en wilde tuin ^ia zeven jaar Svesnikof vangt bot Damjournalist is ook niet alwetend Personalia De progressieve Sint Niet piekeren maar puzzelen Oplossing Opgave nr. 610 4tr ■M 2* ^52<SS^ I u Nieuwe boeken m Q 1 A 0: 9!iis!i;6l 18 Regeringsnota over Molukse problemen deze maand klaar i-E K 11 1 I Al' U±U a AI M A li EAS3 Uw lATERDAG 14 JANUARI 1978 VARIA Trouw/Kwartet 23 Het is lang geleden dat ik in deze rubriek iets geschreven heb ïver mijn wilde voortuin. Trouwe lezers zullen zich misschien de irtikelen herinneren die ik in januari en februari 1975 daaraan wijdde. Wie niet weet waarover ik het heb. tan het nalezen in „Tuinieren buiten iet boekje", bladzijden 41 tot en met 19 (Groenboëkerij. Zomer Keu- ling, Wageningen). De verhalen be- leizen de geschiedenis van dit tuin tje van 4 x 6 m vanaf volkomen kale [rond tot een kleine bostuin met ïoutgewassen als grauwe wilg. es doorn. vlier, hazelaar, wilde kornoel je, berk, Spaanse aak en watercy- pres, waaronder een gesloten plan- lendek van allerlei kruiden die zich ji bossen en in noordelijk gelegen tuinen thuisvoelen. Ze omspan nen een periode van yier jaren, en au. zeven jaar na de aanleg, is het aardig te vertellen hoe deze tuin. waarin nu vrijwel niet meer wordt ingegrepen, zich heeft ontwikkeld. ..Alles groeit naar een evenwicht, waarbij sommige planten het loodje leggen Dat vélt niet te vermijden, ook al houden we een oog in het zeil." schreef ik drie jaar geleden. Wat is daarvan terechtgekomen? Zijn de bomen zo gegroeid dat ze elkaar gaan verdringen of zoveel licht weg namen dat de bodemvegetatie eraan te gronde ging? Hebben sommige plantesoorten zich ten koste van an dere uitgebreid? Wat is er geworden van de tussengeplante bolgewasjes. die voor een deel niet inheems zijn? Heeft zich veel onkruid tussen de bewust gekozen planten genesteld? Om bij de bomen te beginnen: na de eerste vier jaren van onstuimige groei zijn de meeste niet noemens waard groter geworden. Alleen de watercypres eindelijk een goed Nederlandse naam voor het bijna onuitspreekbare Metasequoia glyp- tostroboides! groeit nog steeds een halve meter per jaar. Waar hij vrij staat, krijgt hij een heel gelijk matige kegelvorm, haast alsof hij zo gesnoeid is. maar in mijn tuin, tus sen veel andere bomen, groeien de takken omhoog en ontwikkelt deze naaldverliezende Chinese zich tot een slanke verschijning, waarvan het elegante takkenwerk nu prachtig af steekt tegen de dode winterlucht. Pas in het laatste jaar heeft het kleine Spaanse aakje een paar uit schieters omhoog gemaakt en vult daarmee mooi de ruimte op tussen de vlieren en de watercypres. Die vlieren nemen, als ze ongestoord hun gang kunnen gaan, inderdaad te veel licht weg. Ze zijn de enige hout gewassen die ik elke winter behan del: uit het hart neem ik zoveel mo gelijk takken weg, zodat tot ver in de zomer het licht door de struiken, die al bijna tot voorbij het raam op de eerste verdieping reiken, heen valt en zelfs op de grond komt. Daaraan is het te danken dat nog nergens gaten in de begroeiing zijn gevallen. I Links het robertskruid, rechts het heksenkruid Bosanemonen in tegenlicht Planten groeien tot aan de voet van de vlieren en aarzelend begint een