'De bende en de eenling'
Pout van computer is vaak onze tekortkoming
Nuttige informatie voor ieder
die bedrijven adviseert.
■s
i Rabobank 9
V.
len Uyl: formateur moet
ilf de pers inlichten
ïeuwe serie
«gering verontrust over acties Israël
Computerprofessor dr. I. S. Herschberg tijdens intrerede:
geld en goede raad
WDERDAG 16 MAART 1978
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
la e Stichting Nederlandse Schoolradio (waarin Avro en Vara
ez menwerken) brengt een nieuwe serie „Zwart-Wit", die de pro-
ematiek van de derde wereld behandelt. In de uitzending van
rt orgen zullen vragen worden voorgelegd aan prins Claus. Op de
1 to links Maria Lindes (als het Mars-meisje), rechts de buitenland
immentator van de Vara Karei Roskam.
/a EN HAAG De Nederlandse re-
tring heeft met verontrusting ken-
is genomen van de berichten over
raëlische acties in het zuiden van
banon. Dit verklaarde de woord-
ilerder van het ministerie van bui-
t nlandse zaken in Den Haag. Hij
efcrinnerde daarbij aan de afkeuring
de Nederlandse regering enkele
isigen geleden heeft uitgesproken
ver de PLO-actie in Israël.
je Dok de thans aan de gang zijnde
se cties worden door de Nedelandse
gi gering betreurd. Deze gebeurte-
sen tonen eens te meer aan dat de
gewelddaad de andere oproept
bewijzen opnieuw hoe dringend
ïajet is dat op de kortst mogelijke
•termijn een algehele vreedzame re
geling van het midden-oosten-con
flict tot stand wordt gebracht',, al
dus de woordvoerder.
Het Palestina Comité veroordeelt de
Israëlische acties in Libanon uiterst
scherp. Het comité spreekt over „de
massale agressie door het Israëli
sche leger in Zuid-Libanon en de
terreurbombardementen op de
vluchtelingenkampen rondom Bei
roet.
Volgens het Palestina Comité is het
duidelijk dat de Israëlische regering
met deze actie tracht de wil tot
verzet en de strijdvaardigheid van
het Palestijnse en Libanese volk te
breken.
KINDERBOEKEN KINDERBOEKEN KINDERBOEKEN KINDERBOEKEN KINDERBOEKEN
[KINDER
Bendevorming is dé manier
waarop tienjarigen (en an
deren) de beperkingen van
het ouderlijk huis plegen te
ontvluchten, (waar ze in
zo'n periode dan ook
schaars gezien worden). Ge
heimen worden in Het Hol
of De Schuilplaats verhan
deld, nooit lekken ze uit aan
„die van thuis". Meisjes
worden getolereerd voor
wat bijdragen van stoffelij
ke aard, of als cover-up,
maar helemaal vertrouwd
worden ze niet. Althans niet
in de meeste beoeken over
benden. Want er bestaan er
nogal wat, het onderwerp
heeft veel schrijvers aange
trokken.
Toch zijn er weinig bende-
verhalen die boven de mid
delmaat uitsteken. Dat is
geen wonder: de auteur
moet geducht uitkijken dat
hij zijn helden niet in ern
stig lichamelijk of moreel
gevaar doet belanden,
waaruit ze alleen'door de
politie of de maatschappe
lijke werkster weer gered
kunnen worden. Jongens
moet hij hun mogelijkhe
den laten uitproberen op
een manier die thuis niet
toegestaan worden, met de
bende als heldenclub, waar
alle onderlinge verschillen,
gelijkgeschakeld worden
door trouw aan de groep.
Dan is er de bende als „be
dreiging", waar de schrijver
een groeiend sociaal besef
bij zijn helden kan aan
tonen.
Maar het best komt een
bende-verhaal van binnen
uit tot zijn recht, met de
held zelf die het verhaal ver
telt. Zo'n boek is „Een
handjevol dieven" van de
bekende Engelse Nina Baw-
den nu eindelijk in ons land-
door Het Spectrum (die
schitterende titels in zijn
jeugdboekenfonds voert)
uitgebracht. De eerste blad
zijde opent al met een span
nend opsommen van wie er
allemaal meededen en hoe
het zo begonnen is. De twee
de doet de karakters uit de
doeken, geeft de actie haar
plaats en duldt aan hoe de
bende gereed staat een
handjevol dieven te wor
den, om zodoende een
slechterik te doen arreste
ren. De Bende van Fred, de
ikfiguur, is het Kerkhof-Co
mité. Als Hol hebben ze een
oude personenauto, aan de
voet van de helling waar
veel raceauto's verongeluk
ken, de Muur des Doods
dus.
