De baseballers
en de dood
Spielberg heft de
ï)gen ten hemel
Japanse films in Melkweg en Oktopus
Waar een brand al
voor is
niet goed
Bang the drum slowly
Greetings
Verouderde film
van de Palma
Prolongaties en
reprises
Jet obscur objet du désir
Oe zelfvernietiging
de bourgeoisie
ïjllose encounters of the third kind
STAAT DER NEDERLANDEN
LENING 1378
PER 19B4/19BS
FILM
Trouw/Kwartet 15
Sinds zijn succes in het tweede deel van ..De Peetvader" en in
„The Taxi-Driver" heeft acteur Robert de Niro waarschijnlijk
weinig rust meer gekend, want de films waarin hij optreedt zijn
bijkans niet meer te tellen.
In „Bang the drum slowly" van regis
seur John Hancock, gebaseerd op de
gelijknamige roman van Mark Har-
ris (die ook het scenario schreef)
speelt hij een derderangs baseballer,
een boerenjongen uit de achterwou
den van Georgia, die Bruce heet,
tabak pruimt, raar loopt, ongelet
terd is en dom en dientengevolge een
geliefd doelwit vormt voor de treiter-
zucht van de andere spelers. Dat hij
langzaam sterft aan de ziekte van
Hodgkin weet lange tijd alleen Hen
ry, de ster van het team, een jongen
die het helemaal heeft gemaakt: hij
is behalve een uitstekend baseballer
ook een succesvol zakenman, hij
heeft een mooie vrouw, weet zich
opvallend goed te kleden, bezit intel
ligentie en eruditie. Uit medelijden
verbindt hij zijn lot met dat van
Bruce: waar die gaat zal ook hij
gaan.
Argwaan en onbegrip is het gevolg:
Bruce en zijn vriend tegen wil en
dank worden geschaduwd en aan
onzinnige, ingewikkelde kruisverho
ren onderworpen door de manager,
de vreemdste dingen worden hen in
de schoenen geschoven. Tot het ge
heim uitlekt: dan wordt Bruce be
schermd door een muur van warm,
zij het vaak onhandig, mededogen,
die hem in staat stelt op het veld
zichzelf te overtreffen. Hij is geen
slechte baseballer meer, maar als hij
naar zijn geboortedorp terugkeert
om daar te sterven is hij al voor zijn
dood door iedereen vergeten. De dra
kerigheid ligt bij zo'n verhaal na
tuurlijk allerwegen op de loer. maar
scenarioschrijver, regisseur en spe
lers (naast Robert de Niro en Mi
chael Moriarty in de hoofdrollen zijn
er prachtige bijrollen, onder andere
van Vincent Gardenia en Phil Fos
ter) weten die knap te omzeilen.
Zelfs het zingen van de ballade waar
aan de film zijn titel ontleent („Sla
zacht de trom", voor een dode sol
daat) schuift hem niet over de
schreef, het komt allemaal heel zui
ver over. Eigenlijk is er, ondanks het
tragische onderwerp, van kommer
De Amerikaanse regisseur Brian de
Palma heeft de laatste jaren nogal
wat succes geoogst met zijn op
Hitchcock geënte thrillers „Obsessi
on" en „Carry". Een reden om al zijn
vroegere werk, dat hier niet ver
toond werd alsnog in de bioscoop te
brengen.
Maar vele films verouderen en dat
geldt zeker voor zijn derde. „Greet
ings". die nu in Nederland wordt
uitgebracht. Hij werd gemaakt in
1968 en houdt zich op speelse wijze
bezig met dingen die toen penetrant
aan de orde waren: de moord op
Kennedy en de vele twijfels die het
onderzoek opriep; de nieuwe seksue
le moraal die computer-afspraken
niet schuwde en, vooral, de afkeer
van vele Amerikaanse jongemannen
om in dienst te gaan en naar Viet
nam te worden gestuurd. Een groot
deel van „Greetings" is dan ook
gewijd aan de wanhopige en amu
sante pogingen van drie knapen in
de dienstplichtige leeftijd (onder
wie de later beroemd geworden Ro
bert de Niro in een jonge rol) om aan
de gevreesde „draft" te ontkomen.
