M 'Geschiedschrijving tot tiende eeuw is van a tot z vals' Slikken maar ri Warenhuis in teken van India UW PROBLEEM Albert Delahaye: 'Ik wil geen gelijk, ik heb het' rac MAANDAG 20 FEBRUARI 1978 VARIA Trouw/Kwartet door Fred Lammers KLUNDERT ..De geschiedschrijving over Nederland tot de tiende eeuw is van a tot z vals, niet een klein beetje, maar finaal." Na zich ruim dertig jaar te heb ben verdiept in archiefstukken uit het grijze verleden en archeologische vond sten. die al dan niet zijn gedaan, durft Albert Delahaye, hoofd van het streekar- chivariaat „Nassau-Brabant", dat zeven tien gemeenten in Noord-Brabant omvat, deze boute bewering uit volle overtuiging te doen. Dat de Romeinen hier In onze prille historie zijn geweest, kan Delahaye niet ontkennen, gezien de vele bodemvondsten uit die tijd. Wel dat lang geleden in deze streken Bataven voorkwamen. Dat wij. zoals een lied zegt, ..het nakroost van die gespierde braven" zouden zijn. kunnen we maar beter vergeten „Ze hebben hier geen poot aan de grond gezet. Voor Willebrord en Bonilatius geldt hetzelfde", beweert Albert Delahaye. De Friezen moeten zich er maar mee verzoenen dat hun geschiedenis lang niet zo ver teruggaat als zij denken, al staat daar tegenover, dat zij er geen slapeloze nachten meer over hoeven te hebben dat hun voorvaderen gewelddadig een eind heb ben gemaakt aan het leven van Bonilatius. De Noormannen hebben onze voorouders nooit be laagd. Karei de Grote resideerde niet in Nijme gen en Wijk bij Duurstede is nimmer geweest, waarvoor ze het hebben gehouden. Dorestad heeft wel bestaan, maar dan in het noorden van Frankrijk. Daar moeten we alle gebeurtenissen waarmee wij onze vroege historie hebben aangekleed plaatsen, als we Albert Delahaye geloven mogen. Wat Dorestad betreft zegt hij er niets tegen te hebben dat de archeologen hoog opgeven over hun ontdekkingen. „Je moet Dorestad echter niet in een bepaalde tijd dwingen, zoals de archeologen nu doen. Ze plakken er een verkeerd etiket op!" Welk etiket dat dan wel moet zijn? „Een van de 25 plaatsen die de geschiedschrijver Melis Stoke noemde in zijn Rijmdicht dat eind dertiende eeuw verscheen en die nooit zijn gelo kaliseerd". vindt Delahaye. Zuut Hardeshage komt er het meest voor in aanmerking. Kerkrade Archivaris Delahaye heeft zijn van de gangbare theorieën afwijkende opvattingen langzamer hand opgebouwd. Zijn grote Interesse voor ge schiedenis op het paterscollege in Schimmert. waar Albert zijn middelbare schoolopleiding kreeg, deed hem als archivaris in het stadhuis van Kerkrade belanden. „Drie Jaar heb ik het daar uitgehouden. Het archief in Kerkrade stelt niet veel voor. Toen ik in 1946 kans kreeg archi varis in Nijmegen te worden een stad met een grote historie ben ik erop afgesprongen als een bok op een haverkist Al gauw kreeg ik mijn eerste twijfels, niet omdat ik bijzondere docu menten in handen kreeg, maar gewoon bij het bestuderen van de plattegrond van Nijmegen. Toen Ik er dieper op inging, kon ik tot geen andere conclusie komen dan dat de burcht, die de Duitse keizer Frederik Barbarossa omstreeks 1155 in Nijmegen bouwde, later ten onrechte voor een oude residentie van Karei de Grote is aangezien. Volgens een bewaard gebleven gevel steen herstelde Frederik Barbarossa het kasteel, eertijds door Julius Caesar gesticht. Het oudste document dat over Nijmegen handelt dateert van 1196 Er Is geen enkele aanwijzing die