M
'Geschiedschrijving tot tiende
eeuw is van a tot z vals'
Slikken maar ri
Warenhuis
in teken
van India
UW PROBLEEM
Albert Delahaye: 'Ik wil geen gelijk, ik heb het'
rac
MAANDAG 20 FEBRUARI 1978
VARIA
Trouw/Kwartet
door Fred Lammers
KLUNDERT ..De geschiedschrijving
over Nederland tot de tiende eeuw is van
a tot z vals, niet een klein beetje, maar
finaal." Na zich ruim dertig jaar te heb
ben verdiept in archiefstukken uit het
grijze verleden en archeologische vond
sten. die al dan niet zijn gedaan, durft
Albert Delahaye, hoofd van het streekar-
chivariaat „Nassau-Brabant", dat zeven
tien gemeenten in Noord-Brabant omvat,
deze boute bewering uit volle overtuiging
te doen.
Dat de Romeinen hier In onze prille historie zijn
geweest, kan Delahaye niet ontkennen, gezien
de vele bodemvondsten uit die tijd. Wel dat lang
geleden in deze streken Bataven voorkwamen.
Dat wij. zoals een lied zegt, ..het nakroost van die
gespierde braven" zouden zijn. kunnen we maar
beter vergeten „Ze hebben hier geen poot aan de
grond gezet. Voor Willebrord en Bonilatius geldt
hetzelfde", beweert Albert Delahaye. De Friezen
moeten zich er maar mee verzoenen dat hun
geschiedenis lang niet zo ver teruggaat als zij
denken, al staat daar tegenover, dat zij er geen
slapeloze nachten meer over hoeven te hebben
dat hun voorvaderen gewelddadig een eind heb
ben gemaakt aan het leven van Bonilatius. De
Noormannen hebben onze voorouders nooit be
laagd. Karei de Grote resideerde niet in Nijme
gen en Wijk bij Duurstede is nimmer geweest,
waarvoor ze het hebben gehouden. Dorestad
heeft wel bestaan, maar dan in het noorden van
Frankrijk.
Daar moeten we alle gebeurtenissen waarmee
wij onze vroege historie hebben aangekleed
plaatsen, als we Albert Delahaye geloven mogen.
Wat Dorestad betreft zegt hij er niets tegen te
hebben dat de archeologen hoog opgeven over
hun ontdekkingen. „Je moet Dorestad echter
niet in een bepaalde tijd dwingen, zoals de
archeologen nu doen. Ze plakken er een verkeerd
etiket op!" Welk etiket dat dan wel moet zijn?
„Een van de 25 plaatsen die de geschiedschrijver
Melis Stoke noemde in zijn Rijmdicht dat eind
dertiende eeuw verscheen en die nooit zijn gelo
kaliseerd". vindt Delahaye. Zuut Hardeshage
komt er het meest voor in aanmerking.
Kerkrade
Archivaris Delahaye heeft zijn van de gangbare
theorieën afwijkende opvattingen langzamer
hand opgebouwd. Zijn grote Interesse voor ge
schiedenis op het paterscollege in Schimmert.
waar Albert zijn middelbare schoolopleiding
kreeg, deed hem als archivaris in het stadhuis
van Kerkrade belanden. „Drie Jaar heb ik het
daar uitgehouden. Het archief in Kerkrade stelt
niet veel voor. Toen ik in 1946 kans kreeg archi
varis in Nijmegen te worden een stad met een
grote historie ben ik erop afgesprongen als een
bok op een haverkist Al gauw kreeg ik mijn
eerste twijfels, niet omdat ik bijzondere docu
menten in handen kreeg, maar gewoon bij het
bestuderen van de plattegrond van Nijmegen.
Toen Ik er dieper op inging, kon ik tot geen
andere conclusie komen dan dat de burcht, die
de Duitse keizer Frederik Barbarossa omstreeks
1155 in Nijmegen bouwde, later ten onrechte
voor een oude residentie van Karei de Grote is
aangezien. Volgens een bewaard gebleven gevel
steen herstelde Frederik Barbarossa het kasteel,
eertijds door Julius Caesar gesticht. Het oudste
document dat over Nijmegen handelt dateert
van 1196 Er Is geen enkele aanwijzing die erop
duidt dat de stad tussen 250 en 1100 bestond."
