Soms wil ik het voor de VVD opnemen' Van Agt's 'echte ambitie is nog niet in volle bloei gekomen' Van 'kabouterkoning' tot minister-president 'We zullen zeer behoedzaam moeten opereren' Een sermoen voor de CDA-vrienden ATERDAG 28 JANUARI 1978 Trouw/Kwartet 11 ia drs. J. M. den Uyl hebben we met mr. A. A. M. van Agt een minister- iresident van een volkomen ander type gekregen. Speelde Den Uyl net onvoorstelbare energie en kennis als het ware simultaan met vele tollega-bewindslieden uit zijn geruchtmakende kabinet, Van Agt traalt rust en bescheidenheid uit. Hij schijnt zich te willen beperken ot een zachtmoedige presentatie van het beleid van zijn ploeg en htern tot het scheppen van een sfeer van vriendelijkheid en ontspan nenheid die ten tijde van het regime Den Uyl ver te zoeken waren. iet is een manier van coördineren waarmee je het blijkens de irestaties van voorgangers als De Quay en Piet de Jong ver kunt ichoppen, maar niettemin voor velen als karakteristiek geldt voor de inpolitieke houding waarmee Van Agt in het ambt zou staan. ioe kijkt hij zelf aan tegen zijn positie in de politiek? Hoe zal het zijn coalitie vergaan? Over deze en andere dingen hebben onze redacteu ren P. L. van Enk en F. C. Mingelen de minister-president onder vraagd. Op deze pagina de weerslag van dit gesprek. Hoe staat het met Van Agts aversie tegen de politiek? Tan Agt: ..Mijn uitspraak daarover is latuur lijk te verstrekkend geweest, k kon niet zeggen, een aversie tegen illes wat politiek is te hebben op een ijdstip waarop ik in vrijwilligheid vijf jaar in de politiek werkzaam was geweest. Wat mij tegenstond maar ve gaan niet naar het betreffende ncident terug was opnieuw te vorden geconfronteerd met bepaal- le handelwijzen die ik in de politiek ïad aangetroffen. Dat heb ik toen in nijn verontwaardiging tot aversie egen de politiek verruimd, een wat onzorgvuldige wijze van uitdrukken. Maar animo in de politiek, een nau welijks plezanter besteding van de jaren, mij toegemeten, mij te kun- ien voorstellen nee. Ik ga er met hetzelfde genoegen uit, waarmee ik er nu in zit. Laten we het zo ver- Ijnen. Toch was hij gecoiffeerd toen hij lijst trekker van het CDA werd. Van Agt: Dat is ook zo. De eerste lijsttrekker te zijn van het nieuwe CDA was wel iets om een beetje mee in je nopjes te zijn. Het was eenzelfde soort van vreugde als ik reeds beleef de toen ik vijf jaar oud en zittende in de kleuterklas werd aangewezen als kabouterkoning van het groepje dat een sprookje zou opvoeren voor de jubilerende burgemeester. Welnu, de vreugde die ik ervoer van tot kabou terkoning te worden aangewezen, dat is dezelfde als die van de verkie zing tot lijsttrekker. Kan hij zich voorstellen dat dit alles bij sommigen wat dubbelzinnig over komt: enerzijds afstand nemen van de politiek en anderzijds wel steeds met de mooiste baantjes weglopen? Van Agt: Dat zou zo zijn indien wat gij noemt de mooie baantjes voor mijzelf ook hoogtepunten van at tractiviteit zouden zijn, maar voor mij zijn het lotgevallen die zich aan mij voltrekken. Lijsttrekker te wor-, den, ik vond het een uitverkiezing. Het zou valse bescheidenheid zijn. anders daarover te spreken. Maar de campagne die daarna kwam was een enorme krachtsinspanning die ik mezelf liever had bespaard. Je leert ervan, maar het was toch allereerst een beproeving. De lijsttrekker moest toen fractievoorzitter wor den; dat had ik mij wel eens eerder kunnen bedenken. Dat heb ik niet alleen niet nagestreefd, ik heb er ook tegenop gezien en ik zeg