Heb jij je hoedje op
van de bedeeling
"ÏK-B-Sr
We moeten niet
naar de kerk,
we mógen
-N
Fj^^pzoek
^naar de feiten
'Veritas'
VANDAAG
Voorbijganger
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1978
KERK
Trouw/Kwartet
door dr. C. Rijnsdorp
Uil de beginjaren van deze
eeuw herinner ik mij een Rot
terdams straatliedje: ..Heb jij
je hoedje op Van de bedee-
lirig. Ben jij daar kwaad om
Dal ik bel weet?" En nog een
ander rijmpje: ..Vrouu Van
Cogh Leef je nogJa. ver
driet Zoals je ziet."
Sporen van diepe en wijdverbreide
armoede in het oude Rotterdam
Men proeft er ook uit. dat be-
deéld worden, in de meeste geval
len onontkoombaar, als extra ver
driet werd ervaren. Maar ..men leef
de nog"
Dr P. A C Douwes was twintig jaar
geleden vicaris van de hervormde
wijkgemeente Rotterdam-Croos-
wijk. Hij maakte deel uit van de
groep medewerkers rondom ds G
van Veldhuizen, wijd en zijd be
kend vanwege diens voorbeeldig
experimenteel kerkewerk -Toen dit
wijkwerk in 1957 zijn tienjarig be
staan vierde, moest men constate
ren dat door de sterk veranderde
omstandigheden dit werk om zo te
zeggen weer van voren af aan
moest beginnen.
Brede studie
In die situatie onstond bij dr Dou
wes het idee van een breed opgezet
te studie over de hervormde diaco
nie te Rotterdam in de negentiende
eeuw Dit werk. rijk gedocumen
teerd en geïllustreerd, is thans bij
Interbook International BV.
Schiedam verschenen en verkrijg
baar voor de prijs van 85 gulden
Het telt 320 bladzijden, met aan het
slot een in het Engels gestelde
Summary (samenvatting). Ook zijn
er uitgebreide Aantekeningen, een
naamregister en een lijst van de 52
hoogst interessante illustraties. Als
hoofdtitel is gekozen Armenkerk.
want de bedéling was gekoppeld
aan gecontroleerd kerkbezoek.
Na twee inleidende hoofdstukken
over Rotterdam en de hervormde
gemeente wordt in zes hoofdstuk
ken het veld geschetst, waarbinnen
het werk van de diaconie zich be-
De armenkerk gaat uit. Foto uit omstreeks 1908 (illustratie uit „Armenkerk").
woog Ter sprake komen de armen,
de armenzorg, de diakenen, de or
ganisatie van de diaconie, de finan
ciering en de verhouding met de
kerkelijke gemeente. Vervolgens,
in vijf hoofdstukken, het werk van
de diakenen, de bedéling, de medi
sche zorg. de scholen, de gestichten
en de geestelijke verzorging. Het
slothoofdstuk geeft enkele algeme
ne lijnen aan en maakt een soort
balans op.
Armenkerk
De titel ..Armenkerk" slaat aller
eerst op de kerkdiensten, die ruim
honderd jaar lang in het Schotse
kerkje aan de Lombardstraat spe
ciaal voor de bedeelden van de dia
conie werden gehouden. De schrij
ver hoort in deze titel meeklinken
de relatie tussen arme en kerk en
zelfs het kritische „arme kerk", dit
vanwege ..de verlegenheid van een
kerk. die niets anders heeft om van
te leven dan het brood der genade"
(bl. XI).
Een goed historicus beoordeelt niet
alleen geschriften naar hun datum,
maar ook instellingen, gebruiken,
toestanden en personen. In dit op
zicht betoont de auteur zich een
goed geschiedschrijver. Maar zijn
kennelijke sympathie voor boven
de middelmaat uitstekende figu
ren. zoals b.v. H. W. A. van Oordt,
diaken van 1834-1857, aan wie hij
ook een afzonderlijk geschreven
portret wijdt, is indirect een veroor
deling van de destijds heersende
opvattingen omtrent het diaco
naat.
