KUNST
A Cool Million
komisch grimmig
Echte clownerie in
'Panem et Circenses
Playtex
LaSalle Kwartet met muziek van Nieuwe Weense school
PLAYTEX'CROSS YOUR HEART'
BEHA'S VOOR SLECHTS 9:
Londense groep in Mickery
bevat acetosal
Edward
Heath
als dirigent
DONDERDAG 16 MAART 1978
TROUW/KWARTET PRS»
Cross your heart beha
uit de leuk en laag serie
Kleur skin
jntMaten A B. C
SSk 70/85
Cross your heart beha
met naadlo/e cups
k Kleur skin
SK Maten A B.C
70/80 JF?"
Uit de nieuwe Harmony
kollektie. Waarin de modetreni
harmonieus samengaan met
stijl en vrouwelijkheid.
Voor de vrouw die bewust"
en met smaak haar
mode kiest.
Vrolijke mantel van laqué perlé
met vlindermouwen en kapuchon.
In o.a. off-white, beige en "1 A
camel. Mt. 36 t/m 42 X x
Zwierige mantel van chintz met
geribbelde schouderpas. OQ(
In blue fumé. Mt. 38 t/m 44.
Wijde, satijnen mantel met gerimpelde
rug en opgestikte zakken: in o.a. *1
beige en grijs. Mt. 36 t/m 42. ±.0*y»"
Cross your heart beha
met een diepe halslijn
Kleur wit/skin
Maten A. B. C.
70/85 3
KOofc VP»h>IQOOJ> «i
WU vOCQ^vOimo
door André Rutten
AMSTERDAM Het Mickery-publiek was dinsdagavond uit
eindelijk bijzonder geestdriftig over „A Cool Million" van het
Londens Half Moon Theatre, maar het had wat tijd nodig gehad
om goed „op temperatuur" te komen.
maar daar staat tegenover dat Je nu
beter kimt onderscheiden, welk een
verbluffend arsenaal aan pure thea
terverbeelding de makers in huis
hebben en welk een schitterende,
dikwijls "ironisch gebruikte, vakbe-
heersing. De aanvankelijke onwen
nigheid van het publiek is mogelijk
ook toe te schrijven aan de grimmig
heid, die onder alle vermakelijke as
pecten van de voorstelling aanwezig
blijkt Ik geloof duidelijker dan in
1970 Dat is ook te verklaren. Robert
Walker gebruikte in Londen de be
werking die hij in 1970 met het Close
Theatre in Glasgow gemaakt heeft
van de roman „A Cool Million" van
Het is een vorm van theater, die in
Nederland niet beoefend wordt,
maar die we hebben leren kennen via
de Engelse en Amerikaanse road
shows: een variété-achtig theater,
dat met vrij simpele hulpmiddelen
op straten en pleinen en in kroegen
vertoond zou kunnen worden, maar
in dit geval voor kleine theaters ge
maakt. zoals Mickery. De maker van
deze voorstelling, Robert Walker,
was ook een van de eersten, die dit
soort volksvermaak in Mickery ver
toonde. in 1970. in Loenersloot nog.
Die vroege kennismaking ermee was
overrompelender dan het herzien nu.
ADVERTENTIE
De ex-president-bankier-partij-leider en een Indiaan in „A cool
million" in Mickery
de Amerikaanse schrijver Nathanael
West, in 1934-uitgegeven. Een aardi
ge ondernemende jongen van het
platteland trekt naar New York om
op de manier van Ford en Rockefel
ler rijk te worden en de schulden van
zijn moeder te kunnen betalen. Maar
het New York van de dertiger jaren
verkeert nog in de crisis na de beurs
krach van 1929 en wordt geteisterd
door enorme werkloosheid, crimina
liteit en opkomende bewegingen die
om recht en orde en een sterke man
roepen. En dat wordt nu meer dan in
1970, een spiegel van toestanden die
we van nabij ook in Europa meema
ken. En alhoewel elke vorm van rea
lisme in de voorstelling ontbreekt,
omdat alles op een hedendaagse
commedia dell'arte manier wordt
verteld en uitgebeeld, kan niemand
de grimmige werkelijkheid waarnaar
het verwijst ontgaan.