erop duidt dat de stad tussen 250 en 1100 bestond." Hoe het dan mogelijk is geweest dat ledereen zich zo lang in het ootje heeft laten nemen? Albert Delahaye heeft er zijn verklaring voor. Nijmegen werd vroeger Noviomagus genoemd. Er waren echter wel tien steden die zo heetten. Het Franse Noyon ook en het is volgens de archivaris daar dat zich de voorvallen, waar Nijmegen zijn roemrijke verleden op baseert, in werkelijkheid hebben voorgedaan. Duitse histo- te vergefijken met een goudsmid die gewaar schuwd wordt dat er misschien koper in zijn potje zit en toch doorgaat dit voor 18-karaats te verkopen. „Ik heb me altijd getroost met de opvatting dat wanneer de historische wetenschap zo reageert, er wat foiut zit. Als je iets een sof vindt, maak je Je er nlet> zo druk over. Ik kan me aan de andere kant best Indenken dat velen teleurgesteld zijn door mijciconclusles. Ik herinner me dat na een lezing vi&or scholleren in Nijmegen een meisje naar mej .toekwam, die bijna in tranen uitriep: .Meneer; als u het allemaal zo goed weet, had dan uw monfl gehouden en ons tenminste de Illusie gelaten,,' Zo denken velen erover. Onbewust ver langt e-en mens nnar een voorgeschiedenis. Het is niet leuk als die wegvalt." Schrijfverbod ALBERT DELAHAYE heuvels op de Veluwe oude duinen. rici hebben de bischoppen van Noyon ten on rechte In Nijmegen neergezet, en monniken, vooral in de abdij van Egmond, die oude teksten kopieërden, hebben al die gebeurtenissen in Frankrijk naar zich toe geschreven. Daarop is later voortgeborduurd. Overstromingen Voor Utrecht, het vroegere Trajectum, is het van hetzelfde laken een pak. Daarmee is het Franse Toumehem bedoeld. Vandaar dat men in Utrecht bodemvondsten uit de Romeinse tijd doet en meteen daarop volgend uit de middel eeuwen. „In de tussenliggende periode was Ne derland vrijwel onbewoond. De Romeinen verlie ten deze gebieden, omdat ze werden verdreven door overstromingen, die een groot deel van het toenmalige Nederlandse grondgebied van de kaart veegde. We moeten ons het Nederland van de derde tot de negende eeuw voorstellen als een gebied dat er uitzag als nu de Vinkevaense Plassen. De heuvels op de Veluwè zijn oude duinen, wat niet betekent dat de streek die noordelijker lag goed begaanbaar was. Deventer zou er daarom verstandig aan doen de banden die het meent te hebben met St. Lebüinus af te schrijven. Deze geestelijke opereerde ook in Frankrijk, waar Albert eveneens het Almere, het meer dat voor afging aan de latere Zuidereee, heeft gelokali seerd. Het was naar hij meent te weten een zeearm tussen Calais en Duinkerke. Bonifatius werd ten noorden van dit Almere, in de omge-, ving van Hazebroek vermoord. Lang heeft Al* bert Delahaye gezwegen. Toen hij in 1955 zijn eerste publikatle deed. waarin hij Nijmegens historie dubieus maakte, werd dat hem niet in dank afgenomen. „Ze dachten eerst dat ik een grapje maakte. Maar nadat was gebleken dat hel mij volle emst was, brak de storm los. Professo ren zeiden dat ik gek was. Sommigen voeldesi zich persoonlijk beledigd omdat zij zelf iebs anders hadden geschreven. Door mijn theorie worden proefschriften van tafel geveegd. Je kimt er bibliotheken van opstoken, maar dat mag e$n mens er toch niet van weerhouden zijn mond open te doen. De historicus die een gegronde twijfel aan zogenaamde zekerheden van tafel veegt omdat hij zelf nooit tot die twijfel kwarn, is Albert Delahaye geeft nu toe dat zijn eerste publicaties „gebrekkig geargumenteerd" waren. Daarop werd hij dan ook aangevallen.