Achtervolging
Wanneer het spaargeld van
Freds grootmoeder gejat
wordt door haar sinistere
kostganger en het Comité
erachter komt, dwingt zij
hen tot zwijgplicht, omdat
haar zoon en dochter an
ders wel eens zouden kun
nen denken dat zij niet
meer op zichzelf kan pas
sen. Een grootmoeder is een
natuurlijke bondgenoot als
ouders druk uitoefenen op
de een of andere manier, en
dus besluit het Comité de
dief achterna te gaan. De
achtervolging waarin ze
zich storten is weliswaar
zeer komiek, maar niet ge
heel zonder gevaar ook, al
nemen de volwassenen de
zaak op het kritiekste ogen
blik over.
Nina Bawden beschrijft elk
lid van de bende afzonder
lijk, zodat elk kind verschil
lend is, ook met zijn achter
gronden en zijn ouders. Dit
is een boek dat kinderen
zullen waarderen om de
energie en vindingrijkheid
van hun lotgenoten, en vol
wassenen om het vakman
schap waarmee de verteller
geportretteerd wordt, die
aan de éne kant helemaal
verslonden is in zijn ver
haal, en anderzijds zijn
vriendjes met zeer veel hu
mor tekent. Een knappe
prestatie, in lichtvoetig Ne
derlands vertaald door Mar
jolein Heyermans, hoewel
het vernederlandsen van
persoons- en stadsmensen
uit een door en door Engels
verhaal mij altijd wat onno
dig voorkomt, en onnatuur
lijk in zijn effecten. Karak
teristieke tekeningen van'
Annemiek en Dolf Bos.
Avontuur
Totaal anders is „Toms
nachtelijk avontuur" van
Philippa Pearce, wier boe
ken tot de top van de Engel
se jeugdliteratuur behoren
omdat ze, vol van humor en
pakkende beschrijvingen
van plaatsen thema's van
eeuwige geldigheid behan
delen: opgroeien, het voor
bij gaande van materiële za
ken, en de continuïteit van
het menselijk verleden en
heden. Je kunt haar boeken
op verschillende niveaus le
zen, ook bij volwassenen is
Pearce geliefd. Hier gaat
het over het geheimzinnige
verschijnsel tijd, die voor
twee kinderen zijn grenzen
verliest. De eerste is Tom,
die vanwege mazelen thuis
naar een saaie oom en tante
wordt gestuurd. Het is er zo
vervelend dat Tom dringen
de brieven stuurt: Haal me
onmiddellijk terug. „In de'
flat (één van de vele waar
toe een groot oud huis is
omgebouwd) verveelt hij
zich; hij krijgt te veel eten,
te weinig beweging, en 's
nachts ligt hij wakker van
de knarsende geluiden die
de hangklok in de hal
maakt. Van zijn ouderwetse
oom mag hij tussen bedtijd
en ontbljttijd zijn bed niet
uit, en hoewel hij tracht
zich aan die onzinnige be
lofte te houden, komt er een
nacht dat hij een extra uur
krijgt. Dat is de nacht waar
in de klok dertien slagen
slaat.
Tom gaat sluipend op on
derzoek uit. Maar wanneer
hij door de achterdeur het
achterplaatsje met vuilnis
bakken en waslijn bereikt
heeft, blijkt dat een grote
tuin te zijn; tenminste, dat
lijkt zo. (Dat is de tuin van
Philippe's jeugd, het is haar
huis, al haar boeken zijn uit
die eigen ervaringen ge
schreven.) In die tuin ver
schijnt een meisje uit de
Victoriaanse tijd, Tom
moet haar wel als een geest
of een spook voorkomen,
maar het meisje, Hettie, ac
cepteert hem doodgewoon,
en de twee raken bevriend.
Zij leeft met hem in haar
eigen verleden, en Tom van
zijn kant denkt dat hij met
Hettie alles kan delen wat
er gebeurt, vóór hij terug
moet naar het heden. Daar
in vergist hij zich, want
weliswaar staat de tijd stil
voor Tom in zijn wereld,
maar niet voor Hettie: voor
haar gaat hij door, ze groeit
op, de kindertijd en jeugd
voorbij, tijdens de vrien-
schappelijke omgang van
die twee in de betovering
van die wonderbaarlijke
tuin. Het door elkaar heen
weven van de Tijd moet ein
digen als zij volwassen is
geworden.
