3 Zeehondenjagers op pad E3 DICHTBIJ l tekening van een lezer Trouw commentaar ïhodesië Ondanks protesten en ondanks twijfel aan juistheid van berekeningen: DE BOM GEBARSTEN Agee moet nu snel Nederland uit Maartse buien liever niets dan een fooi museum pannekoekemeel IINSDAG 7 MAART 1978 BINNENLAND Trouw/Kwartet5 '*n Van de kleine blanke minderheid in Rhodesië is al vaak gezegd dat zij alleen met geweld kan worden ge- dwongen haar macht uit handen te geven. Daardoor hebben kennelijk velen het geloof verloren-' dat in Rhodesië een democratisch bestel rkan worden gevestigd zonder dat de nederlaag van de blanken op het slagveld al compleet is. Dat ver klaart tenminste ten dele het grote wantrouwen en ongeloof waarmee de buitenwereld heeft gereageerd op het akkoord dat drie zwarte leiders met de blanke premier Ian Smith hebben gesloten. Volgens de ondertekenaars betekent het ak koord een definitieve breuk met het tijdperk, waarin de blanken volle dig de dienst uitmaakten en krijgt de zwarte massa nu eindelijk de "kans haar recht op zelfbeschikking lit te oefenen. Volgens de tegenstanders is het ak- ;oord echter niets meer dan een rsiersel, waarbij de zwarten al ien maar in schijn iets van de lanke macht toebedeeld krijgen, laar waarbij in werkelijkheid de ilanke heren aan alle touwtjes Wij- in trekken. lie kritiek is wel begrijpelijk. De tilheid waarmee een man als Ian imith in het verleden de verlangens ian de zwarte meerderheid in zijn ind heeft genegeerd, rechtvaardigt inderdaad een groot wantrouwen plegen iedere regeling waaronder zijn handtekening staat. 3 rik h sloToch is het voorbarig om de over eenkomst die Smith en zijn ne gesprekspartners hebben gewrocht meteen maar af te doen als een fopspeen. dd De internationale samenleving zal :erst toch eens grondig moeten on derzoeken of die interne regeling enige kans van slagen heeft. Kan het nu gesloten akkoord op korte termijn leiden tot de vestiging van een democratisch bestel in dit Afri kaanse land? Voor ons staat nog niet vast dat deze vraag al bij voor baat met „nee" moet worden be antwoord. Het argument dat de hele regeling niet deugt omdat een belangrijk deel van het zwarte verzet, het zogenaamde Patriottisch Front er niet achter staat, is op zichzelf juist. Maar die constatering roept wel direct de vraag op, of dat Patriot tisch Front van Nkomo en Moegabe het akkoord terecht afwijst. Is het alternatief dat deze beide leiders te bieden hebben zo veel beter dan wat er nu op tafel ligt? De vanzelf sprekendheid waarmee het stand punt van Moegabe en Nkomo wordt aanvaard, wekt soms de indruk als of het onrecht in Rhodesië alleen maar is te verhelpen door alle macht zonder uitstel aan dit tweetal over te dragen. Nkomo en Moegabe hebben hun grote invloed te danken aan het feit dat zij in hoge mate kunnen beslis sen of de guerrilla in Rhodesië zal worden beëindigd of voortgezet. Zij vormen daarom een machtsfactor waaraan niemand voorbij kan gaan. Maar als zij nu hebben besloten dat de zwarte meerderheid alleen met geweld in haar rechten kan worden hersteld, hoeft dat nog niet te bete kenen dat de internationale samen leving, Engeland en de Verenigde Staten voorop, hen op die weg moet volgen. Met hun grote halsstarrig heid hebben de blanken in Rhode sië het geweld opgeroepen, dat al zoveel slachtoffers heeft geëist. Maar als er nu beweging in die blanke standvastigheid begint te ko men, zal op een gegeven moment töch de vraag moeten worden ge steld wie er nu verantwoordelijk is voor de voortzetting van het geweld. door Hans Schmit AMSTERDAM - Alle interna tionale protesten ten spijt zal voor de kust van Newfound land en op de ijsschotsen in de St. Laurensbaai op 10 maart wederom de jaarlijkse jacht op de pasgeboren zadelrobben be ginnen. De totale buit van de Canadese en Noorse jagers, die de nog weerloze zeehonden neerknuppelen en ter plaatse van hun kostbare witte vacht ontdoen, zal dit jaar weer gro