„De ge meente Nijmegen wilde mij zelfs een schrijfver bod crrieggen, maar voordat het zover kwam vertrok1 ik naar Brabant en daar ben ik verder gegaan, met mijn onderzoekingen." In 19C-6 verschenen zijn bevindingen in twee wetenschappelijke boekwerken. De oplage was klein. „.Die boeken werden doodgezwegen, al zei de Ui^nmalige rijksarchivaris mr. Hardenberg erovef .„Het is verrekt logisch wat die Delahaye zegt,, rmaar hij moet ergens een denkfout ma ken. Dat heb ik in het begin ook wel honderd keer tegen mezelf gezegd." „Ik Iben trouwens niet de eerste die in deze rich'Clng denkt. In Nijmegen heb ik aantekenin gen gevonden van een van mijn voorgangers, archivaris Van Schevichaven, waaruit blijkt dat hij :aaet dezelfde kwestie bezig is geweest. Hij is op oen gegeven ogenblik abrupt met het onder zoek gestopt, omdat hij zich te oud voelde ermee door te gaan. Nadien heeft hij nooit meer één woord over de historie van Nijmegen ge- Sifiraeven." Gilbert Delahaye is niet van plan zijn mond te 1-puden. Waarschijnlijk nog dit jaar zal er van liem een populair gesteld boek.„met nieuwe on bekende details" verschijnen onder de titel „De 'historische mythen van Nederland". Het ligt al bij een uitgever. Albert zegt er enthousiast over: „Ik ga de zaak nu aan het grote publiek voorleg gen en ik maak me sterk dat ik tachtig procent ■van de mensen achter me krijg, want ik wil geen gelijk krijgen, ik héb het." Onwetenschappelijk In wetenschappelijke kringen blijft men er lauw onder. „Ze typeren het als onwetenschappelijk Eedoe. Dat ze zo'n fundamentele vergissing heb- en gemaakt slikken ze gewoon niet. En dat zo'n manneke, die geen doctor is of professor voor zijn naam heeft staan, dat allemaal durft te beweren. Wanneer je niet in hun straatje praat ben Je onwetenschappelijk", zegt Albert Dela haye fel Als ik hem vraag of hij er niet moedeloos van wordt een roepende in de woestijn te zijn, antr woordt Albert: „Het kan wel eens prikken, maar het doet me minder dan vroeger. Ik heb nooit de illusie gehad, dat wat ik hierover zou schrijven een bestseller zou worden of dat ik er een lintje voor zou krijgen. Dan was ik wel op de koffie gekomen. Ik heb altijd geweten dat ik zwaar op mijn duvel zou krijgen. Drie keer heb ik er een promotie mee verspeeld, maar ik heb ook mede standers, zelfs onder de professoren, al mag ik hun namen niet hardop zeggen. Het kan nog een tijd duren, waarschijnlijk zal ik het zelf niet meer beleven, maar men komt er op terug. Dan zuilen ze eerst een halve eeuw nodig hebnben om het historisch puin op te ruimen." (Binnenkort verschijnt in Trouw een interview met prof. Willem van Es, directeur van de Rijks dienst voor het oudheidkundig bodemonderzoek, die een reactie zal geven op de beweringen van Albert Delahay) jr W door Mink van Rijsdijk Mijn grootmoeder heeft naar mijn weten nooit met een parasol gelopen. Oudtante Agaath wel. maar zij hoorde dan ook tot de deftige tak van de familie. .Boven haar wagenwiel-grote hoed hanteerde zij op zonnige dagen een écrukleurige parasol van Brussels kant. Tante Agaath was in haar dagen een schoonheid en die zat vooral in haar delicate huid. Heel bijzonder schijnt ze geweest te zijn. Mijn grootmoeder typeerde het gelaat van haar zuster als roomblank. Hoed en parasol dienden dan ook tot instandhouding van