ijverleven in maart V.1. etterkeer-Kruiswoord Opgedoken Mitsjanski laat zich weer gelden Hoe de 76-jarige Euwe Ligterink versloeg Week end Innzzel p 8820 H ?I60 0 630 8 '?688 iiH 252 '1 1600 64 SS o o O oo 64 7 63 28 4 Ut /792 M m m mm mmmam l°.v \l et piekeren maar puzzelen (Oplossingen Opgave Nr. 612) 192 i a ab i IÏB [aBaBaL BH n B m ""B B BA m A| a B n B BINNENLAND Trouw/Kwartet 13 jocn op 22 februari de dooi inviel, is het toch nog heel plotseling voorjaar geworden. Op die dag ras het ijs in de vijver wel een decimeter dik. Boven de waterlelie had ik een wak ipengehouden, want als de groeipunten bevriezen, is het met die waterplant gedaan. Nu zit de j raterlelie wel op een zestig centimeter onder de waterspiegel, maar de groeipunten steken mhoog, en je weet ten slotte nooitVan de goudvissen was tijdens de vorst niets te zien. Di jaar de goudwinde, die eigenlijk een voorn en geen karper is en zelfs bij erg koud winterweer y jet in verstarring in de modderbodem verblijft, was voortdurend in het wak te zien. Gelukkig Veft geen enkele hongerige reiger hem in het oog gekregen. '-«jerbazlngwekkend snel verdween et ijs. Nog geen drie dagen later ,Jas er alleen nog iets van te zien in dichte pol pluimzegge bij de fver. En frisgroen eronder'uit ge- -tomen waren waterranonkel en 1aterviolier. zo dicht onder de wa- i rspiegel dat ze totaal ingevroren weest moeten zijn. De goudvis- in waren weer ontdekt en over de xiem scharrelden in de avond de pn paar geelgerande waterroofke- eeo prs rond. achtdieren T-sL et is heel boeiend waterdieren in n vijver bij hun doen en laten g jade te slaan. Dat is heel anders In in een aquarium, dat nu een aal toch een beetje netjes moet n en door de mens voortdurend [oajp orde wordt gehouden. Boven in heb je met meer natuurlijke aten te maken. Om geen last van spiegeling te hebben én omdat »el waterdieren juist in de nacht Pt actiefst zijn, observeer ik met n sterke lamp. Dan zie je de wa- oofkevers, wel drie centimeter ïeJnge glanzend groene kevers met n smalle gele rand om hun hele f, rustig over de modder scharre- en er vaak in wegduiken. Dan ze een tijdje onzichtbaar, maar soms zie je de modder een beetje bewegen waar ze bezig zijn. Naar wat ze daar doen, kan ik alleen maar gissen. Waarschijnlijk jagen ze op modderbewoners, zoals de heel talrijke waterpissebedden. Die trage platte kreeftjes krijg je dade lijk te zien als je een beetje modder uit de vijver opschept, Ze moeten een makkelijke prooi zijn voor de wendbare torren. Zelf leven ze van rottende plantedelen, bij voorkeur in het water gewaaid en gezonken boomblad, waarvan ze zelfs de ner ven opeten. Uiterst nuttige dieren dus in de biologische huishouding van de vijver. Waterpissebedden lijken op land- pissebedden, al hebben ze veel lan gere poten en aan hun achtereind twee gevorkte uitsteeksels, het ver vormde laatste potenpaar. Ze kun nen zich niet oprollen, zoals land- pissebedden doen. Rugzwemmers Dieren die al voor de