ter mogen zijn dan voorgaande jaren: 180.000 zadelrobben te gen 170.000 vorig jaar en 129.000 in 1976. De bloederige taferelen op het ijs wekken de nodige emoties, die nu al tientallen jaren uitmonden in felle internationale acties. Deze hebben even weinig succes gehad als de po gingen van de Canadeze regering be grip te vinden voor de jacht en de jagers, die dit jaar door de Canadese regering zullen worden beschermd tegen boze demonstranten. De eco nomische belangen van vierduizend jagers en de verwerkende industrie, de eeuwenlange traditie en het feit dat dit jaar de controle van de over heid op mogelijk „wrede" uitwassen opnieuw is uitgebreid, vinden bij de dierenliefhebbers weinig weerklank. Tot de argumenten van de Canadese regering deze jacht toe te staan, be hoort het feit dat de aantallen zadel robben die mogen worden gevangen, zo worden vastgesteld dat het voort bestaan van deze zeehond niet in gevaar komt. De adviezen over de jaarlijkse vangsthoeveelheden wor den gegeven door een internationale visserijcommissie voor het noord westelijk deel van de Atlantische oceaan (ICNAF), die zich daarbij ba seert op een in 1976 gemaakte com puterberekening (door T. Benjamin- sen en P. F. Lett) over de omvang van de zadelrobben-populatie. Eén van de wetenschapsmensen die het afgelopen jaar die berekening over het totale aantal zadelrobben en de daaruit getrokken conclusies scherp heeft aangevallen, is D. M. Lavigne, hoogleraar aan het Zoölo gisch Instituut van de universiteit van Guelph, Ontario. In juni vorig Een zeehonden jager maakt korte metten met een jong dier. Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan: Trouw, jury politieke prent. Postbus 859. Naam en adres aan achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon jaar uitte hij op een congres in St. Louis zijn twijfel, die hij later neer legde in een rapport over de zadel- robben. Zijn conclusie: er is wel de gelijk reden tot bezorgdheid over het voortbestaan van de zadelrob. Geen zekerheid Wie wil weten wat het gevolg van de jacht voor het voortbestaan van de zadelrob is, moet met enige zeker heid weten hoeveel zadelrobben er zijn en hoeveel jongen jaarlijks wor den geboren. Die zekerheid, aldus Lavigne, ontbreekt echter en de toe gestane vangsthoeveelheden worden met een natte vinger vastgesteld. Tot aan de jaren vijftig werd nauwe lijks onderzoek naar de omvang van de zadelrobben-populatie gedaan; daarna werd op bescheiden schaal gebruik gemaakt van luchtfoto's. Veel informatie leverde dat niet op, omdat vanaf de foto's alleen de vol wassen dieren op het ijs kunnen wor den waargenomen. De jonge dieren hebben immers nog een witte pels en zijn daardoor niet te onderscheiden. Sinds kort is het echter mogelijk ook de jonge dieren waar te nemen van uit de lucht door gebruik te maken van ultraviolette straling: de sneeuw kaatst de stralen terug, maar de pels van de jonge zeehond absorbeert de straling, hetgeen op de foto donkere vlekken geeft. De resultaten van een eerste telling wezen erop dat de gehele zadelrob- familie jaarlijks mogelijk minder dan 200.000 jongen 'werpt en niet meer dan één miljoen dieren van één jaar en ouder telt. Om echter be trouwbare cijfers te verkrijgen, dient tijdens de drie weken dat de jonge dieren worden geboren en met hun ouders op het ijs verblijven (deze maand) systematisch het gehele ge bied te worden gefotografeerd. Computers die worden opgesteld aan de hand van een groot aantal gegevens. Op die gegevens moeten echter nog al wat correcties worden aangebracht, hetgeen kan leiden tot grote veran deringen in het toekomstbeeld dat wordt opgesteld. In 1975 stelde R. L. Allen het eerste computermodel op, dat sindsdien voortdurend verbe terd en verfijnd is. Het in 1976 op gestelde model van Benjaminsen en Lett, waarop het Canadese beleid is gebaseerd, gaat uit van een langza me groei van de zadelrob sinds 1972 en schat het huidige bestand op 1.2 