nu met een zekere opluchting dat het geen mislukking is geworden. Maar minister-president te zijn. dat geeft toch wel hetzelfde gevoel als die kabouterkoning? Van Agt: Even wel. In de dagen waarop de regen van felicitaties op je neerdaalt en het huis geurt van de bloemen van alle seizoenen. Dan blijkt dat in die slopende campagne veel mensn verwachtingen op te hebben gebouwd waarvan Je vreest ze niet of niet helemaal te kunnen waarmaken. Die eerste dagen zijn wel fijn, maar bij mij kwam al gauw de verzuchting: wat ben ik begon nen, wat voor karwei heb ik aange vat. De problemen zijn zo talrijk en zwaar, de politieke steun zo beperkt. De echte ambitie kan misschien nog komen, maar is nog niet tot volle bloei gekomen. Het is een voor een premier niet al te, gebruikelijke houding in de politiek. Is dit misschien mede hierdoor te' verklaren dat er vroeger in het Gel- dropse weinig aan politieke cultuur werd gedaan? Van Agt: Heeft het te maken met het feit dat je in je jeugd geen poli tiek ontmoette, dat je vandaag de dag nog geen politicus bent in de klassieke betekenis van het woord? Ik denk het wel. Ik heb me met de politiek helemaal niet bemoeid, ook niet de jaren nadien, hetgeen ik mij niet als een verdienste aanreken. maar als curiosum vermeld. Toen ik, ik geloof einde 1969, voorzitter van het Centrum voor Staatkundige Vorming werd, was dat mijn eerste ontmoeting met de politiek. Voor dien had ik er nooit mee te maken gehad, had ik zelfs geen notie van wat het voorstelde. Kan die onbekendheid met de poli tiek de talrijke incidenten rondom zijn persoon mede verklaren? Van Agt: ik denk dat het ook zijn voordelen heeft gehad dat ik, mag ik het zo zeggen, mij met grote onbe vangenheid in de wereld van de poli tiek bewoog. Mag ik een voorbeeld daarvan geven. Het is een gebeurte nis waarover ik nog altijd met de grootste schroom spreek en dat wil ik blijven doen: het debat over de Duitse oorlogsmisdadigers, februari 1972. Het land in rep en roer, de Kamer in hevige emotie. Er had zich inmiddels in de voorafgaande we ken een grote meerderheid gevormd tegen het besluit tot vrijlating. Ik zeg: inmiddels, want toen het begon was het andersom. Er werd een dra matische hoorzitting gehouden die veel mensen ten diepste bewoog en tot fervent tegenstanders van vrijla ting omvormde. Ik denk dat het kwam omdat ik niet wist welke wet matigheden in de Tweede Kamer werkzaam zijn; ik denk dat het kwam omdat ik daar tijdens de on voorbereide tweede termijn van het debat gewoon ging staan en zei wat ik vond zonder enige ervaring, ik was er maar een half jaar. Daar is toen door velen met respect op gere ageerd. Zelfs toen bleek het moge lijk om mensen ontvankelijk te ma ken voor een andere argumentatie en ik denk nog altijd dat dat te maken had met de onbevangenheid waarmee ik daar doende was. Maar de minderheid tegen vrijlating werd toch een meerderheid. Van Agt: dat is juist, ik wil mijzelf niet verontschuldigen. Die omslag heeft zich voltrokken nadat het ka binet dat besluit had genomen, waarvoor ik wel de eerste verant woordelijkheid droeg, maar dat ik toen nog niet had uitgedragen en verdedigd, behalve in een brief waaronder mijn naam stond. Die brief was gefiatteerd door een kabi net van politieke zwaargewichten als het kabinet Biesheuvel, waarin zoveel politieke ervaring was sa mengebald. De brief was niet het werkstuk van non-politici. Het is een publiek feit dat veertien van de zestien leden van het kabinet die beslissing ondersteunden en er vele vergaderingen aan hebben besteed om uit te maken hoe dat op de meest menselijke, minst schokken de wijze zou kunnen worden ver klaard. Dat schrijf ik dus helemaal niet aan mijzelf toe. Dit kabinet steunt op een smalle ba sis in de Tweede Kamer. 