februarivorst te zien waren en ook al weer een paar dagen na de dooi aan de wa terspiegel hingen, zijn de boots mannetjes. Net als de kevers zijn het waterinsekten, die al zwem mende hun voorraadje lucht onder water meenemen en dat af en toe aan de oppervlakte komen verver sen. Bootsmannetjes horen met de bekende schaatsenrijders en vij verlopers die ik nog niet gezien heb na de winter tot de water wantsen. Je herkent het bootsman netje dadelijk aan zijn bootvormi- ge lijf: langwerpig, bol op de rug en vlak op de buik. En omdat hij on dersteboven zwemt en daar twee Een waterpissebed, van onderen gezien. heel lange roeipoten voor gebruikt, is het net een roeier. Vaak hangen die ruggezwemmers bewegingsloos aan de waterspiegel. Dat doen ze niet alleen om lucht op te nemen, maar ook om er te loeren op in het water vallende insektjes. Ontdekken ze zon ongelukkig dier, dan roeien ze er heel snel heen, pakken het met hun voorste poten en doorboren het met hun priem- vormige monddelen. Dat steek- en zuigapparaat is zo vinnig dat het met gemak in de huid van een volwassen mens doordringt, wat je als een bijzonder pijnlijke prik ervaart. Algenmantel aag sluipt een waterjufferlarf rond op een stukje hoornblad. Twaalf dagen na het invallen van de dooi bleek de algengroei zich geweldig te hebben uitgebreid. De steile kanten van de vijver droegen een dichte mantel van drie centi meter lange groene draadalgen, waar een groot aantal posthoren- slakken in rondkroop, om ervan te eten neem ik aan, maar er was geen bres in de groene muur te ontdek ken. Schijnbaar doodstil, met al leen bewegende borstvinnetjes, stonden tiendoornlge stekelbaars jes vlak bij de begroeiing, soms plotseling uitschietend en happend naar een klein diertje. Op de eerste groen wordende win- terknoppen van het hoornblad kro pen heel langzaam sluipend olijf groene waterjufferlarven rond. Met een onder de kop samengevouwen onderkaak, die ver kan worden uit gestoken en vooraan vooizien is van een voor de prooi dodelijke tang, grijpen ze eigenlijk alle niet te groot gedierte dat in hun buurt komt. Het gaat een beetje zoals een kameleon een vlieg vangt, en ook hun manier van sluipen doet daar aan denken. Maar dat je een water jufferlarf een prooi ziet vangen, ge beurt bijna nooit. Mij verbaast al tijd de snelheid, waarmee dat gebeurt. Kieuwen als vinnen Zo traag als deze larven lopen, zwemmen ze ook, met slangachtige bewegingen van hun achterlijf, dat achteraan voorzien lijkt van staart vinnen. Die vinnen zullen inder daad bij het zwemmen wel nut heb ben, maar ze zijn er niet voor. Het zijn met een dicht netwerk van fijne luchtbuisjes gevulde kieuwen, waarmee ze voor hun ademhaling zuurstof uit het water opnemen. Nog een paar dagen later zag ik op waterplantestengels roze en bleek bruine dingetjes, die zich in een glas water ontpopten als zoetwa- terpoliepjes. Ontpoppen is bijna een goed woord, want net in het water gegooid zijn het dikke staaf jes, die zich als ze tot