ijverleven in maart
V.1.
etterkeer-Kruiswoord
Opgedoken Mitsjanski
laat zich weer gelden
Hoe de 76-jarige Euwe
Ligterink versloeg
Week
end
Innzzel
p
8820
H
?I60
0
630
8
'?688
iiH
252
'1
1600
64
SS
o o
O
oo
64
7
63
28
4
Ut
/792
M
m
m
mm
mmmam
l°.v
\l
et piekeren maar puzzelen (Oplossingen Opgave Nr. 612)
192
i
a
ab
i
IÏB
[aBaBaL
BH
n
B
m
""B
B
BA
m
A|
a
B
n
B
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
13
jocn op 22 februari de dooi inviel, is het toch nog heel plotseling voorjaar geworden. Op die dag
ras het ijs in de vijver wel een decimeter dik. Boven de waterlelie had ik een wak
ipengehouden, want als de groeipunten bevriezen, is het met die waterplant gedaan. Nu zit de
j raterlelie wel op een zestig centimeter onder de waterspiegel, maar de groeipunten steken
mhoog, en je weet ten slotte nooitVan de goudvissen was tijdens de vorst niets te zien.
Di jaar de goudwinde, die eigenlijk een voorn en geen karper is en zelfs bij erg koud winterweer
y jet in verstarring in de modderbodem verblijft, was voortdurend in het wak te zien. Gelukkig
Veft geen enkele hongerige reiger hem in het oog gekregen.
'-«jerbazlngwekkend snel verdween
et ijs. Nog geen drie dagen later
,Jas er alleen nog iets van te zien in
dichte pol pluimzegge bij de
fver. En frisgroen eronder'uit ge-
-tomen waren waterranonkel en
1aterviolier. zo dicht onder de wa-
i rspiegel dat ze totaal ingevroren
weest moeten zijn. De goudvis-
in waren weer ontdekt en over de
xiem scharrelden in de avond
de pn paar geelgerande waterroofke-
eeo prs rond.
achtdieren
T-sL
et is heel boeiend waterdieren in
n vijver bij hun doen en laten
g jade te slaan. Dat is heel anders
In in een aquarium, dat nu een
aal toch een beetje netjes moet
n en door de mens voortdurend
[oajp orde wordt gehouden. Boven
in heb je met meer natuurlijke
aten te maken. Om geen last van
spiegeling te hebben én omdat
»el waterdieren juist in de nacht
Pt actiefst zijn, observeer ik met
n sterke lamp. Dan zie je de wa-
oofkevers, wel drie centimeter
ïeJnge glanzend groene kevers met
n smalle gele rand om hun hele
f, rustig over de modder scharre-
en er vaak in wegduiken. Dan
ze een tijdje onzichtbaar, maar
soms zie je de modder een beetje
bewegen waar ze bezig zijn. Naar
wat ze daar doen, kan ik alleen
maar gissen. Waarschijnlijk jagen
ze op modderbewoners, zoals de
heel talrijke waterpissebedden. Die
trage platte kreeftjes krijg je dade
lijk te zien als je een beetje modder
uit de vijver opschept, Ze moeten
een makkelijke prooi zijn voor de
wendbare torren. Zelf leven ze van
rottende plantedelen, bij voorkeur
in het water gewaaid en gezonken
boomblad, waarvan ze zelfs de ner
ven opeten. Uiterst nuttige dieren
dus in de biologische huishouding
van de vijver.
Waterpissebedden lijken op land-
pissebedden, al hebben ze veel lan
gere poten en aan hun achtereind
twee gevorkte uitsteeksels, het ver
vormde laatste potenpaar. Ze kun
nen zich niet oprollen, zoals land-
pissebedden doen.
Rugzwemmers
Dieren die al voor de februarivorst
te zien waren en ook al weer een
paar dagen na de dooi aan de wa
terspiegel hingen, zijn de boots
mannetjes. Net als de kevers zijn
het waterinsekten, die al zwem
mende hun voorraadje lucht onder
water meenemen en dat af en toe
aan de oppervlakte komen verver
sen. Bootsmannetjes horen met de
bekende schaatsenrijders en vij
verlopers die ik nog niet gezien
heb na de winter tot de water
wantsen. Je herkent het bootsman
netje dadelijk aan zijn bootvormi-
ge lijf: langwerpig, bol op de rug en
vlak op de buik. En omdat hij on
dersteboven zwemt en daar twee
Een waterpissebed, van onderen gezien.
heel lange roeipoten voor gebruikt,
is het net een roeier.
