Scandinavië: vaak duurder
Caravan-plaats goud waard
Autoreizen
Rekenen
Hutten
Hotels
Utir
r f- ïc?
Zelfdoen
Afstanden
Droevig
Reserveren
Centrale
Aan zee
Kastelen
Tips
SDAO 17 JANUARI 1978
ZOMER
TROUW/KWARTET PAGINA PS23-RH88
.^r, r-" tl' -
-• De enig overgebleven wilder-
a rns van Europa. Met veron
achtzaming van een handvol,
streken in Oost-Europa mag.
dat etiket best op de Scandi-1
navische landen geplakt wor
den. Noorwegen. Zweden en
Finland, reuzenlanden tegen
het dak van de wereld, bie
den nog niet die gladgestre
ken toeristische paden als de
rest van ons werelddeel en
het is ook dóórom, dat ze bij
lange na nog niet de massa's
trekken als de bekende top
pers in zuidelijker regionen.
Een goede 20.000 Nederlan
ders gaan er naar toe, een
heel bescheiden schijntje
vergeleken bij de rest van Eu
ropa. Elk jaar komen er een
paar duizend bij, maar daar
mee heb je het ook gehad..
Scandinavië moet het toeris
tisch gezien van nog maar
een bepaalde groep toeristen
hebben. Mensen, die van rui
ge natuur houden, rust meer
waarderen dan de jool van de
iretcentra en liever op eigen,
ioutje op stap gaan dan zichi
aan de hand van de hostess
te laten leiden.
Natuurlijk, ze zijn er wel, de
geheel verzorgde vliegreizen,
maar het aantal toeristen,
dat daaraan deelneemt,
vormt nog geen derde van
het totaal.
Bij ae twee grote Scandina-
vië-specialisten onder de reis
organisatoren. Scandinavian
Arctic Sunway en Scanialux,
die 85 procent van het totale;
reizenpakket bieden (ook de'
reizen, die andere organisato-j
ren in hun programma's
brengen zijn voor het groot
ste deel door hen samenges
teld) leggen veel meer het ac
cent op de eigen-auto-reizen,
want daarvoor blijkt de ver
reweg grootste belangstelling
te bestaan.
In verhouding gezien dan.
Want ook in deze sector zijn
de absolute aantallen nog
maar gering. Voor een be
langrijk deel ook als gevolg
van de prijzen. Je mag als
natuurgenieter dan eerder de
steven naar het noorden dan
naar het zuiden wenden, als
je dat niet doet met een wel
gevulde buidel, kun je Scan
dinavië beter vergeten.
Het noorden vraagt een fi
nancieel offertje, vooral door
dat het altijd nog een flink
stuk varen eist en de hotels
doorgaans nogal prijzig zijn.
Gezien vanuit het hoteliers
standpunt logisch: het sei
zoen duurt maar enkele
maanden, zodat de toerist
ook moet meebetalen aan de
lange „gesloten-deur-perio-
de".
Eerst rekenen dus, alvorens
een besluit te nemen. En: ze
ker niet alléén afgaan op de
prijzen in de brochures. Want
die zijn in veel gevallen kaler
dan kaal. Om niet te zeggen:
vaak misleidend, als men al
thans afgaat op het vetge
drukte. Slechts in de kleine
lettertjes leest men wat er
allemaal nog bijkomt.
Die extra kosten zitten met
name In de bootreis. Niet be
grepen in die vetgedrukte
prijzen is bij voorbeeld het
vervoer van de auto. Soms is
die auto gratis als men met
vier personen tegelijk boekt
(zoals bij de Torline, die Am-
sterdam-Göteborg vaart),
maar dat zijn uitzonderin
gen. In verreweg de meeste
gevallen (en altijd als men
met minder dan vier perso
nen reist) komt die auto erbij.
En dat betekent bijvoorbeeld
op een kort traject naar Zwe
den al gauw een 200 gulden
extra voor een retour en voor
een traject als Travemiinde-
Helsinki in het hoogseizoen
zelfs 340 gulden.
Een ander extraatje, dat er
bij kan komen is de accom
modatie aan boord. Bij de
meeste arrangementen bete
kent die accommodatie niet
meer dan met meer personen
slapen in een couchette-com
partiment of in een vier-per-
soons hut van de laagste ca
tegorie.
