De rechten van de scholier
i
'Leerlingen kunnen als ze willen de hele school overhoop schoppen
maar daar is niemand mee gebaat'
Model-
scholieren-
statuut
leerling-ziekenverzorgenden
UNSDAG 4 APRIL 1978
TROUW/KWARTET 13
a vw-k
950.-
'0 M
0 Taj
Scholieren en studenten hebben enkel plichten,
maar geen rechten. Dat schreef op 8 december van
het vorig jaar prof. dr. J. Wemelsfelder in het Week
blad van het Genootschap van Leraren. Hij pleitte
dan ook voor een scholierenstatuut, waarin de rech
ten van de student en van de scholier zouden worden
vastgelegd.
Prof. Wemfelsfelder had geen beter onderwerp kun
nen uitkiezen om de knuppel in het hoenderhoek te
gooien. Vooral zijn opmerking dat het onderwijs een
systeem van macht betrof, waarin de leraar of de
hoogleraar als een almachtige tiran de scepter kon
zwaaien, al gaf hij direct toe dat docenten over het
algemeen redelijke mensen zijn, liet veel inkt vloeien.
De reacties in het Weekblad waren rijk en gespierd.
Zo riep collega M. Groen uit Eindhoven dat „de
macht van de leraar relatief en dikwijls illusoir is."
Anderen gingen op de jolige toer, zoals de heer
Rikkert de Koe uit Breda: „Ik zie nog maar een
oplossing. Ik produceer voor elk te bestuderen boek-
hoofdstuk een aantal vragen-met-antwoord, die ikop
stencil aan de leerlingen verstrek."
Drie maanden na zijn artikel in het Weekblad is het
stil geworden rond prof. Wemelsfelder. „Ik had ook
niet anders verwacht," zegt hij telefonisch. Toch
noemt hij nog als positief resultaat de gesprekken,
die in de Centrale Ouderraad van de gemeente
Rotterdam op gang zijn gekomen. „Bij die ouderraad
zijn de oudercommissies van alle middelbare scho
len in Rotterdam aangesloten. Op basis van het
statuut, zoals ik die heb ontworpen, gaan zij nu een
scholierenstatuut ontwerpen."
De rechten van de scholier. Over dit onderwerp
schrijft de onderwijsredactie van Trouw vandaag een
aantal artikelen. Op deze pagina staat een verslag
van een gesprek, dat Hanneke Wijgh voerde met drie
leerlingen van het Stedelijk Gymnasium in Haarlem
over het schoolparlement. Met mevrouw dr. M.
Rood-de Boer, hoogleraar in het jeugdrecht, sprak zij
over de mondigheid van de minderjarige en het nut
van een scholierenstatuut. Verder op deze pagina
een model-scholierenstatuut, zoals die door de on
derwijsredactie van Trouw is opgesteld.
Op pagina 15 worden de rechten van de scholier van
een andere zijde belicht. De computer heeft zijn
intrede gedaan op de school. De effectiviteit wordt
hierdoor vergroot. Maar in hoeverre komt de privacy
van de leerling daardoor in gevaar. Het heeft geen
zin om voortijdig spoken op te roepen, maar de
opmars van de databanken heeft Piet Hagen op het
spoor gezet. Hij informeerde onder meer bij de
gemeenten, scholen, stichtingen, het ministerie van
Onderwijs. Een verslag van zijn onderzoek staat op
pagina 15.
HAARLEM Het schoolparlement van het Stedelijk Gymnasium in Haarlem
bestaat zeven jaar. Het kwam voor het eerst ter sprake in 1970 tijdens een
•werkweek over democratisering. De discussies, die vooral in de hoogste klassen
werden gevoerd, resulteerden binnen het jaar in de oprichting van een schoolparle
ment.
Het initiatief kwam niet uit de lucht vallen. De studentenopstanden in Parijs in mei
'68, de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam en de oprichting van de Scholieren
Belangen Organisatie in Beverwijk in '69 hadden de tongen losgemaakt.
Niet elke schoolparlement is een succes geworden. Heel wat initiatieven zijn
inmiddels doodgebloed. Zoniet het schoolparlement van het Stedelijk Gymnasium in
Haarlem. De invloed van dit parlement wordt met het jaar groter. Over die invloed
een gesprek met voorzitter Wim Wessel (18), secretaris Miro Lucassen (16) en met
klassevertegenwoordiger Thijs Faas (12).