Vaak hangen die ruggezwemmers
bewegingsloos aan de waterspiegel.
Dat doen ze niet alleen om lucht op
te nemen, maar ook om er te loeren
op in het water vallende insektjes.
Ontdekken ze zon ongelukkig
dier, dan roeien ze er heel snel heen,
pakken het met hun voorste poten
en doorboren het met hun priem-
vormige monddelen. Dat steek- en
zuigapparaat is zo vinnig dat het
met gemak in de huid van een
volwassen mens doordringt, wat je
als een bijzonder pijnlijke prik
ervaart.
Algenmantel
aag sluipt een waterjufferlarf rond op een stukje hoornblad.
Twaalf dagen na het invallen van
de dooi bleek de algengroei zich
geweldig te hebben uitgebreid. De
steile kanten van de vijver droegen
een dichte mantel van drie centi
meter lange groene draadalgen,
waar een groot aantal posthoren-
slakken in rondkroop, om ervan te
eten neem ik aan, maar er was geen
bres in de groene muur te ontdek
ken. Schijnbaar doodstil, met al
leen bewegende borstvinnetjes,
stonden tiendoornlge stekelbaars
jes vlak bij de begroeiing, soms
plotseling uitschietend en happend
naar een klein diertje.
Op de eerste groen wordende win-
terknoppen van het hoornblad kro
pen heel langzaam sluipend olijf
groene waterjufferlarven rond. Met
een onder de kop samengevouwen
onderkaak, die ver kan worden uit
gestoken en vooraan vooizien is
van een voor de prooi dodelijke
tang, grijpen ze eigenlijk alle niet
te groot gedierte dat in hun buurt
komt. Het gaat een beetje zoals een
kameleon een vlieg vangt, en ook
hun manier van sluipen doet daar
aan denken. Maar dat je een water
jufferlarf een prooi ziet vangen, ge
beurt bijna nooit. Mij verbaast al
tijd de snelheid, waarmee dat
gebeurt.
Kieuwen als vinnen
Zo traag als deze larven lopen,
zwemmen ze ook, met slangachtige
bewegingen van hun achterlijf, dat
achteraan voorzien lijkt van staart
vinnen. Die vinnen zullen inder
daad bij het zwemmen wel nut heb
ben, maar ze zijn er niet voor. Het
zijn met een dicht netwerk van
fijne luchtbuisjes gevulde kieuwen,
waarmee ze voor hun ademhaling
zuurstof uit het water opnemen.
Nog een paar dagen later zag ik op
waterplantestengels roze en bleek
bruine dingetjes, die zich in een
glas water ontpopten als zoetwa-
terpoliepjes. Ontpoppen is bijna
een goed woord, want net in het
water gegooid zijn het dikke staaf
jes, die zich als ze tot rust gekomen
zijn strekken en zes lange tentakels
in het water laten uitwaaieren. Het
zijn precies zeeanemonen en net
zulke vraatzuchtige roofdieren, die
prooien eten soms nog groter dan
zij zelf. Meestal zijn dat eenoog-
kreeftjes of watervlooien, maar in
de zomer richten ze slachtingen
aan onder het piepjonge visbroed.
Salamanders zag ik nog niet, even
min als kikkers. Maar ik weet zeker
dat die niet lang meer op zich zul
len laten wachten. Als het weer in
maart een tijdje zacht blijft, lang
genoeg om ze in hun winterslaap-
plaats ergens onder de grond op de
oever te wekken, zijn ze er zo. En
dan trekken ze zich er ook niets van
aan als een nachtelijk vorstje eens
een dun ijslaagje boven hun kop
legt. Ih de zon is het overdag al
warm, en ondiep water heeft dan
snel een prettige temperatuur.
