Groningse politici verdeeld
over aanblijven links bestuur
Uittocht uit Staten van PvdA en CDA
Wiskunde: leuk
en (200) jarig
Samen met CPN in college?
GDA-voorman: landelijke politiek moet geen rol spelen
i Partijreglement PvdA voor het eerst van toepassing
n
In Overijssel
13 van 23 CDA'ers
niet terug
Eist stemt gewoon
weer met machine
Wetenschap en techniek
^TERDAG 25 MAART 1978
BINNENLAND
Trouw/Kwartet 11
door Jan Sloothaak
GRONINGEN Linkse meerderheidscolleges zijn
allengs een bekend fenomeen geworden. Althans op
plaatselijk niveau. Er is echter (nog?) maar één
provincie met een dergelijk bestuur: Groningen. De
provinciale politici zijn verdeeld over de vraag of dat
zo moet blijven.
Eén van de vragen die op
doemt is of de verschuivin
gen op landelijk niveau van
invloed moeten zijn op de
provinciale politiek. De VVD
werd regeringspartij, de
PvdA kwam in de oppositie-
banken, het CDA blééf rege
ringspartij. Gronings PvdA-
lijsttrekker Hein Heering
meent dat dit wel consequen
ties moet hebben op provin
ciaal niveau. CDA-lijsttrek-
ker Jan van der Ploeg vindt
juist van niet en WD-voor-
man T. Meijer Jzn neemt een
wat genuanceerd standpunt
in.
Van der Ploeg zegt: „Bij de
PvdA praten ze maar net
naar het ze uit komt. Vier
jaar geleden vervulde het
CDA een brugfunctie in het
kabinet-Den Uyl, maar toch
werden wij op een onredelij
ke wijze buiten het college
van gedeputeerden in Gro
ningen gehouden. Nu wordt
als argument aangevoerd dat
het CDA niet mee mag doen
omdat de PvdA niet meer sa
men met het CDA in de rege
ring zit. Dat is inconse
quent".
Links-rechts
Heering: „Het CDA heeft zich
bij de kabinetsformatie weer
eens leren kennen als een
partij die, als 't op woorden
aankomt naar links buigt, en
als 't op daden aankomt naar
rechts. De animo bij ons om
met zo'n partij in zee te gaan
wordt er niet groter op". Hee
ring wijst het verwijt dat het
CDA vier jaar geleden in
Groningen niet aan de bak
kwam ondanks het vervullen
van een brugfunctie in het
kabinet van de hand. „Dat
verhaal klopt gewoon niet. Er
wordt steeds gezegd dat het
CDA die brugfunctie vervul
de. Er zaten weliswaar twee
confessionele partijen in de
regering, maar de derde de
CHU ging de oppositie in".
Heering vindt daarom dat er
weer een links meerderheids
college moet komen in Gro
ningen. Hij laat de deur ech
ter wel op een kier staan.
Zo'n college vindt hij slechts
acceptabel als het op een be
hoorlijke meerderheid kan
steunen. Eén stem meerder
heid zoals in de afgelopen
vier jaar is onwerkbaar ge
bleken.
Afspiegeling
VVD-Iijsttrekker Meijer Jzn,
een nieuweling in de Gro
ningse politiek, meent net als
Heering dat de landelijke po
litiek wèl een rol moet spelen.
In tegenstelling tot de PvdA-
lijsttrekker komt hij echter
tot de conclusie dat er een
afspiegelingscollege (bestuur
met alle grote politieke par
tijen) moet komen. Dat waar
borgt volgens hem een conti
nu beleid.
Meijer vindt dat het provin
ciale beleid ten allen tijde in
te passen moet zijn in. het
landelijke. De invloed van re
geringswisselingen moet je
tot een minimum zien te be
perken. Hoe zou je dat beter
kunnen doen dan door alle
T. Meijer Jzn (WD)
partijen in het provinciaal
bestuur op te nemen? Welke
partijen er dan ook in de re
gering zitten, je vindt ze al
tijd terug in het provinciaal
bestuur. Dat maakt het mo
gelijk de rijkslijn behoorlijk
te blijven volgen.