Het schoolparlement van het Stedelijk Gymnasium telt 28 leden: 20 leerlingen, 4
docenten, 2 ouders, één lid van het nie -onderwijzende personeel en de rector. Om
de drie weken wordt er vergaderd. Elke stem telt even zwaar. De voorzitter en de
secretaris hebben echter geen stemrecht. Vanwege de neutraliteit.
door Hanneke Wijgh
Miro: „Op de zolder van de school is een
kantine. Die wordt door leerlingen ge
rund. De zoldercommissie, die zorgt dat
de koeken in de pauzes worden verkocht
en alle andere zaken regelt, moet aan het
schoolparlement verantwoording af
leggen."
Wim: „Door het gepraat over de zolder
commissie komen we aan andere onder
werpen niet toe. Over onderwijs. Over de
manier van lesgeven. Dat vind ik wel
eens een bezwaar."
Miro: „Over onderwijskundige zaken,
daar denk je als derdeklasser niet over.
Dat doe je pas in de hogere klassen."
Wim: „Het praten over de zoldercommis
sie kan wel een opstapje betekenen naar
een discussie over meer essentiële zaken.
Die vooruitgang zit er in. Vorig jaar heeft
het schoolparlement voor het eerst in
spraak gehad bij de benoeming van een
leraar. Dit jaar is er een commissie be
noemd, die de boekenlijsten heeft beke
ken op nuttige en nutteloze boeken."
Miro: „De huidige rector is ook met in
spraak van het schoolparlement be
noemd."
Geheimhouding
tyim: „Bij dergelijke benoemingen is wel
geheimhouding vereist. Het zijn immers
persoonlijke gegevens, die je niet aan de
anderen mag vertellen."
Miro: „Het schoolparlement heeft geen
vetorecht bij het aanstellen van leraren.
Een kleine commissie van drie leerlingen
geeft acjvies aan de rector, maar hij
neemt de uiteindelijke beslissing."
Wim: „Het is een kwestie van redelijk
heid. Leerlingen kunnen als ze dat willen
de hele school overhoop schoppen, maar
daar is niemand mee gebaat."
Miro: „Voor belangrijke beslissingen en
bij benoemingen wordt in het schoolpar
lement net zo lang gepraat tot er een
compromis uitkomt. Het gaat er ons om
dat alles op school zo soepel mogelijk
verloopt."
Wim: „Op heel veel scholen in Nederland
is' het schoolparlement in elkaar
geklapt. Hier lukt het aardig. Dat is het
voordeel van een kleine school. Met zo'n
500 leerlingen ken je iedereen van ge
zicht. Allé klassen zijn in het parlement
vertegenwoordigd. Het lerarencorps is
trouwens niet te beroerd om wat extra's
te doen."
Miro: „Maar er is wel een leraar wegge
pest. Daar is in het parlement niet over
gesproken."
Thijs: „Hij kon geen orde houden. De
rector heeft er met de hele klas over
gepraat."
Wim: „Het vertrouwen groeit."
1. De leerling heeft recht op goed on
derwijs. De school moet rekening hou
den met zijn/haar begaafdheden en
tempo.
2. De leerling heeft recht op vrije keuze
van school en beroep. De samenstel
ling van het vakkenpakket moet door
hem/haar worden bepaald, voorzover de
organisatie dit toelaat
3. De leerling heeft recht op een eerlij
ke beoordeling.
4. De leerling heeft recht op teruggave
van gemaakte toetsen en proefwerken.
5. De leerling heeft recht op herkan
sing binnen de grenzen van het rede
lijke.
6. Tegen elke beoordeling door leraren
moet beroep mogelijk zijn.
7. Op elke school moet een schoolpar
lement werkzaam zijn. waarin scholie
ren, docenten, directie, het niet-onder-
wijzend personeel en de ouders verte
genwoordigd zijn.
8. Elk jaar wordt in het schoolparle
ment de leefregels van de school vast
gesteld. De leefregels gelden voor alle
betrokkenen.
9. Bij overtreding van de leefregels kan
de overtreder gestraft worden. Beroep
blijft echter mogelijk.
10. De sancties worden in het school
parlement bepaald. Ieder lid van de
schoolgemeenschap is gehouden aan
deze beslissing.
11. Het schoolparlement zal bij de op
stelling van het onderwijsprogramma
een adviserende taak vervullen.
