De rechten van de
Hoe privé is
Piet privé?
scholier
De opmars van de computer
in het onderwijs
ET 14UNSDAG 4 APRIL 1978
Vanaf de dag dat de vierjarige kleuter de school
binnen stapt tot op de dag dat de bijna veertigjarige
academicus de studieschuld heeft afbetaald worden
er honderden persoonlijke gegevens over hem of
haar vastgelegd. Gemeenten, scholen, rijksdiensten,
toetsinstituten, schoolbegeleidingsdiensten, bureaus
voor school- en beroepskeuze en zelfs commerciële
instellingen bouwen in de loop der jaren een netwerk
van informatie rondom de leerling. In kaartenbakken,
dossiers en computers worden gegevens geregis
treerd omtrent schoolprestaties en psychologische
eigenschappen, gegevens over de leerling zelf, maar
ook over de ouders. Soms worden persoonskaarten
en dossiers met het vertrek van de leerling
vernietigd, maar vaak houdt het papieren
of elektronisch geheugen van al deze
databanken de informatie nog
jarenlang vast.
In veel gevallen weten scholieren, stu
denten of hun ouders niet eens wat er
allemaal over hen geregistreerd staat.
Het traditionele rapport („dit boekje is
eigendom van Piet Privé") is een voor
de betrokkenen toegankelijke bron
van informatie. Maar de persoonskaar
ten en dossiers die scholen bijhouden
en de computerbanden van „randdien-
sten" zijn veelal een gesloten boek. En
als je niet weet wat er allemaal geregis
treerd wordt en waar dat gebeurt, is
het ook moeilijk zelf te controleren of
de vastgelegde informatie over jezelf
(nog) juist is. Als het op privacy aan
komt, vormen scholieren en studenten
nog een achtergestelde groep.
Er is enige reden om ons ongerust te
maken over de bescherming van per
soonsgegevens van leerlingen. In toe
nemende mate worden scholieren en
studenten onderworpen aan massale
toetsen en testen. Die gegevens wor
den doorgaans lang bewaard. Niet al
leen binnen de school zelf, maar ook
daarbuiten.
Tegelijkertijd is er een streven om de
beoordeling van de leerling uit te brei
den. Schoolcijfers voldoen niet meer
als enige maatstaf. Er komen „woord-
rapporten" waarin de juffrouw schrijft
dat Jantje „weinig coöperatief is bij
groepsopdrachten". En de meester die
Marietje moet observeren legt op haar
persoonskaart vast, dat zij „wel intelli
gent, maar agressief" is. Later hoort hij
dat haar ouders voortdurend bonje
hebben, en dat krabbelt hij er dan ook
maar tussen. Per slot van rekening
mag je een kind niet alleen beoordelen
op het aantal goede sommen. Een goe
de school doet meer. Ook waar het
gaat om registratie van persoonsgege
vens.
Niet alleen de scholen zelf zijn er op uit
de informatie over leerlingen te verbe
teren, ook de instellingen om de school
heen hebben behoefte aan een betere
registratie van leerling-gegevens. De
gemeente wil weten wanneer een kind
leerplichtig wordt. De schooladvies
dienst wil uitzoeken wanneer een kind
schoolrijp is. H?t centraal instituut
voor toetsontwikkeling (CITO) verza
melt gegevens over de schoolkeuze van
twaalfjarigen. Onderwijskundigen
zouden willen uitzoeken wanneer een
mavoleerling met succes kan overstap
pen naar de havo. Het ministerie van
onderwijs heeft belang bij gegevens
over leerlingen om het benodigd aan
tal leerkrachten en lokalen vast te stel
len. Het centraal bureau voor aanmel
ding en plaatsing van studenten is
zelfs geïnteresseerd in de godsdiensti
ge gezindte om te kunnen beoordelen
wie wel en niet in Nijmegen mogen
studeren. De afdeling rijksstudietoela
gen wil niet alleen het inkomen van de
ouders, maar ook de leerprestaties in
de computer stoppen. En zo breidt het
TROUW/KWARTET 15
informatieweb zich steeds verder uit.
