tekening van een lezer
Trouw commentaar
EEN STUF BETEN
Orakel (1)
Orakel (2)
Op eigen
kracht (1)
Op eigen
kracht (2)
Koehandel (1)
Koehandel (2)
Agenda
SPALK AL6CP/I
GEVERS
„Mqqrik z.ie dat verband nas ^'ei
'Schraalhansmeester
gevonden „dikke" voor 6,50
nog een
zweedse vrouw
eindje om
DINSDAG 4 APRIL 1978
BINNENLAND
Trouw/Kwartet 5
JE
-1
i
^AKLÜjMÜjWTl^AKljJbjMlïiXXT-fAltJLiülVliïilM i. i~•M.n.-Lirjin-Cjiv i i'AXVixgjiviiiiiv i i j x
Omdat het niet meevalt zelf altijd
de wijsheid in pacht le hebben,
werden in de Griekse oudheid
moeilijke beslissingen nogal eens
voorgelegd aan een orakel. Nu was
dat ook voor een orakel geen gerin
ge opgaaf. Vandaar dat het zich
meestal zeer paradoxaal uitdrukte.
Dat had voor de persoon, die het
orakel raadpleegde het voordeel,
dat hij datgene kon doen wat hij
eigenlijk al van plan was te doen
voor hij het orakel een mening
vroeg. Omgekeerd konden de pries
ters van het orakel zich op een
foutieve interpretatie beroepen
voor het geval een beslissing ver
keerd mocht uitpakken. Het orakel
bleef aldus onaantastbaar.
Het aardige is dat de functie van het
orakel tot op de huidige dag be
waard is gebleven. Alleen de vorm
is ingrijpend veranderd. Orakels in
onze maatschappij zijn bijvoor-
Voor de Vara-microfoon viel Bur
ger het afgelopen weekeinde echter
voor het eerst uit zijn rol. Hij schil
derde het CDA onomwonden af als
een partij met een Janus-kop, een
club met twee gezichten. In het
vervolg van zijn verhaal reduceerde
hij gemakshalve die twee koppen
tot één, namelijk een duidelijk anti-
progressief gezicht. Om vervolgens
tot zijn conclusie te kunnen komen:
de PvdA moet de samenwerking
met het CDA maar vergeten. We
zitten nu nog maar vijf procent van
de linkse meerderheid af. Laten we
die de komende jaren bewerkstelli
gen. Dan hebben we het CDA ook
niet meer nodig.
Duidelijke en, naar het ons voor
komt, nogal onverstandige taal voor
een orakel. Het is om te beginnen
zeer de vraag of de PvdA in staat zal
zijn op eigen houtje een meerder
heid in ons land te halen. De erva
ringen in Frankrijk van de afgelo
pen twintig jaar wijzen het tegen
deel uit.
Maar nog afgezien daarvan is het
nogal wat de polarisatie om de pola
risatie te prediken. Want daar komt
Burgers boodschap in feite op neer.
Polarisatie is tot op zekere hoogte
nuttig, voorzover daarmee politieke
verschillen duidelijk worden ge-
beeld de deskundigen, voorzover
men, niet lettend op de inhoud, hun
mening van doorslaggevende bete
kenis acht. Ook aan politici die hun
sporen in het verleden ruim hebben
verdiend, kent men vaak een ora
kelfunctie toe. Voor de PvdA is dat
bijvoorbeeld de oud-fractievoorzit
ter en de huidige staatsraad, mr. J.
A. W. Burger.
Het moet gezegd dat mr. Burger die
rol tot voor kort altijd met veel
verve heeft gespeeld. Hij hield zich
dan ook strikt aan de voorwaarde,
namelijk zich over de concreet te
nemen beslissingen paradoxaal en
raadselachtig uit te drukken. Vaak
moest er daarom een „vertaler"
aan te pas komen, om uit te leggen
wat Burger nu precies had bedoeld.