Dit is een bekend einde aan
een fantasieboek over
„tijd", maar niet vaak is het
zo knap uitgewerkt als hier.
door Gertie Evenhuis
Tegelijk straalt er een grote
warmte uit het boek in de
gevoelens van de jongen,
die zijn speelgenootje als
jonge vrouw ziet. Dan geeft
de schrijfster het hele boek
nog een forse tijds-draai, zo
dat de lezer van voren af
aan alles moet gaan over
denken. Want op de dag dat
hij naar huis zal gaan ont
moet Tom de eigenares van
het huis, oude Mrs Bartho
lomew, die helemaal boven
een soort kluizenaarsbe
staan leidt. Als hij naar bo
ven kleutert en haar deur
opent, bemerkt hij dat zij
Hettie is. Is hij nu in het
verleden op reis geweest?
Of riep de oude vrouw van
uit haar bed dat verleden op
met haar dromen.
Boeiend
Een moeilijk boek, dit, als
alle van deze schrijfster.
Schitterend als kinderver
haal, en om later opnieuw te
lezen vooral om de helder
heid van taal en voorstel
ling van de gebeurtenissen,
doorzichtig bijna. Het is een
boek over mensen en hun
gevoelens. Het is ook een
boek over de tijd. Wat ge
beurt werkelijk, wat niet?
(men leze de episode over
het schaatsen van Hettie in
de tuin als het winter is. En
men merke op hoe de
schrijfster niet alles uit
legt). De vertaling van dit
prachtige proza was ln goe
de handen bij C. Vertinden*
Bakx; de illustraties, helaas
niet zo geheimzinnig als die
van de Engelse Susan Ein-
zlg, maar wel zorgvuldig,
zijn van Fiel van der Veen.
Oehoe
Als slot een Iets toegankelij
ker kijk-lees-boek Oehoe,
geschreven en getekend
door de Australische Annet
te McArthur-Onslow, die in
Sydney, Engeland, en Salz
burg studeerde voor ze naar
Engeland terugging en haar
uil vond. Haar prachtige te
keningen vol fluisterende
groepen en blauwen en lij-
nen-aanduldlngen, vertel
len eigenlijk het verhaal,
maar dan de woorden, over
Oehoe die kwam en ver
dween, tussen mei en sep
tember, als een veertje be
wogen door de wind. „Hij
wierp ons hele bestaan om
ver, maakte alle meubels
smerig, bracht overal wan
orde en Joeg de kat het huis
uit. Omdat niemand hem
had verteld hoe hij zich tus
sen mensen moest gedragen
waren zijn „streken" voor
hen vooral leerzaam". Ma
rijke v. Raaphorst bewerkte
het met zorg.
Een handjevol Dieven-Ni-
na Bawden, uitg. Het Spec
trum, f 10,90, Toms nachte
lijk, avontuuT-Philippe Pe
arce, idem, f 14,90, Oehoe-
Annette MacArthur-Ons-
low, uitg. Ankh-Hermes,
17.50.
in onze redacteur wetenschappen
ELFT Als een boeteprediker hield de nieuwe computerprofessor het zijn vakgenoten voor: „Wij
ibben slecht geprogrammeerd." Dat computers fouten maken ligt aan ónze tekortkomingen. Die
kortkomingen zijn te ondervangen, maar we hebben het, loffelijke uitzonderingen daargelaten,
et gedaan. Bij het opsporen van fouten kunnen we nog in de leer gaan bij de methode die de
itieten daar 32 eeuwen geleden in Klein-Azië voor gebruiken.
intrerede van prof. dr. I. S.
irschberg, „In de ban van de fout",
d een onderwerp dat voor elk van
n toehoorders actueel was, ver-
ichtte hij: „de onjuiste afrekening,
t vertraagde kentekenbewijs, de
weigerde of ontspoorde giro-over-
hrijving." Waar de moeilijkheid
kon hij zonder meer uit oude
aties van collega's citeren. „De ma
rine pioet tot in de kleinste details
ïnstrueerd worden en hij laat zich
et met vaagheden aan het werk
tten. Slechts als het probleem wa-
rdicht is geformuleerd kan het
isschien geprogrammeerd worden,
enig probleem dat moest worden
iprogrammeerd, bracht onduide-
kheid of ondubbelzinnigheden aan
t licht." (Duijvestijn, twaalf jaar
leden in Twente.)