'Eigen daden'
CDA-voorman Van der Ploeg
vindt overigens dat de lande
lijke politiek beslist géén be
langrijke rol moet spelen in
het provinciaal bestuur. An
ders dan Meijer, die de rijks-
lijn wil volgen, zegt Van der
Hein Heering (PvdA)
Ploeg: „Als provinciaal poli
ticus heb je er recht op te
worden beoordeeld op je ei
gen daden. Je bent gekozen
om de belangen van je pro
vincie te behartigen. Die lijn
behoor je door te trekken ais
je tegenover een bewind
sman van je eigen kleur
staat. De PvdA heeft er een
handje van om bij impopulai
re landelijke beslissingen een
minister afzonderlijk verant
woordelijk te stellen, tenmin
ste als die van een andere
partij is. Gaat het om gunsti
ge beslissingen dan halen ze
die naar zich toe door te zeg-
Jan van der Ploeg (CDA)
gen dat het een kabinetsbe
sluit en dus gedragen door
hun eigen ministers is".
Invloed
Van der Ploeg wijst ook het
VVD-standpunt af. „Een
VVD-staten-lid zei tegen me:
Nu onze partij in de,regering
zit, moeten wij wat vooreich-
tiger met moties omspringen
en heeft de PvdA het wat
gemakkelijker". Zo'n bena
dering getuigt meer van par
tijpolitieke belangen dan van
belangenbehartiging voor de
provincie, vindt Van der
Ploeg.
Alle drie fractieleiders zijn
overtuigd van invloed van
hun partij. Van der Ploeg ka
pittelt de PvdA omdat die
samen met CPN en PPR be
stuurt, maar op kardinale
punten vaak terugvalt op het
CDA. Bij de herstructurering
van de kartonindustrie zitten
PvdA en CDA op dezelfde
lijn, terwijl de CPN afwijkt.
Bij de behandeling van de
Eemshavennota riep de
PvdA het CDA te hulp omdat
de PPR een ander beleid
(geen chemische industrie)
wilde dan de PvdA (wel che
mische industrie). Het CDA
werd verweten „om politieke
redenen" tegen die nota te
hebben gestemd om de breuk
tussen PvdA en PPR bloot te
leggen.
Heering vindt dat het CDA
bepaald geen. steun is ge
weest. „Ze stemden tegen de
milieunota, tegen het sociale
statuut, tegen de Eemsha
vennota". Volgens hem zou
bij een CDA-WD-beleid de
invloed van de boeren veel
groter worden. „De VVD zou
rampzalig geweest zijn voor
het landschap". VVD-voor-
man Meijer verwijt de PvdA
daarentegen een eenzijdig
milieubeleid te hebben
gevoerd.
Inspraak
De voor de deur staande provinciale verkiezingen in Gronin
gen hebben landelijk de aandacht getrokken door het opmer
kelijke feit dat de PvdA (samen met PPR en PSP) in
Groningen een lijstverbinding is aangegaan met de CPN. Mr.
Wim Aantjes, fractievoorzitter van het CDA in de Tweede
Kamer, heeft in Assen gezegd dat het samengaan met een
ondemocratische partij in één provincie in feite landelijke
consequenties heeft.
Zijn partijgenoot Jan van der Ploeg, provinciaal lijsttrekker
in Groningen, tilt daar overigens niet zo zwaar aan, ook al
omdat het CDA in Groningen niet afkerig is om samen met
de CPN in het college van gedeputeerde staten te zitten.
Anders denkt WD-voorman T. Meijer Jzn erover: Dit schept
grote onduidelijkheid voor de kiezer. Als je je stem uitbrengt
op de PvdA kan het zo uitpakken dat je in feite de CPN aan
een extra zetel helpt. Het verbaast me dat de PvdA zich zo
zwak voelt en zo op macht belust is". De PvdA is zo geeft
lijsttrekker Hein Heering toe de lijstverbinding aangegaan
om het linkse blok zo sterk mogelijk te maken, in de hoop
straks weer een links meerderheidsbestuur te kunnen vor
men. Heering komt dan tot de uitspraak:„De CPN ondemo
cratisch te noemen gaat me in zoverre te ver, dat die partij
zeker niet op alle fronten ondemocratisch is".