Het woord computer is al gevallen. We
weten dat de computer niet beter oi
slechter is dan de mens die ermee
werkt. De computer is op zichzelf ook
niet meer verdacht dan de kaartenbak.
Maar de computer heeft wel een per
fectionering van de informatiesyste
men mogelijk gemaakt. Het centraal
instituut voor toetsontwikkeling be
waart bijvoorbeeld de toetsgegevens
van alle getoetste leerlingen. Niet om
dat dit zo nodig is, maar omdat het zo
gemakkelijk is. Magneetbanden ne
men weinig plaats in. En wie weet
heeft een onderzoeker straks wat aan
al die gegevens.
Computers hebben mogelijkheden die
kaartenbakken niet kennen. Zo is voor
de dienst studietoelagen van het mi
nisterie van onderwijs een koud kuns
tje om de gegevens over beursstuden
ten automatisch in te voeren in het
bestand van de belastingdienst. En dat
gebeurt dus ook, want een beurs telt
als inkomen. Het zou ook, maar dat
gebeurt hopelijk nooit, eenvoudig zijn
om alle Groningse studenten met een
niet-Nederlandse nationaliteit te lich
ten of alle studenten in Leiden met de
Joodse godsdienst uit de rij te halen.
Dat kon met kaartenbakken ook. Maar
de verleiding is nu wel erg groot gewor
den, omdat het zo gemakkelijk is en
misbruik bijna onopgemerkt mogelijk
is. Je hoeft maar een of twee mensen
om te praten, en klaar is Kees. Het
tegenargument dat je geautomatiseer
de databanken ook in een oogwenk
kunt uitwissen, gaat helaas niet op.
Ons hele maatschappelijke systeem
loopt spaak, zodra we zand in de infor
matiemachine gooien.
Misbruik van persoonsgegevens door
ondemocratische regiems lijkt in Ne
derland niet waarschijnlijk. Maar wie
zich de Tweede Wereldoorlog herin
nert, weet dat zoiets ook in West-Euro
pa niet ondenkbaar is. Naarmate de
angst voor terrorisme of politieke om
wentelingen toeneemt, zal ook bij ons
eerder getornd worden aan de vertrou
welijkheid van persoonsgegevens. De
Berufsverbote in West-Duitsland
waardoor mensen op grond van hun
verleden van bepaalde banen worden
uitgesloten, leren ons dat een goede
registratie van persoonsgegevens ook
zijn bedenkelijke kanten kan hebben.
Toch ligt het in Nederland meer voor
de hand aan „gewone" vormen van
misbruik van persoonsgegevens te
denken. Verkoop bijvoorbeeld van per
soonsgegevens ten behoeven van re
clame. Nu al worden de schooladminis
traties belaagd door firma's die recla
mefolders willen sturen aan bijvoor
beeld eindexamenkandidaten. Als je
de adressen van alle zestienjarige aspi
rant-bromfietsers tich in je computer
hebt, wat is dan minder moeite dan
„even een uitdraai" te maken.
Misbruik als hier bedoeld is voor de
hand liggend, maar kan wel worden
tegengegaan. Een goed privacy-regle-
ment kan gebruik van persoonsgege
vens voor doeleinden waarvoor de ge
gevens niet bestemd zijn verbieden.
Het gevaarlijkste aspect van de steeds
verder groeiende leerling- en studen
tenregistratie is, dat gegevens uit het
verleden iemand blijvend achtervol
gen. Zo is er een formulier dat lagere
scholen gebruiken bij de advisering
over de schoolkeuze na de zesde klas.