rust gekomen zijn strekken en zes lange tentakels in het water laten uitwaaieren. Het zijn precies zeeanemonen en net zulke vraatzuchtige roofdieren, die prooien eten soms nog groter dan zij zelf. Meestal zijn dat eenoog- kreeftjes of watervlooien, maar in de zomer richten ze slachtingen aan onder het piepjonge visbroed. Salamanders zag ik nog niet, even min als kikkers. Maar ik weet zeker dat die niet lang meer op zich zul len laten wachten. Als het weer in maart een tijdje zacht blijft, lang genoeg om ze in hun winterslaap- plaats ergens onder de grond op de oever te wekken, zijn ze er zo. En dan trekken ze zich er ook niets van aan als een nachtelijk vorstje eens een dun ijslaagje boven hun kop legt. Ih de zon is het overdag al warm, en ondiep water heeft dan snel een prettige temperatuur. Daar kun je ze dan verwachten, midden op de dag, de kleine water salamander en de bruine kikker, de eerste van de inheemse amfibieën 'die na de winter weer actief worden. Vandaag in deze kolom nogmaals aandacht voor het kampioenschap van de Sowjet-Unie. Opvallend is de zeer sterke come-back van Anatoli Gantwarg. die, na de dertiende plaats van vorig jaar. toch weer heeft laten zien zijn inzinking te boven te zijn. Ook de moeite waard zijn de partijen van de jongeren, zoals Le- tsjinski en Mitsjanski. Laatstge noemde heeft enige jaren geleden, samen met Gantwarg, het Suiker- toernooi op zijn naam geschreven, maar daarna is hij van het damfront verdwenen, nu is hij er weer. Zeer kenmerkend voor zijn speelwijze is onderstaande partij. Kenners zullen in zijn partijen grote paralellen ont dekken met het spel van wijlen An- dris Andreiko. Mitsjanski-Boezinski. 1.32-28 18-23; 2. 38-32 12-18; 3. 42-38 17-21 4. 31-26 11-17; bereidt de ruil 17-22 voor met tempi- verlles, hetgeen in het klassieke spel- genre waardevol is. 5.34-30 om op 20- 25 ongetwijfeld met 30-24 gemakke lijk spel te veroveren. 5 20-24; 6. 30-25 14-20; 7. 25x14 9x20; 8. 39-34 4-9; 9. 47-42 17-22; 10. 26x17 22x11; 11. 36-31 7- 12; 12. 44-39 11-17; 13.49-44 1-7; 14 41-36 7-11; 15 46-41 2-7; 16. 34-29 23x34; 17 40x29; bijna onmerkbaar heeft wit het initiatief naar zich toegetrokken. Na 18-23x23 zou zwart toch wel wat last hebben gekregen van zijn over volle lange vleugel en wat onderbe zette korte vleugel. Ook 20-25 xl4 ziet er niet zo aantrekkelijk uit Kortom wit heeft zwart een ontwik kelingsprobleem bezorgd, dat ook in het verdere spelverloop aanwezig zal zijn. 17... 17-22; 18. 28x17 12x21 19. 31-26; dwingt tot 7-12 x21. aangezien slaan naar 22 gelijk staat met een poging tot zelfmoord. In de partij gaat zwart echter wel merken, dat zijn korte vleugel verzwakt wordt; daar komt nog bij dat nu de poot 7. 12,18 niet meer te vormen is. 19; 7-12 20 26x17 12x21 21; 36-31 21-26 wat anders? 22 41-36 20-2S 23. 29x20 25x14. DAMMEN dergelijks remise en alleen de aller grootsten winnen vanuit de dia- gramstand. 24. 31-27 met als doel het verhinderen van het klaverblad 16. 21. 