Om de vrijheid van de
dienst des Woords
Commissie intercommunie en ambt stopt
Betaald Antwoord voorzichtig
met document-Sjollema
Kan een gereformeerd predikant
geen lid van de PvdA zijn?
VANDAAG
Voorbijgangers
Verzet tegen houding Duitse
kerk tegen racismeprogramma
I
VRIJDAG 17 MAART 1978
KERK
Trouw/Kwartet
door prof. dr J. Veenhof en drs. J. A. Montsma
DORDRECHT, MAART 1978: in de gereformeerde kerk stuit
het beroepen van een nieuwe predikant, dat is: een dienaar des
Woords, bij een deel van de kerkleden op grote, uiteindelijk
niet te overkomen bezwaren: hij is namelijk lid van de Partij
van de Arbeid. En dat gaat niet voor een dienaar des Woords.
BARMEN, MEI 1934: een deel van de evangelische kerk in
Duitsland ziet zich genoodzaakt te verklaren, dat „Jezus
Christus, zoals hij ons in de heilige Schrift betuigd wordt, het
éne Woord Gods is dat we moeten horen en in leven en sterven
moeten vertrouwen en gehoorzamen".
Waarom deze verwijzing naar Bar
men met zijn toch wel zeer andere
en veel dramatischer situaüe van
nazi-Duitsland in 1934? Omdat
daar op nog steeds voorbeeldige
wijze onder evangelische kritiek
werd gesteld wat In de kerk toch
altijd weer. ook op veel minder
massieve wijze aan de orde ls, na
melijk het zuigende gevaar van een
vereenzelviging van de taak van
het Evangelie met geheel andere
zaken, zaken die nu Juist de vrije en
kritische doorlichting vanuit het
Evangelie dagelijks nodig hebben
De bijbelse verkondiging, daar is 't
Evangelie voor, treft ons met zijn
vraag naar ons enige vertrouwen in
een samenhang waarin wij zeer
concreet met macht te maken heb
ben: de macht van onze tradiUone-
le zekerheid, van ons politiek over
leven Van ons organisatorisch be
lang en in dat alles alUjd ook de
macht van onze zelfrechtvaardi
ging.
En bij deze macht&samenhangen,
waarover iedereen en elke groepe
ring zijn eigen verhaal kan of zou
moeten kunnen vertellen, stelt Je
zus zijn ..Niemand kan twee heren
dienendat is ook: hoe houden wij
ons hebben en houden onder niet
naast, laat staan boven beslag
van het ene Evangelie waar de kerk
mee staat of valt. Daarom, nog
eens. met Barmen: „Wij verwerpen
de valse leer. als zou de kerk in
menselijke zelfverzekerheid het
Woord en werk des Heren in dienst
kunnen stellen van welke eigen
machtig gekozen wensen, doelen
en plannen dan ook".
Dat is geen theologie onder een
glazen stolp, maar betreft concreet
de vraag van Paulus aan de Gala
ten: wat heeft u onder het Evange
lie vandaan weer onder de wet ge
bracht? In wiens dienst bent u ge
roepen en roept u anderen?
Concreet is het ook de vraag naar
de aard van die openbaring of ver
lichting op grond waarvan tot een
aankomend predikant (dat is: een
dienaar des Wöórdst. die besloten is
niets te weten dan Jezus Christus,
de Gekruisigde, gezegd kan wor
den: dat gaat niet door, want u
bent lid van de Partij van de
Arbeid.
We staan hier voor een onmisken
baar geval van eerder genoemde
vereenzelviging: de verkondiging
van het Evangelie wordt gesteld
onder een voorwaarde, die ten eer
ste niet uit dat Evangelie kan wor
den afgeleid en die ten tweede, om
dat hij méé de dienst des Woords
gaat uitmaken, niet meer vanuit en
naar de maat van dat Evangelie ter
discussie staat.
Dit klemt temeer, omdat de gestel
de voorwaarde een politieke is. dat
wil zeggen: opkomt uit dat veld.
waar de geldende belangen en tra
dities maar al te vaak met een
onaantastbare vanzelfsprekend
heid worden bekleed. En dit van
zelfsprekend worden reikt wie
zal het ontkennen? tot in het
midden van de kerk.
En daarom geldt daar met zoveel
klem als eerste vraag, niet wat wij
over het evangelie te zeggen heb
ben. maar wat het Evangelie over
ons te zeggen heeft (Karl Barth).