Dat formulier wordt, al dan niet met
medeweten van de leerling en zijn ou
ders, toegestuurd aan de school van
voortgezet onderwijs. Daar blijft het
vier, vijf, zes jaar of langer liggen. Het
oordeel van het schoolhoofd over
„technische/theoretische kennis" of
over de „speciale aanleg" voor sport of
muziek blijft zo meespelen in het ach
terhoofd van de schooldecaan, die ja
ren later een examenkandidaat moet
begeleiden bij de beroepskeuze. Ook in
de rubriek bijzondere opmerkingen
„Jan is in zichzelf gekeerd" kan van
alles en nog wat worden vastgelegd
voor onbeperkte tijd.
Uit hét overzicht onderop deze pagina
blijkt dat er meer gegevens bewaard
worden dan velen vermoeden. We ne
men aan dat dit met de beste bedoelin
gen gebeurt: in het belang van de leer
ling of student. Het belang van de
betrokkenen is echter ook dat hij of zij
weet wat waar over hen geregistreerd
wordt. Recht op inzage van die gege
vens moet gewaarborgd zijn. Ook
recht op correctie. Zolang er nog geen
privacywet is moeten scholen die zelf
gegevens vast leggen of dit door in
stanties buiten de school laten doen,
een reglement op de privacy opstellen.
Het ministerie van onderwijs en de
gemeente Rotterdam zijn daar al mee
bezig.
De commentator van het Katholiek
Schoolblad schreef onlangs dat „scho
len zich dienen te onthouden van het
afstaan van welke persoonsgegevens
dan ook aan overheid of particuliere
stichtingen". Een zuiver, maar on
houdbaar standpunt. Nodig is dat
scholen en universiteiten eerst boven
tafel brengen wat zij aan persoonsge
gevens opslaan. Dan kan besproken
worden of er niet te veel (of misschien
te weinig) wordt vastgelegd. Er kunnen
afspraken gemaakt worden over het
recht op inzage en correctie, over het
gebruik van gegevens door derden en
over het tijdstip van vernietiging van
de gegevens. Want ook scholieren en
studenten hebben recht op privacy.
De gemeenten
Het bevolkingsregister van
elke gemeente registreert
persoonsgegevens van leer
lingen. Als ze naar de kleuter
school mogen of naar de lage
re school moeten, krijgen de
ouders daar bericht over. Als
ze naar het voortgezet onder
wijs overstappen, worden de
ouders opnieuw aangeschre
ven. Ook bij de controle op
de gedeeltelijke leerplicht
van zestienjarigen is de leer
ling-administratie van de ge
meente onmisbaar.
Het verst gevorderd met de
automatisering van deze ad
ministratie is de gemeente
Rotterdam. Met andere ge
meenten is afgesproken dat
Rotterdam op dit gebied een
systeem zou ontwikkelen.
Andere gemeenten pionieren
weer op andere terreinen met
de automatisering.
Vroeger moest al dit werk
met de hand gebeuren Er
worden talloze formulieren
ingevuld en het duurde tij
den voordat een wijziging
was doorgegeven. Nu kun je
via een terminal van de com
puter binnen enkele secon
den alle noodzakelijke gege
vens boven water krijgen. Bij
enquêtes van het centraal
bureau voor de statitstiek of
van de inspectie kunnen de
basisgegevens (naam, adres,
leeftijd, school, enz.) automa
tisch worden ingevuld.
Zowel het openbaar als het
bijzonder onderwijs maken
gebruik van de diensten van
de computer van de gemeen
te. Volgens de verantwoorde
lijke ambtenaren worden al
leen die gegevens bewaard
die strikt nodig zijn. De ver
melding van de godsdienst is
om die reden al vervallen.
Ook misbruik van de gege
vens door onbevoegden
wordt zo goed mogelijk tegen
gegaan. Als een vader bij
leerlingzaken komt informe
ren waar zijn dochter op
school zit, krijgt hij geen in
formatie omdat het kan zijn
dat vader en moeder geschei
den leven. Ook de vreemde
lingenpolitie heeft niet zo
maar toegang tot de gege
vens. Tenslotte is er een ont
werp-verordering in de maak
om de privacy nog beter te
regelen.