26 door zwart. 24 1 5-20; 25. 45-40 19-23 26. 40-34 14-19, 27. 33-28 Mitsjanski laat zich niet verleiden tot dubieuze omsingelingssystemen met 24-30, 39-34 en 33-29. Zijn voor deel zal zich juist het beste kunnen manifesteren in het klassieke spel- genre, waarin vooral de opstelling aan de korte vleugel van het aller grootste belang is. En dat daaraan juist bij zwart het een en ander ontbreekt is duidelijk. 27 20-24 28 39-33 10-14; 29 34-30 5-10; 30. 44-39 10-15; 31. 50-44; Boezinski heeft de problemen aan zijn lange vleugel, zo die er geweest zijn weten op te los sen. Het gebrek aan de andere kant van het bord is nu zonneklaar. Dat dit gebrek op een lager niveau niet verliezend is (meestal) weten we al lemaal. Daarom is deze partij dan ook een schoolvoorbeeld van hoe het wel moet! 318-12; 32. 37-31 26x37; 33. 42x31 14-20; 34. 30-25 11-17 35; 25x14 9x20 zie diagram; wil (14) Hoewel de diagramstand nu na 23 zetten duidelijk maakt dat wit groot voordeel heeft, is het een grote kunst om onopgemerkt zover te ko men. Een nog grotere kunst is het consolideren van dit voordeel tot in de beslissende fase van de partij, om dan met enige krachtzetten de punt jes op de i te zetten. Meestal eindi gen deze partijen in remise en be weert men naderhand dat het een gelijkwaardige remise betrof, terwijl in werkelijkheid een van beide spe lers een groot voordeel heeft gehad, en dit niet heeft uitgebuit. In 90 procent van de gevallen loopt iets Men is geneigd tot 31-26, met onge twijfeld enig voordeel. Dit witspeler heeft echter een ander acceptabel plan in 36. 27-22 18x27; 37. 31x11 6x17; Op 17x6 was ongetwijfeld 28-22 ge volgd, met kansen voor wit. 38. 36-31 17-21: 39 44-40 12-18; de beslissende fout? 40 31-27 20-25; 4140-34 21-26; 42. 28-22! Dit zal Boezinski niet ver wacht hebben; 3-8? Nu gaat het snel bergafwaarts. Ook slecht is 42 26-31 43. 27x36 18x27; 44. 32x21 16x27; 45. 48-42 13-18, gedwongen 46. 42-37 3-8; 47. 34-30 25x34 48. 39x30 (na 15-20 geeft 37-32 winstkansen, aangezien 8-13 en 23-28 xl6 verhin derd is door 30-25. Ook 8-13 wordt hier gevolgd door 37-32 met dezelfde problemen.) en het is niet te zien hoe zwart verder moet. Partijverloop: 43; 22-17 8-12 44; 17x8 13x2 45. 48-42; gaat dreigen met 42-37-31, gevolgd door 34-30; 45 2-8; 16. 42-37 8-13; 47; 33-28 24- 29 48; 34-30 25x34 49 39x30 29-33 50; 28x39 15-20; 51 39-33 20-24; 52 30-25 en zwart geeft het op. Een leerzame partij in het nog steeds frequent voorkomende klassieke genre, waar in Mitsjanski een veel beter spelin zicht heeft getoond dan zijn ook erg jonge tegenstander. Kenmerkend is dan ten slotte nog het wederzijdse tijdverbrulk. Voor Mitsjanski is dit 1.30 uur terwijl zijn tegenstander 2.03 uur heeft gebruikt. FRANK DROST dit was een lastige knaap. u heeft het gewild! En dan t wening en knersing der tanden inde oplossing: toniaal: 1. gedaan (AGENDA); 7. 