Maar de CPN voert toch het democratisch centralisme jn haar
vaandel? „Bepaalde aspecten in de CPN vinden wij ondemo
cratisch, dat mag je best weten. Aan de andere kant komt de
CPN op voor een aantal zaken, waar wij ook sterk voor op
komen. Andere partijen leggen sterk de nadruk op de econo
mische democratie en laten op het vlak van de sociale en
maatschappelijke democratie een steek vallen. In Groningen
zijn altijd sterke tegenstellingen geweest en de sociale
omstandigheden waren zo dat communisten werden ge
kweekt. Wat wij nu doen is een zakelijk samengaan om te
voorkomen dat links stemmen verliest aan rechts".
Volgens Van der Ploeg zou
het CDA ook een ander in-
spraakbeleid hebben ge
voerd. Bij de vorigen verkie
zingen voerde de PvdA dit
hoog in het vaandel maar er
kwam niets van terecht. Hee
ring meent dat dit komt door
gebrek aan tijd. „Anders had
den we allerlei dingen moe
ten laten liggen". Van der
Ploeg: „Goed inspraakbeleid
is het voorleggen van alterna
tieven, zodat de mensen kun
nen kiezen".
Of Groningen de komende
vier jaar weer een links be
stuur krijgt zal uiteraard
vooral afhangen van de ver
kiezingen. Door de krappe
meerderheid nam de PPR
een sleutelpositie in. Inmid
dels is er echter een nieuwe
factor bijgekomen, omdat
D'66 (na vier jaar afwezig
heid) ook weer meedoet.
Lijsttrekker en vroegere ge
deputeerde G. Mik hoopt op
vier zetels.
door Leen de Ruiter
AMSTERDAM Is het lidmaatschap van de Provinciale Staten
niet boeiend genoeg en vergt het te veel tijd voor iemand die ook
een „normale" dagtaak heeft? Dat zijn vragen die opkomen als
men let op het „verloop" in de elf staten gedurende de afgelopen
vier jaar.
Uit gegevens die ons van de zijde van
de elf provincies werden verstrekt
blijkt dat sinds juni 1974, toen de
staten werden geïnstalleerd, 136 van
de 693 statenleden zijn vervangen.
De meest in het oog vallende provin
cie is Gelderland, waar zich binnen
het college van 71 statenleden maar
liefst 23 mutaties voordeden (9
PvdA, 9 CDA, 2 WD en 1 van DS'70,
GPV en PPR). Daarna volgen
Utrecht, Noord- en Zuid-Holland,
waar van de resp. 59, 79 en 83 leden
er 18 werden vervangen. En in Fries
land 15 van de 55. De minste wisse
lingen kwamen voor in Limburg (5
van de 63), Zeeland (6 van de 47) en
Overijssel (6 van de 59).
Wie verder de kandidatenlijsten die
voor de verkiezingen van woensdag
zijn ingediend legt naast de lijsten
met huidige statenleden, die moet
vaststellen dat van die 693 leden er
ongeveer 240 niet op de kandidaten
lijsten voorkomen öf op een vrijwel
onverkiesbare plaats staan. Uiter-
lard speelt ook de verkiezingsuitslag
log een belangrijke rol. Het blijkt
amelijk steeds dat kandidaten met
oorkeur in de staten worden geko-
n. ook al staan ze op een onverkies-
je plaats.
H valt meteen op dat in alle frac
as van de PvdA van een ware uit-
sprake is: ongeveer 90 van de
Jiu/dite 219 PvdA-statenleden zullen
vrijwe.zeker niet in het provinciale
bestuui terugkeren: in Zuid-Holland
13 van te 31, in Noord-Brabant 11
van de 17°n in Gelderland 10 van de
20 en in Cverijssel 9 van de 17.
