Indonesische generaals en de begeerte naar democratie
Braziliaanse generaals en de
begeerte naar kernenergie
[ATERDAG 28 JANUARI 1978
BUITENLAND
Trouw/Kwartet
Hoewel nog ver verwijderd van het democratisch ideaal,
was er in Indonesië de afgelopen maanden een sfeer
gegroeid waarin een aantal vrijheden steeds meer en steeds
beter tot hun recht kon komen. Het land gonsde van de
betogende studenten, die soms scherpe petities en pamflet
ten rondstrooiden en spandoeken meevoerden die er niet
om logen. De pers was vrijer dan ooit en tal van kranten
besteedden ruime aandacht aan de betogingen en de kritiek
van de studenten. Er kwam in de pers een levendige
discussie op gang over „de democratie in Indonesië", of
liever het gebrek daaraan, en over de wijze waarop het land
uit de huidige moeilijkheden zou kunnen komen. Voeg
daarbij de vrijlating van tienduizend politieke gevangenen
en men zou kunnen stellen dat Indonesië op de goede weg
was en zich gunstig onderscheidde van de rest van de
Zuidoostaziatische landen. Het afgelopen weekeinde heeft
de regering van president Soeharto er echter ondubbelzin
nig een eind aan gemaakt. Acht kranten, met een gezamen
lijke oplaag van ruim 600.000 werden verboden en een groot
aantal studenten en leden van de oppositie werd opgepakt.
door Johan ten Hove
Studenten hebben in de korte his
torie van de onafhankelijke Indo
nesische natie bij machtswisselin
gen of pogingen daartoe steeds een
belangrijke rol gespeeld. In 1966
dwongen zij door aanhoudende en
massale demonstraties Soekarno
ertoe de macht over te dragen aan
de huidige president Soeharto. Eni
ge manipulatie van de studenten
door de generaals rondom Soehar
to is daaraan echter niet vreemd
geweest. In 1974 stonden de stu
denten opnieuw vooraan bij de ge
welddadige rellen rondom de
komst van de toenmalige Japanse
premier Kakoeei Tanaka. Vooral in
Jakarta werd toen heftig geprotes
teerd tegen de eenzijdig kapitalisti
sche koers van de regering. De stu
denten riepen op tot sociale recht
vaardigheid en verzetten zich tegen
de buitenlandse economische over
heersing, waarbij vooral de toene
mende Japanse invloed aan de
kaak werd gesteld. Maar ook bij
deze zogenaamde Malari-rellen
(Malepataka Januari, „januari-on-
heil") werden de studenten mis
bruikt door generaals, onder lei
ding van Soeharto's vertrouweling
Soemitro. Het bewind sloeg, ge
schrokken, de demonstraties neer
en arresteerde een groot aantal stu
dentenleiders en activisten. Een
tiental van hen heeft jarenlang in
de gevangenis gezeten.
Sinds oktober
De huidige golf van verzet onder de
studenten dateert van oktober vo
rig Jaar toen het nieuwe parlement
en het Volkscongres geïnstalleerd
werden. Bij de daaraan vooraf
gaande verkiezingen had Soehar
to's Golkar-partij weliswaar de
meerderheid behouden, maar de
partij had beduidend aan populari
teit ingeboet. Misschien gesteund
door de winst van de oppositie be
gonnen de studenten, eerst op klei
ne schaal, maar allengs massaler
hun ontevredenheid over de heer
sende toestand te uiten. In Jakarta,
Soerabaja, Semarang, Jogja en
Bandoeng werden demonstraties,
vergaderingen en sit-ins georgani
seerd en kregen de autoriteiten pe
tities overhandigd. Hierin werd
aangedrongen op sociale verande
ringen en een hardere aanpak van
de corruptie. Men voerde leuzen
mee waarin het leger, de corruptie
en mevrouw Tien Soeharto over de
hekel werden gehaald. Als vanouds
drongen de studenten aan op mo
reel leiderschap, zonder de presi
dent direct aan te vallen. De rege
ring reageerde terughoudend, ook
al omdat de demonstraties vol
strekt vredelievend waren. Er wer
den wel militairen en oproerpolitie
gestuurd, maar deze grepen, afge
zien van enkele incidenten, voor
alsnog niet in.