Hoe het dan mogelijk is geweest dat ledereen
zich zo lang in het ootje heeft laten nemen?
Albert Delahaye heeft er zijn verklaring voor.
Nijmegen werd vroeger Noviomagus genoemd.
Er waren echter wel tien steden die zo heetten.
Het Franse Noyon ook en het is volgens de
archivaris daar dat zich de voorvallen, waar
Nijmegen zijn roemrijke verleden op baseert, in
werkelijkheid hebben voorgedaan. Duitse histo-
te vergefijken met een goudsmid die gewaar
schuwd wordt dat er misschien koper in zijn
potje zit en toch doorgaat dit voor 18-karaats te
verkopen.
„Ik heb me altijd getroost met de opvatting dat
wanneer de historische wetenschap zo reageert,
er wat foiut zit. Als je iets een sof vindt, maak je
Je er nlet> zo druk over. Ik kan me aan de andere
kant best Indenken dat velen teleurgesteld zijn
door mijciconclusles. Ik herinner me dat na een
lezing vi&or scholleren in Nijmegen een meisje
naar mej .toekwam, die bijna in tranen uitriep:
.Meneer; als u het allemaal zo goed weet, had dan
uw monfl gehouden en ons tenminste de Illusie
gelaten,,' Zo denken velen erover. Onbewust ver
langt e-en mens nnar een voorgeschiedenis. Het
is niet leuk als die wegvalt."
Schrijfverbod
ALBERT DELAHAYE heuvels op de
Veluwe oude duinen.
rici hebben de bischoppen van Noyon ten on
rechte In Nijmegen neergezet, en monniken,
vooral in de abdij van Egmond, die oude teksten
kopieërden, hebben al die gebeurtenissen in
Frankrijk naar zich toe geschreven. Daarop is
later voortgeborduurd.
Overstromingen
Voor Utrecht, het vroegere Trajectum, is het van
hetzelfde laken een pak. Daarmee is het Franse
Toumehem bedoeld. Vandaar dat men in
Utrecht bodemvondsten uit de Romeinse tijd
doet en meteen daarop volgend uit de middel
eeuwen. „In de tussenliggende periode was Ne
derland vrijwel onbewoond. De Romeinen verlie
ten deze gebieden, omdat ze werden verdreven
door overstromingen, die een groot deel van het
toenmalige Nederlandse grondgebied van de
kaart veegde. We moeten ons het Nederland van
de derde tot de negende eeuw voorstellen als een
gebied dat er uitzag als nu de Vinkevaense
Plassen.
De heuvels op de Veluwè zijn oude duinen, wat
niet betekent dat de streek die noordelijker lag
goed begaanbaar was. Deventer zou er daarom
verstandig aan doen de banden die het meent te
hebben met St. Lebüinus af te schrijven. Deze
geestelijke opereerde ook in Frankrijk, waar
Albert eveneens het Almere, het meer dat voor
afging aan de latere Zuidereee, heeft gelokali
seerd. Het was naar hij meent te weten een
zeearm tussen Calais en Duinkerke. Bonifatius
werd ten noorden van dit Almere, in de omge-,
ving van Hazebroek vermoord. Lang heeft Al*
bert Delahaye gezwegen. Toen hij in 1955 zijn
eerste publikatle deed. waarin hij Nijmegens
historie dubieus maakte, werd dat hem niet in
dank afgenomen. „Ze dachten eerst dat ik een
grapje maakte. Maar nadat was gebleken dat hel
mij volle emst was, brak de storm los. Professo
ren zeiden dat ik gek was. Sommigen voeldesi
zich persoonlijk beledigd omdat zij zelf iebs
anders hadden geschreven. Door mijn theorie
worden proefschriften van tafel geveegd. Je kimt
er bibliotheken van opstoken, maar dat mag e$n
mens er toch niet van weerhouden zijn mond
open te doen. De historicus die een gegronde
twijfel aan zogenaamde zekerheden van tafel
veegt omdat hij zelf nooit tot die twijfel kwarn, is
Albert Delahaye geeft nu toe dat zijn eerste
publicaties „gebrekkig geargumenteerd" waren.