In de CDA^racties zullen in totaal
bijna 80 ledtn niet terugkeren, met
als grote uitschieters Limburg: 16
van de 34, Noord Brabant. 13 van de
34 en Overijssel: 13 van de 23, dus
meer dan de helft. Het laagst scoort
Binnen het pas gevormde CDA is
men nog niet tot officiële afspraken
over de onverenigbaarheid van
functies gekomen. Er is nog sprake
van drie afzonderlijke partijen,
waarvan de kandidatenlijsten voor
de verkiezingen in elkaar zijn ge
schoven, zoals de heer Krajenbrink
van het CDA-partijbureau in Den
Haag meedeelde. Wel is er in februa
ri jl. een commissie geïnstalleerd die
zich met deze problematiek bezig
houdt.
Overijssel
De Overijsselse statenleden zijn de
afgelopen vier jaar zeer honkvast
gebleken (wisseling: 2 CDA, 2 PvdA,
1 GPV en 1 CPN van de 59 zetels).
Maar waarom geven 13 van de 23
CDA-statenleden er nu de brui aan?
„Als statenlid ben je erg afstande
lijk bezig. Als wethouder kijk je in
de keuken en zet je de spijzen ook
nog op de (raads)tafel. In een provin
cie is de afstand tussen de plaats
waar het beleid „gemaakt" wordt
gedeputeerde staten en de ambtena
ren op het provinciehuis en de
leden van de provinciale staten vrij
groot", zei een van de CDA-statenle
den ons. „Bovendien is gebleken dat
velen niet voldoende tijd vrij kun
nen maken om zich met het staten-
werk bezig te kunnen houden. Dit
werk is in feite niet te combineren
met een normale baan. Dat alles
heeft ertoe geleid dat sommigen te
leurgesteld zijn in het werk al is het
beslist niet zo dat zij gefrustreerd
zijn geraakt. Vooral het werk in de
Provincie
zeteltal
totaal verloop
PvdA
CDA
WD
Groningen
55
8
5
1
2
Friesland
55
15
5
4
2
Drente
47
7
2
2
3
Overijssel
59
6
2
2
0
Gelderland
71
23
9
9
2
Utrecht
59
18
6
4
7
Noord-Holland
79
18
1
6
Zuid-Holland
83
18
5
3
2
Zeeland
47
6
2
2
1
Noord-Brabant
75
12
5
6
1
Limburg
63
5
1
2
1
totaal
693
136
51
36
27
Groningen: 2 van de 15 CDA-ledea Verfoop ondtr 5Utetlledtn van 1J74
Onverenigbaar
Het vertrek van zoveel PvdA-staten
leden heeft o.a. deze duidelijke re
den: het huishoudelijk reglement
van de PvdA bepaalt dat sommige
openbare functies onverenigbaar
zijn. Het lidmaatschap van de pro
vinciale staten is, zoals ons van de
zijde van het PvdA-partij bureau in
Amsterdam werd meegedeeld, niet
te combineren met het lidmaatschap
van het college van burgemeester en
wethouders, van de Eerste en de
Tweede Kamer en ook kunnen leden
van de gewestelijke besturen van
deze partij geen lid van de provincia
le staten zijn.
Ook kan een raadslid „eigenlijk
niet" tegelijkertijd lid van de PS
zijn. Als 10 PvdA-afdelingen binnen
een gewest of 25 procent van alle
afdelingen binnen dat gewest een
verzoek tot het gewestelijke bestuur
richten, dan kan dit bestuur onthef
fing verlenen. Nu ook de raadsver
kiezingen voor de deur staan zal
iemand die in beide bestuurslicha
men gekozen wordt in de meeste
gevallen kiezen voor een van de
twee.
Het is bij de verkiezingen van
woensdag voor het eerst dat deze
paragraaf uit het PvdA-reglement
van toepassing is.
(In de elf provin
VVD'ers)
Vermoedelijk nie
aten zitten jn totaal 219 PvdA'ers, 236 CDA'ers en 131
gkerende statenleden
Provincie
zeteltal
totaal niet terug
PvdA
CDA
WD
Groningen
55
18
9
2
4
Friesland
55
11
6
3
2
Drente
47
11
6
4
0
Overijssel
59
26
9
13
1
Gelderland
71
30
10
11
8
Utrecht
59
20
8
5
6
Noord-Holland
79
24
8
3
5
Zuid-Holland
83
29
13
6
7
Zeeland
47
16
7
3
3
Noord-Brabant
75
29
11
13
2
Limburg
63
27
6
16
2
Totaal
693
241
93
79
40
(Ontleend aan gegevens van de ANP-verkiezingsdienst en van de hoofdstem
bureaus van de provinciale hoofdsteden)
statencommissies is erg belangrijk
en boeiend".