77 van de Kamerzetels en daarvan dan nog acht zogenaamde loyalisten. In feite re geert het parlement. Van Agt: Dat is voor een groot deel waar. De invloed van het parlement is groot, hetgeen samenhangt met de meerderheid waarvan dit kabinet afhankelijk is. Tindemans in België beschikt over tachtig procent van de Kamerzetels, ja. dan kun je je als kabinet nog eens wat veroorloven. Wij zullen zeer behoedzaam moeten opereren. Maar naarmate wij ver trouwen winnen (en daarvoor zal tijd nodig zijn. inzonderheid bij die leden van de Kamer die in beginsel bereid waren en zijn om te steunen, maar die toch eerst zorgvuldig wil- ien zien welk vlees zij in de kuip hebben) zullen wij ook meer vrijheid van beweging krijgen. Het behoeft geen vier jaar te duren dat we, bij wijze van spreken, alle leden van de regeringsfracties raadplegen over ie dere beslissing die we nemen. Com fortabel is de situatie niet en dat wordt zij ook niet, wel minder moei zaam dan het nu is om de al genoem de reden dat een kabinet dat ver standig en tot luisteren bereid blijkt te opereren, gaandeweg aan vertrou wen zal winnen In ieder geval bin nen die 77. Ook omdat we succes gaan boeken bij de statenverkiezin gen. Dat staat voor mij zo vast als een huis. Als je zegt: het parlement regeert, dan komt het er per saldo op neer dat in deze situatie het CDA regeert. De WD-fractieleider Rietkerk windt zich daar nog niet zo over op, maar men kan zich niet voorstellen dat het CDA over de WD kan blijven heen lopen. Van Agt: dat zal inderdaad niet kun nen. Ofschoon het CDA een grote meerderheid heeft (49-28 in de Ka mer en 10-6 in het kabinet) is de WD een onmisbare, trouwens waar devolle partner. Het CDA heeft die partner aanvaard en het moet zich ervoor hoeden te vervallen in dezelf de houding die de afgelopen jaren aan de PvdA is verweten, van al maar te trachten haar wil op te leggen aan de gehele ploeg, gebruik te maken van de meerderheidsposi tie. Wij zullen aan die verleiding weerstand moeten bieden. Niet al leen om in politieke zin te overleven, want de inschikkelijkheid van de WD heeft natuurlijk ook haar gren zen. maar ook omdat je zo'n hou ding niet behoort in te nemen. Als je niet van plan bent de partner ook tot zijn recht te laten komen, dan moet je helemaal niet aan een ver bond beginnen. Ik zal mij dus steeds geroepen voelen duidelijk te maken dat het hier gaat om een combinatie van CDA en WD. Is dit een sermoen (preek red.) aan het adres van Aantjes en de zijnen. Van Agt: Dit is een sermoen aan mijn politieke vrienden van het CDA. Het is de verlokking om bij meerderheidswege elke beslissing van enige betekenis naar eigen snit te modelleren, en die is wel heel groot. En nu wij zelf verkeren in die positie van veruit de grootste zijn, begrijp ik iets beter, nu al. waarom de PvdA zich gedroeg gelijk zij deed. de jaren door. Die vergelijking ligt om de hoek. In het debat over de regeringsverkla ring heeft Aantjes sterke nadruk ge legd op voortzetting van bet door het vorige kabinet gevoerde beleid. Van Agt: Het is begrijpelijk dat Aantjes, zeker in het eerste debat na het optreden van dit kabinet, duide lijk heeft willen maken hoezeer het CDA de stabiliteit in de Nederland se politiek uitmaakt. Het CDA in het kabinet met de PvdA is geen