Daarop werd hij dan ook aangevallen.„De ge
meente Nijmegen wilde mij zelfs een schrijfver
bod crrieggen, maar voordat het zover kwam
vertrok1 ik naar Brabant en daar ben ik verder
gegaan, met mijn onderzoekingen."
In 19C-6 verschenen zijn bevindingen in twee
wetenschappelijke boekwerken. De oplage was
klein. „.Die boeken werden doodgezwegen, al zei
de Ui^nmalige rijksarchivaris mr. Hardenberg
erovef .„Het is verrekt logisch wat die Delahaye
zegt,, rmaar hij moet ergens een denkfout ma
ken. Dat heb ik in het begin ook wel honderd
keer tegen mezelf gezegd."
„Ik Iben trouwens niet de eerste die in deze
rich'Clng denkt. In Nijmegen heb ik aantekenin
gen gevonden van een van mijn voorgangers,
archivaris Van Schevichaven, waaruit blijkt dat
hij :aaet dezelfde kwestie bezig is geweest. Hij is
op oen gegeven ogenblik abrupt met het onder
zoek gestopt, omdat hij zich te oud voelde ermee
door te gaan. Nadien heeft hij nooit meer één
woord over de historie van Nijmegen ge-
Sifiraeven."
Gilbert Delahaye is niet van plan zijn mond te
1-puden. Waarschijnlijk nog dit jaar zal er van
liem een populair gesteld boek.„met nieuwe on
bekende details" verschijnen onder de titel „De
'historische mythen van Nederland". Het ligt al
bij een uitgever. Albert zegt er enthousiast over:
„Ik ga de zaak nu aan het grote publiek voorleg
gen en ik maak me sterk dat ik tachtig procent
■van de mensen achter me krijg, want ik wil geen
gelijk krijgen, ik héb het."
Onwetenschappelijk
In wetenschappelijke kringen blijft men er lauw
onder. „Ze typeren het als onwetenschappelijk
Eedoe. Dat ze zo'n fundamentele vergissing heb-
en gemaakt slikken ze gewoon niet. En dat zo'n
manneke, die geen doctor is of professor voor
zijn naam heeft staan, dat allemaal durft te
beweren. Wanneer je niet in hun straatje praat
ben Je onwetenschappelijk", zegt Albert Dela
haye fel
Als ik hem vraag of hij er niet moedeloos van
wordt een roepende in de woestijn te zijn, antr
woordt Albert: „Het kan wel eens prikken, maar
het doet me minder dan vroeger. Ik heb nooit de
illusie gehad, dat wat ik hierover zou schrijven
een bestseller zou worden of dat ik er een lintje
voor zou krijgen. Dan was ik wel op de koffie
gekomen. Ik heb altijd geweten dat ik zwaar op
mijn duvel zou krijgen. Drie keer heb ik er een
promotie mee verspeeld, maar ik heb ook mede
standers, zelfs onder de professoren, al mag ik
hun namen niet hardop zeggen. Het kan nog een
tijd duren, waarschijnlijk zal ik het zelf niet
meer beleven, maar men komt er op terug. Dan
zuilen ze eerst een halve eeuw nodig hebnben om
het historisch puin op te ruimen."
(Binnenkort verschijnt in Trouw een interview
met prof. Willem van Es, directeur van de Rijks
dienst voor het oudheidkundig bodemonderzoek,
die een reactie zal geven op de beweringen van
Albert Delahay)
jr W
door Mink van Rijsdijk
Mijn grootmoeder heeft naar mijn weten nooit met
een parasol gelopen. Oudtante Agaath wel. maar zij
hoorde dan ook tot de deftige tak van de familie.
.Boven haar wagenwiel-grote hoed hanteerde zij op
zonnige dagen een écrukleurige parasol van Brussels
kant.
Tante Agaath was in haar dagen een schoonheid en
die zat vooral in haar delicate huid. Heel bijzonder
schijnt ze geweest te zijn. Mijn grootmoeder typeerde
het gelaat van haar zuster als roomblank. Hoed en
parasol dienden dan ook tot instandhouding van de
fraaie teint.