Daar zit de betekenis van de voor
rang en de vrijheid van de dienst
des Woords. Deze dienst des
Woords is geen pnvé-onderneming
van de predikant, maar een zaak
van de hele gemeente. De gemeen
te leeft concreet in de wereld en
da&r raakt haar het Woord van
God. En zo concreet het leven, ook
het maatschappelijke, van de ge
meente is. zo concreet en concreet
bedreigd is ook de vrijheid van de
prediking van het Evangelie. An
ders gezegd: hoe groter de meer of
minder bewust gewilde afstand
tussen de Verkondiging en onze
belangenwereld. hoe minder die
vrijheid van de dienst des Woords
er eigenlijk nog toe doet.
We komen tot een tweede punt.
Er is in Dordrecht gesteld, dat een
dienaar des Woords geen lid kan
zijn van de Partij van de Arbeid.
Mag de predikant dan van geen
enkele politieke partij lid zijn? Nee,
zo is het duidelijk niet bedoeld.
De predikant mag, zo valt aan te
nemen, bijvoorbeeld wél lid zijn
van het C.D.A. Op dit punt steekt
voor ons een pijnlijke onbegrijpe
lijkheid. Wanneer toch, dit ten eer
ste, in ons politieke bestel blijkt
dat C.D.A. en P.v.d.A. op menig
gewichtig punt eenzelfde beleid
voorstaan en tot een regeerpro-
gram konden komen op welke
doorslaggevende grond mag een
predikant dan wel lid zijn van het
C.D.A. en niet van de P.v.d.A.?
Zijn wij. want op die vraag stuit je
natuurlijk, wel voldoende bedacht
op de noodzaak om de meer en
minder uitgesproken afweren en
vereenzelvigingen die hierbij een
rol spelen bespreekbaar te maken?
Dit om elkaar ook dat is iets van
de dienst des Woords duidelijk te
kunnen maken waar het ons bij het
beroep op het Evangelie eigenlijk
om gaat?
Maar. dit ten tweede, er is méér te
zeggen.
We zullen toe moeten naar de roya
le erkenning van de geheel serieus
te nemen mogelijkheid, dat niet
weinig christenen op grond van het
Evangelie en met de les der ge
schiedenis voor ogen grote moeite
hebben met zoiets als een christe
lijke partij dit dan niet omdat zij
het begrip „christelijk" zo laag.
maar omdat ze het hoog hebben.
Erkenning ook van de door Paulus
verdedigde en steeds weer actuele
christelijke vrijheid, die bij de Ga
laten niet mag worden overspeeld
door Christus en de wet in elkaar te
schuiven, en bij ons niet door de
weg van Christus over een bepaal
de politieke partij of over een
bepaalde partij niét te laten
lopen.
Wij mogen hier nog met nadruk
verwijzen naar de Synode van Gro
ningen, die in 1964 inzake het ter
discussie gestelde lidmaatschap
van ambtsdragers van de Partij
van de Arbeid uitsprak, dat voor de
veroordeling van deze partij „als
aanhangende een in wezen anti
christelijk grondbeginsel geen ge
noegzaam bewijs wordt aange
voerd noch ook overigens op rede
lijke gronden kan worden te berde
gebracht".
De schrijvers van dit stuk menen
een en ander aan de orde te moeten
stellen vanuit hun betrokkenheid
bij de zaken van kerk èn politiek.
Daarbij is van bijkomstige beteke
nis dat zij beiden, welbewust, zij
het niet zonder vragen en zorgen,
lid zijn van het C.D.A. Althans ligt
ook daar een invalshoek om het
gevaar te signaleren van een ver
eenzelviging van deze partij met
„de" christelijke zaak, een vereen
zelviging die niet zelden tot stand
komt door de christelijke politieke
partij als hét verlengstuk van de
kerk aan het Evangelie te haken.
Wil men een lijn trekken van het
Evangelie naar het C.D.A., dan kan
dat, maar dat is dan met nadruk de
lijn van het evangelische appel dat
eerst en dagelijks de afstand en
niet de nabijheid tussen beide aan
de orde stelt. Daarna praten we
verder.
Tenslotte is dit stuk ook geschre
ven vanuit de betrokkenheid van
de schrijvers bij de opleiding van
predikanten. Met het oog daarop
mag gesteld worden, dat hetgeen in
Dordrecht speelde ook elders en
allang aan de orde is. En voor al
deze vaak moeilijk bespreekbare
en met allerlei spanningen geladen
situaties mag gewenst worden, dat
over de vrijheid en de inzet van de
dienst des Woord? gesproken wordt
in openheid, voor elkaar en voor
Hem die uiteindelijk deze dienst
uitmaakt.