enkel klimoptakje tegen de ruwe schors op te kruipen. Gras en maagdenpalm Van de bomen dus niets dan goeds. En datzelfde kan gezegd worden van de meeste andere planten, zelfs van het spontaan opgeschoten gras, dat nog geen plant verdrongen heeft. Al leen het straatgras, dat kleine spriet- ding dat zelfs tussen straatstenen in de winter nog bloeit alsof het zomer is en dat nogal vaak pleegt op te schieten naast het pad, roei ik met wortel en al uit. Midden tussen de bosplanten krijgt het weinig kansen, maar vanaf de rand van het pad kan het wel steeds verder in de tuin door dringen. De andere grassen behoe ven geen inperking meer, want er is een evenwicht ontstaan waardoor hun optreden stabiel geworden is. De sterke uitbreiding van de maag denpalm in de eerste jaren -> deels mijn eigen schuld, omdat ik in het eerste jaar snoeisel ervan op een paar plekken onder de grond heb gestopt, dat prompt wortelde en bo vengrondse scheuten maakte die ten koste ging van vooral gevlekte en gele dovennetel, die in andermans tuin tot de woekerende planten be horen is nu vrijwel tot stilstand gekomen. In het afgelopen jaar hebben beide dovenetels plotseling kans gezien steviger voet in de aarde te krijgen. nadat ze in de jaren ervoor bijna het loodje legden in de strijd tegen de maagdenpalm. Ze bedekken nu een paar knappe plekken met hun zilver- gevlekte blad, wat dit voorjaar min stens een maand lang kleur belooft: geel van de gele en roodpaars van de gevlekte in volle bloei. De witte klaverzuring, een teeer plantje met witte, roze geaderde bloemen en een tenger wortelgesteld dat je denkt te moeten beschermen tegen stoerder uitziend gewas, kan heel best voor zichzelf zorgen. Ze komt door de hele tuin voor. niet als een gesloten mat zoals in donkerder bos. maar tussen grassen, midden in dichte maagdenpalm. onder licht wegnemend robertskruid Laatstgenoemde bosplant is sinds zijn uitbreidingsexplosie in de zomer van 1973 nooit meer zo talrijk terug gekomen. al blijft hij bepaalde hoe ken van de tuin in de zomermaanden domineren. Het heksenkruid. dat zich in de zomer ervoor zo overheer send manifesteerde dat de hele tuin wel één bed van dit niet zo gewone tovergewas leek. liep in de jaren erna zo stérk terug dat ik iR de afgelopen zomer met moeite nog drie bloeiende plantjes terugvond. Circaea lutetia- na is sterk, groeit met een wortelstok en zal toch nooit helemaal uit de tuin verdwijnen. Alles groeit naar een evenwicht. De omstandigheden veranderen en wor den minder geschikt voor sommfge soorten, terwijl ze andere juist in de kaart spelen. Weer andere tonen zich vreemd genoeg totaal niet aange daan onder het feit dat bomen groter worden en toch meer schaduw wer pen dan toen ze jong waren, dat sommige planten sterk uitgroeien en andere planten van hun plek trach ten te dringen. Zo een is de bosane- moon. zes jaar geleden aangeplant in de vorm van twee flinke kluiten aar de met rotelstokken. De planten zijn niets groter geworden, ook niets klei ner. en bloeien elk jaar in maart met ongeveer evenveel bloemen als het jaar ervoor Nog lang niet alles is gezegd over verlies en winst in dit wilde stuk bostuin. Dat komt de volgende keer. Zélf zou ik voor deze opgave