Wie meer wil, bij voorbeeld
.een twee-persoons hut is al
gauw een paar honderdjes
meer kwijt. Zo betaalt men
bij de Torline als toeslag voor
zo'n twee-persoons hut ge
middeld 160 gulden (per per
soon!) voor een retour extra,
voor langere trajecten nog
meer.
Weliswaar zijn er aantrekke
lijke kortingsmogelijkheden
voor kinderen, gepensioneer
den, renteniers (terminologie
van de Finnjet-folder) en stu
denten: het totaal komt als
men wat comfortabeler weg-
wil altijd hoger uit dan de
brochure-prijzen doen ver
moeden.
Wat er in die prijzen bij voor
beeld niet inzit, zijn de maal
tijden aan boord. Ook die
kunnen het budget nog aar
dig aantasten. Alleen al een
dineetje kost gauw 15 tot 20
gulden per persoon. En wat
die taxfree-slogans betreft:
vergeet ze maar. Het drankje
aan de bar mag dan de aan
exorbitante prijzen gewende
Scandinaviërs nodigen tot
consumeren, voor Nederlan
ders is het nauwelijks goed
koper dan thuis.
Eenmaal ter plaatse komt er
f> 4
ïV'; r; ,^'i
f - V*";
1 r~-'-
nóg het een en ander bij. De
meeste arrangementen bie
den in de hotels slechts de
overnachting plus ontbijt. De
maaltijden moet men dus ex
tra betalen (variërend van
125. tot 245 gulden al naar
gelang de duur van de reis).
Een als men tijdens zo'n ge
organiseerde trektocht met
een veer een fjord over moet,
wordt dat ook in rekening
gebracht (soms een tientje,
maar er zijn ook ferry's waar
voor 70 gulden moet worden
betaald).
Al die toeslagen komen op de
kale prijzen, die op zich overi
gens ook nogal gepeperd zijn.
Een elfdaagse autotour kost
al gauw 1000 gulden (per per
soon), een 22-daagse is in ver
houding voordeliger, maar
kan ook oplopen tot 2500
gulden.
Voordeliger is men veelal uit
met een „all-in"-reis per
vliegtuig of boot, zonder
auto, of een pakket-rondreis
per bus.
Mogelijkheden daarvoor zijn
er te over. Vooral in Noorwe
gen en Finland. De program
ma's vermelden reizen naar
de Noordkaap. complete
rondreizen door alle drie lan
den (via Lapland) en voor
hen die het wat rustiger wil
len aandoen vaste sta-
plaats-vakanties met (even
tueel) een wandeltocht van
een paar dagen langs zgn.
hytten, eenvoudige be
rghutten.
Op eigen gelegenheid kan
men natuurlijk ook, maar
meestal zal men dan aanzien
lijk duurder uit zijn, want
voor de boot zal dan de volle
prijs moeten worden betaald.
Een paar voorbeelden van
wat dót kost: een enkele reis
Amsterdam-Stavanger 340
gulden, een enkeltje Kiel-Os
lo 150 gulden, een enkele
reis Travemünde-Helsinki
460 gulden, een enkele reis
Amsterdam-Göteborg 280
gulden (al deze prijzen zijn
hoogseizoentarieven en geba
seerd op een in een 2-per-
soons hut het vervoer van
de auto komt er nog bij).
Wie zelf die overtocht wil re
gelen dient deze overigens
wel voor maart al te boeken,
want zeker in het hoogsei
zoen zitten de schepen vrij
wel allemaal vol
Nóg een tip voor eigen-rij
ders: wees voor wat de dagaf
standen betreft niet te opti
mistisch. In Zweden en Fin
land is 300 km per dag al een
flinke ruk (geen autosnelwe
gen). in Noorwegen is 100 km
per dag soms, al te veel.
Wie de kosten wil drukken,
kan het best gaan kamperen.