Prof. dr. J. Veenhof, en drs. J. A.
Montsma zijn verbonden aan de the
ologische faculteit van de Vrije Uni
versiteit te Amsterdam.
advertentie
AMERSFOORT (ANP) - De 36 le
den van de interkerkelijke commis
sie ..Intercommunie en Ambt" heb
ben hun mandaat ter beschikking
gesteld. Dc voornaamste reden,
waarom zij hun opdracht terugge
ven. ligt in de weigering van de r.k.
bisschoppen om mee te gaan met de
uitgangspunten van de commissie.
Maar de commissie is ook teleurge
steld over de reacties van de refor
matorische kerken
Dit blijkt uit de brief, die de secreta
ris van de commissie, dr C. P. van
Andel, heeft geschreven aan de acht
kerken, die in de commissie verte
genwoordigd waren. De commissie
..Intercommunie en Ambt" heeft
zich zeven jaar verdiept in de moge
lijkheden van de open en oecumeni
sche viering van de maaltijd des
Heren en de wederzijdse erkenning
van de ambten in de Nederlandse
kerken.
Van de commissie werd indertijd
verwacht, zo schrijft ds Van Andel,
dat zij zou komen met een theologi
sche verklaring, die de kerkelijke
beleidsorganen in staat zou stellen
over te gaan tot een ruimer toela
tingsbeleid bij de eucharistie-avond-
maalsviertng De commissie ging
daarbij volgens ds Van Andel uit van
de realiteit van het kerkelijke leven,
waar sprake was van een groeiende
praktijk van open eucharistie/
avondmaal en intercommunie, voor
al van de kant der kerken van de
reformatie.
De commissie leverde haar ontwerp-
verklaringen in twee delen af. Het
eerste deel op 6 januari 1975 handel
de over de intercommunie, het twee
de deel op 1 juni 1975 over het kerke
lijk ambt in verband met de viering
van de maaltijd des Heren. Ruim
twee jaar heeft de commissie op de
reacties der kerken moeten wachten.
De laatste reactie kwam van de r.k.
bisschoppenconferentie, namelijk
op 23 augustus 1977. Daarvoor waren
de reacties ontvangen van de her
vormde kerk, de gereformeerde ker
ken. de evangelisch-lutherse kerk. de
algemene doopsgezinde sociételt, de
remonstrantse broederschap, de
oud-katholieke kerk en de evangeli
sche broedergemeente.
uitzicht bieden op qen overwinning
van theologische en «kerkelijke con
troversen en die hafers inziens de
toenadering van de kérken derhalve
bemoeilijken.
Opvallend
Teleurgesteld
Onze adressen:
AMSTERDAM:
Postbus 859
Wlbautstraat 131
Tel. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/
DORDRECHT:
Postbus 948
Westblaak 4. Rotterdam
Tel. 010-115588
(Red. en klachten)
Schiedamsevest 52
Tel. 010-115700 (adv.)
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101
Parkstraat 22, Den Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN:
Postbus 3
Melkmarkt 56, ZwoUe
Tel. 05200-17030.
De commissie teleurgesteld over de
antwoorden- Dat geldt, zo wordt ge
zegd. ook voor de reacties van de
reformatorische kerken. Weliswaar
spraken de beleidsorganen van deze
kerken zich in meerderheid positief
over beide verklaringen uit. Toch
zag geen van deze kerken daarin een
aanleiding de avondmaalsproblema-
tiek expliciet op haar agenda te
plaatsen
Bij schrijven van kardinaal Wille-
brands gaven de bisschoppen van de
rooms-katholieke kerk uiting aan
hun waardering voor het werk van
de commissie. Zij beschouwden het
als een goed vertrekpunt voor verde
re discussie. Bij de verklaringen
plaatsten de bisschoppen evenwel
een aantal vragen, waaruit blijkt,
dat zij willen vasthouden aan theolo
gische formuleringen, die de com
missie als uitgangspunt voor haar
arbeid niet vruchtbaar acht. Bij de
aanvang van haar werk besloot de
commissie immers uit te gaan van de
huidige theologische ontwikkelin
gen en de actuele situatie waarop
deze betrekking hebben.