Voor de PvdA-achterban was dit
echter zelden een bezwaar. Integen
deel, een ieder kon er zijn voordeel
mee doen.
maakt. Tegelijkertijd moet er ech
ter de bereidheid zijn om over die
verschillen te praten en ze zo moge
lijk te overbruggen.
In de visie van Burger moet de
PvdA dat echter maar vergeten.
Volgens hem gaat het er nu om de
meerderheid te halen, zodat de
PvdA noch het CDA, noch de VVD
(want ook die mogelijkheid wil hij
uitsluiten) meer nodig zal hebben.
Daarmee is het streven naar een
politieke meerderheid op zich niet
ongezond. Het Nederlandse politie
ke stelsel brengt echter ook de
noodzaak met zich mee van politie
ke samenwerking, omdat we nu
eenmaal geen tweepartijenstelsel
kennen. Zover zal het, gegeven ook
de jongste verkiezingsuitslag, zeer
waarschijnlijk ook nooit komen.
Wellicht dat het orakel over andere
aanwijzingen beschikte. Maar dat
hadden we dan wel graag ver
nomen.
Zolang die er niet zijn roept Burger
de geesten al te zeer uit de fles.
Want er zijn binnen de PvdA ge
noeg heethoofden die er de komen
de jaren fors tegenaan willen gaan.
Als dat zou gebeuren, zou dat jam
mer zijn, niet alleen om de lieve
vrede, maar ook voor al de kiezers
die het CDA hebben gestemd ter-
wille van het programma „Niet bij
brood alleen".
De PvdA is er bij de Statenverkie
zingen niet in geslaagd te bewijzen
dat het kabinet Van Agt-Wiegel on
rechtmatig tot stand is gekomen en
meerderheidssteun bij de kiezers
mist. Integendeel, de regerings
combinatie zag haar steun onder
de kiezers groeien van 49,84 naar
52,05 procent. Al te groot optimis
me in PvdA-kring dat het kabinet
snel zou verdwijnen is daarmee
voorlopig de bodem in geslagen.
Men zal eraan moeten wennen dat
deze regeringsploeg er nog wel even
zit.
Dat leidt direct tot de vraag wat
voor soort oppositie de PvdA nu
moet gaan voeren. De discussies
daarover zijn intern (partijbestuur,
fractie) begonnen.
De socialist mr J. A. W. Burger,
wiens uitspraken doorgaans extra
uitleg behoeven door hun politieke
mistigheid, kwam afgelopen zater
dag in het VARA-programma „In
de Rooie Haan" tot verrassend dui
delijke aanbevelingen.
Burger ziet niets in lonken naar de
VVD, want die partij is nog recht
ser dan het CDA en volgens hem
zijn VVD en CDA vast van plan
elkaar voor jaren trouw te blijven.
Een wenkend toekomstperspectief
voor de PvdA bestaat volgens hem
alleen in het streven naar een pro
gressieve meerderheid.
„We zitten momenteel vijf procent
af van de mogelijkheid van een
linkse meerderheid. Vijf procent,
en we krijgen er een aantal jaren
voor om er iets aan te doen. Die
mogelijkheid hebben we nog nooit
gehad, in de hele geschiedenis. Met
vijf procent winst voor de linkse
groeperingen is een bewind zoals
dat nu gemaakt is onmogelijk ge
worden. Dan is het niet alsjeblieft
spelen, dat is het eenvoudig: we
hebben ze niet meer nodig." Vol
gens Burger is de keus die de PvdA
in de oppositie heeft dus duidelijk:
niet „alsjeblieft spelen naar de an
dere kant", maar „op eigen kracht
een progressief bewind mogelijk
maken".
Die eigen kracht zal toch nog wel
iets groter (meer dan honderddui
zend stemmen) moeten zijn dan
Burger meent. Links (PvdA, D'66.