Daar kun je ze dan verwachten,
midden op de dag, de kleine water
salamander en de bruine kikker, de
eerste van de inheemse amfibieën
'die na de winter weer actief
worden.
Vandaag in deze kolom nogmaals
aandacht voor het kampioenschap
van de Sowjet-Unie. Opvallend is de
zeer sterke come-back van Anatoli
Gantwarg. die, na de dertiende
plaats van vorig jaar. toch weer heeft
laten zien zijn inzinking te boven te
zijn. Ook de moeite waard zijn de
partijen van de jongeren, zoals Le-
tsjinski en Mitsjanski. Laatstge
noemde heeft enige jaren geleden,
samen met Gantwarg, het Suiker-
toernooi op zijn naam geschreven,
maar daarna is hij van het damfront
verdwenen, nu is hij er weer. Zeer
kenmerkend voor zijn speelwijze is
onderstaande partij. Kenners zullen
in zijn partijen grote paralellen ont
dekken met het spel van wijlen An-
dris Andreiko.
Mitsjanski-Boezinski. 1.32-28 18-23; 2.
38-32 12-18; 3. 42-38 17-21 4. 31-26 11-17;
bereidt de ruil 17-22 voor met tempi-
verlles, hetgeen in het klassieke spel-
genre waardevol is. 5.34-30 om op 20-
25 ongetwijfeld met 30-24 gemakke
lijk spel te veroveren. 5 20-24; 6.
30-25 14-20; 7. 25x14 9x20; 8. 39-34 4-9; 9.
47-42 17-22; 10. 26x17 22x11; 11. 36-31 7-
12; 12. 44-39 11-17; 13.49-44 1-7; 14 41-36
7-11; 15 46-41 2-7; 16. 34-29 23x34; 17
40x29; bijna onmerkbaar heeft wit
het initiatief naar zich toegetrokken.
Na 18-23x23 zou zwart toch wel wat
last hebben gekregen van zijn over
volle lange vleugel en wat onderbe
zette korte vleugel. Ook 20-25 xl4
ziet er niet zo aantrekkelijk uit
Kortom wit heeft zwart een ontwik
kelingsprobleem bezorgd, dat ook in
het verdere spelverloop aanwezig zal
zijn. 17... 17-22; 18. 28x17 12x21 19.
31-26; dwingt tot 7-12 x21. aangezien
slaan naar 22 gelijk staat met een
poging tot zelfmoord. In de partij
gaat zwart echter wel merken, dat
zijn korte vleugel verzwakt wordt;
daar komt nog bij dat nu de poot 7.
12,18 niet meer te vormen is. 19;
7-12 20 26x17 12x21 21; 36-31 21-26 wat
anders? 22 41-36 20-2S 23. 29x20 25x14.
DAMMEN
dergelijks remise en alleen de aller
grootsten winnen vanuit de dia-
gramstand. 24. 31-27 met als doel het
verhinderen van het klaverblad 16.
21. 26 door zwart. 24 1 5-20; 25.
45-40 19-23 26. 40-34 14-19, 27. 33-28
Mitsjanski laat zich niet verleiden
tot dubieuze omsingelingssystemen
met 24-30, 39-34 en 33-29. Zijn voor
deel zal zich juist het beste kunnen
manifesteren in het klassieke spel-
genre, waarin vooral de opstelling
aan de korte vleugel van het aller
grootste belang is. En dat daaraan
juist bij zwart het een en ander
ontbreekt is duidelijk. 27 20-24
28 39-33 10-14; 29 34-30 5-10; 30. 44-39
10-15; 31. 50-44; Boezinski heeft de
problemen aan zijn lange vleugel, zo
die er geweest zijn weten op te los
sen. Het gebrek aan de andere kant
van het bord is nu zonneklaar. Dat
dit gebrek op een lager niveau niet
verliezend is (meestal) weten we al
lemaal. Daarom is deze partij dan
ook een schoolvoorbeeld van hoe
het wel moet! 318-12; 32. 37-31
26x37; 33. 42x31 14-20; 34. 30-25 11-17
35; 25x14 9x20 zie diagram;
wil (14)
Hoewel de diagramstand nu na 23
zetten duidelijk maakt dat wit groot
voordeel heeft, is het een grote
kunst om onopgemerkt zover te ko
men. Een nog grotere kunst is het
consolideren van dit voordeel tot in
de beslissende fase van de partij, om
dan met enige krachtzetten de punt
jes op de i te zetten. Meestal eindi
gen deze partijen in remise en be
weert men naderhand dat het een
gelijkwaardige remise betrof, terwijl
in werkelijkheid een van beide spe
lers een groot voordeel heeft gehad,
en dit niet heeft uitgebuit. In 90
procent van de gevallen loopt iets
Men is geneigd tot 31-26, met onge
twijfeld enig voordeel. Dit witspeler
heeft echter een ander acceptabel
plan in 36. 27-22 18x27; 37. 31x11 6x17;
Op 17x6 was ongetwijfeld 28-22 ge
volgd, met kansen voor wit. 38. 36-31
17-21: 39 44-40 12-18; de beslissende
fout? 40 31-27 20-25; 4140-34 21-26; 42.