Bovendien nam zij tijdens haar werk
steeds kennis van de resultaten van
gelijksoortige gesprekken, die bui
ten de grenzen van ons land werden
gevoerd Naar het gevoelen van de
commissie grijpen de bisschoppen
bij hun vraagstelling terug op theo
logische formuleringen, die in het
huidige oecumenische gesprek geen
Hoewel de reacties van de beleidsor
ganen van de reformatorische ker
ken en die van de rooms-katholieke
kerk in strekking aanzienlijk ver
schillen is er niettemin een opval
lend punt van overeenkomst, aldus
de commissie. Alle beoordelen de
comcept-verklaringen naar eigen
maatstaven. Naar het oordeel van de
commissie is de geloofstoenadering
die in de commissie tussen vertegen
woordigers van katholieke en refor
matorische tradities werd bereikt en
die uitdrukking heeft gevonden in de
concept-verklaringen van de com
missie, niet tot haar recht gekomen
in de behandeling van deze ontwerp-
verklaringen door de beleidsorganen
der kerken.
Uitvoerig beraad binnen de commis
sie leidde tot de conclusie dat het in
de gegeven omstandigheden beter is
het kerkelijk gesprek over intercom
munie en ambt niet te laten voort
zetten door de commissie, die in 1970
uit officiële gedelegeerden van de
acht lid kerken van de raad van ker
ken werd samengesteld. Voortzet
ting van het werk. met name ingaan
Ondergetekenden, (a.s.) theologen, politiek van verschillenden
huize, allen betrokken bij de zaak van evangelie, kerk en politiek,
spreken hun bezorgdheid uit over de binnen de Gereformeerde
Kerken te constateren tendens om de uitoefening van de dienst
des Woords afhankelijk te maken van een bepaalde partij
politieke keuze (en verwijzen hierbij naar het artikel: „Om de
vrijheid van de dienst des Woords").
M. Aalders, Amsterdam. J. F. Abma. Vogelenzang, Prof. dr T Baarda.
Amsterdam, J. van Baaien, Amstelveen, Mw. I. Bakker. Amsterdam, Ds J
Bakker. Capelle a/d IJssel, Drs C. H. W. v. d. Berg, Hilversum, Mw. I. v. d.
Berg. Amsterdam. M. A. v. d. Berg. Diemen, Mw. M. v. d Berg, Amsterdam,
Mw. L. Bleijenberg, Amsterdam, D. Boersma. Badhoevedorp, Mw. N.
Boonstra. Amsterdam. Ds S. A. Boonstra. Amstelveen. Mw. W. Boot,
Amsterdam, Mw. C. Booy, Amsterdam, Mw. M. Brak, Amsterdam. J. W.
Breukelaar. Amstelveen, Ds J. v. d. Brink, Zaandam, Drs M E. Brinkman,
Amsterdam, A. Buma. Amstelveen. K. Burger, Amsterdam. Mw. J. Colen
brander, Amsterdam. H. van Dam, Velsen-Noord. Drs G. van Dam, Alphena/
d Rijn, Mw. A Dekkers, Amsterdam. P. W Dekker, Amstelveen, H. Dondorp,
Amstelveen. W. J. Dondorp, Amstelveen, G. van den Dool, Amsterdam, Mw.
N. Dorland, Amsterdam, A. L. v. d. Dries, Amsterdam, C. van Dijk,
Amsterdam, H. van Dijk, Amsterdam, J. Edzes, Badhoevedorp, Drs J J. van
Es. Bloemendaal, Drs M. H. van Es, Zwanenburg, Drs A. J. v. Egmond,
Badhoevedorp, Mw. C. Faber, Duivendrecht, J. Fennema, Amsterdam, T. H.
Ferwerda, Amsterdam, Prof. dr. J. Firet, Ouderkerk a/d Amstel, J. v. Geest,
Amsterdam, J. de Geus, Wormerveer, Mw. T. v. Ginkel, Amsterdam, A. de
Graat, Amsterdam, J. Groen, Amsterdam, Mw. M. Groenevelt, Amsterdam,
V. Groothof!. Amsterdam, A. de Haan, Den Haag, N. Haspels, Amsterdam, J.
Hartman, Amsterdam, P. van Helden, Amsterdam, Mw. T. Hibma, Amstel
veen, M. Hilhorst, Amsterdam, Ds P. M. J. Hoogstrate. Edam, H. Hortensius,
Amsterdam. Mw. M. Hortensius, Amsterdam, Dr. C. Houtman, Amstelveen, J.
Huttenga. Utrecht. Mw. A. Jacobi-van Duyn, Amsterdam. F. Jimmink,
Amsterdam. S. de Jong, Amsterdam. T. Joustra, Amsterdam, Ds G. J. v.
