestuur, fractie) begonnen. De socialist mr J. A. W. Burger, wiens uitspraken doorgaans extra uitleg behoeven door hun politieke mistigheid, kwam afgelopen zater dag in het VARA-programma „In de Rooie Haan" tot verrassend dui delijke aanbevelingen. Burger ziet niets in lonken naar de VVD, want die partij is nog recht ser dan het CDA en volgens hem zijn VVD en CDA vast van plan elkaar voor jaren trouw te blijven. Een wenkend toekomstperspectief voor de PvdA bestaat volgens hem alleen in het streven naar een pro gressieve meerderheid. „We zitten momenteel vijf procent af van de mogelijkheid van een linkse meerderheid. Vijf procent, en we krijgen er een aantal jaren voor om er iets aan te doen. Die mogelijkheid hebben we nog nooit gehad, in de hele geschiedenis. Met vijf procent winst voor de linkse groeperingen is een bewind zoals dat nu gemaakt is onmogelijk ge worden. Dan is het niet alsjeblieft spelen, dat is het eenvoudig: we hebben ze niet meer nodig." Vol gens Burger is de keus die de PvdA in de oppositie heeft dus duidelijk: niet „alsjeblieft spelen naar de an dere kant", maar „op eigen kracht een progressief bewind mogelijk maken". Die eigen kracht zal toch nog wel iets groter (meer dan honderddui zend stemmen) moeten zijn dan Burger meent. Links (PvdA, D'66. PPR, PSP. CPN) is niet vijf procent van een meerderheid verwijderd, maar 6,58 procent op basis van de Statenverkiezingen. De PvdA schermt graag met nog betere ei gen resultaten, ware de opkomst hoger geweest. Maar het is nog maar de vraag of de opkomst, nu lang niet slecht met 79,12 procent, bij de volgende Kamerverkiezin gen weer het record van 1977 met 87,5 zal halen. Desondanks, het is klare en aan trekkelijke taal van Burger. Het betekent dat de PvdA zich van de gevoeligheden van het CDA verder niets meer hoeft aan te trekken. Lekker het eigen gezicht, het eigen program benadrukken zonder ver der gezeur. Dat is een beleidslijn die groeiende steun geniet in de PvdA-fractie en door sommigen ook al direct na het mislukken van de kabinetsformatie werd bepleit. Toen hadden de gematigden echter nog de overhand, de mensen die PvdA en CDA niet teveel van el kaar wilden vervreemden in de ver wachting dat het kabinet Van Agt spoedig zou stranden. Het PvdA- CDA regeerakkoord was toen de basis voor de oppositie in de hoop de spanningen binnen het CDA en tussen CDA en WD zo op te hogen dat een crisis niet uit kon blijven. „Opereren op de breuklijnen" noemde men dat. Ook nu is de fractie niet onverdeeld voor de harde lijn. Er zijn nog steeds PvdA-Kamerleden die een breuk, en dus hernieuwde samen werking met het CDA niet geheel willen uitsluiten. Zij wijzen erop dat het kabinet de bezuinigingsbe sprekingen nog moet voeren. Nie mand beter dan Den Uyl weet hoe veel spanningen dat kan opleveren. Het kabinet is pas veilig als de begroting voor 1978 is vastgesteld, zegt men wel in politiek Den Haag. Sommige PvdA-ers willen te graag regeren om niet nog even te wach ten met de harde confrontatie. In het geweld waarmee politieke kopstukken en media de verkiezin gen voor de provinciale staten in de sfeer van de landelijke politiek hebben getrokken, is een niet onbe langrijk aspect van deze stembus strijd nogal onderbelicht gebleven. Dat is de invloed van de verkie zingsuitslag op de samenstelling van de Eerste Kamer. Dit college, waarvan de leden wor den gekozen door de leden van pro vinciale staten, is een erfenis uit de periode waarin België nog bij het Koninkrijk der Nederlanden be Mr. J. A. W. Burger hoorde. De Belgen kenden reeds een tweekamer-stelsel en zij slaag den