'STEKEL); 11. kaarden (AR- >EN); 12. polder (DORPEL); 13 p (proost); 14. meeting (menig- K!! 15. karnen (RANKEN); 17. ket 7 JEKTEN); 18. kar (RAK); 20. iel I; 22. ben (BEN); 25. Pisa(PIAS); lat (AALT); 29. telen (LENTE); !r (REI); 31. holte (HOTEL); 32. (TRAS); 34. kots (KOST); 37. er (BRANIE); 38. inerte (INER- 39. none (NOEN); 42. keel IK); 44. eiser (RISEE); 45. aar (ARA); 46. engte (TEGEN); 47. teek (KEET); 48. keil (KLEI); 52. Ens (SEN); 53. sos (OSS); 55. kol (LOK); 59. branie (BRANIE); 62. nadoen (NANDOE); 63. onsterk (STRO KEN); 64. praten (NAPRET); 65. ste kel (SKELET); 66. groente (GROE TEN); 67. tenten (NETTEN); 68. Orient (TRONIE). Vertikaal: 1. danser (ANDERS); 2. ondier (EIROND); 3. vierde (DIE- VEftk 4. fiber (BRIEF); 5. manier (MARINE); 6. ernst (NERTS); 8. nes tor (TORSEN); 9. strook (KOORTS); 10. latten (LATENT); 16. pan (NAP); 17. Est (SET); 19. riek (KIER); 20. sisi (ISIS); 21. Karl (LARK); 22. bols (BLOS); 23. sierden (DEERNIS); 24. tengels (STENGEL); 27. onteren (NOTEREN); 28. bietser (BESTIER); 32. ten (TEN); 33. era (ARE); 35. Oer (ORE); 36. kit (TIK): 40. poen (OPEN); 41. nota (NATO); 42. klas (LAKS); 43. leed (EDEL): 47. eek (KEE); 49. N.O.I. (ION); 50. boenen (OBENEN); 51. parket (KARPET); 52. sieren (SIRENE); 54. verlos(SLO- VER); 56. kraken (KANKER); 57. na deel (ADELEN); 58. netjes (NES TJE); 60 trees (8TERE); 61. deern (REDEN). SCHAKEN Lc8-b7 4. LfSxf6 «7x16 5. (2-«3! DdS- «7!! (Zie diagram II) Hier en daar kan iets anders worden .ingevuld, bij voorbeeld vert. 60 enpuzzel rkwijze is als volgt: In de lege es kunnen cijfers onder de tien len ingevuld, die met elkaar ver- Igvuldigd, als produkt het getal itvo n. dat voor de horizontale en n.i kale vakjes is vermeld. Bij ge- 1, gescheiden door een streep, het bovenste voor de horizon- en het onderste voor de vertika- ikjes. ssing per briefkaart t/m woens- un .s. zenden naar: Trouw/Kwartet, bus 859, Amsterdam. Linksboven iden: Weekendpuzzel ssing vorige puzzel l.pilo, 5. leem. 9. toets, moer, 16. elan. 18. Anei, 19. gal- 21 snek, 22. Oré. 23. em. nig, 26. e.k. 27. mier. 29. deren, id ink. 32. ore. 34. rel. 35. tere, pena, 39. tirade. 41. pi. 42. Ede, 45. Epe. 46. ere. 47. re, 48. nei- 50. ratel, 52. poes, 53. ene, 1 56. goor. 57 trede. 60 geer, 62 Nero. 64. Se 65. end. t. 68 nippel. 70. reep. s, 74. serre. 75. atlas. 76. aria. 1. pages. 2. imam. 3 lol. 4 oele. 7. els, 8. manen, 10. o.a. 11. en- 12. Terek, 13. sier. 15. rond, ek. 20 nier. 25. gretig. 27. mare, 30. Eli, 31. reder. 32. orde, n, 35. tap. 36. hiel. 37. aera, leer, 40. rennen. 41. pret. 44. eis. er. 48. Noor. 49. eer. 51. as. Jkedel. 54. eden. 56. genet, tra. 58 Eris. 59 belet. 60 Gera, lea. 63. open. 64. sero, 67. ter, ro. 71. pa. 73. si. H -v •- De prijswinnaars zijn: de heer Th. J. Elshof. Holterweg 125, 7001 EK Doe- tinchem; de heer H. Reiling, Hesse- linkstraat 11, Hardenberg; de heer E. H. Edens, Batelaar 68, 8265 CX Kampen. „eters" i.p.v. stère, vert 61 „nede" i.p.v. reden, enz. Een cijferadept gaf een 1 als waarde ring, mar vele letter-puzzel-vragers gaven een 10. Het is nooit goed. De heer H. den Boer Sr (57) te 's-Graven- zande noemt het „een juweel"; de heer E. ten Hoeve (208) smeekt: „als tublieft nooit meer!" Maar er zijn •heel wat nieuwelingen onder de op lossers! Het waarderingscijfer is ge middeld 7,66; verkregen uit: 4(1,9%), 5(2,1%), 6(10.2%). 