Kamp, Amsterdam, Mw. G. Karabinis, Amstelveen, Mw F. Klaver, Amster
dam, D. Knibbe, Amsterdam, Mw. C. Koetsveld, Amsterdam, B. Koetsier,
Amsterdam, R. Koorneef. Alphen a/d Rijn, Ds A. Koorneef, Krommenie. Drs
C. Korenhof. Amsterdam, J. Korteweg, Zaandam, drs. Th. Korteweg, Leiden,
A. Kramer, Amsterdam. Ds D. Kronemeiier, Utrecht. Ds F. D. Kroon,
Amsterdam, K. Kruijswijk Jansen, Amsterdam, Mw. M. Kruijswijk Jansen,
Amsterdam, H. Kroese, Amsterdam. T. Kruijswijk Jansen. Amsterdam, Prof.
dr H. M. Kuitert, Amstelveen, H. Laernoes, Amsterdam; Prof. dr G. N
Lammens, Amsterdam, A. Landman, Amsterdam, Drs H. Leene, Zwanen
burg, J. de Leeuw, Amsterdam, Mw. M. Lie, Amsterdam, W. Lolkema,
Amsterdam, L. van Loo, Amstelveen, Ds M. Magagane, Amsterdam, Drs G.
Manenschijn, Amstelveen, Ds P. Marais, Purmerend, S. P. Maruanaya,
Amsterdam,H. van Middelaar, Amsterdam, Prof. drG. E. Meuleman, Amster
dam, C. van der Meij, Amsterdam,. Drs J. A. Montsma, Amsterdam, Ds G.
Morsink, Amsterdam, Prof. dr mr D. C. Mulder. Amsterdam. R. Munk,
Amstelveen, W. Nabers, Amsterdam, Mw. R. Najjta, Amsterdam, Drs S. J.
Noorda, Culemborg, Ds H. W. Nusselder, Castricum. Drs J J. van Nijen,
Bussum, H. Obbink, Amsterdam, Mw. M. Ockhuysen, Amsterdam, G.
Oegema, Amsterdam, J. Offringa, Amsterdam, C. Ofman, Amsterdam. Mw.
R. Oldenboom, Amstelveen, J. Olivier, Amstelveen, F. F. Omta. Amsterdam,
I. Padmos, Amsterdam, T. Parmentier, Amsterdam, D. Piersma, Amsterdam,
Mw. H. Ploeger, Amstelveen, M. Rappoldt, Amsterdam, Ds H. Th. v. Reenen,
Uithoorn, R. P. van Reenen, Amsterdam, H. Reinders, Amsterdam, J. van
Rootselaar, Amsterdam, Mw. J. van Rijn, Mijdrecht. Mw. M. van Rijs,
Amstelveen. Drs P. van der Schaft. Amsterdam, J. P. Schouten, Amsterdam.
F. Schouwenaar, Amsterdam, Dr P. L. Schram, Abcoude, Drs N. A.
Schuman, Zaandam, Mw. D. Smeding, Amsterdam, Ds B. D. Smeenk,
Amsterdam, P. Smilde, Amsterdam, T. Smit, Amsterdam, H. Snoek, Amster
dam, Mw. G. M. Speelman, Amsterdam, Drs W. Speelman, Mijdrecht, H.
Spoelstra, Amsterdam, Ds W. F. O. E. Stange, Bloemendaal, H. v. d. Sterre,
Amstelveen, Ds Ph. Stoffels, Bussum, Drs W. Stoker, Amsterdam, Mw. A.
Struys, Amstelveen, Mw. T. Struys, Amsterdam, D. H. Sytsma, Amstelveen,
Drs E. Talstra, Amsterdam, Mw E. Treurniet, Amsterdam, Prof. dr J.
Veenhof, Amsterdam, H. Végh, Amstelveen, Mw. M. Verduyn, Amsterdam, A.
Verheul, Woerden, Mw. J. Verheule, Amstelveen, Prof. dr J. Verkuyl,
Amsterdam, G. Visser, Amsterdam, R. Vlaanderen, Amsterdam, G. v.
Viegen, Amsterdam, A. Vlieger, Amsterdam. H. van Vliet, Amsterdam, P. van
Vliet, Amsterdam, M. Voet, Zaandam, Ds G. de Vries, Den Helder, J. de
Vries. Amstelveen, E. de Waard, Amsterdam, A. v. d. Wal, Amsterdam. Ds P.
F. Warmenhoven, Koog/Zaandijk, P. Wattel, Amstelveen, F. Weeda, Amstel
veen, Mw. H. Weimar, Amsterdam, M. K. P. Wendelaar Bonga, Diemen, L.