28-22! Dit zal Boezinski niet ver
wacht hebben; 3-8? Nu gaat het snel
bergafwaarts. Ook slecht is 42
26-31 43. 27x36 18x27; 44. 32x21
16x27; 45. 48-42 13-18, gedwongen 46.
42-37 3-8; 47. 34-30 25x34 48. 39x30
(na 15-20 geeft 37-32 winstkansen,
aangezien 8-13 en 23-28 xl6 verhin
derd is door 30-25. Ook 8-13 wordt
hier gevolgd door 37-32 met dezelfde
problemen.) en het is niet te zien hoe
zwart verder moet.
Partijverloop: 43; 22-17 8-12 44;
17x8 13x2 45. 48-42; gaat dreigen met
42-37-31, gevolgd door 34-30;
45 2-8; 16. 42-37 8-13; 47; 33-28 24-
29 48; 34-30 25x34 49 39x30 29-33 50;
28x39 15-20; 51 39-33 20-24; 52 30-25 en
zwart geeft het op. Een leerzame
partij in het nog steeds frequent
voorkomende klassieke genre, waar
in Mitsjanski een veel beter spelin
zicht heeft getoond dan zijn ook erg
jonge tegenstander. Kenmerkend is
dan ten slotte nog het wederzijdse
tijdverbrulk. Voor Mitsjanski is dit
1.30 uur terwijl zijn tegenstander
2.03 uur heeft gebruikt.
FRANK DROST
dit was een lastige knaap.
u heeft het gewild! En dan
t wening en knersing der tanden
inde oplossing:
toniaal: 1. gedaan (AGENDA); 7.
'STEKEL); 11. kaarden (AR-
>EN); 12. polder (DORPEL); 13
p (proost); 14. meeting (menig-
K!! 15. karnen (RANKEN); 17. ket
7 JEKTEN); 18. kar (RAK); 20. iel
I; 22. ben (BEN); 25. Pisa(PIAS);
lat (AALT); 29. telen (LENTE);
!r (REI); 31. holte (HOTEL); 32.
(TRAS); 34. kots (KOST); 37.
er (BRANIE); 38. inerte (INER-
39. none (NOEN); 42. keel
IK); 44. eiser (RISEE); 45. aar
(ARA); 46. engte (TEGEN); 47. teek
(KEET); 48. keil (KLEI); 52. Ens
(SEN); 53. sos (OSS); 55. kol (LOK);
59. branie (BRANIE); 62. nadoen
(NANDOE); 63. onsterk (STRO
KEN); 64. praten (NAPRET); 65. ste
kel (SKELET); 66. groente (GROE
TEN); 67. tenten (NETTEN); 68.
Orient (TRONIE).