Isolement
Aan het begin van de 19e eeuw
immers was het diakenschap nog
voor jonge mannen uit de gegoede
kringen een opstap naar een latere,
maatschappelijke carrière. Daarna
zakte het aanzien van het diaken
schap af. hetgeen enigermate kon
worden goedgemaakt door hun
grotere aantal dan dat der ouder
lingen. Toen die getalsverhouding
gelijkgetrokken was. werden de di
akenen in een soort isolement ge
drongen en waren zij echt de min
deren van predikanten en ouderlin
gen. Tot die vermindering van het
aanzien droeg ook bij. dat het Ré
veil sterk de nadruk legde op de
ziel. zodat de diaken Willem Mes-
schert (Nederlands boekhandelaar
en dichter. 1790-1844 in 1833 kon
schrijven: „Niet de verdrukte broe
der. maar de verdrukte waarheid
H. W. A. van Oordt (illustratie uit „Armenkerk").
moet ons het naast aan het hart
liggen". Messcherts romantisch
dichtwerk De gouden bruiloft van
1825 is typerend voor het Hollandse
burgerdom van het begin der 19e
eeuw. Van hem herinner ik mij ook
een gedicht dat als volgt begint:
„Benijdbaar wien het mag gebeu
ren/ Met stillen weemoed in het
hart/ Om onverdiende ramp te
treuren/ Met door geen schuld ver
zwaarde smart." Maar blijkens een
noot op bl. 292 blijkt Messchert
(naar wie te Rotterdam-Delfshaven
een straat genoemd is) zich op late
re leeftijd van zijn vroeger dicht
werk te hebben gedistantieerd.
Aangrijpend
Men vergeve mij deze uitweiding,
maar de (latere) 19e eeuw is voor
mij nog levend, door herinneringen
en destijds verslonden lectuur. En
de foto's doen de verwoeste oude
binnenstad met haar bevolking
voor het oog herleven. De grote
lacune van dit uitstekende ge
schrift is, naar dr. Douwes op meer
dan een pjaats zelf constateert, het
ontbreken van het weerwoord der
armen. De documenten tonen hen
van het gezichtspunt uit der bedé-
lers en bedillers.
Er is een enkele aangrijpende brief
van een huisvrouw, die in de Zui-
derkerk aan de Glashaven in weer
wil van lege plaatsen niet mocht
gaan zitten en, door ziekte ver
zwakt, niet kon staan, zodat deze
heilbegerige ziel de kerk moest ver
laten.
Dit soort stille vromen, die on
danks alles de kerk trouw bleven,
steken schril af bij het gros, dat,
zoals de vroegste getuigenissen
reeds berichten, door onontkoom
bare armoede gedemoraliseerd,
voor het Evangelie totaal onver
schillig waren en bij de kerk bleven
om de heb en de hap. Wat had
William Booth gelijk met zijn volg
orde: soup, soap. soul. Eerst soep
en zeep, en pas dan de ziel.
Proces
Ook het hele langzame proces van
de secularisering der armenzorg,
met ingrijpende verandering ten
aanzien van de taak der diaconie,
wordt vanzelf in dit dikke boek
zichtbaar. Wat ik vooral op prijs
stel is het bezonken oordeel van de
auteur, ook daar waar hij veroorde
len moet. Dit onderscheidt het ech
te geschiedwerk van het pamflet.
Aan de literatuurlijst zou nog kun
nen worden toegevoegd het Scho-
len-AIbum 1774-1924. Feestboekje
uitgegeven ter gelegenheid van het
150-jarig jubileum der Groote en
Kleine Scholen der Ned. Hervorm
de Gemeente te Rotterdam, door
ds. M. van Grieken, voorzitter van
het college van regenten, uitg. N.V.
Korteweg Stemerding, Rotter
dam 1924.
Onze adressen:
AMSTERDAM.
Postbus 859
Wibautstraat 131
Tel. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/
DORDRECHT:
Postbus 948
Westblaak 4, Rotterdam
Tel. 010-115588
(Red. en klachten)
Schiedamsevest 52
Tel. 010-115700 (adv.)
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101
Parkstraat 22. Den Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN:
Postbus 3
Melkmarkt 50, Zwolle
Tel 05200-17030.
adverieniies
Boeken
die het lezen van de bijbel ge-
makkbhjk maken. Inleidingen,
meditatieboeken. kommenta-
ren, liturgische boeken, kinder
bijbels.
Posters en kaarten met tek
sten die tot nadenken stemmen
en illustraties die boeien.
Toonkamers door heel het land.