Woltering. Amsterdam, Ds L. J. G. IJkel, Heemskerk, Mw. C. Zoutman, Anna
Paulowna, Mw. C. Zunneberg, Amstelveen, Ds L. Zwaan, Ermelo, S. P.
Zwaan, Amsterdam. Mw. I. de Zwart, Amsterdam, Marnix van der Sijs,
Amsterdam.
I*
CDA-CDU
Duidelijker kan de kloof die er
bestaat tussen het Nederlandse
CDA en wat zich in Duitsland ondep
de naam CDU verzamelt (en ook
verder in Europa van dergelijke
letterverbindingen bedient) niet
gedemonstreerd worden dan aan
het standpunt dat beide partijen
innemen ten aanzien van de
bekende ultra centrifuge-affaire. In
Nederland verbindt het CDA de uit
voer van verkregen materiaal naar
Brazilië aan zeer strikte
voorwaarden die het aanwenden
van afvalstoffen voor kernwapens
onmogelijk moet maken. Op
datzelfde moment dient de Duitse
CDU-oppositie in het eigen
parlement een motie in waarin het
tot stand komen van een eigen
ultracentrifuge op korte termijn
niet minder dan geëist wordt. Ik
denk dat een partij die zich voor
haar optreden naar buiten, in naam
en program, liëert aan de naam van
Hem die in de Bergrede de
vredestichters zalig sprak, voor
veler besef gemakkelijker
verbonden kan worden met een
uiterst voorzichtige opstelling zo
niet volstrekte verwerping van het
vervaardigen van verrijkt uranium
dan een optreden dat
bovengenoemde eis tot resultaat
heeft. Men kan zich afvragen: is
beide dan typisch christelijk? Of
heeft het christelijk aspect, of
althans de christelijke pretentie va
deze partijen niets met deze kwesti
te maken? Maar als het christelijk
aspect met zoiets fundamenteels al
het voortleven van geschapen
mensen niets meer te maken heeft,
dan stelt datzelfde christelijke
aspect wel heel weinig voor. Men
kan solidariteit met mensen van wi
men iets verwacht dat in de lijn van
eigen denken ligt een tijdlang
volhouden. Maar zijn hier geen
grenzen? Zit er toch niet veel méér
in die gelijkenis uit Mattheus 21
(van de twee zonen, van wie de een
ja zegt en-het niet doet en de ander
nee zegt eri wel doet wat de Vader
vraagt) voor een beoordeling van
wat „christelijke" poltitiek ooit zou
kunnen inhouden?
n
Vi
LOCHEM Het gereformeerd
evangelisatieblad de Elisabethbod
heeft gezien het record aantal lx
stellingen de oplaag van het specii op
le paasnummer en pinksternumnw re:
opnieuw moeten verhogen. De to fde
taal oplaag is thans 365.000 exera ie
plaren (50.000 meer dan vorig jaar (ill
op de vragen die kardinaal Wille-
brands ook uit naam van zijn mede
bisschoppen stelt, zou, zo wordt ge
steld, door de commissie worden be
schouwd als een wijziging van het
beleid, dat zij tot nu toe bij de reali-
sèring van haar opdracht heeft
gevolgd.
Wanneer de kerken het dienstig ach
ten zich met de door kardinaal Wille-
brands gestelde vragen adequaat be
zig te houden, zou een nieuwe com
missie met een nieuwe opdracht
moeten worden samengesteld. De
commissie geeft in overweging in het
kader van de raad van kerken nader
beraad te voeren over de wenselijk
heid het gesprek over intercommu
nie en ambt, mede aan de hand van
de door de bisschoppen gestelde vra
gen voort te zetten. Verscheidene
leden van de commissie zijn bereid
deel te nemen aan een dergelijk
gesprek.
RIDDERKERK Prof. dr. B. J.
Oosterhoff, hoogleraar van de chris
telijke gereformeerde theologische
hogeschool te Apeldoorn, en mr. dr.
C. J. Verplanke, burgemeester van
Ridderkerk, hebben namens de
christelijke gereformeerde deputa-
ten voor de correspondentie met de
hoge overheid de plaatselijke kerke
raden en predikanten opgeroepen,
zo snel mogelijk handtekeningenac
ties te organiseren ten behoeve van
de actie om de bede terug te krijgen
in de tröonrede.