PPR, PSP. CPN) is niet vijf procent
van een meerderheid verwijderd,
maar 6,58 procent op basis van de
Statenverkiezingen. De PvdA
schermt graag met nog betere ei
gen resultaten, ware de opkomst
hoger geweest. Maar het is nog
maar de vraag of de opkomst, nu
lang niet slecht met 79,12 procent,
bij de volgende Kamerverkiezin
gen weer het record van 1977 met
87,5 zal halen.
Desondanks, het is klare en aan
trekkelijke taal van Burger. Het
betekent dat de PvdA zich van de
gevoeligheden van het CDA verder
niets meer hoeft aan te trekken.
Lekker het eigen gezicht, het eigen
program benadrukken zonder ver
der gezeur. Dat is een beleidslijn
die groeiende steun geniet in de
PvdA-fractie en door sommigen
ook al direct na het mislukken van
de kabinetsformatie werd bepleit.
Toen hadden de gematigden echter
nog de overhand, de mensen die
PvdA en CDA niet teveel van el
kaar wilden vervreemden in de ver
wachting dat het kabinet Van Agt
spoedig zou stranden. Het PvdA-
CDA regeerakkoord was toen de
basis voor de oppositie in de hoop
de spanningen binnen het CDA en
tussen CDA en WD zo op te hogen
dat een crisis niet uit kon blijven.
„Opereren op de breuklijnen"
noemde men dat.
Ook nu is de fractie niet onverdeeld
voor de harde lijn. Er zijn nog
steeds PvdA-Kamerleden die een
breuk, en dus hernieuwde samen
werking met het CDA niet geheel
willen uitsluiten. Zij wijzen erop
dat het kabinet de bezuinigingsbe
sprekingen nog moet voeren. Nie
mand beter dan Den Uyl weet hoe
veel spanningen dat kan opleveren.
Het kabinet is pas veilig als de
begroting voor 1978 is vastgesteld,
zegt men wel in politiek Den Haag.
Sommige PvdA-ers willen te graag
regeren om niet nog even te wach
ten met de harde confrontatie.
In het geweld waarmee politieke
kopstukken en media de verkiezin
gen voor de provinciale staten in de
sfeer van de landelijke politiek
hebben getrokken, is een niet onbe
langrijk aspect van deze stembus
strijd nogal onderbelicht gebleven.
Dat is de invloed van de verkie
zingsuitslag op de samenstelling
van de Eerste Kamer.
Dit college, waarvan de leden wor
den gekozen door de leden van pro
vinciale staten, is een erfenis uit de
periode waarin België nog bij het
Koninkrijk der Nederlanden be
Mr. J. A. W. Burger
hoorde. De Belgen kenden reeds
een tweekamer-stelsel en zij slaag
den er in ook ons daartoe over te
halen. Onverdeeld genoegen heb
ben we aan die erfenis nooit
beleefd.
Met een zekere regelmaat zijn po
gingen, steeds vanuit de progres
sieve hoek, ondernomen om de Eer
ste Kamer af te schaffen (zonder
succes), dan wel te democratiseren
(met enige resultaat). De verkiezing
van Seantoren door de statenleden
dateert van 1848, toen men een
eind maakte aan de benoeming
door de Koning maar niet zo ver
wilde gaan de verkiezing direct in
handen van het volk te leggen. Bij
wijze van compromis viel de keuze
op de statenleden en zo is het tot op
de dag van vandaag gebleven.
Zo er dan sprake is geweest van
democratisering van de Senaat, in
1978 kan een lid van dit huis zelf
nog opmerken, dat de verkiezing
van Eerste-Kamerleden „de meest
ondemocratische" zijn die er be
staan. „Je kunt van achter je bu
reau zetels winnen. Je moet ge
woon goed kunnen rekenen." aldus
deze senator. „De CHU is jarenlang
oververtegenwoordigd geweest,
doordat ze een goede rekenaar had
den. Bij de PvdA was dat lange tijd
andersom. Daar hadden ze niet zlu-
ke goeie rekenaars."