De kaartenbak
Een standaardkaart van de
gemeente Rotterdam biedt
kleuterscholen de mogelijk
heid van kwartaal tot kwar
taal aantekeningen te maken
over de relatie van de kleuter
tot de leidster en tot mede
leerlingen, over de houding
tijdens groepsspelletjes, over
de bereidheid materiaal met
anderen te delen en over om
gangsvormen. Verder is er
ruimte voor elf soorten gege
vens zoals waarneming, mo-
teriek, ruimtelijke oriëntatie
en de zelfredzaamheid.
Maar er gaan stemmen op om
de schriftelijke informatie
over leerlingen nog verder te
volmaken. Het Katholiek Pe
dagogisch Studiecentrum in
Den Bosch gaf een brochure
uit van de hand van Jan Arts
met de ondertitel „Naar een
herwaardering van persoons
lijsten". Daarin vindt men
een opsomming van verschil
lende al dan niet commercië
le persoonslijsten. De moge
lijkheden voor observatie en
registratie van persoonsken
merken blijkt eindeloos. Niet
alleen uitspraak, zinsbouw,
cijfertempo of luistervaardig
heid laten zich beoordelen,
ook begrippen als beleefd
heid, nieuwsgierigheid, opge
wektheid, onzekerheid en
agressiviteit komen in de per
soonslijsten voor. Laten we
hopen dat de pas afgestu
deerde onderwijzer geen ver
gissingen maakt als hij op
een avond dertig kinderen
moet beoordelen.
CITO
Het centraal instituut voor
toetsontwikkeling in Arnhem
is het meest bekend door de
schooltoets waaraan jaarlijks
ongeveer de helft van de zes-
deklassers van lagere scholen
meedoet. De computer bere
kent op grond van de ge
maakte meerkeuzevragen
per leerling verschillende
scores. Ook de resultaten v^rn
scholen worden berekend.
De gegevens worden voort
aan op naam bewaard. Om
later onderzoek mogelijk te
maken blijven alle gegevens
opgeslagen in het geheugen
van de computer opgeslagen.
De uitslagen van toetsen
worden via de school aan de
ouders meegedeeld. Het
komt echter voor dat de be
trokken school weigert de ou
ders te informeren. Ook zijn
er ouders die het beter vin
den de scores niet aan hun
kind te vertellen.
Het CITO heeft nog een groot
aantal andere toetsen. Ze le
vert het Arnhemse instituut
toetsen voor oudere kleuters,
voor eersteklassers van de la
gere school, voor leerlingen
van de brugklas, voor leerlin
gen die een vakkenpakket
gaan kiezen, voor alle schrif
telijke eindexamens van
middelbare scholen en voor
het hoger onderwijs.
Niet alle toetsen worden door
het CITO nagekeken. Maar
van alle scholieren in Neder
land verzamelt het CITO in
de loop der jaren toch een
berg gegevens. Deze'worden
echter niet op een vast per
soonsnummer opgeborgen.
Daardoor is het meestal on
mogelijk van een bepaalde
leerling alle opgeslagen
toetsuitslagen terug te
vinden. In de meeste
gevallen zal eerst de
betrokken school
het sleutelnummer moeten
leveren.
Bureaus
De heer B. van Gelderen van
het (christelijke) bureau voor
school- en beroepskeuze in
Rotterdam legt strenge
maatstaven aan bij de hante
ring van testuitslagen. Vast
principe is dat de uitslagen in
eerste instantie toebehoren
aan de geteste persoon of
diens ouders.
Deze beslissen dan over het
al dan niet doorgeven van de
testuitslagen aan scholen,
werkgevers of andere instan
ties. De heer Van Gelderen
zegt erbij dat niet weet of alle
bureaus even streng zijn. Wat
de opslag van testuitslagen
betreft: die worden door het
Rotterdamse bureau vanaf
de oprichting per jaar op
naam bewaard.