DRIEBERGEN (ANP) De
werkgroep Betaald Antwoord,
de interkerkelijke werkgroep
tot ondersteuning van het pro
gramma tot bestrijding van het
racisme van de wereldraad van
kerken, heeft gereageerd op
het dokument „Zuid-Afrika
vandaag, hoop tegen welke
prijs?" van het PCR geschre
ven door Boudewijn Sjollema.
Zij doet dit bij monde van dr P. E.
Kraemer, socioloog en stafmedewer
ker instituut voor normen en waar
den te Rotterdam, en dr O. Jager,
theoloog en wetenschappelijk hoofd
medewerker aan de theologische ho
geschool van de gereformeerde ker
ken te Kampen.
De werkgroep zegt grote waardering
te hebben voor de „voortreffelijke
wijze waarop in dit dokument infor
matie wordt verstrekt over de situa
tie in Zuid-Afrika..." De werkgroep
heeft echter reserves tegenover de
passage getiteld „een rechtvaardige
strijd", waarin Sjollema de vraag
stelt of de kerken niet van „recht
vaardig" zouden moeten spreken bij
gewelddadig verzet van de zwarten
in Zuid-Afrika. Deze passage is bij
meerdere kerken en groepen op be
zwaar gestuit.
Sjollema verzet zich tegen de verge
lijking tussen terroristen zoals in
West-Duitsland en verzetsstrijders
in Namibië. En, zo zegt hij, „wij be
schouwen de verzetsstrijders van be
zet Europa, die geweld gebruikten
tegen hun nazi-onderdrukkers, niet
als terroristen, omdat wij aanvaar
den dat hun zaak rechtvaardig en
hun methoden beheerst waren."
„Rechtvaardig"
Dr. Kraemer heeft nu juist moeite
met de term „rechtvaardig" wanneer
dat gaat om een strijd met geweld.
Wanneer Sjollema gesproken had
van een gerechtvaardigde of te
rechtvaardigen strijd zou er tegen de
stelling van Sjollema „bitter weinig"
zijn in te brengen. „Of veizet, op
stand (of mijnentwegen oorlog) ge
rechtvaardigd of te rechtvaardigen
is, kan altijd pas achteraf, maar in
elk geval nooit vooraf of bij voorbaat
vastgesteld worden."
Hij vindt ook, dat de paragraaf „een
rechtvaardige strijd" meer wil bewij
zen of rechtvaardigen dan nodig is.
„Het onder bepaalde omstandighe
den te rechtvaardigen geweld, om
dat alle andere middelen uitgeput
zijn er er niets anders overblijft, be
hoeft niet de extra 'heiliging' of 'ide
ologische sanctie' van de rechtvaar-
digverklaring-bij-voorbaat". zo
meent dr Kraemer.
„Christelijk"
Een theologische motivering zofc
kunnen betekenen, dat men te sne
de mogelijkheden van geweldlox
weerbaarheid afwijst. „Zou het d
heersende klassen juist niet welko:
zijn, als de onderdrukten gewei ae
zouden gaan gebruiken? Het gewei 5
van de onderdrukkers ls altijd grott Q
en geperfectioneerder", zo meent hi
Bovendien vindt hij het een „absui
de werkverdeling, dat arme christt
nen revolutie maken en rijke christo yei
nen de bijbehorende theologie."
De korte beschouwing van dr Kra(
mer en dr Jager beslaat zes paginal
en wordt voorafgegaan dor de passi roc
ge „een rechtvaardige strijd" uit hi
document van Boudewijn Sjollem
De beschouwing draagt het karaktt ra]i
van een spontane en snelle react* ,cc
aldus de werkgroep Betaald An:
woord. Zij is toegezonden aan «j;er
aantal kerkelijke instanties en gr«
pen, die zich in het bijzonder bezijc
houden met de bevrijdingsstrijd i t0Q
Zuid-Afrika en de taak van de k«
ken hierin. Zij moet bijdragen aand
discussie over het document vi
Sjollema, dat onlangs is toegestuu'f—
aan alle ledenkerken van de wereli
draad.
Ook dr Okke Jager waarschuwt te
gen het bij voorbaat rechtvaardig
noemen van geweld, vooral wanneer
deze theologisch gemotiveerd is. Dit
kan volgens hem leiden tot het spre
ken over „christelijke revolutie", wat
even gevaarlijk is als het spreken
over „christelijke politiek". Er is
geen specifiek christelijke oplossing
voor politieke en maatschappelijke
problemen, aldus dr Jager.