Campings zijn er genoeg en
meestal zijn ze voortreffelijk
uitgerust. Over die campings,
berghutten, vakantiehuisjes
en hotels wordt meer infor
matie gegeven door het Fins
verkeersbureau in Amster
dam (Kleine Gartmanplant-
soen 21 - tel. 020-23.87.13), het
Noors verkeersbureau in Am
sterdam (Leidsestraat74 - tel.
020-222545) en het Zweeds
verkeersbureau in Den Haag
(Laan Copes van Catten-
burgh 131. tel. 070-638919)
Vrijwel gelijke tred houdend met
het autotoerisme heeft ook het ca-
ravanen zich de laatste jaren explo
sief ontwikkeld. Zo sterk groeide
het aantal vakantiegangers dat het
eigen huis meeneemt op reis, dat
zeker de zuidelijke kusten de druk
te nauwelijks meer aankunnen.
Het beeld van de campings aan de
Spaanse costa's, de Rivièra en de
Italiaanse kusten is vrijwel iden
tiek: propvolle terreinen, waar de
mobiele vakantiehuisjes zich aan
eenrijen tot complete dorpen, en
waar de trekker blij mag zijn met
t-en stukje grond van vier bij vier.
Aan de Rivièra noemen ze dat een
..petite fortune", zeker in het hoog
seizoen. zo tussen half juni en half
september.
Een droevig beeld', dat op veel
plaatsen allang niet alleen meer
wordt beperkt tot die luttele top-
maanden. Wie bijvoorbeeld begin
juni aan de Franse Rivièra een
plekje zoekt, zal doorgaans vele
tientallen kilometers moeten rij
den voordat hij zijn vakantiehuis
kan parkeren. En dan vaak nog
maar voor één nacht, op een
achteraf plaatsje in de felle zon, vet.
van de sanitaire accommodaties.
Nog veel meer moeite zullen zij
hebben, die maar met z'n tweeën
zijn. Een campinghouder verhuurt
zijn kostbare stukje liever aan een
gezin met kinderen, waarvoor hij
meer kan rekenen.
Reserveren dan? In theorie lijkt
dat het veiligst. De meeste ver
keersbureaus beschikken wel over
brochures waarin de adressen van
de campings zijn vermeld (trou
wens. die vindt men ook in de ge
wone gidsen) Even een briefje of
een telefoontje en de zaak zou gere
geld kunnen zijn.
Maar in de praktijk verlopen zulk
soort initiatieven wat moeilijker In
de eerste plaats door taalproble
men. Met Frans zal dat nog wel
meevallen, moeilijker wordt het
met Spanjaarden of Italianen. Als
een campinghouder daar een brief
in t Engels of Duits krijgt, zal hij
hooguit de datum kunnen lezen,
maar van de rest begrijpt hij niets
In het gunstigste geval zal hij als
hij denkt dat het om een verzoek
om informatie gaat een brochure
sturen, maar meestal verdwijnt het
schrijven gelijk in de prullenmand.
Trouwens, óók al wordt een reser
vering bevestigd, dan hoeft dat nog
niet te betekenen, dat men ook het
plekje krijgt waarom gevraagd is.
Veel campinghouders stouwen zo
veel mogelijk tenten en caravans
op hun terrein en houden slechts in
zoverre rekening met reserverin
gen, dat een achterafplaatsje be
schikbaar wordt gehouden. Een be
leid dat ook door de kampeerders
zelf in de hand is gewerkt: het ge
beurt nogal eens. dat kampeerders,
die reserveerden nooit kwamen
opdagen.
Voor de hand zou dus liggen, die
reservering vanuit Nederland cen
traal te doen regelen, analoog aan
de wijze waarop je via verscheidene
bureaus bungalows en apparte
menten in het buitenland kunt hu
ren. In eerste instantie zou daar
voor de ANWB in aanmerking lij
ken te komen, maar die heeft er tot
nu om onbegrijpelijke redenen
nooit wat &an gedaan.
Het enige (particuliere) bureau, dat
op dit gebied sinds kort bezig is, is
de Camping Reserveringscentrale
in Amstelveen (Populierenlaan
187). Maar deze organisatie staat
nog maar in de kinderschoenen.
Contacten heeft zij slechts met 200
campings in Frankrijk, 45 in Span
je en zo'n 50 in Italië. Het gaat hier
om bij grotere organisaties aange
sloten campings, waarvan de cen
trale zegt, dat zij hun afspraken
nakomen.