Ik ben er wel zeker van dat tante Agaath terstond een
vapeur gekregen zou hebben als ze had geweten dat
anno 1978 farmaceutische heren een pil uitvonden om
bruin te worden. Vapeurs zijn uit de mode. Jammer,
anders moesten we in ons land massaal een vapeur
ontwikkelen uit protest tegen het laatste snufje der
ijdelheid en de geldsmijterij van de bruinpil. Ik wil de
overdreven voorzorgen van mijn oudtante tegen de
zon niet verheerlijken. Integendeel, haar hele poes
pas komt me nogal overdreven voor, een beetje
leeghoofdig ook.
Zelf lig ik graag een uurtje in de zon en voel me
daarna een stuk fitter. Maar die bruinpil hoe krijgt
men het in Ra's naam uitgedacht. Zelfs als het
volkomen onschadelijk voor het menselijk interieur
zou zijn, vraag ik me nog af hoe men het zo bruin kan
bakken. Alsof we nog niet pillenziek genoeg zijn
vandaag de dag.
Om alle misverstanden over schijnheiligheid te voor
komen, haast ik me te zeggen dat ijdelheid bij me
hoort als mijn eigen neus. Verder vind ik mezelf
leuker om te zien als de zon me gekoesterd heeft,
inclusief de sproeten die uitbreken.
Maar er zijn gewoon grenzen, een mens mag uiteinde
lijk ook best eens ergens nee tegen zeggen.
,,Boe", hoor ik iemand roepen, ,,je bent wèl schijn
heilig, niet principieel en vooral ouderwets. Je
niet met je tijd mee." (Alsof de tijd ons de dii
aanreikt en het niet mensen zin die ons raanipuler
Ik wil trouwens ook helemaal niet aangepas
modern zijn als ik me bedenk welke kapitalen er
gemoeid waren voordat die pil op de markt
komen. ,,Boe", roept nu een ander, „dat is
marxistische benadering."
n mi
g is
makl
t bl<
gen
vei
■keei
eten
len
vroi
ireef
Daar zit je dan met je anti-bruinpil-gevoelens.
de een ben je te rechts, de ander scheldt je voor
Je deugt van geen kant. De verleiding is dan grooi
maar over te gaan tot de orde van de dag. Ook
een vergissing, want de orde van de dag is dat
met een natuurlijke bruine huid overal tweeden
burgers zijn. Voor hen is de bruinpil wel een uit
bittere pil. Hun hoon is terecht, we willen
worden maar vooral blank blijven.
™ciw
Ik zou iedere enthousiaste gebruiker van het nieu'
snoepgoed willen uitdagen: neem eens een fl
overdosis. Durf dat nou eens. Ga daarna op vak;
naar Zuid-Afrika. Je maakt een mooie kans niet
je blanke familie ter kerke te kunnen. Wat zou
goed zijn te voelen hoe dat aankomt. En
landgenoten, kom, waag eens een kansje, slik je
een paar graden bruiner dan je eigenlijk van plan
Meld je daarna voor een nieuwe baan. Voor je
weet, word je scheef aangekeken of lig je ergens o rgaa
buik op een station met een geweer in je rug.
«r
Dat wil natuurlijk niemand. Bovendien weten
goed waar we mee bezig zijn. Al slikken we ons
huid van ebbehout, we blijven de bevoorrechten
we waren.
De roomblanke huid van tante Agaath is uit de mi
net als de vapeur en dat is prima. Het leven is èr
stuk gezonder op geworden. Sjonge sjonge
gezond, onderuit gezakt bij de buis slikken we
bruin. Waarom nog langer zo pips om de neus?
zon huilt tranen met tuiten, die kan niet op tegei
onzindelijke concurrentie, maar de kassa rinkelt,
door Annemarie Lücker
Tot en met zaterdag 25 februari
voert Vroom Dreesmann een
groots opgezette India-actie in 44
vestigingen, waarbij in de grotere
filialen verschillende aantrekkelijke
activiteiten plaats vinden. Indiase
mannequins 'showen' de sari en et
nische kleding. Er zijn demonstra
ties door Indiase handwerklieden
van oude ambachten, zoals hout
snijwerk, koper graveren en het met
de hand bedrukken van textiel.