Van een onzer redacteuren
STUTTGART In de Westduitse
evangelische kerk is verzet gerezen
tegen de manier waarop de kerklei
ding zich heeft gedistantieerd van
het discussiestuk „Zuid-Afrika van
daag. hoop tegen welke prijs?" dat
het wereldraadprogramma tegen de
rassenwaan heeft uitgegeven.
Oberkirchenrat D. Karl Herbert en
Martin Stöhr. de directeur van de
evangelische akademie in Amolds-
hain, schrijven in een brief aan de
voorzitter van de Raad van de evan
gelische kerk bisschop D. Helmut
Class dat zij niet kunnen zwijgen
over de manier waarop de leiding
van hun kerk omgaat met leden van
de staf van de wereldraad van ker
ken. „van wie de visie serieus geno
men moet worden en bij eventuele
kritiek geen recht op distantiëring
maar op opbouwende begeleiding
hebben De twee vooraanstaande
kerkelijke leiders maken zich echter
nog meer zorgen over de solidariteit
van de eigen kerk ten aanzien van
bruut onderdrukte en onder zware
gewetensvragen gebukt gaande
mensen.
Herbert en Stöhr vragen zich af of de
ware bedoeling van het discussie
stuk wel goed is overgekomen. Het
gaat volgens hen om de vraag welke
solidariteitsmaatregelen genomen
moeten worden met het oog op de
extreme toespitsing van het apart
heidssysteem „Daarbij wordt de
vraag gesteld of het nu het moment
is de uitspraak van het centraal co
mité van de wereldraad uit 1971 toe
te passen: de slachtoffers van de
rassenwaan niet te veroordelen, die
als laatste uitweg het geweld zien."
Herbert en Stöhr wijzen er op dat het
punt van de gerechtvaardigde op
stand als vraag wordt gesteld aan
kerken die zonder noemenswaardige
moeilijkheden het concept van de
gerechtvaardigde oorlog aanvaard
en ondersteund hebben. Zij informe
ren bij de Raad van de EKD of het
soms onwettig is wanneer stafleden
van de wereldraad deze vragen ter
discussie stellen en informatie geven
ten behoeve van nieuwe beslissin
gen, die volgens hun overtuiging ge
boden zijn.
„Is het behoorlijk, zich slechts alge
meen te distantiëren, in plaats van
tenminste begrip voor de eerst van
de vraagstelling te betonen, ook
wanneer de leden van de raad niet
tot dezelfde conclusies komen?,"
vragen de twee.
Verder vragen zij in hun brief aan
bisschop Class of de wereldraad pas
beslissingen mag nemen nadat hij de
Duitsers om toestemming heeft ge
vraagd. Zij wijzen er op dat aan de
bevrijdingsbeweging in Zuidelijk
Afrika ook bewuste christenen deel
nemen en zij vragen aan de raad van
de EKD hoe deze het verzet o.a. in
Nederland tegen het nationaal socia
lisme beoordeelt.
Herbert en Stöhr citeren in hun brief
zwarte leiders, die tot dusver ver
geefs hebben gewacht op geweldloze
maatregelen van Duitse zijde tegen
het racisme, zoals verbetering van de
informatie, verbreking van het cul
turele verdrag met Zuid-Afrika of
een investeringsstop.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Weert: J. G. JulleM
kand. te Groningen: te Monster:
G. van Loon te Aalst; te ValkeiB
waard c.a.; C. H. W. Waardenburgt
Oisterwijk; door de classis Dé
Haag tot predikant voor buitenge»
werkz. (pastoraat voor het verpleel
huis Prinsenhof te Leidschendami
M. A. Sijbrandij-Verbiest, kand.
Den Haag
Afscheid op 19 maart van Rilland
Bath: J. Overduin ber. te Herveldw
Slijk-Ewijk.
GEREF. KERKEN
Afscheid van Amsterdam (arbel
onder de studerenden aan de Unl
versiteit van Amsterdam): dr I
Wiersinga, ber te Leiden voor d
arbeid onder de studerenden.
Intrede te Oudemirdum: A Boumi
kand. uit Amsterdam; te Rottd
dam-IJsselmonde. H. Bruning M
Meppel; te Wormerveer: J. de Geu
kand. uit Amsterdam; te AmsUf
dam-Zuid (voor de EvangeUsatÜ
arbeid in de classis Amsterdam): d
C. H. Koetsier uit De Bilt voorheé
secretaris van de ontwikkelingsW
menwerking van de geref. kerken;!
Marken: N. van Tellingen kand. ui
Amsterdam.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Bedankt voor Alkmaar-Broek of
Langedijk: J. J. Burger te Dokkuffl