de fraaie teint. Ik ben er wel zeker van dat tante Agaath terstond een vapeur gekregen zou hebben als ze had geweten dat anno 1978 farmaceutische heren een pil uitvonden om bruin te worden. Vapeurs zijn uit de mode. Jammer, anders moesten we in ons land massaal een vapeur ontwikkelen uit protest tegen het laatste snufje der ijdelheid en de geldsmijterij van de bruinpil. Ik wil de overdreven voorzorgen van mijn oudtante tegen de zon niet verheerlijken. Integendeel, haar hele poes pas komt me nogal overdreven voor, een beetje leeghoofdig ook. Zelf lig ik graag een uurtje in de zon en voel me daarna een stuk fitter. Maar die bruinpil hoe krijgt men het in Ra's naam uitgedacht. Zelfs als het volkomen onschadelijk voor het menselijk interieur zou zijn, vraag ik me nog af hoe men het zo bruin kan bakken. Alsof we nog niet pillenziek genoeg zijn vandaag de dag. Om alle misverstanden over schijnheiligheid te voor komen, haast ik me te zeggen dat ijdelheid bij me hoort als mijn eigen neus. Verder vind ik mezelf leuker om te zien als de zon me gekoesterd heeft, inclusief de sproeten die uitbreken. Maar er zijn gewoon grenzen, een mens mag uiteinde lijk ook best eens ergens nee tegen zeggen. ,,Boe", hoor ik iemand roepen, ,,je bent wèl schijn heilig, niet principieel en vooral ouderwets. Je niet met je tijd mee." (Alsof de tijd ons de dii aanreikt en het niet mensen zin die ons raanipuler Ik wil trouwens ook helemaal niet aangepas modern zijn als ik me bedenk welke kapitalen er gemoeid waren voordat die pil op de markt komen. ,,Boe", roept nu een ander, „dat is marxistische benadering." n mi g is makl t bl< gen vei ■keei eten len vroi ireef Daar zit je dan met je anti-bruinpil-gevoelens. de een ben je te rechts, de ander scheldt je voor Je deugt van geen kant. De verleiding is dan grooi maar over te gaan tot de orde van de dag. Ook een vergissing, want de orde van de dag is dat met een natuurlijke bruine huid overal tweeden burgers zijn. Voor hen is de bruinpil wel een uit bittere pil. Hun hoon is terecht, we willen worden maar vooral blank blijven. ™ciw Ik zou iedere enthousiaste gebruiker van het nieu' snoepgoed willen uitdagen: neem eens een fl overdosis. Durf dat nou eens. Ga daarna op vak; naar Zuid-Afrika. Je maakt een mooie kans niet je blanke familie ter kerke te kunnen. Wat zou goed zijn te voelen hoe dat aankomt. En landgenoten, kom, waag eens een kansje, slik je een paar graden bruiner dan je eigenlijk van plan Meld je daarna voor een nieuwe baan. Voor je weet, word je scheef aangekeken of lig je ergens o rgaa buik op een station met een geweer in je rug. «r Dat wil natuurlijk niemand. Bovendien weten goed waar we mee bezig zijn. Al slikken we ons huid van ebbehout, we blijven de bevoorrechten we waren. De roomblanke huid van tante Agaath is uit de mi net als de vapeur en dat is prima. Het leven is èr stuk gezonder op geworden. Sjonge sjonge gezond, onderuit gezakt bij de buis slikken we bruin. Waarom nog langer zo pips om de neus? zon huilt tranen met tuiten, die kan niet op tegei onzindelijke concurrentie, maar de kassa rinkelt, door Annemarie Lücker Tot en met zaterdag 25 februari voert Vroom Dreesmann een groots opgezette India-actie in 44 vestigingen, waarbij in de grotere filialen verschillende aantrekkelijke activiteiten plaats vinden. Indiase mannequins 'showen' de sari en et nische kleding. Er zijn demonstra ties door Indiase handwerklieden