Vraag informatie aan bij:
KATHOLIEKE
BIJBELSTICHTING
postbus 27, 5280 AA Boxtel,
tel 04116-3537.
L Een uniek tx
inaarhebbe
V wenneet u de B<i©el Ook nel
1 boek ood
geschreven run u prettig
1
geJhjst reerd boek
Hoe bestellen
Opg'svngen bevestigen de Bijbel is
gewoon tx de boek hendei Ie koop. ma.v u kunt N
r >iUurk|k ook rechtstreek» t»i ons bestenen
y».' mq
Ie. ret.Hm (Ml
BestetbQjet
o
Ik beteet ne ontvengst ven het boek door middel
W" 'Ik acceptgirokaart d>e met hel boek wordt
toegezonden (134.90 12.50 voor porto en
FRANCISCUS
VAN ASSISI
a/s die persoon /e wet zegt
ais ie naar aanzeilde weg zoekt ais tv*
met ey /e eentje, maar met anderen,
die ook zoeken
en soms al mal gevonden hebben
als te te door dezeitde dingen
wdl taten inspireren als Franciscua
hei Evangelie, eenvoud bloederigheid,
sWte, gebed, eenvoudige arbeid.
meer gewoon maar doen. dan pralen er over
ais ie /e aangetrokken voelt
iDl het leven m een religieuze groep.
hmt ot m een ontwikkelingsland
van mannen o' vrouwen, tomaar mensen toe's
Ik-
en je wat dear eens serieus mee kennis maken
De minderbroeders kapucijnen
houden daarvoor weekenden
Kosten 30.- pp
Opgave Zaanhot lts Amsterdam
Tet 020 826777
Kosten f 30 pp
Opgave Beekse weg S BabOench
Tel 08364-294
door A. J. Klei
De vastenbrief die bisschop
Simonis van Rotterdam voor zijn
diocees heeft geschreven, gaat over
„De waarde van de wekelijkse
Eucharistieviering." Hij maakt
daarin een paar opmerkingen, die
me zeer sterk doen denken aan het
antwoord dat je kreeg, wanneer je
als kind vroeg, waarom moeten we
naar de kerk? Dat antwoord luidde
steevast: we moeten niet naar de
kerk. we mógen Om te
voorkomen dat je hieruit te
vrolijke conclusies zou trekken,
kwam er meteen een uitleg bij,
waaruit zonneklaar bleek, dat dit
„mogen" geenszins inhield datje
des zondags naar believen uit de
kerk kon wegblijven.
In een dergelijke trant richt
monseigneur Simonis zich tot zijn
geestelijke onderdanen: De kerk
dwingt je niet om aan de zondagse
eucharistie deel te nemen. nee. dat
niet. maar er is wel zoiets als een
plicht. Ik citeer:
„Er is nogal wat verwarring
ontstaan over de verplichting om
in het weekeinde de Eucharistie
mee te vieren. Er zijn er die menen
dat deze zaak aan het persoonlijk
oordeel zou zijn overgelaten.
Mondige christenen zou het vrij
staan al of niet aan de zondagse
Eucharistie deel te nemen. Men zou
evengoed kunnen bidden in Gods
Vrije natuur. Er zijn ook mensen
die denken dat de Eucharistie geen
verplichting van buitenaf zou
verdragen. Weer anderen zeggen
dat kerkgangers niet beter zijn dan
mensen die niet naar de kerk gaan.
En zo wordt er nog meer beweerd.
Juist is in dit alles dat deelname
aan de Eucharistie uit dwang een
allerbedenkelijkste zaak zou zijn.
De Kerk oefent dan ook geen
dwang uit. Wel heeft ze te allen
tijde voorgehouden dat zondagse
deelname aan de Eucharistie een
vanzelfsprekendheid dient te zijn,
waaraan men zich in innerlijke
vnjheid moet (leren) overgeven.
Want het ideaal blijft dat een
christen in vrijheid aanvaardt wat
vanzelfsprekend tot zijn
christen-zijn behoort. In die zin is
er inderdaad sprake van een gebod
dat ons verplicht. Daarin komt de
zorg van de Kerk tot uitdrukking
om de zondagse Eucharistie een
gemeenschapsviering te doen zijn
die ons allen met Christus verbindt
en door Hem met elkaar. Daaraan
wordt zeker afbreuk gedaan
wanneer men zomaar zonder
ernstige reden wegblijft. Alleen al
uit liefde voor onze medegelovigen
zouden we bij het offer van de Heer
niet moeten willen ontbreken."