een 1 hebben gegeven, want het is geen puzzel maar een rekenvraagstuk! Het ging hier in de eerste plaats om aan te tonen, hoeveel mogelijkheden de (in)formateur nog zou hebben kunnen onderzoeken, en in de twee de plaats om te laten zien. hoeveel verschillende opvattingen er zijn van zo n formatie. Daar er vele op vattingen mogelijk waren heb ik elke inzender 20 punten gegeven, want zij mogen niet het slachtoffer zijn van de formatieperikelen voor zo ver we dat niet allemaal zijn! Ziehier dan een zwakke poging tot oplossen. Probleem l. Met 7—'7—2 Sinterklazen en 8—7—1 Pieten is het aantal moge lijkheden van de verdeling der zetels: 16! 16! X 42.403046400 8!7!1! 7!7!2! Probleem 2. Met dezelfde aantallen bij elkaar behorende soorten klazen en pieten wordt het aantal mogelijk heden: 16! X 2 823680 7!7!2! Probleem 3. Met individueel verschil lende klazen en Pieten wordt het aantal mogelijkheden (16!)J 437763136697375052544000000 Pobleem 4. Komt in probleem 3 elke piet in het hokje van zijn bijbehoren de klaas (op één na), dan is het aantal mogelijkheden. 2!7!8!16! 91109543934689280000 Was het een wonder dat de for- en informateurs, de dissidenten, de ge- dogers en andere hoogwaardigheids bekleders er niet uit kwamen?! Het waarderingscijfer was gemiddeld 6,93; verkregen uit:2(2,0%), 3(0.2%). 4(8.3%). 5(12,5%), 6(14,6%), 7(22,7%), 8(20.9%), 9(9.3%), 10(9,5%). Het in het begin gezegde èn de waar deringen kloppen uitstekend met de inhoud van de limerick van de heer G.A. Spanrenburg te Bennekom(66): Voor ten minste een 10 heb ik kun nen genieten Van de tekst waarin U 't probleem wist te gieten! Maarik geef slechts een 5 ('t Had niet meer om het lijf. Deze puzzel van sinten en pieten). De ladder staat thans boven 219 punten, met als prijswinnaars 1) Mej. A. Hofstra, Govert Flincklaan 13, Amstelveen ivoor de tweede maal); 2) H. Hortensius, Singel 84. Woerden (6e keer); 3) H F. Pels. W J Bitterstraat 44, Ede (10e maal); 4) Jan Visser. Jacoba van Beierenlaan 51. Delft (2e keer). Hulp aan oplossers van de vorige op gave 611! Een aantal oplossers heeft niet slechts de cijfers 1. 9. 7 en 8 (elk éénmaal en niet meer dan éénmaal) ook nog andere cijfers gebruikt. Dus zijn bijvoorbeeld fout: a) 1 ^9x7 xV/8 43 (omdat er een 3 in voorkomt) b) 1 x (9* 7 8) 80 (omd-* er een 2 in voorkomt) niet fout is bijvoorbeeld: 1 (9 7) 8 1 (want een minteken voor een cijfer mag) Andere tekens dan die welke gegeven zijn (bijvoorbeeld het illatatieteken) zijn eveneens onjuist. En nu maar: succes met deze puzzel waarvoor het aantal oplossingen onge kend hoog blijkt te worden! En een blij en gelukkig en succesvol 1978 toe gewenst! mr. G. van Vorden De taal der dromen Prof. H. van Praag, auteur van een zo langzamerhand indrukwekkend aantal boeken op het gebied van de parapsychologie, heeft aan deze rij een nieuw werk toegevoegd, ditmaal een boek over dromen. Het heet „De taal der dromen" en bevat een be hoorlijk overzicht over wat terzake van dromen bekend is. en wat erover is gedacht. Typerend voor het werk van pro! Van Praag is dat mensellj ke ervaringen dikwijls de grenzen van de eigen psyche te boven en te buiten gaan Hij zegt bijvoorbeeld dat alle droomonderzoekers het