Die rekenarij komt van pas bij het
verdelen van de restzetels, de zetels
die overblijven als de evenredige
verdeling volgens de kiesdeler
stokt doordat geen van de partijen
die deler nog haalt. Hiervoor zijn
twee systemen bedacht, vastgelegd
in de Kieswet. Het ene systeem,
van de grootste gemene deler,
wordt toegepast indien er meer dan
zes restzetels zijn. Het andere, van
de grootste overschotten, wanneer
dat aantal minder is dan zes.
Het naast elkaar bestaan van deze
twee systemen brengt de democra
tie in een schemer waarin handje
klap en koel rekenwerk hand in
hand gaan. „De koehandel ligt in
de Kieswet opgesloten," aldus onze
Senator. Want wat is het geval?
Het ene systeem is voor sommige
partijen gunstiger dan voor andere
en het is mogelijk, door „handige
combinaties", op een van beide sys
temen aan te sturen.
Zo kan het gebeuren dat een grote
partij een lijstverbinding aangaat
met een of meer kleinere teneinde
een restzetel te bemachtigen of wel
een tegenstander van een zetel af te
houden. Dikwijls ontstaan hier
monsterverbonden. Zo probeerde
het CDA in Zuid-Holland vorig jaar
met steun van de Boerenpartij een
restzetel in de wacht te slepen. Men
begrijpt, dat zulke combinaties
niet „kosteloos" tot stand komen.
Een kleintje tot een grote steunt,
verlangt een tegenprestatie.
De zuiverheid die een democratie
vereist, is met zulk gekonkel achter
de schermen niet gediend. Temeer
waar de weerspiegeling van de be
staande politieke verhoudingen in
de Eerste Kamer nauwelijks is te
rug te vinden. Senatoren worden
voor zes jaar gekozen. Eens in de
drie jaar treedt de helft af. Dat
gebeurt voor het eerst weer in 1980.
Dan kiezen dus de nu gekozen sta
tenleden senatoren die vervolgens
tot 1986 blijven zitten. Een periode
van acht jaar is dan sinds de stem
busstrijd van vorige week verlopen.
Vrij recente pogingen om de Eerste
Kamer af te schaffen (van de pro
gressieve partijen) dan wel te ko
men tot rechtstreekse verkiezingen
(van het kabinet-Den Uyl) misluk
ten. Telkens weer staan behouden
de stromingen in het parlement
aantasting van de positie van dit
college in de weg.
Sinds ruim een jaar ligt er bij de
Tweede Kamer een voorstel om de
Eerste Kamer eens in de vier jaar te
laten verkiezen, door de statenle
den. Het volk mag er nog niet di-
rekt aan te pas komen. Volgens dit
voorstel zou ook het systeem voor
de verdeling van restzetels worden
vereenvoudigd. Dat lijkt een verbe
tering, maar de Tweede Kamer
maakt er vooralsnog geen haast
mee. De voorbereidende procedure
is nog niet eens op gang gekomen.
Aan tegenstand van het kabinet
Van Agt/Wiegel ligt dat niet. Het
heeft het voorstel namelijk van zijn
voorganger overgenomen
Belangrijkste onderwerp deze
week in de Kamer is de goedkeu
ring van het Europees Sociaal
Handvest, waarin het stakings
recht voor Nederland de eerste wet
telijke basis krijgt.
Voorts staat een aantal verdragen
tegen de verontreiniging van de
Rijn op de agenda, alsmede een
interpellatie (6 april) van oud-mi-
nister Pronk over het beleid van
zijn opvolger De Koning ten aan
zien van de Nationale Commissie
Ontwikkelingshulp.
De Eerste Kamer vergadert niet.
PART.RWPnvrrPARr.RMTïlTJTPARLEMENTPARLEMENTPARLEMENTPARLEMENTPARLEMENTPARLEME
JE
Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan: Trouw, jury politieke prent. Postbus 859,
Naam en adres aan achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon.