Vertikaal: 1. danser (ANDERS); 2.
ondier (EIROND); 3. vierde (DIE-
VEftk 4. fiber (BRIEF); 5. manier
(MARINE); 6. ernst (NERTS); 8. nes
tor (TORSEN); 9. strook (KOORTS);
10. latten (LATENT); 16. pan (NAP);
17. Est (SET); 19. riek (KIER); 20. sisi
(ISIS); 21. Karl (LARK); 22. bols
(BLOS); 23. sierden (DEERNIS); 24.
tengels (STENGEL); 27. onteren
(NOTEREN); 28. bietser (BESTIER);
32. ten (TEN); 33. era (ARE); 35. Oer
(ORE); 36. kit (TIK): 40. poen
(OPEN); 41. nota (NATO); 42. klas
(LAKS); 43. leed (EDEL): 47. eek
(KEE); 49. N.O.I. (ION); 50. boenen
(OBENEN); 51. parket (KARPET);
52. sieren (SIRENE); 54. verlos(SLO-
VER); 56. kraken (KANKER); 57. na
deel (ADELEN); 58. netjes (NES
TJE); 60 trees (8TERE); 61. deern
(REDEN).
SCHAKEN
Lc8-b7 4. LfSxf6 «7x16 5. (2-«3! DdS-
«7!! (Zie diagram II)
Hier en daar kan iets anders worden
.ingevuld, bij voorbeeld vert. 60
enpuzzel
rkwijze is als volgt: In de lege
es kunnen cijfers onder de tien
len ingevuld, die met elkaar ver-
Igvuldigd, als produkt het getal
itvo n. dat voor de horizontale en
n.i kale vakjes is vermeld. Bij ge-
1, gescheiden door een streep,
het bovenste voor de horizon-
en het onderste voor de vertika-
ikjes.
ssing per briefkaart t/m woens-
un .s. zenden naar: Trouw/Kwartet,
bus 859, Amsterdam. Linksboven
iden: Weekendpuzzel
ssing vorige puzzel
l.pilo, 5. leem. 9. toets,
moer, 16. elan. 18. Anei, 19. gal-
21 snek, 22. Oré. 23. em.
nig, 26. e.k. 27. mier. 29. deren,
id ink. 32. ore. 34. rel. 35. tere,
pena, 39. tirade. 41. pi. 42. Ede,
45. Epe. 46. ere. 47. re, 48. nei-
50. ratel, 52. poes, 53. ene,
1 56. goor. 57 trede. 60 geer,
62 Nero. 64. Se 65. end.
t. 68 nippel. 70. reep.
s, 74. serre. 75. atlas. 76. aria.
1. pages. 2. imam. 3 lol. 4 oele.
7. els, 8. manen, 10. o.a. 11. en-
12. Terek, 13. sier. 15. rond,
ek. 20 nier. 25. gretig. 27. mare,
30. Eli, 31. reder. 32. orde,
n, 35. tap. 36. hiel. 37. aera,
leer, 40. rennen. 41. pret. 44. eis.
er. 48. Noor. 49. eer. 51. as.
Jkedel. 54. eden. 56. genet,
tra. 58 Eris. 59 belet. 60 Gera,
lea. 63. open. 64. sero, 67. ter,
ro. 71. pa. 73. si.
H
-v •-
De prijswinnaars zijn: de heer Th. J.
Elshof. Holterweg 125, 7001 EK Doe-
tinchem; de heer H. Reiling, Hesse-
linkstraat 11, Hardenberg; de heer E.
H. Edens, Batelaar 68, 8265 CX
Kampen.
„eters" i.p.v. stère, vert 61 „nede"
i.p.v. reden, enz.
Een cijferadept gaf een 1 als waarde
ring, mar vele letter-puzzel-vragers
gaven een 10. Het is nooit goed. De
heer H. den Boer Sr (57) te 's-Graven-
zande noemt het „een juweel"; de
heer E. ten Hoeve (208) smeekt: „als
tublieft nooit meer!" Maar er zijn
•heel wat nieuwelingen onder de op
lossers! Het waarderingscijfer is ge
middeld 7,66; verkregen uit: 4(1,9%),
5(2,1%), 6(10.2%). 7:26,1%), 8(37,9%),
9(14.7%), 10(7,0%). De gegeven „1" is
niet in tiende procenten uit te druk
ken mar telde wèl mee ter bereke
ning van het gemiddelde.
De ladder staat boven 220 punten,
met als prijswinnaars: 1) W. Klein
Kranenberg, Krophollerstraat 5, Son
(9e keer); 2) J. Kooyman, van Rees
laan 14, Jutphaas (13e keer); 3) Drs.