Een andere provincie waar veel
CDA-ers de pijp aan Maarten geven
is Limburg: 16 van de 34 statenleden
zullen waarschijnlijk niet terugke
ren. Hier is duidelijk sprake van
„vernieuwing en verjonging", zoals
een van de CDA-statenleden het uit
drukte.
Gedeputeerden
Wat de colleges van Gedeputeerde
Staten betreft kan reeds worden
vastgesteld dat van de in totaal 66
leden er 21 niet zullen terugkeren. In
Drente en Zeeland zullen in ieder
geval vier nieuwe leden in GS moe
ten worden gekozen, in Gelderland
en Groningen elk drie. In Friesland
en Noord-Holland staan alle zes ge
deputeerden weer op de kandida
tenlijsten. Over de definitieve sa
menstelling van de elf colleges van
GS valt nog niets te zeggen: tussen
de verkiezingsdag en woensdag 7
juni de dag waarop de nieuwe
staten worden geïnstalleerd zal in
alle provincies nog diepgaand voor
overleg tussen de verschillende par
tijen moeten worden gevoerd.
Van een onzer verslaggevers
In het Gelderse Eist zullen de
mensen woensdag net zoals vori
ge malen machinaal kunnen
stemmen, ondanks het feit dat
zich daar vorig Jaar ernstige moei
lijkheden bij een stemmachine
hebben voorgedaan. En dat was
niet de eerste maal: ook in 1972
ging het er erg ongelukkig toe.
Vorig jaar, bij de Kamerverkiezin
gen, werd er een ongeloofwaardig
aantal blanco stemmen niet gere
gistreerd.
Op het raadhuis in Eist weten ze
te vertellen dat de bewuste stem
machine sinds vorig Jaar terug
gestuurd is naar de fabriek en er
nu weer mee door kan. Er is dus
geen reden het apparaat nu niet
in te zetten.
door Rob Foppema
Dc voorplaat van het eerste tijdschrift: Kunst-Oefenjngen over
verscheidene nuttige onderwerpen der wiskunde (1782).
,,Op het einde des Jaars 1778 werd door vier Beminna-
ren der Wiskunde den eerste grond tot dit Genoot
schap gelegd: hetzelve nam in korten tijd zodanig toe
in Leden, dat de Bestierders zig weldra in staat bevon
den, om, ingevolge de ontworpen Wetten, alle drie
maanden een Stukje in 't licht te geven, bevattende
enige nuttige Voorstellingen met derzelver Oploslin-
gen, welke tot opscherping van het verstand kunnen
dienen, of op de belangen der menschelijke zamenle-
ving enen onmiddelijken invloed hebben."
Gefeliciteerd dus, Wiskundig
Genootschap, twee eeuwen ge
leden begonnen als „Genoot
schap der Mathematische
Weetenschappen te Amster
dam onder de Spreuk: Een on
vermoeide arbeid komt alles te
boven". De doelstellingen zijn
niet eens zo ingrijpend veran
derd. Opscherping van het ver
stand en de belangen van de
menselijke samenleving zijn
nog steeds als zodanig herken
baar.
Wel veranderd is de wiskunde.
Dat blijkt op de jubileumten
toonstelling „De geheele wis-
konst". tot 26 april te gekijken
ln de universiteitsbibliotheek
van het Singel (425) in Amster
dam. (D< collectie gaat daarna
naar Utr cht en naar het mu
seum B 'erhaave in Leiden,
waar de meeste tentoongestel
de instrumenten vandaan
komen).