andere dan het CDA in het kabinet met de WD, dat onderschrijf ik. Maar het kan natuurlijk onmogelijk zo zijn dat een beleid gevoerd met de PvdA tot dezelfde uitkomsten voert als een beleid met de WD. We zullen moeten erkennen en aanvaar den dat de inbreng van de WD de besluiten een bijstelling geeft die wij niet zouden hebben aangebracht in een kabinet dat louter uit CDA- 'mensen bestaat. Die ruimhartigheid zal moeten worden opgebracht. Daarvan was in het debat nog weinig te zien. Van Agt: het CDA heeft zich in het debat, zo heeft iedereen ervaren, wel in sterke mate doen gelden. Maar dat zal niet in die mate zo blijven, dat kan niet structureel zijn. De VVD is geen bijwagen, zoals de PvdA met het CDA wou proberen. Laten we de dingen bij de naam noemen: onze vriend Aantjes had liever een kabinet van een andere signatuur in het zadel gezien. En bij hem is de spijt erover dat dat niet mogelijk was, boven-gemiddeld in de CDA-fractie, dat weten we alle maal. Niemand is bij machte, geluk kig, om alleen met het hoofd te spreken, ook het hart is aan het woord. Maar Aantjes heeft zijn steun gegeven aan dit kabinet, zij het onder de clausulering het „van week tot week" zeer kritisch te zul len volgen. Maar hij heeft het ten principale zijn steun meegegeven. En hij weet ook dat hij, hoezeer ook tijdens de formatie woordvoerder van de zeven loyalisten, nu woord voerder is van de 49. En ik houd Aantjes voor een man die conse quent is in de besluiten die hij heeft genomen. Hij is fractievoorzitter ge worden, ook in deze constellatie.- Van Agt lijkt een manier van politiek bedrijven te hebben die zeer persoon lijk bepaald is. Kan je, daarvan uit gaand, zeggen dat het nieuwe kabinet meer een vriendenclub is, waar het goed toeven is natuurlijk, dan een hecht aaneengesmeed politiek gezel schap? Van Agt: of het kabinet zal uitgroei en tot een gezelschap dat die ere naam. „politiek hecht aaneenge smeed" verdient, dat zal moeten blijken. Het is nu nog te vroeg om dat al te kunnen zeggen, zeker ook omdat de ploeg nog niet voor echte beproevingen is geplaatst. Dat zal overigens niet lang meer duren, nu we de Kamer hebben toegezegd ui terlijk juni de hoofdlijnen van het bezuinigingsbeleid te zullen teke nen. Dat wordt de vuurproef, eerst binnen het kabinet, dan daarbuiten. Overigens, een vriendenclub, dat wordt het zeker, dat is het nu bijna al. Het wordt zeker een ploeg die grote innerlijke spanningen zal kun nen verdragen De innerlijke samen hang is groot, in menselijke zin. Dat is zeer belangrijk. Ook de politieke samenhang is veel groter dan de buitenwacht denkt. Bijvoorbeeld: tk zag dezer dagen enkele verhalen, waarin gewag werd gemaakt van de penibele verhouding die zou be staan tussen de heren Albeda en Pais. er werden vergelijkingen ge maakt met de posities van Boersma en De Brauw in het kabinet Bies heuvel. Welnu, dat slaat nergens op. In tegendeel, vanaf de totstandko ming van het kabinet ben ik getrof fen in menselijke en politieke zin door de saamhorigheid binnen de ploeg, ook door de steun die Pais meer dan eens gaf aan de visies van Albeda. Dat is echt van belang om te vermelden, dat kan wel eens van grote betekenis zijn voor het kabi net in de komende tijd en zelfs over jaren. Voor mij was het een surprise, een aangename. Ook het verhaal van dreigen met af treden door Albeda klopt niet? Van Agt: Nee, Albeda heeft nooit met aftreden gedreigd. Er is wel een ander verhaal waar. Dat is dat Albe da vol zorg was. en in kommer, over de vraag of hij deze taak