Wim: „Het wantrouwen staat bij ons op
een laag pitje. Hoe dat komt? Zijn de
leerlingen zo braaf? Zijn de leraren te
soepel? Ik weet het niet. Ik lees wel in
krantjes van andere scholen dat er soms
enorme mot is. Op een LTS in Wagenin-
gen moesten de leerlingen als soldaten
naar binnen marcheren. Daar is toen
actie voor gevoerd. Maar zulke extreme
situaties komen bij ons op school niet
voor."
Miro: „Het is de vraag of je met een
scholierenstatuut dat kan voorkomen.
Vervolg op pagina 17
Wim. „Op de meeste scholen is de gezel
ligheidvereniging opgegaan in het
schoolparlement. Bij ons niet. Amicitia
organiseert de filmavonden, de disco
avonden en dat soort zaken."
Miro: „Wij zorgen voor de themadagen.
Dat zijn er twee tot drie per jaar."
Wim: „Het klinkt allemaal mooi, maar
het is nog maar de vraag of met dit
schoolparlement de democratie is inge
voerd. Je zou ook kunnen zeggen dat de
rector iedereen keurig in de hand houdt.
Want als hij ergens tegen is, gebeurt het
niet. Sommige dingen kunnen wij ook
moeilijk beoordelen. Hij heeft zoveel
Voor onze opleiding die begin sep
tember a s. van start gaat, kunnen wij
nog enkele leerling-ziekenverzorgen
den plaatsen.
Om toegelaten te worden tot onze op
leiding moet je aan de volgende eisen
voldoen: 17 jaar of ouder zijn en in het
bezit zijn of komen van één van de
volgende diploma's: INTAS, MAVO III
of IV, 4-jarige L.T.S.-c niveau of
LH,N.O.-c niveau.
Een kamer in onze personeelsflat
staat tot je beschikking, indien je niet
uit Amstelveen komt. Mevrouw J.E.
Demaret, Hoofd Opleiding, wil graag
telefonisch nadere inlichtingen ge
ven. Je brief kun je richten aan
HET ZONNEHUIS AMSTELVEEN
Postbus 567
Laan van de Helende Meesters 2
AMSTELVEEN
tel. 020-45 83 51
Tenzij de leraar de school geen barst
interesseert. Maar die leraren hebben wc
weinig."
Miro: „Leraren die twee tot drie vakan
ties belangrijker vinden dan de rest."
Miro: „Dat klinkt mooi. Maar na vijf en
een half jaar aan het handje lopen word
je in zee gegooid. Dan moet je het in je
eentje rooien."
Wim: „Als je studeert, moet je zelf de
beslissingen nemen. Of je wilt balen, of je
wilt studeren."
Miro: „Dat vereist voorbereiding."
Wim: „Op je achttiende mag je stemmen.
Het is dus niet onredelijk als je op deze
leeftijd zelf bepaalt of je al of niet naar
les wilt. Aan de andere kant is het wel
frustrerend voor een leraar als er maar
twee man in de klas zitten. Dat is niet
goed voor de relatie tussen leerling en
docent. En die is belangrijk. In principe
staan de leraar en de leerling niet tegeno
ver elkaar. Ze hebben geen verschillende
belangen zoals links en rechts in de poli
tiek. Maar de leraar heeft er wel moeite
mee om een stukje macht uit handen te
geven aan mensen die nog niet volwassen
zijn. De leraren hebben het nu voor het
zeggen. Als er veranderingen gewenst
zijn, komt dat van de kant van de leerlin
gen. Maar de leraren die bereid zijn om
langzaam een stapje terug te doen en een
stukje verantwoordelijkheid over te dra
gen aan de leerlingen, hebben in feite
geen ander belang dan de leerlingen.
Van links naar rechts Thijs Faas. Miro Lucaasen en Wim Wessel.
Miro: „De agenda voor de vergadering
wordt in overleg met de rector samenge
steld. Er zijn veel vaste punten zoals de
commissies."
Thijs: „De expressiedagcommissie. De
emancipatiedagcommissie. De schoon
heidscommissie. De boekenlijstcom
missie."
meer bestuurlijke ervaring, je kunt hem
niet op de vingers tikken."
Miro: „Baaiuren bijvoorbeeld, dat is een
gecompliceerd onderwerp. Maar daar
wordt nauwelijks over gesproken omdat
de rector er niet voor voelt."
Wim: „Hij heeft de wet ook achter zich."