Soeharto niet
Daar kwam verandering in toen op
dinsdag 17 Januari naar schatting
drieduizend studenten van het in
stituut voor technologie in Ban
doeng voor een massavergadering
bij elkaar kwamen en daar onom
wonden te kennen gaven dat ze
Soeharto niet als president terug
wilden hebben. Oproerpolitie in
pantserwagens maakten aan de be
togingen een einde en arresteerden
enkele studenten. Daarop liet ad
miraal Soedomo. chef van het nati
onale commando voor veiligheid en
orde, Kopkamtib, weten dat
..straatacties" krachtig bestreden
zouden worden en dat de betoging
in Bandoeng de laatste moest zijn
geweest.
Het afgelopen weekeinde was de
regering de studenten vóór. In vier
universiteitssteden, waar demon
straties voorbereid waren, werden
meer dan honderd mensen opge
pakt en de overkoepelende studen
tenraad verboden. Twee universi
teiten in Jakarta werden door mili
tairen omslngeld.Tevens kregen
acht bladen, een verschijningsver
bod opgelegd. Volgens geruchten is
ook een aantal gepensioneerde le
gerofficieren gearresteerd. De rege
ring verbood verder de versprei
ding van een witboek dat door de
studenten van Bandoeng was sa
mengesteld. Drieduizend exempla
ren waren echter al in omloop ge
bracht, zodat dit witboek zijn weg
onder de studenten en de rest van
de Indonesische bevolking wel zal
vinden.
Zelfde eisen
Globaal gezien verschillen de eisen
van de nieuwe generatie studenten
die nu hun kritiek spuien op de
regering niet veel van wat er in
januari 1974 naar voren kwam. Nog
steeds worden vragen gesteld over
de eenzijdig kapitalistische koers
van deze regering en de uitverkoop
van grondstoffen aan het buiten
land. Ook nu wordt er op gehamerd
dat de kloof tussen rijk en arm in
Indonesië door het huidige beleid
eerder breder dan smaller wordt.
Verder richt de kritiek zich tegen
de enorme corruptie, die het Indo
nesische ambtenarenapparaat ver
lamt en grote sommen geld in de
verkeerde zakken laat komen. De
recente campagne tegen de corrup
tie onder leiding van admiraal Soe
domo heeft te weinig zoden aan de
dijk gezet en „laat de grote vissen
ongemoeid".
Een verschil met vorige acties ligt
in de taktiek. Zo werden nu de
kranten ingeschakeld. Daarnaast
hebben de studentenleiders de af
gelopen maanden er steeds op ge
hamerd geen gewelddadige acties
te ondernemen. Alles moest volko
men vreedzaam toegaan en zodra
er een confrontatie met de oproer
politie dreigde, werden de demon
straties door de leiders ontbonden.
De studenten hebben geleerd van
de historie. Geen geweld, want dan
slaat de regering meteen onverbid
delijk toe. Verder willen ze onder
geen beding dat er door generaals
aan de top of belangrijke bureau
craten misbruik wordt gemaakt
van hun ongenoegens. Ze hebben
er genoeg van voor het karretje
gespannen te worden van een gene
raal die op eigen macht uit is. In
hoeverre er toch achter de scher
men aan de top wordt gekonkeld is
in het ondoorzichtige schimmen
spel in Indonesië vrijwel nooit met
zekerheid te zeggen. Weliswaar
heeft de voltallige militaire top zich
onder leiding van minister Pangga-
bean in het openbaar achter presi
dent Soeharto gesteld, dat wil nog
niet zeggen dat er binnen de strijd
krachten geen groepen zijn die el
kaar de macht betwisten.
Andere verkiezing
Een belangrijk verschilpunt is ver
der dat deze keer regelrecht is aan
gedrongen op meer democratische
procedures ten aanzien van de pre
sidentsverkiezingen en zelfs open
lijk op het aftreden van president
Soeharto.