er in ook ons daartoe over te halen. Onverdeeld genoegen heb ben we aan die erfenis nooit beleefd. Met een zekere regelmaat zijn po gingen, steeds vanuit de progres sieve hoek, ondernomen om de Eer ste Kamer af te schaffen (zonder succes), dan wel te democratiseren (met enige resultaat). De verkiezing van Seantoren door de statenleden dateert van 1848, toen men een eind maakte aan de benoeming door de Koning maar niet zo ver wilde gaan de verkiezing direct in handen van het volk te leggen. Bij wijze van compromis viel de keuze op de statenleden en zo is het tot op de dag van vandaag gebleven. Zo er dan sprake is geweest van democratisering van de Senaat, in 1978 kan een lid van dit huis zelf nog opmerken, dat de verkiezing van Eerste-Kamerleden „de meest ondemocratische" zijn die er be staan. „Je kunt van achter je bu reau zetels winnen. Je moet ge woon goed kunnen rekenen." aldus deze senator. „De CHU is jarenlang oververtegenwoordigd geweest, doordat ze een goede rekenaar had den. Bij de PvdA was dat lange tijd andersom. Daar hadden ze niet zlu- ke goeie rekenaars." Die rekenarij komt van pas bij het verdelen van de restzetels, de zetels die overblijven als de evenredige verdeling volgens de kiesdeler stokt doordat geen van de partijen die deler nog haalt. Hiervoor zijn twee systemen bedacht, vastgelegd in de Kieswet. Het ene systeem, van de grootste gemene deler, wordt toegepast indien er meer dan zes restzetels zijn. Het andere, van de grootste overschotten, wanneer dat aantal minder is dan zes. Het naast elkaar bestaan van deze twee systemen brengt de democra tie in een schemer waarin handje klap en koel rekenwerk hand in hand gaan. „De koehandel ligt in de Kieswet opgesloten," aldus onze Senator. Want wat is het geval? Het ene systeem is voor sommige partijen gunstiger dan voor andere en het is mogelijk, door „handige combinaties", op een van beide sys temen aan te sturen. Zo kan het gebeuren dat een grote partij een lijstverbinding aangaat met een of meer kleinere teneinde een restzetel te bemachtigen of wel een tegenstander van een zetel af te houden. Dikwijls ontstaan hier monsterverbonden. Zo probeerde het CDA in Zuid-Holland vorig jaar met steun van de Boerenpartij een restzetel in de wacht te slepen. Men begrijpt, dat zulke combinaties niet „kosteloos" tot stand komen. Een kleintje tot een grote steunt, verlangt een tegenprestatie. De zuiverheid die een democratie vereist, is met zulk gekonkel achter de schermen niet gediend. Temeer waar de weerspiegeling van de be staande politieke verhoudingen in de Eerste Kamer nauwelijks is te rug te vinden. Senatoren worden voor zes jaar gekozen. Eens in de drie jaar treedt de helft af. Dat gebeurt voor het eerst weer in 1980. Dan kiezen dus de nu gekozen sta tenleden senatoren die vervolgens tot 1986 blijven zitten. Een periode van acht jaar is dan sinds de stem busstrijd van vorige week verlopen. Vrij recente pogingen om de Eerste Kamer af te schaffen (van de pro gressieve partijen) dan wel te ko men tot rechtstreekse verkiezingen (van het kabinet-Den Uyl) misluk ten. Telkens weer staan behouden de stromingen in het parlement aantasting van de positie van dit college in de weg. Sinds ruim een jaar ligt er bij de Tweede Kamer een voorstel om de Eerste Kamer eens in de vier jaar te laten verkiezen, door de statenle den. Het volk mag er nog niet di- rekt aan te pas komen. Volgens dit voorstel zou ook het systeem voor de verdeling van restzetels worden vereenvoudigd. Dat lijkt een verbe tering, maar de Tweede Kamer maakt er vooralsnog geen haast mee. De voorbereidende