Dat „Greetings" in 1968 welwillend
werd ontvangen is geen wonder: de
tijdgeest werd er niet onaardig in
betrapt. Maar nu, tien jaar later, is
hij hopeloos verouderd en daardoor
gedegradeerd tot een wegwerpfilm,
die ten onrechte uit de prullenbak
werd opgevist.
Amsterdam - Cinetol, 16 jr.
en kwel weinig sprake: niet alleen de
baseballers met hun diverse tics zor
gen voor vermaak, ook de doodzieke
held, wiens argeloosheid beurtelings
irritatie en vertedering wekt, is bij
tijden zeer komisch. Robert de Niro
toont hier weer eens wat voor een
prachtige acteur hij is: elke over
gang houdt hij perfect in de hand.
zijn plompheid en boersheid lijken
geen ogenblik gespeeld. Om kort te
gaan: „Bang the drum slowly" is een
weliswaar niet sensationele, maar
goede en ontroerende film
Amsterdam-Tuschinski 5, 16 jr.
Providence Magistrale film van Alain
Resnais over verval, dood en de creatie
ve capriolen van een oude. neke schrij
ver De gehele week in Studio K, Am
sterdam en Studio F. Leeuwarden
Belle de Jour Film van Bunuel. waarin
werkelijkheid en idagidromen op onna
volgbare wijie met elkaar verweven zijn
De gehele weck in De Uitkijk. Den Haag
Padre Padrone Schitterende (Urn van de
Italiaanse gebroeders Tavianl over een
Sardijnse herdersjongen die zijn isole
ment doorbreekt door de macht van de
taal De gehele week In Cinetol. Amster
dam, 14 maart Volksuniversiteit Gro
ningen.
De Komedianten Meesterwerk van Theo
Angelopoulos. waann een stuk bewogen
Griekse geschiedenis zich weerspiegelt
in de wederwaardigheden van een rei
zend toneelgezelschap II maart Film
huis Gouda
Que la Fete commence Briljante histori
sche film met driedubbele bodem van de
Franse regisseur Bertrand Tavernier De
gehele week In {Criterion. Rotterdam
Meneer Hulot mei vakantie Klassieke
comedie van en met Jacques Tatl. De
gehele week ln City 4, Amsterdam.
2S0I, A Space Odyaiey De beste science
fictionfilm ooit gemaakt, door groot
meester Stanley Kubrick De gehele
week In Rialto, Amsterdam
La Drntelliérc Tedere liefdesgeschiede
nis van de Zwitserse regisseur Claude
Goretta over twee mensen die niet te
zamen kunnen komen omdat de woor
den hen schelden De gehele week in
Tuschinskl 4. Amsterdam. Studio. Gro
ningen. Rembrandt 5. Eindhoven. Lido
3. Lelden. Studio. Maastricht
Annie Hall. Film van. met en over de
geniale Amerikaanse komiek Woody Al
len. vol grappen en droefenis De gehele
week ln Alhambra 2. Amsterdam; Tlvoll.
Apeldoorn en Alhambra. Enschede
Overleden Opzijn landgoed „Den
Alerdinck" te Laag Zuthem bij
Zwolle is op 51-jarige leeftijd overle
den G. W. baron van Dedem. oud-
burgemeester van Heerjansdam en
Boskoop, voorzitter van de Konink
lijke Nederlandse maatschappij
voor tuinbouw en plantkunde. De
heer Van Dedem. die in 1927 te
Utrecht werd geboren, werd in 1956
burgemeester van Heerjansdam.
Met zijn 29 jaar was hij toen de
jongste burgemeester van Neder
land. Van 1965 tot 1977 was hij bur
gemeester van Boskoop. Per 1 no
vember 1977 kreeg hij op eigen ver
zoek eervol ontslag; hij meende dat
het hem onmogelijk werd gemaakt
te functioneren als de boven de par
tijen staande gezagsdrager die hij
graag wilde zijn. Sinds 1973 was hij
voorzitter van de koninklijke maat
schappij voor tuinbouw en plant
kunde. Ook was hij voorzitter van
de landelijke vereniging „Stichting
Jeugd en Natuur" en van de stich
ting „Plant propaganda Holland".