van oude ambachten, zoals hout snijwerk, koper graveren en het met de hand bedrukken van textiel. Naast het thee proeven en Indiaas eten in alle V&D-restaurants, zijn er foto-exposities en dia-presentaties. Het artikelenpakket uit India is vol ledig uit natuurlijke materialen ver vaardigd en meestal met de hand gemaakt De prijzen liggen voor westerse maatstaven zeer laag. Op modegebied valt er veel te zien, want behalve een groot aanbod van confectie zijn er pyamapakken voor vrouwen en Kurda's voor mannen, zoals die nog steeds worden gedra gen in India. Een keur van schitte rende zijden en katoenen stoffen en met de hand bedrukte batik stoffen in we en. S - be 1 lOOlt in igidstc rnaa en ;uik welii min bjnig v: gez teho gebi te h! ter ii a tek: per uit 1 enz eer 5 is c SI k. si nen. liktei per enii Irop vers wel dt c redi a di iele 1 in suih VRAGEN uitsluitend in envelop sturen naar postbiJs 507. Voorbu Per vraag oen gulden in postzegels, het liefst in waarden van 55 45 ets bijvoegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakkc Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegi tlf< d. ie VRAAG: Over de titel „ing": Is deze titel beschermd? Wie mogen in dat geval die titel dragen? Wordt de titel voor of achter de naam geplaatst? Bij welk Koninklijk besluit wordt dat regeled? ANTWOORD: De titel „ing" werd bij de wet van de 21 december 1972, Staatsblad 759. wettelijk be schermd. De titel ingenieur („ing") mag worden gevoerd door: geslaag den van eindexamen HTS of een daarmee overeenkomende ingevolg de de nijverheidsendernemingswet gesubsidieerde school. Hogere land bouwschool. of een daarmee over eenkomende middelbare landbouw school. een buitenlandse onderwijs instelling. mits de titel gevoerd werd met toestemming van de minister van Onderwijs En anderen die ten tijde van de Inwerkingtreding van deze wet dan wel uiterlijk binnen een Jaar daarna waren Ingeschreven in het register van de Stichting Ing Register te Eindhoven: De inwer kingtreding geschiedde op 22 de cember 1972. De wet zegt niets over de plaats van de titel. Er wordt wel eens geklaagd waarom moeten we altijd zelf die wetten gaan opzoeken in de bibliotheek? U kunt het even goed meteen in de krant zetten. Zo heel nu en dan zullen we dat doen, maar we betwijfelen of het nu heel interssante lectuur Is. voor mensen, die niet betrokken zijn bij het onder werp. VRAAG: Wie heeft indertijd het Ne derlandse aardgas naar Italië ver kocht? Volgens mij was dat minister Luns. Mijn tweede vraag: In hoever re was de drs Den Uyl daarbij be trokken? Graag duidelijk antwoord. ANTWOORD: Die verkoop ge schiedde onder verantwoordelijk heid van de minister van Economi sche Zakén Nelissen (KVP) onder het kabinet-De Jong. Het contract werd afgesloten op 23 maart 1971. De onderhandelingen werden ge voerd door minister Luns. Het con tract had voornamelijk een politiek doel en kwam tot stand in de tijd. waarin men nog geloofde, dat zo snel mogelijk gebruik van de aard gasvoorraad economisch gewenst was. Die inzichten zijn nu volkomen veranderd. Uw tweede vraag is hier mee ook beantwoord. VRAAG: Ik heb een heel gekke fles. Er zit een schenktuit aan en daarte genover is een glazen holte weer in die fles gebouwd, die naar bulten open is. Wat zou het zijn? ANTWOORD: In die rare binnenfles worden ijsblokjes gedaan en men sluit de opening met een flinke kurk af. De drank wordt heerlijk koel en