wel op zich zou nemen. Tot kort voor zijn beëdi ging als minister heeft hij mij deel genoot van zijn twijfels gemaakt, of hij die taak wel had moeten aan vaarden, of die niet te zwaar zou blijken. Niet omdat hem daartoe de benodigde kwaliteiten zouden ont breken, maar omdat het bijna niet te hijsen is. minister van sociale zaken te zijn in deze economische en politieke situatie. Maar nadat Albe da zijn ministerschap had aanvaard, is er geen moment geweest waarop hij het machtsmiddel van aftreden, zelfs maar in de verte, heeft ge bruikt. Dat is een verzinsel. Het kabinet Van Agt draagt er, juist door zijn ontstaansgeschiedenis, de sporen van dat het een op goede per soonlijke verhoudingen gebaseerde overeenkomst is, die dan misschien een politieke kan worden, maar dat in de aanvang niet was. Van Agt: ik vind het helemaal niet zo vreemd het zo te formuleren. Kijk, het kabinet zou, in een rustig' tij, in een periode van onbedreigde welvaart en zonder maatschappelij ke spanningen, rustig een vrienden- ploeg kunnen blijven, en ook niet mëër behoeven te worden. Dat zou nu gewoon niet kunnen, zelfs al zouden we dat willen. Ik denk dat wij de komende maanden reeds, en verder de komende jaren zullen worden genoopt tot het ne men van beslissingen van zo verrei kende draagwijdte, en van zulk een politieke betekenis, dat de ploeg zich zal moeten ontwikkelen tot een politieke entiteit (eenheid). Dan red Je het niet meer met persoonlijke vriendschappen, die zullen wel waardevol, dienstbaar blijven, maar er zal inderdaad een politieke con census (overeenstemming) moeten groeien tussen die samenstellende groeperingen. Anders overleeft het kabinet het niet. want daarvoor zijn de problemen te ernstig. Is politieke concensus mogelijk ge zien de verschillende uitgangspunten van CDA en WD; leidt dit kabinet tot blijvende samenwerking? Van Agt: Het zou onwijs zijn over het laatste nu al voorspellingen te doen. Maar op de algemene vraag of liberalen en chisten-democraten el kaar eigenlijk wel wezenlijk kunnen verstaan, luidt mijn antwoord be vestigend. zonder voorbehoud Wel met een mits. die ik vooralsnog ver vuld acht: ook bij de liberalen moet bezorgdheid blijken om de mensen in verdrukking, dat vind ik wezen lijk. Het verhaal dat dit het monopo lie van de socialisten zou zijn, is geloof ik niet rechtvaardig jegens de liberalen en zeker niet Jegens die liberalen, die nu door de WD naar voren geschoven zijn voor dit kabinet. Ik heb soms een zekere behoefte, al vóór ik ploegleider werd van deze coalitie overigens, om het op te ne men voor de WD. Het gemak waar mee de WD verwijten werden ge maakt, wekte soms mijn wrevel. Daarom een voorbeeld: het heeft geen moeite gekost met de WD in het regeerakkoord op te nemen dat tenminste 1,5 procent van het natio naal inkomen voor ontwikkelings hulp bestemd zou blijven, terwijl op het moment dat wij daartoe beslo ten de economische perspectieven aanzienlijk somberder waren dan toen de partijprogramma's geschre ven werden. Nu kan je zeggen: dat heeft de WD ook maar aanvaard om regeringsverantwoordelijkheid te kunnen dragen. Ik geloof dat niet. De WD is natuurlijk een gezelschap van gemengde samenstelling, maar niet gemengder dan het CDA of de PvdA. AL de WD op die punten zo respec tabel wordt, dan ontstaat de mogelijk heid dat die WD het ook met de PvdA kan vinden en omgekeerd. Dat kan bestaanrisico's voor het CDA op leveren. Van Agt: in de discussies in de CDA- fractie hebben sommigen ook ge zegd. en niet ten onrechte, dat