De heer Van Dedem. die een vrouw
en drie kinderen nalaat, was officier
in de orde van Oranje Nassau en
rechtsridder in de Johanniter Orde.
Boskoop verleende hem haar ere
penning.
Zienema Oktopus heeft met veel
moeite tien belangrijke Japanse
films uit het buitenland weten te
verkrijgen, die niet of hoogst zelden
in Nederland te zien zijn geweest
Deze tien films pretenderen niet een
overzicht te geven van de na-oorlog-
se Japanse cinema, maar misschien
vertegenwoordigen zij een doorsne
de van zowel de „oude meesters" als
de nieuwe lichting.
In Zienema Oktobus en het nieuwe
Melkweg theater worden van 10 tot
en met 26 maart films vertoond van
Kon Ichikawa (..An Actor's Reven
ge", '63); Yasujito Ozu („An Autumn
Afternoon". '62»; Hiroshi Teshigara
i..Summer Soldiers". '71); Masaki
Kobayashi i„ Rebellion". '67 en
..Kwaidan". '60i. Kenji Mizoguchi
<„U Getsu Monogatari". '52 en ..Shin
Heike Monogatari". '55); Akira Kuro
sawa („Hidden Fortress", '59, „San
Juro", '60 en „Redbeard", '62).
De Melkweg draait naast de genoem
de films nog enkele andere, bekende
re Japanse films.
Voor liefhebbers van Japanse films
in het bijzonder en interessante
films in het algemeen is dit een unie
ke gelegenheid om al genietend de
kennis aan te vullen.
gor W. Wielek-Berg
uis Bunuel, de acht-en-zeven-
jaar oude Spaanse groot-
leester, die nauwelijks in zijn
iderland heeft gewerkt,
laakte vijftig jaar geleden, te-
m unen met Salvador Daii, zijn
trste film: „Un Chien Anda-
t»die hijzelf noemde „een
anhopige. hartstochtelijke
Èreeuw om moord."
indsdien volgden er meer dan der-
- in vijf-en-dertig jaar, want tus-
1932 en 1947 regisseerde hij niet.
al zijn films is de bourgeoise on-
tesifcrwerp en mikpunt. Zijn laatste,
Cet obscur Objet du Désir", vormt
jaarop geen uitzondering.
!et obscur Objet du Désir" is geba-
erd op een roman van Pierre
oiiys. „La Femme et le Pantin", die
iordien reeds driemaal filmers van
e of voorzag: Jacques de Baroncelli,
^-lien Duvivier en Joseph von Stern-
g. Verreweg de bekendste is von
imbergs versie „The Devil is a
j~Joman". waarin Mariene Dietrich
4 e hoofdrol speelde.
en obsessie
ak hebben films van Bunuel geen
loud die gemakkelijk is na te ver-
len: ze zijn een aaneenschakeling
0 satirische, surrealistische sym-
len. die diepe indrukken achterla-
1 maar nauwelijks in een kader te
tten zijn. Bij „Cet obscur ob-
is dat anders: het verhaal is
lakkelijk te volgen, conventio-
«1 melodramatisch, waarmee niet
zegd wil zijn dat ook de film die
imerken bezit. Want Bunuel zou
Bunuel niet zijn als hij alles niet met
zijn geniaal oog uit een scheve hoek
bekeek.
Mathieu, een man van een jaar of
zestig (Fernando Rey met de stem
van Michel Piccoli) voor wie geld
blijkbaar evenmin een rol speelt als
voor Ollie B. Bommel, stapt in een
trein, gaat zitten, begeeft zich vervol
gens terug naar de ingang, laat zich
door zijn bediende een emmer water
aanreiken en giet die leeg over een
hoofd van een danig toegetakelde
jongedame, die hem kermend
smeekt niet zo wreed te zijn. Zijn
medepassagiers in de coupé (een def
tige dame met een dochtertje; een
dwerg die zich uitgeeft voor psycho
loog; een deftige heer) zijn vanzelf
sprekend zeer nieuwsgierig naar de
beweegredenen van zijn daad en
Mathieu blijkt best bereid om die
nieuwsgierigheid te bevredigen.