procedure is nog niet eens op gang gekomen. Aan tegenstand van het kabinet Van Agt/Wiegel ligt dat niet. Het heeft het voorstel namelijk van zijn voorganger overgenomen Belangrijkste onderwerp deze week in de Kamer is de goedkeu ring van het Europees Sociaal Handvest, waarin het stakings recht voor Nederland de eerste wet telijke basis krijgt. Voorts staat een aantal verdragen tegen de verontreiniging van de Rijn op de agenda, alsmede een interpellatie (6 april) van oud-mi- nister Pronk over het beleid van zijn opvolger De Koning ten aan zien van de Nationale Commissie Ontwikkelingshulp. De Eerste Kamer vergadert niet. PART.RWPnvrrPARr.RMTïlTJTPARLEMENTPARLEMENTPARLEMENTPARLEMENTPARLEMENTPARLEME JE Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan: Trouw, jury politieke prent. Postbus 859, Naam en adres aan achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon. HET WEER door Hans de Jong Als u dit onder ogen krijgt hangt er wellicht nog bewolking, maar dat gaat de eerstkomende da gen veranderen. Veel drogere lucht met lage dauwpunten uit Zweden komt via Denemarken op ons af. Het weerbeeld wordt daar vandaag al een stuk zonni ger van het noordoosten uit. De temperatuur wordt maximaal vijf tot tien graden, 's nachts vriest het er een k twee graden. Dit koude weertype zal woens dag en donderdag in ons land sterker doorwerken, uiteraard het eerst in Groningen. Fries land en Drente. De wind vertoont de neiging via het noordoosten nog wat dichter tegen de noordhoek aan te krui pen. Dit houdt verband met de opbouw van een nieuwe hoge- drukcel boven de Noorse Zee (1033 millibar) en de gelijktijdi ge afbraak van een ander maxi mum boven de Finse Golf. Voor al als gevolg van de luchtdruk- dalingen in die hoek komt er weer ruimte voor de doortocht van koude en droge lucht, waar bij het nadeel van nachtvorst ook in ons land zal voorkomen. Gisteren is het in Roosendaal nog veertien graden Celsius ge worden, in Rozenburg niet meer dan elf graden (gisterenavond vijf tot circa zes graden) tegen over zestien graden op zondag middag. Waarnemer Will Goos attendeerde mij op de zeer grote weertegenstelling. Eergisteren had hij nog enkele jonge dames in bikini zien zonnen. Een weertype met koude win den uit noordoost tot noord in het voorjaar en soms ook nog in de voorzomer, kan als alterna tief voor de normale onstand vastige westelijke tot zuidweste lijke circulatie beschouwd wor den. Wordt de luchtdruk een maal hoog in het gebied Groen- land-Scandinavië, dan kan de wind weken achtereen blijven rondhangen in die kille hoek en lijkt hei wel of hij daar jongen heeft. Voor niet meer zo jonge lezers geldt dan dit advies; blijf vooral zoveel mogelijk in de luwte. Even je hoofd zonder sjaal om de hoek van het huis in de wind en je loopt gegarandeerd een schorre keel op. Wie onderweg is van ziek zijn naar beter worden, is het niet bepaald een florissan te tijd, ook al gaat er van voch tig en somber weer van de oce aan bepaald ook niet veel her stel-impulsen uit. Over die irri terend lang voortdurende koude noordenwind beklaagde de Ge- nestet zich dan ook in zijn „Haantje van de toren". En zo was het nu: de noorden wind blies langs de kale gracht. En dicht bij Pinkster wera nog steeds de lieve Lent' verwacht, er volgen stuifregenbuien. Blijft de wind noordoost tot noord ter- Een hogedrukgebied boven Scandinavië kan soms niet ver hinderen dat de kwaliteit van het weer afneemt door een of andere over Finland en de Oost zee afzakkende storing. Het zwaartepunt van hogedruk trekt zich dan nog weer iets ver der naar het westen terug (zee gebied ten westen van Schot land) vooral als de wind hele maal naar het noordwesten te rugtrekt, wordt het guur. Er ko men dikke stapelwolken op en wijl de bewolking toeneemt (ho gere wolken uit het noordoos ten, lagere uit het noorden) dan ligt er een of andere kwaaie de pressie op de loer en volgt er zeer slecht weer. In die richting denk ik deze week niet. Over Rusland ligt wel een storings bron, maar die komt niet dichter bij. Boven Zuid-Italië bevindt zich het centrum van een de pressie van 995 millibar, die aan zijn oostzijde weliswaar drukda- lingen van 4 mb in drie uur tijd teweeg brengt. Hij veroorzaakt op het conti nent wel wat buiten, maar erg belangrijk zijn die niet, wel in het Middellandse-Zeegebied: Mallorca kreeg er één van 40 millimeter. HOOGWATER woensdag 5 april: Vlissingen 114-13.42. Haringvllet- sluizen 1.26-13.48, Rotterdam 2.06- 15.49, Scheveningen 2.25-14.47, IJ- muiden 3.04-15.24, Den Helder 6.45-, 19.30, Harlingen 9.23-21.47, Delfzijl 11.26-23.38. Hij was geen blakend gezonde jon gen, reden waarom hij vaak van school veizuimde. Maar lezen deed hij des te meer: alles las hij wat los en vast zat. En zo kon hij, mede dankzij die zelfstudie, op zijn acht tiende jaar toch onderwijzer wor den. Zo makkelijk zou hij nu waar schijnlijk niet bij het onderwijs ge komen zijn en zker niet op zo'n jeugdige leeftijd maar het ge beurde dan ook al een kleine ander halve eeuw geleden. Hij schopte het zelfs zo ver, dat zijn naam nu nog bij iedere Nederlander bekend is: Johan Hendrik van Dale, wiens bestseller in de volksmond „de dikke Van Dale" nog steeds een van de meest geraadpleegde boe ken is. Anderhalve eeuw geleden, in 1828 dus, werd Van Dale in Sluis in Zeeuws-Vlaanderen geboren. Hij is er tot zijn dood toe gebleven; zijn hele leven heeft hij in zijn geboor testad gewoond en gewerkt. En hoe! Hij mag dan een zwakke ge zondheid gehad hebben, daarom was hij nog niet minder actief. De heer J. H. Kruizinga uit Amster dam heeft Van Dales verdiensten op een rijtje gezet: hij was het die de stoot gaf tot de wederoprichting van de plaatselijke rederijkerska mer „De Oranjebloem"; hij had een werkzaam aandeel in de activitei ten van het plaatselijke Nutsdepar- tement en stimuleerde de oprich ting van een kantwerkschool. Daarnaast was hij een gewaardeer de medewerker aan de „Sluissche Courant". Ondertussen studeerde hij taalkunde; handschriften en stadsrekeningen die hem oorspron kelijk als louter historische docu menten boeiden, trokken steeds meer zijn aandacht door het woord gebruik en de taalkundige opbouw. Door zijn historische belangstel ling werd hij ook archivaris. Als jongen al had Van Dale een „Taalkundig handboekje óf alfabe tische lijst van alle worden die we gens spelling of gebruik aan enige bedenking onderhevig zijn" samen gesteld, maar van uitgave was (nog) niets gekomen. Hij had vie rentwintig jaar nodig om dit„boek- je' compleet te krijgen: in 1872 ver scheen deel 1 van het „Nieuw Woor denboek der Nederlandsche Taal". Het was en volkomen nieuwe versie van het in 1864 uitgegeven gelijk namige werk, bewerkt door I. M. en N. S. Calisch. De uitgevers M. Nij- hoff, A. W. Sijthoff en D. A. Thieme verspreidden in 1872 een aankondi ging die aldus luidde: „Alom is ver zonden Aflevering 1 van het Nieuw Woordenboek der Nederlandsche Taal, bevattende 1. de meest ge bruikelijke woorden, spraakwoor- den en spreekwoorden, 2. de bas taardwoorden die of reeds het bur gerrecht verkregen hebben, verkre gen of vrij algemeen worden gebe zigd en 3. de meeste kunstwoorden, door J. H. van Dale, Hoofdonder wijzer