7:26,1%), 8(37,9%), 9(14.7%), 10(7,0%). De gegeven „1" is niet in tiende procenten uit te druk ken mar telde wèl mee ter bereke ning van het gemiddelde. De ladder staat boven 220 punten, met als prijswinnaars: 1) W. Klein Kranenberg, Krophollerstraat 5, Son (9e keer); 2) J. Kooyman, van Rees laan 14, Jutphaas (13e keer); 3) Drs. G. J. Kottier. Kerkdijk 149, West broek (9e keer); 4) Mevr. W. Metz- Scheepstra, Krimkade 63, Voorscho ten (3e keer). Oplossingen „Van nog meer wat" 1. De kortste weg (van H. J. M. Lom- baers). In de figuur ziet men dat de kortste weg 28 eenheden telt. Indien de weg doorlopend is (begin- en eind punt met 3 lengten aan elkaar) is de weg 31 eenheden lang. 2. De wentelende teerling (van H. Vreede). a) chtereenvolgende quo tiënten leveren drie gehele getallen: 9(532641). 8(564231) of 513246) en 7(531264). De grootste uitkomst is 10»/.> (542361) en de kleinste 3 (123546) 3. Het dobbelende echtpaar (van A. Eendebak). Ten tijde van het maken van de opgave waren de heer en mevrouw E. 66 en 68 jaar (wordt vervolgd) MR G. VAN VORDEN Met enige schroom in het hart heb ik de afgelopen week Gert Ligterink opgebeld om de partij op te vragen, die hij in de bondscompetitie van Euwe had verloren. De telefoon werd onmiddellijk opgenomen, want Lig terink was al van verschillende kan ten benaderd met de vraag hoe de 76-jarige oud-wereldkampioen nou dit weer voor elkaar had gekregen. Op een enigszins berustende toon las Ligterink mij de zetten van de partij voor. Wit: Euwe Zwart: Ligterink 1. d2-d4 Pg8-f6 2. c2-c4 g7-g6 3. g2-g3 Lf8-g7 4. Lfl-g2 0-0 5. e2-e4 d7-d6 6. Pgl-e2 c7-c5 7. 0-0 Pb8-c6 8. d4-d5 Pc6-a5 9. Pbl-a3 (Al een moeizame handgreep om pion c4 te dekken) 9. a7-a6 10. Lcl-d2 b7-b5! (Een pio- noffer dat vrijwel gedwongen, maar ook zeer sterk is) 11. c4xbs a6xb5 12. Pa3xb5 Dd8-b6 13. Pe2-c3 Lc8-d7 14. a2-a4 Pf6-g4 15. Tal-bl c5-c4 (Er is een soort Benkö-gambiet ontstaan in een voor zwart lang niet ongunsti ge vorm) 16. Ddl-e2 Pa5-h3 17. Ld2-g5 f7-f6 18. Lg5-f4 Pg4-e5 19. Lf4-e3 (Op 19. Le5x fe5x 20. Dc4x volgt natuur lijk Pd2) 19. Db6-b7 20. f2-f4 Ld7-g4 21. De2-c2 Pe5-d3 (De zwarte paarden hebben de witte stelling in een vaste greep, maar niettemin speelde Euwe hier met zijn pion meer op winst. De zet die Euwe nu speelt is echter a- positioneel en geeft zwart goede winstkansen. Na 22. h3 zou er een wankel evenwicht zijn ontstaan.) 