Mij is in mijn jeugd niet veel
fiducie in de zondagse kerkgang
der katholieken bijgebracht. Ze
pikken 's morgens vroeg even-een
misje en voor de rest van de dag
doen en laten ze wat ze willen,
hoorde ik een ouderling
hoofdschuddend verklaren, die bij
mijn vader aanklopte of deze een
goeie spreker wist voor de
herdenking van de hervorming. Ik
was niet in de gelegenheid deze
misprijzende bewering te
controleren, want tot in de verte
omtrek van ons dorp viel geen
katholiek te bekennen. Intussen
kon je ook in gereformeerde kring
verhalen tegenkomen, waarin je
voorgerekend werd hoeveel tijdje
's zondags buiten de in de kerk
doorgebrachte uren nog voor Jezelf
overhield. De gezaghebbende
professor Waterink schreef in De
Reformatie van 24 apnl 1931 over
de zondagsviering en hij maakte in
zijn artikel deze opmerking (ik
neem het over via „Het beeld der
vad'ren" van A. C. de Gooyen:
„Natuurlijk gaan we op zulk een
rustdag tweemaal naar de kerk.
Het is ook waarlijk niet te veel om
op den dag. dien we den Heere
wijden, van de elf k vijftien uur. die
we disponibel hebben, ongeveer
drie uur met Gods gemeente te
vertoeven in Zijn huis
Latere contacten met al dan niet
afgedwaalde katholieken leerden
me dat het in de Romana op de
zondag minstens zo streng kon
toegaan als bij de Reformatie en
dat katholieken, als je meetelde
wat zij in de week nog in de kerk te
verhapstukken hadden, zéker aan
de drie uur toekwamen, welke
professor Waterink het
gereformeerde volksdeel als kerkse
tijd voorhield. Achteraf bedenk ik.
dat Waterink erg krap rekende,
want omdat de kerkdienst in zijn
tijd ook nog een sociale functie
had. werd er veel meer tijd voor
uitgetrokken. In deze zin dat de
mensen vroeg kwamen en na
afloop van de dienst niet terstond
naar huis stoven. Ze zagen elkaar
weer en ze praatten bij. Ze vatten
moed, zou de apostel Paulus zeg
gen die aandacht had voor deze
kant van de zaak. Ik herinner me
dat boerenzoons lang vóór het
aanvangsuur bij de ingang van de
kerk gretig met elkaar stonden te
redeneren, want op werkdagen
ontmoetten ze elkaar niet of
nauwelijks.
Ik weet niet of bisschop Simonis,
als hij het erover heeft dat je alleen
al met 't oog op je medegelovigen
naar de kerk zou moeten gaan, ook
een beetje aan dit
gewoon-menselijke denkt. Ik hoop
van wel. want 't hoort er helemaal
bij. De eerste christenen waren
eendrachtig bijeen en ik denk wel
eens: dat was niet omdat ze
allemaal precies dezelfde
overtuiging hadden, maar omdat ze
't leuk vonden elkaar weer tegen
het lijf te lopen en vrolijk de hand
tegen elkaar opstaken. Maar goed.
ik ben een exegeet van 't jaar nul.
Overigens blijf ik er bij dat. waar
dat goed zitdat van die hand
opsteken en zo, rest ook wel
marcheert.
>e s
F
Spanning
Er zit een spanning in de boodschajlaa
die ons uit het geheel van Gods
woorden bereikt, een spanning die
ons niet zelden in verwarring kan
brengen. De „openingstekst" van <|eel
tweede zondag in de
veertigdagentijd brengt mij daar<
Het is een woord uit Psalm 27: „Na&th
U gaat mijn hart uit: U wil ik zien. {^ra'
uw gelaat. Heer, wil ik
aanschouwen. Verberg mij uw
aanschijn niet" (vs8-9). Hier spreekt w
bes!