aar als die horde genomen is, be
nt het pas. „Het gevalt namelijk
t vrijwel geen enkel programma
utloos is, zelfs in die mate dat men
in een rekencentrum op welhaast
rbiedige toon verhaalt hoe een be-
alde medewerker toen en toen
ins een programma heeft geschre-
n dat zomaar meteen goed was.
immige tekortkomingen plegen de
iteur al in te vallen als hij zich met
't programma naar de machine be
geeft om het te laten werken, en hij
gaat spoorslags aan het verbeteren.
Maar als het programma dan einde
lijk de machine in gaat, dan blijkt
het doorgaans toch niet te doen wat
men ervan verwachtte. Het is dan
ook heel gebruikelijk, dat de tijd,
benodigd om een programma te tes
ten een veelvoud bedraagt van de
tijd, nodig om de resultaten te bere
kenen." (Van der Sluis, vijftien jaar
geleden in Utrecht).
Aandacht
Zo gaat het ruwweg nog steeds,
moest prof. Herschberg melden. En
hij vroeg bijzonder kritische aan
dacht voor die mistroostige consta
tering dat het programma doorgaans
toch niet doet wat men ervan ver
wachtte. „Een programma wordt
kennelijk als juist aangezien als het
aan de verwachtingen van zijn au
teur beantwoordt." Voor Herschberg
is dat volstrekt onvoldoende. Niet
alleen is er niets bewezen over de
juistheid van het programma, „maar
voor een weldenkend mens wordt
ook een redelijke vermoeden van
juistheid niet gewekt als het produkt
éénmaal doet wat men ervan ver
wacht na dit hoe vaak? ver
zuimd te hebben."
Testen kan de aanwezigheid van fou
ten aantonen, maar nooit hun afwe
zigheid bewijzen. „Testen is dus
vruchteloze arbeid." Erger nog, al
dus Herschberg, het „geeft aanlei
ding tot machteloosheid, moedeloos
heid en radeloosheid, die nauwelijks
meer met de nyenselijke waardigheid
in overeenstemming te brengen
zijn." Tijdens het testen valt de pro
grammeur aan wanhoop ten prooi.
Hij gaat geloven in onverklaarbare,
duistere machten die het op hem en
zijn programma gemunt hebben."
„Tussen wanhoop en woede wordt
er aan het programma „gesleuteld",
dat wil zeggen te hooi en te gras
gewijzigd, met terzijdestelling van
alle systematiek, rede en redelijk
heid. De programmeur weet letter
lijk niet meer waar hij het zoeken
moet, hij is, voelt hij, aan de heide
nen overgeleverd." Maar uitgere
kend bij die heidenen trof Hersch
berg de inspiratie voor verbetering.
Op kleitabletten met Hethietisch
spijkerschrift legde dit volk vast hoe
door systematisch opgezette series
van orakelvragen werd vastgesteld
wat er mis was als het een van zijn
honderden goden vertoornd meen
de. De antwoorden kwamen eendui
dig uit voortekenen die gunstig of
ongunstig uitvielen.
De analogie is voor Herschberg ver
bluffend en schrijnend vindt hij ver
schilpunten. Bij een test op zijn He
thietisch wordt zeer precies gefor
muleerd, welke inlichting gezocht
wordt; nauwkeurig en van te voren
wordt vastgesteld hoe het antwoord
geïnterpreteerd zal worden. „De pro
grammeur steekt hierbij in het alge
meen ongunstig af." Vooral is hij
getroffen door de zorgvuldigheid
waarmee de Hethieten trachten vast
te stellen of ze ook Alle fouten ge
vonden hebben. Als een refrein
keert de vraag terug: „Als het alleen
dit is, laat het voorteken dan gun
stig zijn."
Die vraag kan de testende program
meur niet stellen. Maar erg is dat
zijn grondhouding precies de omge
keerde is: voor hem is elke gevonden
fout, naar hij hoopt en gelooft, de
laatste. Hij krijgt daar zelden gelijk
in. „De huidige praktijk", aldus
Herschberg, „is onaanvaardbaar",
en dat is „niet een zaak van een
handjevol specialisten onder el
kaar". Het gaat iedereen aan, „gij
allen onder mijn gehoor zijt zonder
uitzondering gebruikers. Bij de
postgiro, bij uw bank, bij uw hypo
theekgever, bij de overheid in haar
talloze verschijningsvormen staat
gij allen geregistreerd en pro
gramma's van de geschetste kwali
teit opereren, vaak dagelijks, op uw
gegevens. En daarmee zijt ge slecht
bediend."