G. J. Kottier. Kerkdijk 149, West
broek (9e keer); 4) Mevr. W. Metz-
Scheepstra, Krimkade 63, Voorscho
ten (3e keer).
Oplossingen „Van nog meer wat"
1. De kortste weg (van H. J. M. Lom-
baers). In de figuur ziet men dat de
kortste weg 28 eenheden telt. Indien
de weg doorlopend is (begin- en eind
punt met 3 lengten aan elkaar) is de
weg 31 eenheden lang.
2. De wentelende teerling (van H.
Vreede). a) chtereenvolgende quo
tiënten leveren drie gehele getallen:
9(532641). 8(564231) of 513246) en
7(531264). De grootste uitkomst is
10»/.> (542361) en de kleinste 3
(123546)
3. Het dobbelende echtpaar (van A.
Eendebak). Ten tijde van het maken
van de opgave waren de heer en
mevrouw E. 66 en 68 jaar
(wordt vervolgd)
MR G. VAN VORDEN
Met enige schroom in het hart heb ik
de afgelopen week Gert Ligterink
opgebeld om de partij op te vragen,
die hij in de bondscompetitie van
Euwe had verloren. De telefoon werd
onmiddellijk opgenomen, want Lig
terink was al van verschillende kan
ten benaderd met de vraag hoe de
76-jarige oud-wereldkampioen nou
dit weer voor elkaar had gekregen.
Op een enigszins berustende toon las
Ligterink mij de zetten van de partij
voor.
Wit: Euwe Zwart: Ligterink
1. d2-d4 Pg8-f6 2. c2-c4 g7-g6 3. g2-g3
Lf8-g7 4. Lfl-g2 0-0 5. e2-e4 d7-d6
6. Pgl-e2 c7-c5 7. 0-0 Pb8-c6 8. d4-d5
Pc6-a5 9. Pbl-a3 (Al een moeizame
handgreep om pion c4 te dekken)
9. a7-a6 10. Lcl-d2 b7-b5! (Een pio-
noffer dat vrijwel gedwongen, maar
ook zeer sterk is) 11. c4xbs a6xb5
12. Pa3xb5 Dd8-b6 13. Pe2-c3 Lc8-d7
14. a2-a4 Pf6-g4 15. Tal-bl c5-c4 (Er is
een soort Benkö-gambiet ontstaan
in een voor zwart lang niet ongunsti
ge vorm) 16. Ddl-e2 Pa5-h3 17. Ld2-g5
f7-f6 18. Lg5-f4 Pg4-e5 19. Lf4-e3 (Op
19. Le5x fe5x 20. Dc4x volgt natuur
lijk Pd2) 19. Db6-b7 20. f2-f4 Ld7-g4
21. De2-c2 Pe5-d3 (De zwarte paarden
hebben de witte stelling in een vaste
greep, maar niettemin speelde Euwe
hier met zijn pion meer op winst. De
zet die Euwe nu speelt is echter a-
positioneel en geeft zwart goede
winstkansen. Na 22. h3 zou er een
wankel evenwicht zijn ontstaan.)
22. Lg2-f3? Lg4xf3 23. Tflxf3 f6-f5!
(Brengt alle zwarte stukken tot le
ven) 24. e4xf5 TtSxtS 25. Kgl-g2
(Met zijn laatste zet is Euwe vrijwil
lig met zijn koning in de diagonaal
hl-a8 gaan staan. Zeer sterk, mis
schien winnend zou nu het
kwaliteitsoffer 25.Td5x! zijn. Bij
voorbeeld: 26. Pd5x Dd5x 27. Pc7?
De4! en zwart wint) 2S.Kg8-h8?