een ander soort mystiek dan die
waar men vandaag vaak mee bezig^id
is. Het gaat om de Godsontmoetin
het verkeren bij God, het zien van - -
zijn aangezicht. Het gaat om Hem
zelf. Dat is wat anders dan de mensem
uk
die zichzelf zoekt, of z'n diepste
innerlijk. Maar het is ook weer iets
anders dan de mens die met zijn
naaste leeft. Moet zijn hart niet na
de ander uit-gaan? Waar gaat het if/yi
om: om God of om de mensen? Vo< /0ri
veel mensen komt die spanning op Urr
deze vereenvoudigde vraag te staa en'
ian
En ze kiezen. Voor God of voor de
mensen. Voor een innerlijke
vroomheid die zich vooral uit in
gebeden en meditaties, met een wa
wij noemen verticale tendens. Of
voor het zich storten in de dienst
aan mensen, het veranderen van
hun omstandigheden. Nu kan men
wel vanuit het Oosten zeggen dat
die tegenstelling daar niet leeft,
maar daar zijn we niet veel mee
geholpen. Velen ervaren dit als een
dilemma en horen onze
psalmdichter wat vrijblijvend en
schouder-ophalend aan. Moet een
mens het bij God zoeken? Kan dat
gemeenschap met God buiten de
naaste en zijn verdriet en nood om
Vaak speelt hier het begrip geniete
een rol. Gods gemeenschap geniett
met buitensluiting van wat er
gaande is aan onrecht en
verdrukking? Misschien dat het in
deze vragen, die geen van alle
gemakkelijk weg te werken zijn, ka
helpen om eraan te denken dat
Gods aanschijn vooral te zien is in
zijn nederdaling tot ons. Zo kenner
we Hem. Vanaf het moment dat Hi
zich aan ons liet merken, onze sfeer
binnendrong en toen in die ene
barmhartige gestalte van de
Messias verscheen. „Naar U gaat
mijn hart uit."
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Utrecht J. Vroegin
weij te Emmeloord; te Hoogevt
(toez) H. C. van Itterzon te Gou<
Bedankt: voor Nijkerkerveen J.
Hoed te Sliedrecht.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen: te Alkmaar-Broek
Langedijk J. J. Burger te Dokku
te Groningen-Noord R. T. Urban
Goes-Brouwershaven; te Blokzijl
J. Minnema kand. te Assen.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen: te Middelburg J. M. KI
pe te Woerden; te Terwolde (Gld)
Koster te Barneveld.
GEREF. GEM. IN NED.
Beroepen: te Nieuwerkerk aan
IJssel A. Wink te Veenendaal.
OUD GEREF. GEM. IN NED.
Beroepbaar: als lerend ouderling
P. van der Meer te Monster.
C. J. den Heyer
Drs. C. J. den Heyer te Kampen
gistermiddag aan de theologisi
hogeschool van de gereformeei
kerken gepromoveerd op het pro
schrift „Exegetische methoden
discussie. Een analyse van Marl
10.46-13.37." Hij is wetenschapper
medewerker nieuwe testament s
de hogeschool.
boekennieuw
Drs. H. G. leih
DE DROOM DER REVOLUTIE
2e druk. 196 blz20.75
Ov«r maatschappijkritiek en revolul
Vanuit de historie een boeiende analj
om beter zicht Ie krijgen op allerlei acli
le situaties „Het is de moeite wr
zich diepgaand bezig Ie houden
wat hij in dit boek doceert." (Fi
Dagblad) Oe schrijver Is deze
begonnen aan een serie NCRV-r
lezingen over dit onderwerp
Prof. Or K. Strijd
GEWELDLOZE WEERBAARHEIO
172 blz I 17,50
Geweldloze weerbaarheid is geen ideai'Jpgfj
sche aangelegenheid, maa' een zaak
regelrecht met onze realiteit te maken bee
Dr. G. de Ru
DE VERLEIDING DER REVOLUTIE
2o druk 148 blz 15,50 .be
Een doorlichting van de bi|belse coo 'CR
schap de proleten. Jezus en de Ape I>r
telen i.v m het tegenwoordige revotfooi
tionaire verzet waartoe men van l
kanten opgeroepen wordt
Dr. K. M. Witteveen
HET EVANGELIE TUSSEN PACIFISME I,ani
GEWELO v00
128 blz I 16.25 de
Zwingh, een van de drie grote retorml ten
ren. had een actuele frisheid in levelt tijd
werk. waardoor hi| |uist voor onze i
bi|zooder interessant wordt
Verkrijgbaar m de boekhandel gen
KOK KAM PL