Naast het thee proeven en Indiaas
eten in alle V&D-restaurants, zijn er
foto-exposities en dia-presentaties.
Het artikelenpakket uit India is vol
ledig uit natuurlijke materialen ver
vaardigd en meestal met de hand
gemaakt De prijzen liggen voor
westerse maatstaven zeer laag. Op
modegebied valt er veel te zien,
want behalve een groot aanbod van
confectie zijn er pyamapakken voor
vrouwen en Kurda's voor mannen,
zoals die nog steeds worden gedra
gen in India. Een keur van schitte
rende zijden en katoenen stoffen en
met de hand bedrukte batik stoffen
in we
en. S
- be
1 lOOlt
in
igidstc
rnaa
en
;uik
welii
min
bjnig v:
gez
teho
gebi
te h!
ter ii
a tek:
per
uit 1
enz
eer 5
is c
SI
k. si
nen.
liktei
per
enii
Irop
vers
wel
dt c
redi
a di
iele
1 in
suih
VRAGEN uitsluitend in envelop sturen naar postbiJs 507. Voorbu
Per vraag oen gulden in postzegels, het liefst in waarden van 55
45 ets bijvoegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakkc
Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegi
tlf<
d.
ie
VRAAG: Over de titel „ing": Is deze
titel beschermd? Wie mogen in dat
geval die titel dragen? Wordt de titel
voor of achter de naam geplaatst?
Bij welk Koninklijk besluit wordt
dat regeled?
ANTWOORD: De titel „ing" werd bij
de wet van de 21 december 1972,
Staatsblad 759. wettelijk be
schermd. De titel ingenieur („ing")
mag worden gevoerd door: geslaag
den van eindexamen HTS of een
daarmee overeenkomende ingevolg
de de nijverheidsendernemingswet
gesubsidieerde school. Hogere land
bouwschool. of een daarmee over
eenkomende middelbare landbouw
school. een buitenlandse onderwijs
instelling. mits de titel gevoerd werd
met toestemming van de minister
van Onderwijs En anderen die ten
tijde van de Inwerkingtreding van
deze wet dan wel uiterlijk binnen
een Jaar daarna waren Ingeschreven
in het register van de Stichting Ing
Register te Eindhoven: De inwer
kingtreding geschiedde op 22 de
cember 1972. De wet zegt niets over
de plaats van de titel. Er wordt wel
eens geklaagd waarom moeten we
altijd zelf die wetten gaan opzoeken
in de bibliotheek? U kunt het even
goed meteen in de krant zetten. Zo
heel nu en dan zullen we dat doen,
maar we betwijfelen of het nu heel
interssante lectuur Is. voor mensen,
die niet betrokken zijn bij het onder
werp.
VRAAG: Wie heeft indertijd het Ne
derlandse aardgas naar Italië ver
kocht? Volgens mij was dat minister
Luns. Mijn tweede vraag: In hoever
re was de drs Den Uyl daarbij be
trokken? Graag duidelijk antwoord.
ANTWOORD: Die verkoop ge
schiedde onder verantwoordelijk
heid van de minister van Economi
sche Zakén Nelissen (KVP) onder
het kabinet-De Jong. Het contract
werd afgesloten op 23 maart 1971.
De onderhandelingen werden ge
voerd door minister Luns. Het con
tract had voornamelijk een politiek
doel en kwam tot stand in de tijd.
waarin men nog geloofde, dat zo
snel mogelijk gebruik van de aard
gasvoorraad economisch gewenst
was. Die inzichten zijn nu volkomen
veranderd. Uw tweede vraag is hier
mee ook beantwoord.
VRAAG: Ik heb een heel gekke fles.
Er zit een schenktuit aan en daarte
genover is een glazen holte weer in
die fles gebouwd, die naar bulten
open is. Wat zou het zijn?
ANTWOORD: In die rare binnenfles
worden ijsblokjes gedaan en men
sluit de opening met een flinke kurk
af. De drank wordt heerlijk koel en
als die kurk er maar stevig genoeg
Ingedrukt werd. is dat wel lekker.