Eind maart komt het 920 leden
tellende Indonesische Volkscon
gres, de MPR (Majelis Permusya-
warataan Rakyat) bijeen om een
nieuwe president te kiezen. In dit
Congres heeft Soeharto's Golkar-
partij een absolute meerderheid,
omdat hij 240 leden kan benoemen
en zijn partij verder nog eens ruim
60 procent van de overblijvende
zetels bezet. Het Congres stelt de
kandidaten en kiest ook de presi
dent. Tot op heden is er slechts één
kandidaat en dat is president Soe
harto zelf. Met name deze enkele
kandidaatstelling door de MPR en
de keuze van de president door
hetzelfde lichaam wordt door de
studenten en leden van de opposi
tie als volstrekt ondemocratisch
gezien. Nu heeft zich wel iemand
anders, een zekere Marpaoeng,
vroeger lid van het bestuur van de
door de regering gecontroleerde
werknemersorganisatie, kandidaat
gesteld. Maar hij wordt door nie
mand serieus genomen, zal zeker
geen enkele kans maken en Indo
nesiërs verdenken de Golkar ervan
deze man naar voren te hebben
geschoven om de studenten de
wind uit de zeilen te nemen en de
verkiezingen een democratisch tin
tje te geven.
De leden van de MPR zitten alles
behalve gemakkelijk, omdat de
president het recht heeft hun het
lidmaatschap te ontnemen. Veel
druk uit die hoek om een tweede of
derde kandidaat te stellen zal er
daarom niet komen.
Tegenkandidaten
Marpoeang zal zoals gezegd in het
Volkscongres geen enkele kans ma
ken. Heel anders ligt dat bij twee
mensen die door de studenten ver
schillende malen op posters in de
grote steden naar voren worden
gehaald. Het gaat om twee voor
aanstaande en in Indonesië alom
bekende en gerespecteerde figuren:
De vroegere gouverneur van Jakar
ta. oud-admiraal bij de mariniers
Ali Sadikin. die tijdens zijn gouver
neurschap een ongekende popula
riteit genoot en oud-generaal en
minister van defensie Abdoel Haris
Nasoetion, bekend uit de Indonesi
sche onafhankelijkheidsstrijd en
bij de studenten een zeer gezien
spreker.
Beide mannen zouden, indien kan
didaat gesteld, het Volkscongres
voor grote moeilijkheden plaatsen,
ook de leden van de oppositie. „Op
positie" is eigenlijk in de Javaanse
verhoudingen een vies woord. Men
is gewend net zolang te praten
(moesjawara) tot men algehele
overeenstemming (moefakat) heeft
bereikt. President Soeharto is ook
gewend dat hij bij acclamatie geko
zen wordt.
Het is vrijwel zeker dat president
Soeharto. zonder tegenkandidaten
weer met algemene stemmen her
kozen zal worden. Mét vooraan
staande tegenkandidaten zal hij
ook wel herkozen worden, maar de
kans is groot dat hij dan niet alle
stemmen krijgt. En op zichzelf is
dat al gezichtsverlies voor de presi
dent en duidt het erop dat hij zijn
mandaat voor de komende vijf jaar
niet ten volle verdient. Het gemak
kelijkste is natuurlijk geen tegen
kandidaten te stellen. Aan de ande
re kant ziet Indonesië zich graag
opgenomen in de rijen van de „be
schaafde democratische sta
ten" en de democratie wil ook
wat.
Volkswoede
Zeker is het bovenstaande één van
de redenen waarom de kritische
studenten en de pers tot zwijgen
gebracht moesten worden. Een an
dere reden is de toenemende span
ning en onvrede bij grote delen van
de Indonesische bevolking Nog
steeds bestaat de studentenge
meenschap in het land hoofdzake
lijk uit Indonesië's welvaartskinde
ren. die binnen de muren van de
universiteiten best hun radicale
ideeën mogen koesteren. Maar
naarmate betogingen en rellen
massaler worden en naarmate
meer kranten zich in de discussies
mengen, wordt ook het gemene
volk meer en meer bepaald bij de
bestaande misstanden en de ooiza
ken daarvan. En hier schuilt voor
elk bewind in Indonesië een groot
gevaar Kleine demonstraties en
betogingen kunnen bijzonder snel
uitgroeien tot massale gewelddadi
ge uitbarstingen, waarin de opge
kropte volkswoede zich ontlaadt en
het land in een chaos gestort wordt.