HET WEER door Hans de Jong
Als u dit onder ogen krijgt hangt
er wellicht nog bewolking, maar
dat gaat de eerstkomende da
gen veranderen. Veel drogere
lucht met lage dauwpunten uit
Zweden komt via Denemarken
op ons af. Het weerbeeld wordt
daar vandaag al een stuk zonni
ger van het noordoosten uit. De
temperatuur wordt maximaal
vijf tot tien graden, 's nachts
vriest het er een k twee graden.
Dit koude weertype zal woens
dag en donderdag in ons land
sterker doorwerken, uiteraard
het eerst in Groningen. Fries
land en Drente.
De wind vertoont de neiging via
het noordoosten nog wat dichter
tegen de noordhoek aan te krui
pen. Dit houdt verband met de
opbouw van een nieuwe hoge-
drukcel boven de Noorse Zee
(1033 millibar) en de gelijktijdi
ge afbraak van een ander maxi
mum boven de Finse Golf. Voor
al als gevolg van de luchtdruk-
dalingen in die hoek komt er
weer ruimte voor de doortocht
van koude en droge lucht, waar
bij het nadeel van nachtvorst
ook in ons land zal voorkomen.
Gisteren is het in Roosendaal
nog veertien graden Celsius ge
worden, in Rozenburg niet meer
dan elf graden (gisterenavond
vijf tot circa zes graden) tegen
over zestien graden op zondag
middag. Waarnemer Will Goos
attendeerde mij op de zeer grote
weertegenstelling. Eergisteren
had hij nog enkele jonge dames
in bikini zien zonnen.
Een weertype met koude win
den uit noordoost tot noord in
het voorjaar en soms ook nog in
de voorzomer, kan als alterna
tief voor de normale onstand
vastige westelijke tot zuidweste
lijke circulatie beschouwd wor
den. Wordt de luchtdruk een
maal hoog in het gebied Groen-
land-Scandinavië, dan kan de
wind weken achtereen blijven
rondhangen in die kille hoek en
lijkt hei wel of hij daar jongen
heeft.
Voor niet meer zo jonge lezers
geldt dan dit advies; blijf vooral
zoveel mogelijk in de luwte.
Even je hoofd zonder sjaal om
de hoek van het huis in de wind
en je loopt gegarandeerd een
schorre keel op. Wie onderweg is
van ziek zijn naar beter worden,
is het niet bepaald een florissan
te tijd, ook al gaat er van voch
tig en somber weer van de oce
aan bepaald ook niet veel her
stel-impulsen uit. Over die irri
terend lang voortdurende koude
noordenwind beklaagde de Ge-
nestet zich dan ook in zijn
„Haantje van de toren".
En zo was het nu: de noorden
wind blies langs de kale gracht.
En dicht bij Pinkster wera nog
steeds de lieve Lent' verwacht,
er volgen stuifregenbuien. Blijft
de wind noordoost tot noord ter-
Een hogedrukgebied boven
Scandinavië kan soms niet ver
hinderen dat de kwaliteit van
het weer afneemt door een of
andere over Finland en de Oost
zee afzakkende storing. Het
zwaartepunt van hogedruk
trekt zich dan nog weer iets ver
der naar het westen terug (zee
gebied ten westen van Schot
land) vooral als de wind hele
maal naar het noordwesten te
rugtrekt, wordt het guur. Er ko
men dikke stapelwolken op en
wijl de bewolking toeneemt (ho
gere wolken uit het noordoos
ten, lagere uit het noorden) dan
ligt er een of andere kwaaie de
pressie op de loer en volgt er
zeer slecht weer. In die richting
denk ik deze week niet. Over
Rusland ligt wel een storings
bron, maar die komt niet dichter
bij. Boven Zuid-Italië bevindt
zich het centrum van een de
pressie van 995 millibar, die aan
zijn oostzijde weliswaar drukda-
lingen van 4 mb in drie uur tijd
teweeg brengt.
Hij veroorzaakt op het conti
nent wel wat buiten, maar erg
belangrijk zijn die niet, wel in
het Middellandse-Zeegebied:
Mallorca kreeg er één van 40
millimeter.