wel met elkaar eens zijn dat de droom een soort aanvullende functie heeft op het waakleven. Maar „slechts weinigen zijn bereid te accepteren dat deze aanvulling op ervaringen berust, die niet uit het waakbewust zijn zijn af te leiden". Van Praag meent dus dat een droom niet „gere duceerd" kan worden tot een pro duct van onze eigen geest Hij zegt Dat is des te onaannemelijker, waar de droom juist vol is van symbolen en gebeurtenissen, die volledig bui ten de ervaringssfeer van de z g auctor (in dit verband' de dromer zelf) vallen. Prof. H. van Praag: „De laai der dromen". Verkenning en verklaring Uiig. H. Meulenhoff, Baarn Omvang 203 pag. Paperback Prijs 25.90 Gurwich-N Diaye. 1. 32-28 18-23 2. 33- 29 23x332 3. 37x28 17-22 4. 28x17 11x22 5. 41-37 13-18 6. 37-32 19-23 7. 35-30 6-11 8. 40-35 11-17 9. 38-33 14-19 10. 42-38 20-25 11. 30-24 19x30 12. 35x24 17-21 13. 32-27 de eerste onnauwkeurigheid. Veel sterker is 47-42) 21x32 14. 38x27 12-17 15. 48-42 8-13! Dat deze zet niet hele maal consequent is, doet in d}t geval weinig terzake, aangezien onder nor male omstandigheden 9-13 wel beter zou zijn. Maar in dit geval werd op een min of meer verrassende damzet gespeeld, al is het principe natuur lijk bekend uit o.a. de partijen Kore- newski-NN en Andreiko-Sijbrands 1973. Een vooraanstaand journalist en dammer als Gurwich mag hier niet inlopen. 16. 46-41?? (zie diagram 1). DAMMEN zwart (16) 0 l« 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 S de kansen op een betere klassering, dan de (toch wel eervolle) vierde plaats. De Russische kampioene Vitkaüska- ïte stelde erg teleur. Na haar grandi oze overwinning in het dameskampi oenschap van de Sowjet-republie- ken, met liefst drie punten voor sprong op nr. 2 Sochnenko, werd er erg veel van haar verwacht. Maar waarschijnlijk hebben de zenuwen haar parten gespeeld. Ook veel beter van opzet was het spel van Jadranka Nizic, de Joego slavische kampioene. Verloor zij in voorgaande jaren de meeste partijen al voor de tijdscontrole door eenvou dige combinaties, dit keer was dat er niet meer bij en dat geeft hoop voor de toekomst. Dat het rendement deze keer niet evenredig was aan haar spel is jammer, maar het is te hopen, dat zij op de ingeslagen weg voort gaat. zwart (8) Jarenlang is het internationale toer nooi te Hastings een begrip geweest in de schaakwereld, maar in de jaren zestig kwam er een dieptepunt en raakte de krachtmeting in een even groot verval als de onverwarmde ho tels langs de zeeboulevard. Aan het roemruchte toernooi deden steeds minder spelers met een steeds be perkter talent mee en het zag ernaar uit dat Hastings ging verdwijnen. Maar juist op het moment dat de organisatoren van plan waren het toernooi maar op te heffen, dienden zich jonge Engelse spelers aan, van wie het duidelijk was dat hier groot meesters in spe aan het werk waren. Hastings kreeg met hun optreden een nieuwe impuls en op dit ogenblik is in de Engelse badplaats een spe- lersveld bijeen gebracht, waarop de organisatoren van het wegkwijnende Hoogoventoernooi jalours zouden zijn. Als de berichten juist zijn, staat op wit (16) 16. 13-19 17. 24x13 25-30 18. 34x25 23x34 19. 39x30 16-21 20. 27x16 22-27 21. 31x11 1-6 22. 