Momenteel wordt er op Java hon
ger geleden. De oogsten zijn deels
mislukt door droogte en deels op
gevreten door het wereng-insekt.
De regering moet twee miljoen ton
rijst invoeren om het volk te voe
den, terwijl het een publiek geheim
is dat verschillende generaals, za
kenlieden en bureaucraten zich
verrijken door middel van fraude
bij de invoer van rijst.
Zo'n uitbarsting in Indonesië
hoeft zeker geen revolutionaire om
wenteling mee te brengen. Er be
staan nu geen georganiseerde revo
lutionaire bewegingen die voldoen
de voeling hebben met het volk om
als alternatief te kunnen dienen
voor het huidige systeem. De Ja
vaan is wel opstandig, maar niet
revolutionair. Wel zou in de chaos
het huidige bewind door middel
van een militaire coup aan de kant
gezet kunnen worden Waarna an
dere generaals en andere bureau
craten. nadat het puin is geruimd
en de doden zijn geteld, de zoveel
ste nieuwe orde kunnen aankondi
gen en verder dezelfde koers kun
nen blijven varen.
Moet Nederland nu wel of geen
verrijkt uranium aan Brazilië gaan
leveren? Het antwoord op deze
vraag, die de afgelopen week het
politieke debat beheerste, hangt
sterk af van het oordeel dat men
heeft over de maatschappelijke en
politieke ontwikkelingen in dat
land. Heeft Brazilië het door ons
verrijkte uranium wel nodig en zal
de Braziliaanse regering van het
afval dat in de kerncentrales vrij
komt na gebruik van dat uranium,
geen kernbommen gaan maken?
Brazilië maakte gedurende de eerste tien
jaar van het militaire bewind, dat in 1964
aan de macht kwam, economisch een
zeer voorspoedige tijd mee. In de periode
van 1968 tot 1974 steeg het bruto natio
naal produkt met tien procent per jaar en
de inflatie werd binnen de perken gehou
den. Er werd op grote schaal geïndustria
liseerd en Brazilië werd wel „het Japan
van Zuid-Amerika" genoemd.
De basis van deze economische groei was
echter zeer wankel. De voornaamste
energiebron voor Brazilië was de olie,
waarvan het land zelf vrijwel niets had.
Het produkt moest dus worden geïmpor
teerd. Dat ging goed zolang de prijzen
van de olie nog laag waren. Toen de
olieproducerende landen die prijs na de
oorlog in het Midden-Oosten begonnen te
verhogen, kwam Brazilië in de moeilijk
heden. Besteedde Brazilië in 1972 nog
tien procent van zijn budget aan de in
voer van olie, in 1975 was dit percentage
gestegen tot dertig. De rekening van de
olieman bedroeg in 1972 470 miljoen dol
lar en beliep in 1976 maar liefst 3,8 mil
jard dollar achtmaal zoveel.
Inflatie
Doordat de regering alle prijsverhogin
gen doorberekende aan de burgers, ont
stond er een geweldige inflatie Alle pro-
dukten werden duurder doordat ze ge
produceerd worden met duurdere ener
gie of vervoerd werden met auto's die op
duurdere benzine moesten rijden. De in
flatie steeg van 1972 tot 1977 van zo'n 20
naar bijna 50 procent. De groei van de
economie daalde van 10 naar 4 procent
en het tekort op de betalingsbalans liep
in 1976 op tot 6,8 miljard dollar. De
schuldenlast van het land is enorm geste
gen. Brazilië stond voor 26 miljard gul
den in het krijt bij Westerse banken aan
het eind van 1976. Aan rente en aflossing
betaalde het in 1977 5,2 miljard dollar en
voor dit jaar wordt dat bedrag 7.3 miljard
dollar. Dat betekent dat Brazilië het af
gelopen jaar 43 procent van zijn export
nodig had voor het afbetalen van die
rente en aflossing. Dit jaar wordt dit
percentage nog hoger.
Deze cijfers maken wel duidelijk dat er
iets veranderen moet. Er komt een mo
ment dat het land de Invoer van olie en
de rente en aflossing op buitenlandse
schulden gewoon niet meer kan betalen.