HOOGWATER woensdag 5 april:
Vlissingen 114-13.42. Haringvllet-
sluizen 1.26-13.48, Rotterdam 2.06-
15.49, Scheveningen 2.25-14.47, IJ-
muiden 3.04-15.24, Den Helder 6.45-,
19.30, Harlingen 9.23-21.47, Delfzijl
11.26-23.38.
Hij was geen blakend gezonde jon
gen, reden waarom hij vaak van
school veizuimde. Maar lezen deed
hij des te meer: alles las hij wat los
en vast zat. En zo kon hij, mede
dankzij die zelfstudie, op zijn acht
tiende jaar toch onderwijzer wor
den. Zo makkelijk zou hij nu waar
schijnlijk niet bij het onderwijs ge
komen zijn en zker niet op zo'n
jeugdige leeftijd maar het ge
beurde dan ook al een kleine ander
halve eeuw geleden. Hij schopte
het zelfs zo ver, dat zijn naam nu
nog bij iedere Nederlander bekend
is: Johan Hendrik van Dale, wiens
bestseller in de volksmond „de
dikke Van Dale" nog steeds een
van de meest geraadpleegde boe
ken is.
Anderhalve eeuw geleden, in 1828
dus, werd Van Dale in Sluis in
Zeeuws-Vlaanderen geboren. Hij is
er tot zijn dood toe gebleven; zijn
hele leven heeft hij in zijn geboor
testad gewoond en gewerkt. En
hoe! Hij mag dan een zwakke ge
zondheid gehad hebben, daarom
was hij nog niet minder actief. De
heer J. H. Kruizinga uit Amster
dam heeft Van Dales verdiensten
op een rijtje gezet: hij was het die
de stoot gaf tot de wederoprichting
van de plaatselijke rederijkerska
mer „De Oranjebloem"; hij had een
werkzaam aandeel in de activitei
ten van het plaatselijke Nutsdepar-
tement en stimuleerde de oprich
ting van een kantwerkschool.
Daarnaast was hij een gewaardeer
de medewerker aan de „Sluissche
Courant". Ondertussen studeerde
hij taalkunde; handschriften en
stadsrekeningen die hem oorspron
kelijk als louter historische docu
menten boeiden, trokken steeds
meer zijn aandacht door het woord
gebruik en de taalkundige opbouw.
Door zijn historische belangstel
ling werd hij ook archivaris.
Als jongen al had Van Dale een
„Taalkundig handboekje óf alfabe
tische lijst van alle worden die we
gens spelling of gebruik aan enige
bedenking onderhevig zijn" samen
gesteld, maar van uitgave was
(nog) niets gekomen. Hij had vie
rentwintig jaar nodig om dit„boek-
je' compleet te krijgen: in 1872 ver
scheen deel 1 van het „Nieuw Woor
denboek der Nederlandsche Taal".
Het was en volkomen nieuwe versie
van het in 1864 uitgegeven gelijk
namige werk, bewerkt door I. M. en
N. S. Calisch. De uitgevers M. Nij-
hoff, A. W. Sijthoff en D. A. Thieme
verspreidden in 1872 een aankondi
ging die aldus luidde: „Alom is ver
zonden Aflevering 1 van het Nieuw
Woordenboek der Nederlandsche
Taal, bevattende 1. de meest ge
bruikelijke woorden, spraakwoor-
den en spreekwoorden, 2. de bas
taardwoorden die of reeds het bur
gerrecht verkregen hebben, verkre
gen of vrij algemeen worden gebe
zigd en 3. de meeste kunstwoorden,
door J. H. van Dale, Hoofdonder
wijzer en Archivaris te Sluis". Jam
mer genoeg was Van Dale al ziek
toen het eerste deel van zijn om
vangrijke werk was gedrukt. Hij
overleed op 19 mei 1872 aan de
pokken, toen de ongecorrigeerde
kopij voor het tweede deel nog bij
de drukker lae.