Zit die kurk er niet stevig in, dan
maakt u mee, wat mij laatst over
kwam, toen een drankje uit een der
gelijk apparaat geserveerd werd:
een groot geplons over de tafel, een
ijsblokje precies tegen de rand van
eer> heel mooi glas: enfin ik was blij
niet de gastvrouw te zijn en u moet
maar voorzichtig zijn met dat
schenkmeubel.
VRAAG: Enkele iflren geleden stond
in Trouw het adres van een me
vrouw in Woerdetri, die een speciale
hulp was voor mejnsen met een fobie
of zoiets.
ANTWOORD: FJoewel uw brief op
z'n zachtst gezegd wel een beetje
vaag was hebben we via een aankon
diging van een bepaald programma
(Heel de mensk in de rubriek van
Ton Hydra het, adres en de naam
van mevrouw fi N. de Wolf Ferdi-
nandusse gevonden: v.d. Bouman-
laan 84 Woercjen, tel. 03480-12674.
Wij hebben hai fcr opgebeld. Mevrouw
de Wolf heeft len heel grote corres
pondentiekring; en de psychologen
hebben haar ;|ls een der hunnen
aanvaard. Het <was een heel prettig
gesprek. U kuilt mevrouw De Wolf
bellen of schrijven en een consult
aanvragen.
VRAAG Ik heb een walnoot, die met
een scharniert je open en dicht kan.
In de ene kant; is een spiegeltje be
vestigd en in dje andere helft zit een
koperen plaatje cnet allemaal uit
snijdingen. Writ zou het kunnen
zijn?
ANTWOORD W hebben wel eens
walnoten gezler< waarin een roze-
kransje geborge n werd. Het spiegel
tje in dit exempl» ar zou een poeder
donsje in de asnlere helft kunnen
doen vermoeden, maar waar zijn
dan die onregelmatige gaatjes voor.
Als iemand ooit zoiets gezien heeft,
houden we ons aanbevolen.
VRAAG Graag zou ik willen wete
in welk art. van het BW staat dat
opgaande bomen 2 m uit de erfschei-
ding moeten staan.
ANTWOORD Artikel 713 vermeldt
dit verbod „tenzij plaatselijke regle
menten of gebruiken dit toestaan".
U moet hiernaar zelf informeren op
het gemeentehuis, want u begrijpt
dat de moeilijkheden schuilen in het
gedeelte dat wij tussen aanhalings
tekens gezet hebben. Wij hebben nl
een paar Jaar geleden meegemaakt,
dat in één en dezelfde gemeente het
artikel 713 scherp werd toegepast en
tegelijkertijd in een ander gedeelte
van die gemeente het „gebruik" de
doorslag gaf.
VRAAG Hierbij een staaltje van de
stof van een ribcordvrijetijdspak.
Op het behandelingsvoorschrift
staat: 100% katoen, doublure/voe
ring 100% viscose en een doorge
kruiste wasteil. Hieruit begrijp ik
dat het pak niet gewassen mag wor
den. Mijn vraag is nu: als ik het pak
tóch was (ik was andere ribcordkle-
ding nl wèl zonder nadelige gevol
gen) wat zal dan het gevolg zijn.
ANTWOORD Uw staaltje heb ik ge
wassen en het daarbij flink verfrom
meld. Die „frommels" waren er niet
meer uit te borstelen na de behande
ling en het staaltje is er dan ook niet
mooier op geworden. MI klopt de
etikettering niet met de aanwijzin
gen, zoals die volgens de Ver. textle-
letikettering voor was en strljkbe-
handeling in elk kledingstuk aanwe
zig mee ten zijn (tel 070-630785). Het
wasboekje: „Het Was verkeer veilig
geregeld" en de waskaart, doof deze
ver. uitgegeven, hoort eigenlijk in
elk huis aanwezig te zijn.
VRAAG Enige weken geleden zagen
we een TV film over Mexico en in de
Gids was te lezen dat in het gevolg
van Cortes priesters en monniken
meetrokken enfin die priesters en
..e kerk kwamen er niet zo best van
af. Toevallig moest ik in Gent zijn
en daar staat een indrukwekkend
standbeeld van een Franciscaner-
monnik Pedro de Gante (Pieter van
Gent) met een Indiaanskind en op
het standbeeld de mededeling dat
deze Pieter van Gent (1480-1572) ge
durende 50 jaar opvoeder, bescher
mer en vader der indianen was. Hoe
zit dat? Blijkbaar waren toch niet
alle priesters in Mexico dienaren
van geweld en hebzucht.