miljoen volwassen exemplaren: de maximaal toegestane vangst werd in 1976 gesteld op 170.000 per jaar. Lavigne wijst er in zijn rapport op dat aan de tot nu toe opgestelde modellen grote bezwaren kleven, ook aan dat van Benjaminsen en Lett, waarbij men door gebrek aan gegevens van een aantal veronder stellingen is uitgegaan, van onvolle dige tellingen gebruik heeft ge maakt en beperkt cijfermateriaal is veralgemeniseerd. Hij noemt het on nozel op zulke onvolledige modellen een beleid te baseren, zoals nu ge beurt. De conclusie die de visserij commissie eruit heeft getrokken, noemt hij ironisch, inconsequent en een reden tot zorg. Ten slotte wijst Lavigne nog op een tekortkoming van dergelijke modellen in het alge meen: zij gaan geheel voorbij aan de samenhang in de natuur en rukken één soort uit het geheel van het ecosysteem. Onjuist Maar zelfs wanneer dit onvolledige en optimistische model (andere schattingen over populatie komen slechts tot 0,8 miljoen in plaats van 1,2 miljoen zadelrobben) juist zou zijn, dan nog zijn de gevolgtrekkin gen volgens Lavigne volkomen on juist. Hij maakt hiertoe een over stapje naar de walvissen, waarvan vele soorten in het voortbestaan worden bedreigd. De Internationale walviscommissie (IWC) heeft in 1974 drie normen opgesteld, waarin de samenhang tussen de omvang van de populatie en de mate van be scherming is vastgelegd. Volgens de normen van de walviscommissie zou de zadelrob, ook wanneer de popula tie 1,2 miljoen volwassen exempla ren telt, volledige bescherming no dig hebben. De visserijcommissie concludeert echter dat 180.000 jonge zadelrobben kunnen worden ge dood. Een voorstel om de normen van de walviscommissie over te ne men, werd van de hand gewezen: een zeehond is geen walvis en zee honden herstellen sneller. Lavigne plaatst ook vraagtekens bij dat laatste. Hij wijst erop dat iedere soort zeehond, zeeleeuw en walrus waarop is gejaagd, sterk in aantal is teruggelopen. Er zijn nu nog 34 soor ten vinvoetigen, waarvan zes soor ten en vier ondersoorten worden be dreigd. Twee hiervan zijn waar schijnlijk reeds uitgestorven, terwijl alle soorten in een benarde positie verkeren door te zware bejaging. Overheid akkoord De twijfel van Lavigne aan de juist heid van wat wordt verondersteld, zou al voldoende moeten zijn de jacht drastisch terug te draaien tot in ieder geval meer zekerheid is ver kregen over de gevolgen. De jacht gaat echter door, met instemming van de overheid die over onvoldoen de informatie beschikt en die geen acht slaat op in het verleden ge maakte fouten. Lavigne noemt het bewonderenswaardig dat de Cana dese regering, zoals deze dat vorig jaar zei, streeft naar een zodanige oogst dat het behoud van de popula tie verzekerd blijft en de samenhang in het leefmilieu van de zee niet wordt verstoord. Maar, aldus Lavig ne, het ontbreekt ons eenvoudig aan de gegevens en de kennis om een dergelijk beleid te voeren. Naast de luchtfotografie is er nog een methode om inzicht te krijgen over de omvang van de populatie: het gebruik van computermodellen, DEN HAAG (ANP) Het verzoek van de ex-CIA-agent Philip Agee (43) tot schorsing van een beschik king van de staatssecretaris van jus titie van 24 januari jl. is gisteren door de waarnemend voorzitter der afdeling rechtspraak van de Raad van State niet ontvankelijk ver klaard. De motivering volgt over en kele weken. Het wordt nu, volgens Agee's advocaat mr. W. J. van Ben- nekom, onafwendbaar dat Agee Ne derland eind van deze maand moet verlaten. De staatssecretaris van justitie, mevr. mr. Haars, had op 24 januari jl. Agee's verzoek tot herziening van de beschikking van haar ambtsvoor ganger Zeevalking afgewezen. Deze had Agee per 1 september vorig jaar een verblijfsvergunning voor drie maanden verleend in plaats van een jaar waarom Agee had gevraagd. De behandeling van Agee's beroep schrift tegen de beschikking door de afdeling rechtspraak gaat normaal door, zei mr. Van