Het eerste deel van „de dikke Van
Dale" kostte indertijd gebonden
6,50. Dat lijkt spotgoedkoop,
maar in die tijd verdiende een ge
wone arbeider ook niet meer dan
zeven of acht gulden in ae week. Nu
kost de complete tiende druk 180,
in verhouding dus minder dan die
eerste uitgave van 1872.
Eenmaal volwassen, zal dit kuiken tot de grootste (vliegende) vogelsoort ter
wereld horen. Het is een condor, die twaalf kilo zwaar wordt en reusachtige
vleugels krijgt met een spanwijdte van niet minder dan drie meter. Je zou
dat allemaal niet direct achter dit kuiken zoeken, maar het is op de foto dan
ook nog geen etmaal uit het ei. De kleine condor is in een Newyorkse
dierentuin geboren.
Nog een dominee blijkt zijn preek-
rooster kwijt te zijn. Het is de ger-
formeerde legerpredikant J. D. Cre-
mer uit Amstelveen, die ongeveer
een maand geleden tot de verbijs
terende ontdekking kwam dat het
vel papier met de preekbeurten
voor het hele jaar niet meer onder
zijn bureauklapper lag. Ds. Cremer
vervult gemiddeld één keer per drie
weken een preekbeurt, meestal in
de buurt van Franeker; daar in de
omgeving brengen de Cremers
vaak het weekend door. De eerst
volgende preekbeurt valt waar
schijnlijk in ds. Cremers vroegere
gemeente Hellendoorn, maar van
eind april af is hij het spoor zo goed
als bijster. Zo'n los vel is ook veel te
onhandig, vindt zijn vrouw: „Voor
taan kan hij zijn afspraken maar
beter in een agenda zetten." Maar
daar schiet ds. Cremer op dit mo
ment weinig mee op. Vooral de
Friezen dus opgelet: waar en wan
neer wordt ds. Cremer dit jaar ver
wacht? Op telefoonnummer
020-43 57 07 worden alle inlichtin
gen volgaarne opnieuw genoteerd.
Van het „vrouwen-actiecomité
voor vervroegd AOW-pensioen"
kregen we een aanvulling op de
positie van de Zweedse vrouwen,
over wie (en over hun mannen) we
het vorige week hadden. Dat daar
zoveel vrouwen buitenshuis wer
ken, aldus het comité, heeft ook
een praktische reden: op hun
zevenenzestigste jaar desge
wenst op hun drieënzestigste
krijgen mannen èn vrouwen er een
algemeen ouderdomspensioen.
Maar daarboven bestaat er een
waardevast „aanvullend nationaal
pensioen", waarvoor alle loontrek-
kenden vanaf hun zestiende jaar
premie betalen. Om aanspraak op
deze aanvulling te kunnen maken,
moet je in Zweden dertig jaar in
loondienst geweest zijn. Heb Je kor
ter gewerkt, dan wordt het bedrag
dienovereenkomstig verminderd.
En wie nooit buitenshuis heeft ge
werkt, krijgt dus helemaal geen
aanvullend pensioen. Vandaar.
Een flink eind wandelen met de
hond, daar bedoelen ze in het Bra
bantse Oirschot iets anders mee
dan een straatje om. Als ze het daar
over een „hondenwandeling" heb
ben, spreken ze over een behoorlijk
aantal kilometers door de bossen in
de omgeving. Want in Oirschot or
ganiseren ze elk Jaar een interna
tionale hondenwandeling, voor
honden én bazen dus, die nu al voor
de twaalfde keer wordt gewandeld.
Op 9 april ditmaal, in Oirschot dus,
waar om twee uur 's middags ge
start wordt op het Marktplein.
Daar zijn ook de inschrijfbureaus
waar het vaak dringen is, want de
belangstelling is groot: vorig Jaar
wandelden er ruim driehonderd ba
zen en bazinnen en ruim vijfhon
derd honden mee. Wat er eventueel
aan geld overblijft, wordt net als
vorige Jaren aan „Het Zorgenkind",
afdeling Oirschot, overhandigd.