Er wordt dan ook voor betaald:
dertig gulden per perceel (de duur
van het verblijf doet er niet toe).
Volgens directeur W. Mes zijn er
plannen de adressenlijsten ook uit
te breiden tot Zwitserland en
Duitsland en in een later stadium
ook Joegoslavië en Oostenrijk. „Ik
ben ervan overtuigd, dat als de
zaak eenmaal rolt, de belangstel
ling groot zal zijn. Zéér veel carava-
ners en kampeerders kampen met
het probleem van volle campings."
Is die drukte te vermijden? Nauwe
lijks, als men in het hoogseizoen
met vakantie gaat en als eis stelt
direct aan zee te kamperen. Trou
wens, ook buiten dat seizoen wordt
het al moeilijk een plekje aan zee te
vinden. Juni en september worden
langzaamaan ook drukke
maanden.
„Anders wordt het", zegt caravan-
deskundige van de ANWB J. van
Hilten, „als je de voorwaarde direct
aan zee laat vallen. Bijvoorbeeld:
als je aan de Rivièra vijf tot tien
kilometer land inwaarts gaat zitten
vind Je campings, waar ook in het
hoogseizoen nog wel een plaats Is.
Meestal zijn deze campings uitge
rust met een zwembad, zodat die
zee eigenlijk helemaal niet hoeft."
Ook elders in het binnenland zijn
die problemen er nauwelijks. Wel
hebben deze campings als nadeel,
dat ze vaak pas in de topmaanden
open gaan. In juni zijn bijvoorbeeld
in Frankrijk nog vele campings ge
sloten. En óls ze al open zijn, is de
accommodatie veelal beperkt (de
kampwinkel vaak nog dicht,
slechts enkele warme douches en
toiletten).
Een andere mogelijkheid (voor
Frankrijk): de kastelencampings.
Wel wat duurder, maar ook rustiger
(geen kermissen) en uitstekend ge
outilleerd. Voordeel ook: men kan
er reserveren (de ANWB heeft een
folder met adressen). Veelal liggen
de campings op natuurlijke mooie
punten.
Daarnaast is het in dit land (in
sommige departementen) mogelijk
te kamperen en caravanen bij boer
derijen (het Frans verkeersbureau
heeft daar adressen van). Deze
campings hebben niet meer dan 15
plaatsen en zijn uitgerust met een
voudig sanitair.
Nog een paar tips:
rijdt om de teleurstelling van
een volle camping te vermijden
nooit door tot zes uur, maar zoek
om vier uur al een geschikte
camping,
op technisch vlak: houdt er re
kening mee, dat vooral in Frank
rijk gas niet te krijgen is (met uit
zondering van camplnggaz)
wie altijd van voldoende gas
verzekerd wil zijn, doet er goed aan
één 6 kg fles en een 3 kg fles cam-
pinggaz mee te nemen (eerst dan
die kleine fles opmaken). Men dient
er op toe te zien dat de flessen op de
Juiste druk worden gevuld (voor de
Duitse caravans is dat altijd 50 gr/
cm1 (of 50 cm water kolom), voor de
meeste Franse en Engelse 30 gr'
cm'. Het maakt (in de zomer) niet
uit of men butaan dan wel propaan
gebruikt
zorg voor een goede belading,
zeker als men een caravan langer
dan vier meter heeft. Geen zware
stukken op kop en staart, dus geen
twee gasflessen op de dissel plus
nog eens een tank met 10 liter
water.
een reservewiel: nodig, zegt de
ANWB. De praktijk heeft geleerd,
dat nieuwe caravanbanden in het
buitenland vaak moeilijk te krijgen
zijn.
en dan de nieuwe vinding de
Spoiler (schermpje op het autodak
om de luchtweerstand van de cara
van te verminderen al vanaf 93
gulden te koop): de ANWB durft
daar nog geen advies over te geven.
Bij sommige combinaties is inder
daad een weerstandsvermindering
van 10 procent geconstateerd,
maar bij andere combinaties was
de uitslag weer negatief.
ADVERTENTIE
■Mi,
-
j