als die kurk er maar stevig genoeg Ingedrukt werd. is dat wel lekker. Zit die kurk er niet stevig in, dan maakt u mee, wat mij laatst over kwam, toen een drankje uit een der gelijk apparaat geserveerd werd: een groot geplons over de tafel, een ijsblokje precies tegen de rand van eer> heel mooi glas: enfin ik was blij niet de gastvrouw te zijn en u moet maar voorzichtig zijn met dat schenkmeubel. VRAAG: Enkele iflren geleden stond in Trouw het adres van een me vrouw in Woerdetri, die een speciale hulp was voor mejnsen met een fobie of zoiets. ANTWOORD: FJoewel uw brief op z'n zachtst gezegd wel een beetje vaag was hebben we via een aankon diging van een bepaald programma (Heel de mensk in de rubriek van Ton Hydra het, adres en de naam van mevrouw fi N. de Wolf Ferdi- nandusse gevonden: v.d. Bouman- laan 84 Woercjen, tel. 03480-12674. Wij hebben hai fcr opgebeld. Mevrouw de Wolf heeft len heel grote corres pondentiekring; en de psychologen hebben haar ;|ls een der hunnen aanvaard. Het <was een heel prettig gesprek. U kuilt mevrouw De Wolf bellen of schrijven en een consult aanvragen. VRAAG Ik heb een walnoot, die met een scharniert je open en dicht kan. In de ene kant; is een spiegeltje be vestigd en in dje andere helft zit een koperen plaatje cnet allemaal uit snijdingen. Writ zou het kunnen zijn? ANTWOORD W hebben wel eens walnoten gezler< waarin een roze- kransje geborge n werd. Het spiegel tje in dit exempl» ar zou een poeder donsje in de asnlere helft kunnen doen vermoeden, maar waar zijn dan die onregelmatige gaatjes voor. Als iemand ooit zoiets gezien heeft, houden we ons aanbevolen. VRAAG Graag zou ik willen wete in welk art. van het BW staat dat opgaande bomen 2 m uit de erfschei- ding moeten staan. ANTWOORD Artikel 713 vermeldt dit verbod „tenzij plaatselijke regle menten of gebruiken dit toestaan". U moet hiernaar zelf informeren op het gemeentehuis, want u begrijpt dat de moeilijkheden schuilen in het gedeelte dat wij tussen aanhalings tekens gezet hebben. Wij hebben nl een paar Jaar geleden meegemaakt, dat in één en dezelfde gemeente het artikel 713 scherp werd toegepast en tegelijkertijd in een ander gedeelte van die gemeente het „gebruik" de doorslag gaf. VRAAG Hierbij een staaltje van de stof van een ribcordvrijetijdspak. Op het behandelingsvoorschrift staat: 100% katoen, doublure/voe ring 100% viscose en een doorge kruiste wasteil. Hieruit begrijp ik dat het pak niet gewassen mag wor den. Mijn vraag is nu: als ik het pak tóch was (ik was andere ribcordkle- ding nl wèl zonder nadelige gevol gen) wat zal dan het gevolg zijn. ANTWOORD Uw staaltje heb ik ge wassen en het daarbij flink verfrom meld. Die „frommels" waren er niet meer uit te borstelen na de behande ling en het staaltje is er dan ook niet mooier op geworden. MI klopt de etikettering niet met de aanwijzin gen, zoals die volgens de Ver. textle- letikettering voor was en strljkbe- handeling in elk kledingstuk aanwe zig mee ten zijn (tel 070-630785). Het wasboekje: „Het Was verkeer veilig geregeld" en de waskaart, doof deze ver. uitgegeven, hoort eigenlijk in elk huis aanwezig te zijn. VRAAG Enige weken geleden zagen we een TV film over Mexico en in de Gids was te lezen dat in het gevolg van Cortes priesters en monniken meetrokken enfin die priesters en ..e kerk kwamen er niet zo best van af. Toevallig moest ik in Gent zijn en daar staat een indrukwekkend standbeeld van