Op een commedia dell'arte manier:
er zijn vele gemakkelijk herkenbare
types. De twee agenten zijn herken
baar door hun uniformpetten en hun
knuppels, zoals die ook in de klassie
ke klucht gebruikt worden. De ex-
president van Amerika, louche ban
kier en partijleider, draagt een keu
rig wit pak met witte gleufhoed. De
vele oplichters zijn op een komische
manier louche, al heeft de telkens-
weer beroofde jongen van het platte
land hen nooit door. Het is dus een
snel lopend, vermakelijk uitgevoerd
schelmenstuk. zo bijzonder goed en
werkelijk komisch uitgevoerd, dat
zelfs de regisseur, die de voorstelling
in een zijpad volgde, verschillende
malen spontaan in lachen uitbarstte.
AMSTERDAM Het Amsterdamse
Concertgebouw is uitverkoren om
als startplaats te dienen voor de
grote tournee die het „European
Community Youth Orchestra"
(ECYO) door Europa gaat maken.
Op 28 maart laat het zich daar, met
tussen het publiek onder meer Ko
ningin Juliana, horen met werken
van Richard Wagner (Ouverture Die
Meistersinger) en Gustav Mahler
(Zesde Symfonie). Die Meistersinger
zal worden gedirigeerd door „The
Right Hon. Edward Heath, MBE,
MP" die, zoals onlangs in dit ver
band werd opgemerkt, in zijn vrije
tijd ook premier van Engeland is
geweest. De uitvoering van Mahlers
Symfonie staat onder leiding van
Claudio Abbado, artistiek directeur
van het orkest.
Het ECYO. dat in 1976 werd opge
richt, bestaat uit ongeveer 135 jon
geren afkomstig uit de negen EEG-
landen. Met hun gezamenlijk musi
ceren willen zij, volgens de doelstel
lingen van het ECYO, de samenwer
king en de creativiteit van de Euro
pese jeugd demonstreren, gelegen
heid bieden aan jonge Europese
mensen samen op te trekken en
vriendschap te sluiten en daardoor
de begrippen respect en tolerantie
voor de medemens een diepere bete
kenis geven. Bovendien is het de
bedoeling een symfonieorkest te
vormen „waar de EEG trots op kan
zijn."
door Jac. Kort
AMSTERDAM De nieuwe „Ween
se school" van Schönberg, Webern
en Berg heeft zijn vertrekpunt gehad
bij de vorige Weense school van
Braams, Bruckner en Mahler. Wie
dat nog niet wist, heeft het dinsdag
avond kunnen horen in de Kleine
Zaal van het Concertgebouw, waar
het LaSalle Strijkkwartet zijn con
cert opende met het Strijkkwartet,
dat Arnold Schönberg op 23-jarige
leeftijd heeft geschreven. Even lief
en vriendelijk als Picasso in zijn be
ginjaren tekende en schilderde, com
poneerde Schönberg in zijn jonge
jaren. Hun betekenis als baanbre
kers werd eerst later duidelijk.
In 1938 heeft Anita Webem zijn
strijkkwartet opus 28 voltooid. Twee
jaar eerder Schönberg diens Vierde
Strijkkwartet opus 37. In die veertig
jaar sinds zijn eersteling zijn alle
schema's verdwenen die zowel har
monisch, ritmisch als melodisch on
aantastbaar schenen. Zelfs de ver
houding consonant-dissonant is
sterk verschoven en de manier,
waarop de strijkinstrumenten wor
den bespeeld, heeft een wijziging on
dergaan. Technieken, die vroeger
zelden werden toegepast, hoort men
nu frequent, en omgekeerd.
Schönbergs muziek en die van zijn
volgelingen wordt door sommigen
als verstandelijk gekenschetst. In
derdaad is zij uiterst knap van con
structie. Mar niet knapper dan die
van Bach, de muziek, die tot plm.