Want ook de bescherming van die
gegevens is volgens Herschberg van
wege die wrakke programma's een
twijfelachtige zaak. „Men bewijst in
feite lippendienst aan de bescherm
de persoonlijke levenssfeer zonder
zelfs maar te kunnen garanderen,
dat aan de eisen van wet en regle
ment voldaan is."
Er moet defensief geprogrammeerd
worden, vindt Herschberg (analoog
aan defensief autorijden). Het aan te
pakken probleem moet worden ont
rafeld tot deelproblemen die zo
overzichtelijk zijn dat de daarvoor
gemaakte deelprogramma's vatbaar
zijn voor het bewijs dat ze correct
zijn. De methoden en technieken
daarvoor zijn hier en nu beschik
baar. „Het is in uw individueel en
collectief belang, dat zij toepassing
vinden."
ton onze parlementsredactie
»EN HAAG Oud-premier en formateur Den Uyl vindt dat in
en volgende kabinets-formatie de informateur of formateur zelf
teer de dagelijkse voorlichting aan de pers moet gaan geven.
ft twijfel er achteraf toch sterk aan naar buiten kwam hoe ik ook met
I het in de formatie-onderhandelin- Van Thijn wel eens conflicten had,
en tussen PvdA, CDA en D'66 wel als ik de scherpe kantjes van de
list was de voorlichting vrijwel ge- PvdA-standpunten moest afvijlen,
eel aan de drie fractievoorzitters Doordat dit niet in de openbaarheid
ver te laten", aldus Den Uyl giste-
fn op een bijeenkomst van de Ne-
erlandse vereniging van voorlich-
t 're in Den Haag, waar hij een inlei-
Ing hield over openbaarheid tijdens
fUblnetsformatie „Iu„ „>CIUC „F
Uyl zette uiteen dat hij in zijn het feit dat de partij-organen van
w van formateur met opzet op de Zijn eigen partij, de PvdA, nogal een
«tergrond was gebleven, omdat hij stevige rol in de formatie hebben
WD en CDA-zijde ook geduren- meegespeeld. „Sommige partijen la
zijn premierschap wel eens het ten (vanuit een niet altijd geheel
fctwijt had gekregen teveel partij- terechte traditie) het eindoordeel
gebleven te zijn. over een formatie over aan hun con-
Om dit verwijt niet ook als forma- gres. Maar dan moet dat ook wel
hir te krijgen hield ik me op het echt een eind-oordeel blijven èn de
unt van de contacten met de pers fractie moet vrij zijn om al of niet
aarom op de achtergrond. Wat aan dat eindoordeel voorbij te gaan.
aardoor echter gebeurde was, dat Als dat niet gebeurt sluipen er ele-
I® bemiddelende rol tussen de drie menten in die gevaarlijk zijn ten
«rtljen, die ik als formateur had en aanzien van de uitspraken van de
»k echt gespeeld heb, volkomen in kiezers, die spreken vla de door hen
>et duister bleef." gekozen volksvertegenwoordigers",
8*t gevolg daarvan was dat niet aldus Den Uyl.
kwam ontstond precies het omge
keerde van wat ik beoogd had, want
zo ontstond de verdenking dat ik
voortdurend met Van Thijn onder
één hoedje speelde.
Bedekte kritiek leverde Den Uyl op
De brochure „Cijfers Trends" van de
Rabobank geeft gecomprimeerd en overzichtelijk
informatie over de toestand en vooruitzichten
van liefst 23 branches in de sector Detail
handel en Ambacht. Ze vormt daarmee een
waardevol instrument voor ieder die zich min of
meer beroepshalve met adviesverlening aan
i bedrijven bezighoudt.
Vult u deze coupon in, dan hebt u de meest recente
„Cijfers Trends" per omgaande in uw bezit.
U kunt deze bon opsturen naar de Rabobank in uw
woonplaats of ongefrankeerd zenden naar. de Centrale
Rabobank, Antwoordnummer 700, Eindhoven.
(Firma) naam:l_
Ter attentie van:
Adres-
Plaats: i_
Postcode:-
Rekening bij de Rabobank ja/nee?
'V'