Daarom heeft de Braziliaanse regering
besloten te zoeken naar andere manieren
om te komen aan de noodzakelijke ener
gie. Mede door de sterk gestegen koffie
prijzen is de betalingsbalans het afgelo
pen jaar voor het eerst weer in evenwicht
geweest en dat geeft de regering en het
bedrijfsleven moed voor een nieuwe
sprong voorwaarts
Olie en waterkracht
Uit geologische onderzoekingen is geble
ken dat Brazilië zelf ook over olie be
schikt. De nationale oliemaatschappij
Petrobas werd door de regering echter
niet in staat geacht deze boven de grond
te halen, zodat aan westerse oliemaat
schappijen concessies zijn verleend voor
proefboringen, in de hoop dat zij het
vloeibare goud spoedig in winbare hoe
veelheden zullen aantreffen. Verder
wordt er gewerkt aan waterkrachtcentra
les, waarvan het Itaipu-project in de Pa
rana. de grensrivier met Paraguay, het
door Herman Amelink
bekendste isl
Minister Shigeaki Ueki van mijnbouw en
industrie gaat er van uit, dat de energie
behoefte van zijn land in de periode 1975-
1985, evenals in de voorafgaande tien
jaar, zal verdubbelen. Hij vreest daarom
dat hij aan de te verwachten produktie
niet genoeg zal hebben en dat Brazilië
daardoor afhankelijk zal blijven van de
olieproducerende landen Daarom heeft
de Braziliaanse regering zich de afgelo
pen jaren geworpen op de aanleg van
kerncentrales. In 1975 sloot Brazilië een
akkoord met West-Duitsland voor de le
vering van acht kerncentrales en een
opwerkingsfabriek. In zo'n opwerkingsfa
briek kan men plutonium maken, dat
gebruikt kan worden voor kernbommen.
In ruil voor de levering van kerncentrales
en een opwerkingsfabriek heeft West-
Duitsland een optie gekregen op 20 pro
cent van het uranium dat in de Brazili
aanse bodem zit.
Twijfel
Brazilië meent kerncentrales nodig te
hebben om tegemoet te komen aan de
energiebehoefte tot het jaar 2000. Maar
deskundigen beginnen steeds meer te
twijfelen aan de noodzaak van de bouw
van de kerncentrales, omdat de behoefte
aan energie .wel eens aanmerkelijk min
der zou kunnen gaan stijgen dan men tot
voor kort voor waarschijnlijk hield. Bo
vendien is de kernenergie in verhouding
tot andere vormen van energie tamelijk
duur. De kostprijs van de energie die
wordt voortgebracht door kerncentrales
zal naar schatting 1500 dollar per kilo
watt gaan kosten. Elektriciteit uit water
kracht en zonne-energle wordt dan een
aantrekkelijk alternatief. En zon en rivie
ren heeft Brazilië genoeg.
De kosten van het Braziliaanse kernener
gie-project worden geschat op 10 tot 18
miljard dollar. Momenteel steekt Brazilië
zich al in de schulden voor de aanleg van
drie kerncentrales bij Angra, die ge
bouwd en beheerd zullen worden door
het Amerikaanse bedrijf Westinghouse
Dit project kost Brazilië tot 1980 al 3.3
miljard dollar. Daar komen dan de kos
ten voor de door West-Duitsland te leve
ren kerncentrales en verrijkingsfabriek
nog eens bij. Dit betekent een enorme
verzwaring van de toch al niet lichte
schuldenlast van het land.
Bestaansminimum
Het eerste slachtoffer van deze politiek is
het armste deel van de bevolking van
Brazilië. Geld kan maar een keer worden
uitgegeven. Voor programma's die hulp
bieden aan mensen die onder het be
staansminimum leven, blijft zo nog min
der over. De aanleg van kerncentrales zal
de behoefte aan grote, energie verslin
dende, industrieën doen toenemen, wat
zal leiden tot een verdere trek van vele
boeren van het platteland naar de stad.