(Met deze zet die niets presteert,
vergooit zwart al zijn voordeel. Van
af nu speelt Euwe de partij werkelijk
vlekkeloos) 26. Tbl-dl Pd3-b4? (Waar
schijnlijk de beslissende fout Met
26.Pbc5 had zwart zich volgens
Ligterink nog staande kunnen hou
den) 27. Dc2-e4! (Deze simpele zet
had Ligterink bij zijn berekeningen
geheel overzien; hij had alleen naar
het minder sterke De2 gekeken)
27. Pb3-a5 (Een droevige zet. De
beide zwarte paarden die eerst zulke
mooie velden hadden, zijn geheel
verdwaald) 28. Le3-d4 Lg7xd4
29. Pb5xd4 Tf5-f6 30. Tf3-e3 Ta8-e8
31. Tdl-d2 Pb4-d3 32. Pd4-b5 Pd3-c5
33. De4-d4 Te8-f8 34. Td2-e2 Pc5-b3
35. Dd4-a7! (Jn het eindspel heeft
zwart geen enkele kans meer) 35.
Db7xat 36. Pb5xa7 Pb3-d4 37. Te2-d2
Pa5-b3 38. Td2-dl g6-g5 (Hiermee is
het in troebel water vissen begon
nen, maar Euwe speelt dit gedeelte
op grootmeesterniveau waarom
ook niet, hij is per slot wereldkampi
oen geweest) 39. Te3-«4! gSxf4 (Er is
niet anders meer: 39.Pc2 40. Te2
en fg5x) 40. Te4xd4 Pb3xd4 41. Tdlxd4
I4xg3 42. Pc3-e4! Tf6-f5 43. h2xg3 TfH-
»8 44. Pa7-c6 Ta8xa4 45. Pc6xe7 TfS-f7
46. Pe7-c8 Ta4-b4 en hier ging Ligte
rink door zijn vlag. Hij stond echter
al totaal verloren. Na eenvoudig
47. Td2 was d6 niet meer te dekken
geweest. Een partij waar Euwe zeer
trots op kan zijn, en waarvoor Ligte
rink zich zeker niet behoeft te
schamen.
Aangezien het bulletin van het grote
Joegoslavische toernooi nog niet in
Nederland is aangekomen, kan ik u
de partij die Timman van wereld
kampioen Karpof heeft gewonnen,
nog niet laten zien. Daarom twee
fragmenten uit de partij Kortsnoj -
Stean, gespeeld in Ber-sheba. Kort-
snoj won daar weer eens met een
monsterscore: 12 uit 13. Zijn eigen
secondant gunde hij zelfs geen half
punt. Kortsnoj moet in een uitbun
dige humeur hebben verkeerd. Zie
eerst hoe frivool hij de opening aan
pakt en vervolgens hoe hij Stean
een vrijwel gelijkstaand eindspel
wist af te nemen. Wit: Stean Zwart:
Kortsnoj
1. Pgl-n Pg8-f6 2. d2-d4 b7-b6 3. Lcl-fS
(Met dit curieuze zetje wint zwart
een pion. Er dreigt 6 Lf3 en op 7.
Pbd2 volgt dezelfde zet als in de
partij) 6. Lfl-g2 De7-b4!t 7. Pbl-d2
Dbtxb2 8. 0-0 Db2-a3 9. Pd2-c4 Da3-a4
10. Ddl-d3 Pb8-«6! 11. Dd3-e3t Lf8-e7
12. e2-c3 d7-d5 (Vooral niet 12....
Dc4x wegens 13. Pd2). 13. Pc4-b2
Da4-d7 14. a2-a4 0-0 en Kortsnoj had
een echte pion meer. Niettemin wist
Stean hem voortdurend bezig te
houden en op de 50e zet leek het
zelfs remise te worden. (Zie diagram
IH)
Als wit passief blijft ls het niet zien
hoe Kortsnoj had kunnen winnen
Stean's 50e zet is een onvoordelige
ruil en dan slaat Kortsnoj zeer hard
toe. 50. e4-e5? f6xe5 (de dubbelplon is
opgeruimd) 51. Pd3xeS f7-f0 52. Pe5-
d3 Pe7<6 S3. Ke3-«4 Tc8-d8 54. C2-I4
Td8-d4t 55 Ke4-e3 Td4-«4 56. h2-h3
Kf8-c7 57. f4x(5 fOxfS 58. Pd3-f2 Ta4-
•3t 59. Ke3-e4 ii-*4 60. Tcl-<2 .7 .5 61.
Tc2-e2 Ke7-f6 en wit gaf het op.
MAX PAM