13x22 6x46 wint! Een voor de hand liggende combinatie, die een topspeler na 8-13!? op zijn minst moet kunnen ruiken. De halve finales voor het kampioen schap van Nederland worden mo menteel gespeeld in Utrecht en er zullen weer heel wat interessante partijen vandaan komen. Voor het zover is. gaan we nog even verder met het allerlaatste Suikerdamtoer- nooi In het dameswereldkampioenschap heeft de Nederlandse Lenie Geurts lange tijd goede perspectieven ge had. Maar na haar uitstekende par tijen tegen de drie Russinnen in de voorronde, waaruit zij liefst vijf pun ten wist te halen, ging zij. tegen de Nederlandse kampioene Barbara Graas twee keer op een verschrikke lijke manier de mist in. wanneer Le nie haar „Graascomplex" kwijt weet te raken, maakt zij komend jaar goe- 0 -j- 0 Qi 0 0 0 ©i G p, ©I eJ 1 wit (8) Uit de partij Geurts-8ochnenko. Na 46. 30-25 staat wit nog steeds erg slecht. Zo slecht, dat de Russische na 19-23 vrijwel verzekerd kan zijn van de winst. Zij speelde echter 46. 18-23? 47. 43-38!! en wit staat gewonnen, (er dreigt niets, maar op 3-8 of 3-9 volgt 25-20 en 39-34, op 17- 21 simpel 21-26 en op 23-29 volgt 25- 20!) Verloop. 47. 28-32 48. 25-20 32x34 49. 20x18 22x13 50. 31x11 19-24 51. 11-7 24-30 52. 35x24 34-40 53. 7-2 13-19 54. 24x13 40-44 55. 48-43 en zwart gaf op Een venijnig fragment, waarin zwarts nonchalance werd afgestraft. FRANK DROST Horizontaal. 1. karig, 5. interest, 9. schrijfkosten, 13. afdeling. 15. stok, 16. lang en smal, 17. muzieknoot, 19. gok, 21. rivier in Ned„ 22. klasse (afk.), 23. schortje, 25. verandering. 28. vlaktemaat, 29. beschermgeest. 31. schrobnet, 32. wanneer, 33. lat werk. 34. cirkelvormig voorwerp. 36. smal bloembed. 38. lichte bedwel ming. 40. Noorse godden. 42. omslag. 43. spits toelopend, 45. reeds. 47. telwoord. 49. voorwerp ter verlich ting, 50. bevel, 51. evenredig deel. 52. kunstverwoester. 53. tel. 54. boom. 55. water in Limburg, 57. deel van een schip. 59. muzieknoot, 60. ko raaleiland. 61. vreemde munt. 63. godin der tweedracht, 65. Turkse tarwe, 66. ronddraaiend onderdeel. 68. uniek. 70. tijding. 71. vis. 72. kever, 74. schuine strook. 76. eind. 77. stembuiging, 80. buitenhaven, 81 Eerwaarde Heer (afk. Lat.), 82. niet goed doorbakken, 83. bamboe staketsel, 85. lord (afk 86. half. 87. dof, 89. honingdrank. 91. aanspre king van een papegaai, 92. hoofd deksel, 93. telwoord. Verticaal. 1. plant met geneeskrach tige wortel, 2. brand kraan (afk), 3. ieder. 4. getroffen. 6. voorvoegsel, 7. ongaarne, 8. voorzetsel. 9. min, 10. plaats in de N.O.P., 11. Groene Kruis (afk 12 ontvangkamer. 14. ketting draadje in een uurwerk. 16. sterk smakend. 18. nakomeling, 20. lipha- ren. 21. inwendig orgaan. 22. flink, 24. zangstuk, 26. vervoermiddel. 27 knol, 28 oorlogsgod. 30. overheids orgaan, 33. verbinding. 35 scheeps touw. 37. struikrover, 38. teken in de dierenriem, 39. schildpad, 41. mist 43. hijswerktuig, 44. dwaze gewoon te, 46. tussenzetsel, 48. dwaas, 49 vernis, 50. verstandig (barg.), 56. go din van de dageraad. 58. roem, 60 karakter, 61. alleenzang, 62. reke ning, 64. tooi. 65. ben. 66. verlegen heid, 67. ruwe steenmassa. 69. kleur 70. zangvogel, 71. tegen. 73. gordel 75. oorzaak. 