Hij vertelt de geschiedenis van Con-
chita, het meisje dat hij op de eerste
blik hartstochtelijk begeerde, maar
dat hem voortdurend aan het lijntje
houdt en hem de lijfelijke liefde ont
zegt. Klagend dat hij haar niet meer
zal beminnen als zij geen maagd
meer is bezweert zij hem nu eens
haar toewijding om hem dan weer
(echt of gespeeld?) voor zijn ogen
met een jonge minnaar te bedriegen.
Telkens ontvlucht hij haar, telkens
zoekt hij haar weer, hij geeft haar
vroom-hebzuchtige moeder geld om
zijn doel te bereiken, neemt haar
mee naar zijn villa, koopt een huis
voor haar en richt het in het mag
niet baten. Zoals in „Le Charme dis-
cret de la Bourgeoisie" voortdurend
tafels worden gedekt zonder dat er
wordt gegeten, worden er in „Cet
obscur objetvoortdurend bed
den gespreid zonder dat de liefde
wordt geconsumeerd. Wel, zijn me
dereizigers begrijpen best dat hij
tenslotte de keuze had tussen het
doden van Conchita en het ledigen
van een emmer water over haar
hoofdzo zijn de mannen, niet
waar, en zo is het leven boven
dien
Absurditeit
Bunuel doopt dat oude verhaal var.
mannelijke horigheid en vrouwelij
ke grilligheid en perfiditeit in het
grille licht van de absurditeit. Mee
gevoel met man of vrouw is er niet
bij, zij worden bekeken alsof zij be
horen tot een vreemd insectenvolk,
wier gedragingen onbegrijpelijk, in
teressant en toch ook weer volstrekt
onbelangrijk zijn. Om hen heen
ploft en knalt het dat het een aard
heeft, want terroristen van links en
rechts hebben het druk met schie
ten en bommengooien. Het paar be
steedt er niet of nauwelijks aan
dacht aan.
Bunuel laat Conchita overigens spe
len door twee vrouwen, en die beli
chamen niet twee verschillende as
pecten van één mens, nee, ze lossen
elkaar willekeurig af, soms midden
in een gesprek: het is alsof hij wil
zeggen dat karakter en zelfs uiter
lijk van een vrouw er .niets meer toe
doen als ze eenmaal een onderwerp
van begeerte is geworden, de man
ziet haar niet eens meer. Maar wie
nu denkt met een feministische film
te maken te hebben vergist zich
deerlijk, want de gedragigingen van
Fernando Rey en Carole Bouquet in „Cet obscur objet du désir"
de vrouw missen evenzeer alle
warmte en levensadem.
Mathieu torst bij tijd en wijle een
grove juten zak op zijn rug. Wat zit
daarin? Wij komen het niet te we
ten. Misschien zijn jeugd, zijn com
plexen, zijn vooroordelen, zijn reli
gie- wie zal het zeggen. Zeker is. dat
aan het eind van de film, als Mat
hieu en Conchita toch weer samen
door de stad flaneren, uit diezelfde
zak een bebloed bruidskleed of
nachthemd tevoorschijn komt. dat
door een kantwerkster wordt gere
pareerd. Zat er in die zak alleen
maar zijn obsessie? En daarna komt
de grote knal, de explosie die tjet
hele doek vult
Zelfvernietiging
Bij alle belangrijke films en zeker
bij die van Bunuel, is het zo, dat elke
toeschouwer, gevoed door datgene
wat hij op het doek ziet, zijn eigen
film maakt. Duiden heeft dan ook
weinig zin. Maar bij „Cet obscur
Objet lijkt het me zeer duide
lijk dat Bunuel het, voor de zoveel
ste maal, heeft over de overleefd-
heid van de vormen, gebruiken,
doelstellingen en hartstochten van
de bourgeoisie.
Mathieu kan met al zijn geld niet
kopen wat hij hebben wil, eigenlijk
is het waardeloos. Allen, zowel de
ouden als de jongen, staan op de
rand van de vernietiging of zelfver
nietiging: notabelen worden in hun
auto's opgeblazen. Mathieu richt
zichzelf ten gronde door zijn maso
chistische horigheid en de jonge ter
roristen, voortgekomen uit dezelfde
klasse (Conchita. ook van betere
huize, onderhoudt banden met hen)
sterven door geweld dat zich direct
of indirect tegen henzelf richt.