het programma dat met/ie WD werd ontwikkeld, in zo sterke mate het CDA-stempel droeg, dat het CDA daardoor wel eens zou kunnen bij dragen aan het verkleinen van de afstand tussen PvdA en WD, dat is waar. Het CDA zou geloof ik. met eigen beginselen in strijd geraken wanneer het zou betreuren dat door zijn toedoen tegenstellingen tussen politieke groeperingen in ons land worden verkleind. Ten slotte enkele feitelijke vragen: De bede: in de verkiezingsstrijd heeft u gezegd, daar komen we niet meer op terug, dat is geen onderwerp van poli tieke discussie. In het debat over de regeringsverklaring niets daarover, ondanks een opmerking van Abma (SGP). Dat kan de indruk wekken dat er op dat punt toch wat handel te bedrijven is. Van Agt. de vraag is ingekleed in de best denkbare bewoordingen. For meel is het zo. dat het kabinet er nog niet over heeft beraadslaagd De materiële beantwoording sluit aan bij de bewoordingen van de vraag. Het onderwerp mag niet verbonden worden aan het hebben van meer of minder politieke macht in handen van mensen, die proberen christelij ke politiek te bedrijven. Dat is alles wat ik er nu over wil zeggen. De drie van Breda Van Agt: ook daarover is in het kabinet nog niet gesproken. Eerder heb ik al eens gezegd dat ik in het kabinet zou willen bepleiten dat het zich zal gedragen naar de motie- Voogd (overleg met vertegenwoordi gers van voormalig verzet, concen tratiekamp-slachtoffers alvorens te beslissen-red.). Of en wanneer er re denen zouden zijn, op basis van de motie-Voogd, een beslissing te ne men, is allereerst ter beoordeling van de nieuwe minister van justitie. Iedereen is nogal geschrokken van de opmerkingen van staatssecretaris De Graaf dat ingrepen ook op de wao uitkeringen niet op voorhand uitge sloten kunnen worden, ondanks de algemene afwijzing van bezuinigin gen op de WAO tijdens de verkie zingscampagne en het besluit van het vorige kabinet er vanaf te zien. Van Agt: We bereiden in de minis terraad de nota voor die in mei-junl aan de Kamer zal worden uitge bracht Van die nota zal een wezen lijk bastanddeel uitmaken het hoofdstuk: beleidsombuigingen in de sector van de sociale zekerheid We hebben nu in de Kamer duidelijk gemaakt dat wij de koppeling van de sociale minima aan het mini mumloon niet willen loslaten, tenzij zich omstandigheden voordoen, die nu onverwacht en onvoorzien zijn. en die tot een heroverweging van die vraag zouden dwingen. Meer heb ik vorige week in de Kamer niet ge zegd, en ook niet kunnen zeggen. Denkbaar zou zijn geweest de uit spraak dat er aan de sociale uitke ringen, ook die welke zich boven de minima bevinden (onder meer de WAO-red.) titel nog Jota zal verande ren. Wie dat zegt kan een bezuini gingsoperatie van enige omvang wel vergeten, en voor een reeks van Ja ren. Dus, Ja, ik zeg niet dat er nu toch bezuinigingen of liever ingre pen. op het terrein van de WAO zullen moeten komen. Wel is het waar. dat in de sector van de sociale zekerheid enkele gevoelige beslis singen overwogen moeten worden. Steenkamp zei dezer dagen, ieder een geeft voorrang aan iedereen, er moet worden gesnoeid, maar wel in de tuin van de buurman We kunnen niet elke week een nieuw domein immuun verklaren voor noodzake lijk gebleken Ingrepen door het ka binet op voorstel van de minister van financiën. Dat kan niet. Als we dat zouden blijven doen, dan eindi gen we met elkaar in een bankroet Dat teweeg te brengen is niet de doelstelling van dit kabinet 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 11