Bennekom, die zal trachten dit te bespoedigen. Vrijdag jl. had hij meegedeeld dat Agee, die nu bezig is met een boek over de praktijken van de Amerikaanse in lichtingendienst, de CIA, eind dit jaar of begin '79 naar Amerika wil terugkeren. Gelijk met haar beschikking had staatssecretaris Haars aan de vreemdelingendienst van de Am sterdamse politie al een last tot uit zetting van Agee verstrekt. |hET WEER door Hans de Jong Weerrapporten De Enkhuizer Almanak voorspelt maartse buien. Als die prognose uit komt, zullen van vandaag tot en met donderdag over een week de hagel stenen van uw dak rollen. Op een andere plaats in het boekje (383ste jaargang) wordt gezegd dat er in de tweede decade maartse buien te ver wachten zijn en volgens mij is dat van 11 tot en met 20: het kan niet op! A. B. Saakes zag het in zijn boekje „Weerkundige stellingen gegrond op "*ene vijftigjarige waarneming" (uit gave Amsterdam op 't Rokin 1800) ook al niet zitten met die hagel en natte sneeuw. In zijn schema voor maart staat te lezen, dat het op vier Ivijf en negen maart „meest goed weer" is (een voltreffer van Saakes). dat er op de twaalfde maart wind is, op de zeventiende regen, op 23 regen en wind, op 26 en 28 meest betrok ken en op 29 meest regen en wind. Je zou eruit kunnen afleiden, dat maartse buien toch eigenlijk erg zeldzaam zijn voor ons land, want deze man zal op de data afgegaan zijn met een meerderheid van een of ander weerelement. En daar is hagel niet bij, ook niet in april. De 25ste april kreeg het slechtste rapport van de hele lente: „De deinzigste en re genachtigste dag van de gehele maand." 31 augustus, de dag waarop bij ons eerder in deze eeuw koninginnefeest werd gevierd, kwam opvallend goed naar voren: „Op dezen Dag heeft het slechts vier malen in vijftig jaren geregend." Bij het doorbladeren van dit boekje krijg je toch wel erg dui delijk een indruk van hoe schaars eigenlijk sneeuw en vorst zijn in ons overwegend door de golfstroom be heerste klimaat. Alleen op een enke le datum fixeert Saakes sneeuw: in de buurt van Driekoningen, name lijk 7 januari: „Sneeuw meest al toos." De schrijver deelt verder nog mee dat het meer bij dag dan bij nacht regent. Van 1270 regens zijn de waarnemingen deze: 881 bij dag 389 bij nacht verschil 492. Ook regent het meermalen 's avonds dan 's morgens. Van de 1019 regens wa ren er 579 's avonds/441 's morgens verschil 131. Toch kostelijk eigenlijk zo'n versle ten boekje waarin de statistische uitkomsten uiteraard meer waarde hebben dan verklaringen van aller lei weersomstandigheden. Een paar voorbeelden: „Waterhozen kunnen door een stroom van elektrische stof veroorzaakt worden, hetzij uit de aarde of uit de wolken. Het noorder licht wordt ook door de elektrische stoffen veroorzaakt, wanneer die maar hoog genoeg gevoerd worden." Natuurlijk is ook de invloed van de maan op het weer buiten kijf. Men heeft gevonden dat de nieuwe maan zeer dikwijls verandering van weer heeft aangebracht, want van 1106 nieuwe manen zijn er 950 die veran dering van weer veroorzaakt heb ben, tegen 156 op welke geen veran dering volgde. Bij volle maan en bij de kwartieren zijn er trouwens ook soortgelijke verschillen. De huidige weertoestand wordt ge heel bepaald door een hogedrukge- bied met de kern gistermiddag bo ven Normandië. Aan de noordzijde ervan zal in de komende dagen wat zachtere lucht uit west en later zuid west worden aangevoerd, zodat er verder ook in de week enige stijging van temperatuur te verwachten is. De Engelse weerkundigen voorzien in de tweede helft van maart aan zienlijk kouder weer met een vrij grote frequentie van noordelijke weinig verandering «NP KNMI IJ 00 7-3 winden. Vergelijkingsjaren zijn 1940, 1963 en 1977 en denk maar even aan vorig jaar terug, toen viel er nog sneeuw tijdens Pasen. Weerrapporten v gisteren 19 uur Station Amsterdam De Bilt Deelen Eelde Eindhoven Den Helder Rotterdam Twente Vlissingen Zd-Limburg