Nu ja, er valt over die film bladzij
den en bladzijden vol te schrijven
maar dat kan nu eenmaal niet. Een
paar dingen dienen nog te worden
gezegd: dat het een grote film is, die
niet onderdoet voor Bunuels beste
werk en dat hij boeit van begin tot
einde, zonder een inzinking. Ook bi
oscoopbezoekers die zich niet willen
belasten met onderliggende motive
ringen en motieven kunnen er veel
plezier aan beleven.
Amsterdam-Alhambra I; Utrecht-Ca
mera; Enschede-Lumière, 16 jr.
bi
ce
f p het succes van „Close encounters of the third kind" te
erzekeren, de nieuwste film van Steven Spielberg (de legendari-
regisseur van „Jaws") heeft men gebruik gemaakt van een
ïigszins ongewone reclamemethode: inplaats van met tromge-
ti jffel werd met geheimzinnigheid geworden.
'eneinde de potentiële bioscoopbe-
«kers te verlekkeren mochten er
wrshands alleen maar geruchten
rer uitlekken, niet meer. Als men
tt informatiemateriaal moet gelo
en heeft dat middel in Amerika
atent gewerkt: lange rijen staan
aar voor de bioscopen te smachten,
ïzovoorts.
If de film het in Nederland ook zo
e>ed zal doen valt te betwijfelen.
ant hij mist de spanning van
1( laws", de spectaculaire kinderach-
j gheid van „Star Wars" en de artis-
e; eke importantie van „2001 A
j pace Odyssey". Veel hangt af van
d ?t feit, of hier te lande het onder-
I ondse geloof aan de vliegende
a hotels even welig tiert als elders (in
j, t Zeeuwse Renesse en het Gro-
ngse Pieterzijl heten zij te zijn
largenomen en onze Chriet Titu-
,e :t is er ook een aanhanger van).
rgeloos
a
derdaad, de film met de lange
am gaat gewoon over vliegende
hotels, „Close encounters of the
ird kind" wil zeggen „Direct con-
ct met de inzittenden van een
PO" („unindentified flying object"
I lewel ongeïdentificeerd vliegend
voorwerp" oftewel „vliegende
schotel").
In Spielbergs produkt worden diver
se argeloze burgers met zo'n feno
meen geconfronteerd en de gevolgen
zijn niet gering: het felle licht ver
brandt hun gezichten, alle elektri
sche apparaten beginnen als gekken
te werken, vallen daarna uit, er
wordt hun een symbool in de hersens
geprent dat het leven er niet gemak
kelijker op maakt. Want zowel de
monteur die het ding op een landweg
ontmoet als de weduwe wier zoontje
erdoor in verrukking raakt („ijs" zegt
hij en „snoepje") en vervolgens
wordt opgeslokt, worden achter
volgd door een melodie en het visi
oen van een bepaalde vorm, een be
paald ding, een soort berg, dat alle
rust rooft.
Intussen wordt er op zeer hoog inter
nationaal niveau hard gewerkt aan
allerlei ingewikkelde zaken (er is ook
een Fransman bij betrokken, ge
speeld door de bekende regisseur
Francois Truffaut, heel aardig en
heel klein) en om de bevolking er,
zoals gebruikelijk, buiten te houden
wordt een bepaald gebied besmet
verklaard met gevaarlijk gas. Doch
wat blijkt? Die vorm, dat ding, dat
symbool, dat visioen is een berg.
Scène uit „Close encounters of the third kind".
midden in het geevacueerde gebied
en als door tovermacht aangetrok
ken snellen de ooggetuigen erheen.
En wat zien zij Achter de berg is een
complete ruimtebasis ingericht om
„de bezoekers", „het moederschip"
te ontvangen.