met alle verpaupering daarvan. Daar
door komt er op het platteland meer
ruimte voor grote, voor de export produ
cerende bedrijven en zal ook de produk
tie van de voor de uitvoer producerende
industrie kunnen toenemen
Zo ontstaat een schrijnende situatie,
waarin een land steeds meer produceert
en economisch steeds welvarender
wordt, terwijl grote delen van de bevol
king steeds verder achterop raken. Mo
menteel lijdt maar liefst 40 procent van
de 110 miljoen Brazilianen aan ondervoe
ding, terwijl de opbrengst van de land
bouw sedert de jaren zestig met 100 per
cent is gestegen. De grote landbouwbe
drijven die met steun van de regering
worden opgezet produceren koffie en so
jabonen voor de export, terwijl de zwarte
bonen, hèt volksvoedsel, momenteel in
gevoerd moeten worden. De mensen
staan er bij de winkels voor in de rij
Maar voor de Braziliaanse militairen zijn
grote cijfers en indrukwekkende statis
tieken van belang. De mensen moeten
maar zien dat ze het zich binnen die
cijfers en statistieken gemakkelijk
maken.
Naast de vraag naar het economisch nut
van de bouw van kerncentrales doemt
ook de vraag naar de politieke betekenis
van de kernenergie op. Tot nog toe heeft
Brazilië geweigerd het verdrag tegen de
verspreiding van kernwapens te onderte
kenen Wel heeft het land het verdrag van
Tlatelolco ondertekend, waann staat dat
Latijns-Amerika een gebied vrij van
kernwapens moet blijven, maar geeft dat
genoeg garantie?
De dubbele leidraad van de politiek van
de regerende militairen is het nationalis
me en de ideologie van de nationale vei
ligheid. De weigering om het internatio
naal verdrag tegen de verspreiding van
kernwapens te ondertekenen is wel de
meest duidelijke uitdrukking van het na
tionalisme. Zowel de militairen als de
enige officiële toegestane oppositiepartij
in Brazilië, de Democratische Braziliaan
se Beweging (MDB> verzetten zich tegen
een dergelijke ondertekening, omdat zij
dit een eenzijdige bevoordeling vinden
van de landen die al kernwapens hebben
Het nationalisme komt verder tot uit
drukking in het Braziliaanse streven
naar hegemonie op het Latijnsameri-
kaanse continent, wat regelmatig tot irri
taties leidt bij buurlanden als Bolivia en
Paraguay.
De ideologie van de nationale veiligheid,
die kenmerkend is voor vrijwel alle mili
taire regeringen in Latijns-Amerika,
creëert in het land een permanente oor
logssituatie Overal ziet men vijanden
van de staat opduiken, die onderdrukt en
in de gevangenis gestopt moeten worden.
De vijanden heten bij de militairen, onge
acht hun politieke kleur, vrijwel altijd
communisten. En wie kan er beter voor
de verdediging van het land tegen deze
vijanden zorgen dan het leger Zo recht
vaardigen de militairen hun positie
Geen verandering
Er zijn in Brazilië wel democratische
krachten die zich verzetten tegen deze
toestand Maar de kans dat zij bijvoor
beeld bij de komende presidentsverkie
zingen voor een doorbraak gaan zorgen is
uiterst gerihg. De heersende militairen
hebben de touwtjes stevig in handen en
zullen er voor zorgen dat hun kandidaat
president wordt
Het voortduren tot tenminste 1984 van
het bewind van de militairen in Brazilië,
al of niet gestoken in democratische om
hulsels, is een zekere garantie dat de
ideologie van de nationale veiligheid en
het nationalisme leidraad van de Brazili
aanse politiek blijven. Deze politiek
maakt een land als Brazilië bij uitstek
toegankelijk voor de gedachte aan een
atoomzwaard Een kernmacht spreekt
tot de verbeelding van de militairen,
geeft het land het aanzien van een grote
mogendheid en streelt het nationalis
tisch gevoel. Er hoeft dan maar een be
trekkelijk geringe aanleiding te zijn om
onder die omstandigheden daadwerke
lijk over te gaan tot de produktie van een
kernwapen Een gerucht over een buur
land dat een kernwapen ontwikkelt of
een vermeende communistische dreiging
zou dan al voldoende zijn om gemaakte
afspraken over het gebruik van kernma
teriaal alsnog in de prullebak te gooien.