Aberdeen Athene Barcelona Berlijn Bordeaux Brussel Frankfort Gcnève Helsinki Innsbruck Klagenfurt Kopenhagen Lissabon Locarno Londen Luxemburg Madrid Malaga Mallorca Munchen Nice Oslo Parijs Rome Split Stockholm Wenen Zurich Istanbul zwaar bew. licht bew licht bew. onbewolkt zwaar bew half bewolkt licht bew zwaar bew. licht bew zwaar bew regen zwaar bew. licht bew. licht bew. onbewolkt onbewolkt licht bew. geheel bew. sneeuw geheel bew regen onbewolkt onbewolkt onbewolkt onbewolkt onbewolkt onbewolkt licht bew zwaar bew. regen zwaar bew onbewolkt onbewolkt licht bew. regen HOOG WATER, woensdag 8 maart: Vlissingen 1.17-13.42. Haringvliet- sluizen 1.32-13.49. Rotterdam 3.11- 15.51. Scheveningen 2.32-1449. IJ- muiden 3.05-15.22. Den Helder 7 03- 19.43. Harltngen 9.34-21.55, Delfzijl 11.39-23.48. onder redactie van Loes Smit De rijksscholengemeenschap „Schoonoord" in Zeist heeft 3500 gulden terug gestuurd aan het ministerie van onderwijs. Niet omdat de school geld teveel heeft, maar juist omdat directie en lera ren vinden dat er voor de post uitbreiding van leer- en hulpmid delen meer nodig is dan drieën- eenhalfduizend. Het bedrag van 3500 gulden wordt vastgesteld door het minis terie. In vergelijking met de prijs ontwikkeling van de laatste jaren is het veel en veel te laag, vinden de leraren van Schoonoord. De school zou nu de helft kunnen kopen van wat ze in 1974 konden aanschaffen. Het gevolg is dat de school de ouders zou moeten vra gen om een extra bijdrage om zo de noodzakelijke leer- en hulp middelen aan te schaffen. Uit pro- Het Airbome-museum, dat sinds 1949 gevestigd is geweest in kas teel De Doorwerth in Doorwerth, gaat verhuizen. De collectie fo to's, kaartmateriaal, wapens en andere voorwerpen die herinne ren aan de „Slag om Arnhem" krijgt een onderdak in de villa Hartenstein in Oosterbeek, een voormalig hotel. Hartenstein heeft dienst gedaan als hoofd kwartier van generaal Urquhart, de commandant van de Engelse luchtlandingsdivisie, die in sep tember '44 heeft gestreden in de „Slag om Arnhem." Het gebouw, inmiddels eigen dom van de gemeente Renkum, wordt ingrijpend verbouwd. Tege lijkertijd wordt gewerkt aan de uitbreiding en aanpassing van de museumcollectie. Het is de be doeling om in het „nieuwe" Air- borne-museum aandacht te be steden aan de gehele operatie „Market Garden", waarvan de „Slag om Arnhem" een onderdeel vormde. test hiertegen heeft de school nu de 3500 gulden teruggestuurd naar Den Haag. Liever niets dan een fooi. Uit een artikel in het Schoolblad blijkt dat de school in Zeist nog meer klachten heeft. Zo is de school van buiten in twaalf jaar niet geschilderd. Een ander pro bleem is de starheid van het sys teem van vergoedingen. Als de school bijvoorbeeld vijf procent op elektriciteit zou besparen komt die besparing ten goede aan het ministerie en niet aan de school. Op die manier is de animo om het zuinig aan te cjoen een stuk kleiner. De uitgave van een nieuw literair tijdschrift door de in Salland ge vestigde uitgeverij Pannekoek, is de mist in gegaan, omdat een even culinair als primair denken de ambtenaar op het provincie huis in Zwolle de op de subsidie aanvrage betrekking hebbende stukken had opgeborgen in de map „meelindustrle." Anderhalf jaar geleden werd het verzoek om financiële steun bij de staten van Overijssel Ingediend. Het tijdschrift zou Het Broekland heten, naar een buurtschap in de omgeving van Raalte. De staten beschikten gunstig over het ver zoek. Hierop gingen de papieren, zoals te doen gebruikelijk, naar de griffie ter afdoening. De subsidie-aanvragers kregen nimmer bericht omdat de stuk ken daar in de verkeerde map werden gedeponeerd. Toen de zaak dezer dagen aan het licht kwam, zag men geen kans meer om het tijdschrift alsnog uit te geven. Niet alleen om financiële redenen, maar ook omdat de me dewerkers thans overwegend niet meer beschikbaar zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 5