Welnu, daar komt het, voorafgegaan
door enige kleurige verkenners. Spe
ciale effectenmaker Douglas Trum
bull (die in dezelfde functie mee
werkte aan „A Space Odyssey")
heeft er onmiskenbaar zijn best op
gedaan, en toch lijkt de „vliegende
metropool" te veel op een kruising
tussen een Belgische kroonluchter
en een bioscooporgel. En de wezens
uit de ruimte zijn ook niet wat ervan
verwacht mocht worden: eerst ver
schijnt er een interessant, langge
rekt geraamte dat het beste belooft,
doch als het erop aankomt ontpop
pen ze zich als een soort foetussen,
met lubberig vel en grote, scheve
ogen.
Hoofdrol
Enfin, zodra het in een science fic-
tion-film echt gaat worden valt het
altijd tegen. Ten gunste van „Close
encounters of the third kind" moet
worden gezegd, dat hij een van de
weinige films uit dat genre is met een
positief, optimistisch, hoopvol einde:
de mensen staan open voor hun
vreemde gasten en niet klaar met
mitrailleurs of atoombommen om ze
van de wereld te vegen. Maar er
zitten te veel dode plekken in. te
vaak verslapt de aandacht van de
toeschouwer en dwalen de gedach
ten af, te veel werk is gemaakt van
de huiselijke omstandigheden van
hoofdpersoon Richard Dreyfuss (die
overigens uitstekend speelt). Eerlijk
gezegd viel hij me een beetje tegen.
Amsterdam-Cinerama; a.l.
bedrag
koers
rente
aflossing
schuldbewijzen
inschrijving
open bedrag
de koers wordt na inschrijving op dinsdag 14 maart 1978
vastgesteld aan de hand van de koersen en bedragen waartegen
is ingeschreven (tendersysteem)
jaarlijks op 15 april
in 5 jaarlijkse termijnen van 15 april 1984 af
vervroegde aflossing is niet toegestaan.
nominaal f 1.000 (CF of K)
schuldregisterinschrijvingen van tenminste f 100.000
14 maart a.s. van 9 tot 15 uur
door tussenkomst van bank of commissionair in effecten
onder opgave van het bedrag en van de koers waartegen men
wil deelnemen
storting 17 april 1978, onder bijbetaling van twee dagen lopende rente
toewijzing uitsluitend aan inschrijvers die hebben ingeschreven tegen de
vastgestelde koers (gereduceerde toewijzing mogelijk) of tegen
een hogere koers (toewijzing ten volle)
afrekening vindt plaats tegen de vastgestelde koers
prospectus kosteloos bij banken en commissionairs
De rampenfilmgolf schijnt wat weg
te ebben om plaats te maken voor
een griezelgolf, maar „Fire" van re
gisseur Earl Bellamy is er nog een
van de oude stempel. Een brand
(met opzet aangestoken door een in
het bos werkzame ingezetene van de
naburige gevangenis) teistert een
woud en bedreigt een vriendelijk
stadje in Oregon. Ergens in een een
zaam hotel schuilen een klas school
kinderen, die diep in het bos verpo
zing zocht, een in onmin levend art
senechtpaar én een dorpsdokter met
een gebroken been. De vlammen
rukken op, zij moeten de dood onder
ogen zien.doch dat kan niet ge
doogd worden. De eigenaar van een
houtzagerij, die allang een oogje
heeft op de hotellière (Ernest Borgni-
ne. zoals steeds met uitpuilende
ogen en voze gebaren) roept wakkere
mannen op om te redden wat er te
redden valt. En ziet! Dwars door
gruwelijke hitte en brandend hout
werk van allerhande soort voert hij
zijn troep ongeregeld goed naar de
veiligheid. Weliswaar schiet hijzelf
het leven erbij in, doch hij werd toch
al een dagje ouder en bovendien
leeft zijn herinnering nu in aller har
ten voort. Zelfs een weggeraakt kind
wordt ongedeerd teruggevonden:
dwars door de vlammen vond het
een veilig pad, dat is me wat!
Nu goed: „Fire" voegt aan het ram
penarsenaal niets anders en niets
beters toe. Alles is al eens eerder
gedaan en de lijnen waarlangs zo'n
uit de duim gezogen drama zich vol
trekt zijn nu langzamerhand wel
bekend.
Rotterdam- Grand, 12 jr.
Ernest Borgnine in „Fire".