1830 ook werd afgekeken om haar
verstandelij kheid. Voorzichtigheid
is hier geboden. De romanticus
Schönberg is niet opeens een droge
rekenmeester geworden, hij zomin
als Picasso. Wat zij hebben gedaan,
is het maken van kunst, die mee
evolueerde met de tijd waarin zij
leefden.
De vier Amerikaanse kunstenaars,
die tezamen het LaSalle kwartet vor
men: Walter Levin en Henry Meyer,
viool, Peter Kamnitzer, altviool en
Lee Fisher cello, hebben zich geheel
voor deze muziek ingezet. Ze speel
den haar over de gehele wereld en
ook voor de plaat. Men kan zich geen
idealer pleitbezorgers voor dit werk
voorstellen dan deze rasmuzikanten
net hun prachtige Amati-instru-
nenten.
Luc de Smet (de Lange) en Jay Geary (de Kleine) in „Pi
Circenses"
door Dirkje Houtman
AMSTERDAM Het decor bestaat uit een hoop verfrom
kranten, een kartonnen doos en een gazen lampekap. Hier
beweegt zich het duo „Panem et Circenses" in een kli
slapstick, die tot en met zaterdag in het Shaf fy-Theater tei
Wie dat wil horen kan dus op 28
maart in Amsterdam terecht voor
12,50 (CJP 7,50, kinderen tot 15
jaar ƒ5). De kaarten zijn aan het
Concertgebouw vanaf 20 maart ver
krijgbaar.
Het klassieke beeld van een vuilnis
belt met twee zwervers, -die bij hun
ontmoeting een eigen territorium
proberen af te bakenen. Maar de een
heeft brood en de ander beleg en ze
zien al spoedig in dat samenwerking
het beste voor hen is. Er volgt een
aaneenschakeling van beelden die
min of meer associatief uit elkaar
voortvloeien. Klassieke acts, uitste
kend getimed", uitgevoerd door twee
verschillende types, die gemeen heb
ben dat ze nergens op wachten en
niets te verwachten hebben, waar
door ai hun inspanningen absurd
worden en beperkt blijven tot
„brood en spelen". De twee hebben
veel weg van het klassiek geworden
duo Vladimir en Estragon uit „Wach
ten op Godot" van Beckett en voe
ren hun acts uit in de beste traditie
van Laurel en Hardy.
Zoals gebruikelijk in dit genre lijkt
één de sterkste; hij overheerst de
ander en beheerst de situatie. Maar
uiteindelijk blijkt hij veel tragischer
dan zijn dociel lijkende partner die
in wezen slimmer is. Zo bedenkt in
deze voorstelling de Lange (Luc de
Smet) steeds weer ingenieuse trucs,
waarmee hij de Kleine (Jay Geary)
de loef afsteekt, althans dat denkt
hij. Want hoewel de Kleine vaak iets
heeft van een achterdochtige of
bang wegkijkende hond, die ver
moedt iets verbodens te hebben ge
daan, is hij in wezen veel sterker en
geraffineerder. Hij pareert
spanningen van de Lange i
voudige en weinig opzien
trucs en dan wint zelfgeno
heid het van achterdocht ei
heid.
Zo speelt de Lange in het b
wijsje op een fluit en een va
gevouwen wasbord; aan het
de voorstelling laat de Kl<
zelfde wijsje horen, maar
middel van een draagbare
recorder. Zijn houding van
men hoe het komt" steekt
tegen die van de Lange, die
rend zijn hersens lijkt al te|
Uiteindelijk een zinloze insj
die zijn tragiek accentueer
De twee zijn ook heel ing<
het gebruik van de schaarse
ten, die soms een heel eigi
gaan leiden. Een doos met d
heen een regenjas is een tele
Lange kijkt ernaar, terwijl d
ernaast een klassiek drama
thema de onbereikbare liefi
overigens de enige keei
gesproken wordt en dan no
Spaans. De toeschouwer zie
toneel wat de Lange op de 1
Na verloop neemt hij een r
spel op en zo belanden
volgende scène van het twe
uitstekende voorstelling
een die van échte oorspri
clownerie houdt moet gaai