ANTWOORD Niet alleen in Oent.
maar ook in Mexico City is dit
prachtige beeld te vinden. Twee jaar
nadat Cortes Mexico binnentrok,
vroeg Broeder Pieter met twee ande
re lekebroeders van St. Frandiscus
uitgezonden te mogen worden naar
het Nieuwe Spanje. Ze legden zich
toe op de taal en na de gewelddadige
dood van zijn collega's deed Pieter
het in zijn eentje: Hij had een stelsel
van verplicht onderwijs, waarbij 's
morgens de kinderen van de boeren
en arbeiders godsdienstles ontvin
gen en verder onderricht. Hij maak
te daar gebruik van een door hem
zelf getekend boekje, waarin geen
letter voorkwam, voor zijn\ leerlin
gen die gewend waren aan dergelij
ke „stripverhalen" zoals we ze zou
den kunnen noemen, 's Middags gin
gen de kinderen naar huis om de
ouders bij het werk te helpen. Ook
meisjes moesten deze scholen be
zoeken. Na een poosje begon Pedro
ook beroepsscholen te organiseren.
Hij had groot aanzien en was zeer
geliefd bij de Indianen, maar niet bij
de goudminnende autoriteiten, zo
dat de heel oude broeder een tijd
lang in ballingschap moest leven.
Zijn terugkeer bij zijn „kinderen"
was teveel voor de 92-jarige. Door de
Mexicanen wordt hij nog steeds als
een nationale figuur beschouwd. We
waren blij over dit onderwerp te
vinden een belangrijk artikel van
JHA de Ridder (met bereikbare lite
ratuurlijst) in het decembernummer
77 van Spiegel Historiael.
VRAAG Na 10 jaar weduwnaar ge
weest te zijn wil ik weer gaan trou
wen. Bij de dood van mijn eerste
vrouw hebben we volgens alle bepa
lingen het bezit gedeeld: de 4 kinde
ren 4 delen en ikzelf 6. De meubels
opgeschreven op een lijstje, maar
die wil ik zelf toch nog wel gebrui
ken en dat vonden ze goed. Hoe gaat
het nu. als ik kom te overlijden. Mijn
tweede vrouw is niet eerder ge
trouwd geweest. Zij heeft een huis
en enig bezit. Nu zeggen de mensen:
„je moet op voorwaarden trouwen",
maar ik vind dat net of je elkaar niet
vertrouwt en dat mag toch niet in
een huwelijk. Wat vindt u daar nu
van?
ANTWOORD Huwelijkse Voorwaar
den te laten vaststellen heeft niets
te maken met meer of minder ver
trouwen. maar het is wel een zaak
van wijs beleid, vooral als de man
wat kapitaalbezit (èn kinderen uit
een eerste huwelijk) en de vrouw een
eigen huis. Het beste is dat u n
aanstaande vrouw eens bij deUZ(
ris een afspraak maakt en h<
voordelen eens, oók aan de
van cijfers uit laat leggen. Oo 'tei
een testament kan gepraat w me
Het is verstandig dat u de belt ji
gen bij de dood van uw eerste
heeft gedeeld en/of opgetekem
zelfde zakelijkheid wordt oi
van u verwacht.
1 v
de
toi
i
VRAAG Elk Jaar verbouw ik ii ir
volkstuin zomer en winterpe sti
de winterpeen komt steeds v st\'
„kanker" voor. Wil u mij een b
dingsmiddel tegen dit
noemen?
■na
ANTWOORD U zou hiervoor I >er
kunnen vngen bij de Rijk tij
bouwconsulent van uw rayon
gemeentehuls weet men het
of een paar aangetaste wortell iv;
een plastic ïakje met een moice
van de aardt zenden naar de i
tenziektekundige dienst te ter
ningen. Ik ksn het ook daar ;h
informeren, maar zonder matf
heeft het geen zin.