een Franciscaner- monnik Pedro de Gante (Pieter van Gent) met een Indiaanskind en op het standbeeld de mededeling dat deze Pieter van Gent (1480-1572) ge durende 50 jaar opvoeder, bescher mer en vader der indianen was. Hoe zit dat? Blijkbaar waren toch niet alle priesters in Mexico dienaren van geweld en hebzucht. ANTWOORD Niet alleen in Oent. maar ook in Mexico City is dit prachtige beeld te vinden. Twee jaar nadat Cortes Mexico binnentrok, vroeg Broeder Pieter met twee ande re lekebroeders van St. Frandiscus uitgezonden te mogen worden naar het Nieuwe Spanje. Ze legden zich toe op de taal en na de gewelddadige dood van zijn collega's deed Pieter het in zijn eentje: Hij had een stelsel van verplicht onderwijs, waarbij 's morgens de kinderen van de boeren en arbeiders godsdienstles ontvin gen en verder onderricht. Hij maak te daar gebruik van een door hem zelf getekend boekje, waarin geen letter voorkwam, voor zijn\ leerlin gen die gewend waren aan dergelij ke „stripverhalen" zoals we ze zou den kunnen noemen, 's Middags gin gen de kinderen naar huis om de ouders bij het werk te helpen. Ook meisjes moesten deze scholen be zoeken. Na een poosje begon Pedro ook beroepsscholen te organiseren. Hij had groot aanzien en was zeer geliefd bij de Indianen, maar niet bij de goudminnende autoriteiten, zo dat de heel oude broeder een tijd lang in ballingschap moest leven. Zijn terugkeer bij zijn „kinderen" was teveel voor de 92-jarige. Door de Mexicanen wordt hij nog steeds als een nationale figuur beschouwd. We waren blij over dit onderwerp te vinden een belangrijk artikel van JHA de Ridder (met bereikbare lite ratuurlijst) in het decembernummer 77 van Spiegel Historiael. VRAAG Na 10 jaar weduwnaar ge weest te zijn wil ik weer gaan trou wen. Bij de dood van mijn eerste vrouw hebben we volgens alle bepa lingen het bezit gedeeld: de 4 kinde ren 4 delen en ikzelf 6. De meubels opgeschreven op een lijstje, maar die wil ik zelf toch nog wel gebrui ken en dat vonden ze goed. Hoe gaat het nu. als ik kom te overlijden. Mijn tweede vrouw is niet eerder ge trouwd geweest. Zij heeft een huis en enig bezit. Nu zeggen de mensen: „je moet op voorwaarden trouwen", maar ik vind dat net of je elkaar niet vertrouwt en dat mag toch niet in een huwelijk. Wat vindt u daar nu van? ANTWOORD Huwelijkse Voorwaar den te laten vaststellen heeft niets te maken met meer of minder ver trouwen. maar het is wel een zaak van wijs beleid, vooral als de man wat kapitaalbezit (èn kinderen uit een eerste huwelijk) en de vrouw een eigen huis. Het beste is dat u n aanstaande vrouw eens bij deUZ( ris een afspraak maakt en h< voordelen eens, oók aan de van cijfers uit laat leggen. Oo 'tei een testament kan gepraat w me Het is verstandig dat u de belt ji gen bij de dood van uw eerste heeft gedeeld en/of opgetekem zelfde zakelijkheid wordt oi van u verwacht. 1 v de toi i VRAAG Elk Jaar verbouw ik ii ir volkstuin zomer en winterpe sti de winterpeen komt steeds v st\' „kanker" voor. Wil u mij een b dingsmiddel tegen dit noemen? ■na ANTWOORD U zou hiervoor I >er kunnen vngen bij de Rijk tij bouwconsulent van uw rayon gemeentehuls weet men het of een paar aangetaste wortell iv; een plastic ïakje met een moice van de aardt zenden naar de i tenziektekundige dienst te ter ningen. Ik ksn het ook daar ;h informeren, maar zonder matf heeft het geen zin.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 6