22. Lg2-f3? Lg4xf3 23. Tflxf3 f6-f5! (Brengt alle zwarte stukken tot le ven) 24. e4xf5 TtSxtS 25. Kgl-g2 (Met zijn laatste zet is Euwe vrijwil lig met zijn koning in de diagonaal hl-a8 gaan staan. Zeer sterk, mis schien winnend zou nu het kwaliteitsoffer 25.Td5x! zijn. Bij voorbeeld: 26. Pd5x Dd5x 27. Pc7? De4! en zwart wint) 2S.Kg8-h8? (Met deze zet die niets presteert, vergooit zwart al zijn voordeel. Van af nu speelt Euwe de partij werkelijk vlekkeloos) 26. Tbl-dl Pd3-b4? (Waar schijnlijk de beslissende fout Met 26.Pbc5 had zwart zich volgens Ligterink nog staande kunnen hou den) 27. Dc2-e4! (Deze simpele zet had Ligterink bij zijn berekeningen geheel overzien; hij had alleen naar het minder sterke De2 gekeken) 27. Pb3-a5 (Een droevige zet. De beide zwarte paarden die eerst zulke mooie velden hadden, zijn geheel verdwaald) 28. Le3-d4 Lg7xd4 29. Pb5xd4 Tf5-f6 30. Tf3-e3 Ta8-e8 31. Tdl-d2 Pb4-d3 32. Pd4-b5 Pd3-c5 33. De4-d4 Te8-f8 34. Td2-e2 Pc5-b3 35. Dd4-a7! (Jn het eindspel heeft zwart geen enkele kans meer) 35. Db7xat 36. Pb5xa7 Pb3-d4 37. Te2-d2 Pa5-b3 38. Td2-dl g6-g5 (Hiermee is het in troebel water vissen begon nen, maar Euwe speelt dit gedeelte op grootmeesterniveau waarom ook niet, hij is per slot wereldkampi oen geweest) 39. Te3-«4! gSxf4 (Er is niet anders meer: 39.Pc2 40. Te2 en fg5x) 40. Te4xd4 Pb3xd4 41. Tdlxd4 I4xg3 42. Pc3-e4! Tf6-f5 43. h2xg3 TfH- »8 44. Pa7-c6 Ta8xa4 45. Pc6xe7 TfS-f7 46. Pe7-c8 Ta4-b4 en hier ging Ligte rink door zijn vlag. Hij stond echter al totaal verloren. Na eenvoudig 47. Td2 was d6 niet meer te dekken geweest. Een partij waar Euwe zeer trots op kan zijn, en waarvoor Ligte rink zich zeker niet behoeft te schamen. Aangezien het bulletin van het grote Joegoslavische toernooi nog niet in Nederland is aangekomen, kan ik u de partij die Timman van wereld kampioen Karpof heeft gewonnen, nog niet laten zien. Daarom twee fragmenten uit de partij Kortsnoj - Stean, gespeeld in Ber-sheba. Kort- snoj won daar weer eens met een monsterscore: 12 uit 13. Zijn eigen secondant gunde hij zelfs geen half punt. Kortsnoj moet in een uitbun dige humeur hebben verkeerd. Zie eerst hoe frivool hij de opening aan pakt en vervolgens hoe hij Stean een vrijwel gelijkstaand eindspel wist af te nemen. Wit: Stean Zwart: Kortsnoj 1. Pgl-n Pg8-f6 2. d2-d4 b7-b6 3. Lcl-fS (Met dit curieuze zetje wint zwart een pion. Er dreigt 6 Lf3 en op 7. Pbd2 volgt dezelfde zet als in de partij) 6. Lfl-g2 De7-b4!t 7. Pbl-d2 Dbtxb2 8. 0-0 Db2-a3 9. Pd2-c4 Da3-a4 10. Ddl-d3 Pb8-«6! 11. Dd3-e3t Lf8-e7 12. e2-c3 d7-d5 (Vooral niet 12.... Dc4x wegens 13. Pd2). 13. Pc4-b2 Da4-d7 14. a2-a4 0-0 en Kortsnoj had een echte pion meer. Niettemin wist Stean hem voortdurend bezig te houden en op de 50e zet leek het zelfs remise te worden. (Zie diagram IH) Als wit passief blijft ls het niet zien hoe Kortsnoj had kunnen winnen Stean's 50e zet is een onvoordelige ruil en dan slaat Kortsnoj zeer hard toe. 50. e4-e5? f6xe5 (de dubbelplon is opgeruimd) 51. Pd3xeS f7-f0 52. Pe5- d3 Pe7<6 S3. Ke3-«4 Tc8-d8 54. C2-I4 Td8-d4t 55 Ke4-e3 Td4-«4 56. h2-h3 Kf8-c7 57. f4x(5 fOxfS 58. Pd3-f2 Ta4- •3t 59. Ke3-e4 ii-*4 60. Tcl-<2 .7 .5 61. Tc2-e2 Ke7-f6 en wit gaf het op. MAX PAM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 13