Ruggegraat
De ruggegraat van de exposi
tie is „het" gezaghebbende
overzicht van de wiskunde
voor de achttiende eeuw. „De
geheele mathesis of wiskonst.
herstelt in zijn natuurlijke ge
daante; door Abraham de
Graaf" (1694). Dat kon toen
nog in één boek. Opvallend is
volgens de organisatoren dat
maar vier of vijf van de dertien
hoofdstukken handelen over
onderwerpen die ook nu nog
tot de „echte" wiskunde wor
den gerekend. De overige be
treffen toepassingsgebieden,
want wiskonst was voor De
Graaf en zijn tijdgenoten een
zeer praktisch gerichte bezig
heid. Niet alleen treffen we
hoofdstukken aan over „Astro-
nomia, of starrekunst", de
„Lantmeetkonst" en de „Navi-
gaty, of de konst van de Grote
Zeevaart". Ook een afzonder
lijk voorwerp van wiskundige
studie is de „Fortificaty, of
Sterktebou, een wetenschap
die leert hoe men zich, met
omgraving van wallen en
grachten, op de bequaamste
manier voor het gewelt van
den vyant zal beschutten; en
hoe men een Vesting zal aan-
grypen, om hen op de gemak-
kelykste wyze te winnen". Een
ontmoetingsgebied tussen
meetkunde en mechanica (ko
gelbanen!).
Geen toeval
i Het is volgens de voorzitter
van het Wiskundig genoot
schap. prof. dr H. Freundent-
hal, geen toeval dat de eerste
verenigingen van deze aard in
havensteden ontstonden. Be
halve het voor de hand liggen
de probleem van de navigatie,
moest bijvoorbeeld ook de be
paling van scheepstonnages
wiskundig onderbouwd wor
den. Het Amsterdamse genoot
schap is het op een na oudste.
opgericht door vier buitenle
den van de sinds 1690 In Ham
burg bestaande Mathemati
sche Gesellschaft.
Aanleiding
Directe aanleiding was volgens
de geschiedschrijvers overi
gens een oproep van de eerste
secretaris Arnoldus Bastiaan
Strabbe, om een door hem ge
redigeerd maar financieel vast
gelopen wiskundig tijdschrift
weer op poten te zetten. Strab
be leidde het nieuwe vereni
gingsorgaan op den duur zo
eigenzinnig dat hij in 1804 zijn
biezen moest pakken. Dat inci
dent kostte het genootschap
voorgoed zijn eerste notulen
boek. „zijnde reeds voor
Scheurpapier gebruikt".
Wetenschappelijk vermocht
het genootschap in de eerste
eeuw van zijn bestaan weinig
te bereiken. Aan het eind van
de negentiende eeuw liep Ne
derland wiskundig een eeuw
achter op de rest van Europa,
stelde Freundenthal ooit vast.
Nog in 1917 moest het genoot
schap in een brandbrief aan de
minister van binnenlandse za
ken en burgemeester en wet
houders van Amsterdam (de
toenmalige beheerders der
universiteiten!) aandringen op
het aanstellen van meer docen
ten om bij in ieder geval één
universiteit de wiskunde uit
het slop te halen. Het heeft, op
termijn, geholpen.
Vormend
Zo komen we weer bij de wis
kunde van vandaag die, zij het
in bescheiden omvang, ook op
de jubileumtentoonstelling ls
vertegenwoordigd. De stelling
dat wiskunde leuk is, wordt
overtuigend geïllustreerd met
foto's uit het basisonderwijs,
waar kinderen ook ln lagere
klassen bezig zijn bijvoorbeeld
te ontdekken hoeveel verschil
lende gebouwtjes je kunt ma
ken van vier kubussen. Daar
achter zitten vormende bedoe
lingen van het Instituut voor
ontwikkeling van wiskundeon
derwijs. Dat IOWO is dermate
vernieuwend bezig dat het
dienstig bleek om een boekje
„Wiskunde voor ouders" op de
markt te brengen voor wie wil
weten wat de kinderen toch
aan het doen zijn.
Een even speels als tergend
onderwerp is het vier-kleuren-
probleem Het bewijs dat Je op
een landkaart niet meer dan
vier kleuren nodig hebt om te
voorkomen dat landen die aan
elkaar grenzen dezelfde kleur
krijgen, zou op het eerste ge
zicht niet moeilijk moeten zijn,
maar ls het 125 Jaar lang wel
geweest. Hoe dat is aangepakt,
laat iets zien van de denkma
nier van de wiskundige, die zo
vaak achter geheimtaal ver
borgen blijft.