en Archivaris te Sluis". Jam mer genoeg was Van Dale al ziek toen het eerste deel van zijn om vangrijke werk was gedrukt. Hij overleed op 19 mei 1872 aan de pokken, toen de ongecorrigeerde kopij voor het tweede deel nog bij de drukker lae. Het eerste deel van „de dikke Van Dale" kostte indertijd gebonden 6,50. Dat lijkt spotgoedkoop, maar in die tijd verdiende een ge wone arbeider ook niet meer dan zeven of acht gulden in ae week. Nu kost de complete tiende druk 180, in verhouding dus minder dan die eerste uitgave van 1872. Eenmaal volwassen, zal dit kuiken tot de grootste (vliegende) vogelsoort ter wereld horen. Het is een condor, die twaalf kilo zwaar wordt en reusachtige vleugels krijgt met een spanwijdte van niet minder dan drie meter. Je zou dat allemaal niet direct achter dit kuiken zoeken, maar het is op de foto dan ook nog geen etmaal uit het ei. De kleine condor is in een Newyorkse dierentuin geboren. Nog een dominee blijkt zijn preek- rooster kwijt te zijn. Het is de ger- formeerde legerpredikant J. D. Cre- mer uit Amstelveen, die ongeveer een maand geleden tot de verbijs terende ontdekking kwam dat het vel papier met de preekbeurten voor het hele jaar niet meer onder zijn bureauklapper lag. Ds. Cremer vervult gemiddeld één keer per drie weken een preekbeurt, meestal in de buurt van Franeker; daar in de omgeving brengen de Cremers vaak het weekend door. De eerst volgende preekbeurt valt waar schijnlijk in ds. Cremers vroegere gemeente Hellendoorn, maar van eind april af is hij het spoor zo goed als bijster. Zo'n los vel is ook veel te onhandig, vindt zijn vrouw: „Voor taan kan hij zijn afspraken maar beter in een agenda zetten." Maar daar schiet ds. Cremer op dit mo ment weinig mee op. Vooral de Friezen dus opgelet: waar en wan neer wordt ds. Cremer dit jaar ver wacht? Op telefoonnummer 020-43 57 07 worden alle inlichtin gen volgaarne opnieuw genoteerd. Van het „vrouwen-actiecomité voor vervroegd AOW-pensioen" kregen we een aanvulling op de positie van de Zweedse vrouwen, over wie (en over hun mannen) we het vorige week hadden. Dat daar zoveel vrouwen buitenshuis wer ken, aldus het comité, heeft ook een praktische reden: op hun zevenenzestigste jaar desge wenst op hun drieënzestigste krijgen mannen èn vrouwen er een algemeen ouderdomspensioen. Maar daarboven bestaat er een waardevast „aanvullend nationaal pensioen", waarvoor alle loontrek- kenden vanaf hun zestiende jaar premie betalen. Om aanspraak op deze aanvulling te kunnen maken, moet je in Zweden dertig jaar in loondienst geweest zijn. Heb Je kor ter gewerkt, dan wordt het bedrag dienovereenkomstig verminderd. En wie nooit buitenshuis heeft ge werkt, krijgt dus helemaal geen aanvullend pensioen. Vandaar. Een flink eind wandelen met de hond, daar bedoelen ze in het Bra bantse Oirschot iets anders mee dan een straatje om. Als ze het daar over een „hondenwandeling" heb ben, spreken ze over een behoorlijk aantal kilometers door de bossen in de omgeving. Want in Oirschot or ganiseren ze elk Jaar een interna tionale hondenwandeling, voor honden én bazen dus, die nu al voor de twaalfde keer wordt gewandeld. Op 9 april ditmaal, in Oirschot dus, waar om twee uur 's middags ge start wordt op het Marktplein. Daar zijn ook de inschrijfbureaus waar het vaak dringen is, want de belangstelling is groot: vorig Jaar wandelden er ruim driehonderd ba zen en bazinnen en ruim vijfhon derd honden mee. Wat er eventueel aan geld overblijft, wordt net als vorige Jaren aan „Het Zorgenkind", afdeling Oirschot, overhandigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 5