Ministerie
Het ministerie van onderwijs
is direct of indirect betrok
ken bij een groot aantal per
soonssystemen. Het oudste
systeem is de salarisadminis
tratie waarin ongeveer drie
honderd duizend bij het on
derwijs werkzame personen
voorkomen. Dat is ongeveer
negentig procent van het
totaal.
Het grootste systeem is dat
van de studiefinanciering.
Zowel scholieren die een toe
lage krijgen als studenten in
het hoger onderwijs komen
hierin voor. Ook de afbeta
ling van studieschulden van
afgestudeerden is in het sys
teem opgenomen. In totaal
gaat het om meer dan 600.000
mensen. Van hen werden niet
alleen gegevens als naam en
adres geregistreerd, maar
ook bijzonderheden over het
inkomen van de ouders en
studieresultaten.
Het centraal bureau voor
aanmelding en plaatsing re
gelt per computer de toegang
van nieuwe studenten tot de
universiteit. Ook voor het ho
ger beroepsonderwijs is een
dergelijk systeem in de
maak.
Er zijn nog meer informatie
systemen op komst. De com
missie automatisering onder-
wijsinformatie, waarin behal
ve het ministerie ook de grote
onderwijsorganisaties verte
genwoordigd zijn, is bezig
met de opstelling van een to
taalplan voor geautomati
seerde gegevensverwerking.
Gedacht wordt aan gegevens
over schoolgebouwen, be
voegdheden van leerkrach
ten, financieel beheer en ook
over leerlingen. Of gegevens
over leerlingen op naam moe
ten staan is nog niet te voor
spellen. Vooruitlopend op de
privacywetgeving is men be
zig met reglementen voor de
privacy.
De lijst is nog niet compleet.
Als straks de wet herstructu
rering wetenschappelijk on
derwijs wordt ingevoerd,
zal er een administratie
moeten komen van
de Inschrijvings
rechten van alle universitaire
studenten. Op een later tijd
stip zal dit systeem waar
schijnlijk worden uitgebreid
tot het hoger beroepsonder
wijs.
Pascal
Nieuw is de stichting Pascal
in Den Haag, een club die
niet alleen scholen wil helpen
bij de invoering van compu-
teronderwijs en bij de aan
schaf van minicomputers,
maar die ook van plan is een
centrale repetitiebank op te
zetten. Scholen die dat willen
kunnen ook hun boekhou
ding en leerling-administra
tie bij Pascal uitbesteden. Ir.
H. J. A. M. Bodelier, voorzit
ter van de stichting, verze
kert ons dat alle opgeslagen
gegevens eigendom van de
toeleverende school blijven.
Misbruik acht hij uitgeslo
ten. Een privacyreglement
ontbreekt echter. De heer E.
H. Schuyer, directeur van de
vereniging van bijzondere
scholen op algemene grond
slag, motiveert zijn medewer
king aan de stichting met het
argument dat scholen zelf
een informatiesysteem moe
ten opbouwen, omdat anders
de overheid een monopolie
op dit terrein gaat ontwikke
len. Een stichting zonder
winstoogmerk kan scholen
ook beschermen tegen com
merciële informatie-bedrij
ven.
IPG
En dan hebben we het nog
niet eens gehad over de infor
matiesystemen van school
adviesdiensten, schoolart
sen, schoolpsychologen die
voor het buitengewoon on
derwijs testen afnemen, me-
disch-opvoedkundige bu
reaus en commerciële instel
lingen die in dienst van scho
len gegevens verwerken.
Zelfs bestaat er een plan van
een medewerker van het Ne
derlands Instituut voor Pre
ventieve Geneeskunde om
alle kinderen in ons land om
de zoveel jaar een psycholo
gisch, onderzoek te onderwer
pen.
Deze gigantische operatie is
alleen mogelijk als het nakij
ken van de test geautomati
seerd wordt. De technische
oplossing van dat probleem
ligt al klaar. De initiatiefne
mer realiseert zich wel dat de
bescherming van de privacy
nog vragen oproept. Maar hij
meent dat ook daar iets aan
te doen is.