77. honingbij. 78. akelig 79. achten, 82. voorzetsel. 84. loflied 86. titel (afk.), 87. familielid. 88. voor zetsel. 90. landbouwwerktuig Oplossing vorige puzzel: i 14 i 317 8 1511 3 8i2i Si 17I i i i i 9 9 5 4 ii 8 817!8 j 2! j7 ^t7 i 8 2.|7' 1 !3!9 De prijswinnaars zijn: de heer Geert Hids. Berkenweg 43. Schipborg; me vrouw G Abma-Ernsting, Sportlaan 46. Purmerend; de heer P den Boer. A 67, Ottoland. Weihouder De Haagse wethouder en loco-burgemeester H. F. Happel zal zich pa de verkiezingen niet meer voor deze post beschikbaar stellen. De heer Happel, die in 1975 na het overlijden van burgemeester Marij- nen, ruim zeven maanden het ambt van burgemeester van Den Haag waarnam, heeft dit de voorzitter van de kring Den Haag van de KVP meegedeeld. De heer Happel is tien Jaar wethou der van Den Haag op de post maat schappelijk welzijn en volksgezond heid. Sinds de verkiezingen in 1974, toen hij lijstaanvoerder was van het CDA, is hii ook loco-burgemeester. Hij wil in september wel als gewoon lid in de gemeenteraad terugkeren Van onze Haagse redactie DEN HAAG Nog deze maand hoopt de regering een nota uit te brengen over de Molukse proble men Vice-premier Wiegel heeft dat gisteren gezegd na afloop van de wekelijkse ministerraad De meeste betrokken ministers buigen zich momenteel over de tekst, die door topambtenaren is gemaakt Wiegel is „coördinerend" bewindsman het moment dat ik deze rubriek schrijf de Hongaar Sax met 8 uit 11 op kop. Een van die jonge Engelse spelers, die langzaam naar groot meestersterkte groeit is S. Webb. Zijn Elo is 2445. hij is nog meester, maar hij heeft reeds één grootmees terresultaat behaald. In Hastings won hij zijn eerste twee partijen, waaronder die tegen de gevaarlijke Russische houwdegen Svesnikof. Wit: Svesnikof Zwart: Webb 1. c2-e4, e7-e6. 2. d2-d4, d7-dó, 3. Pbl- c3, Lf8-b4, 4. e4-e5, c7-c5, 5. a2-a3, Lb4xc3, 6. b2xc3, Pg8-e7, 7. Ddl-g4, Dd8-c7, 8. Dg4xg7, Th8-g8, 9. Dg7xh7, c5xd4, 10. Pgl-e2, Pb8-c6, 11. f2-f4, Lc8- d7. 12. Dh7-d3, d4xc3 (Daarmee is de stelling ontstaan die ook in de twee de matchpartij Kortsnoj-Spasski op het bord kwam. Spasski speelde toen 13. Le3-d4. 14 Lf2, maar de witte stelling moet hem toch niet zo bevailen hebben, want in de daarop volgende partij koos hij voor een andere variant 8vesnikof gaat pro beren te bewijzen dat wit toch een speelbare stelling heeft. Met weinig succes overigens en deze partij zou er opnieuw een bewijs van kunnen zijn. dat 7. Dg4 een voor wit ondeug delijke variant inluidt) 13. Pe2-g3 0-0-0 14. Lfl-e2, Pe7-f5! (De manier om de witte koningsvleugel onder druk te houden. Zo n dubbelpion bete kent in dergelijke stellingen weinig). 15. Pg3xf5, e6xf5, 16. 0-0 (Na 16. Dd5xLe6, 17. Df3-Pd4 kan wit beter een arts bestellen). 16.d5-d4, 17. Le2-f3. Ld7-e6. 18. Tal-bi. Le6-a2, 19 Tbl-al. La2-e6, 20. Tfl-el (Natuurlijk gaat wit in dit stadium nog niet in op het verkapte remise-aanbod) 20. Dc7-b6, 21 h2-h3, Db6-c5. 22. Kgl-h2. Dc5-c4, 23. Dd3xc4, Le6xc4. 24 g2- g4? (Na het ruilen op c4 staat wit al niet mooi meer, maar nu had hij beter Tdl kunnen doen). 24.d4-d3! SCHAKEN Td5-b5! (Nu staat wit vrijwal pat). 31 a3-a4. Tb5-b3. 32 Tal-a3, Tb3-b2*' (Webb speelt deze partij zeer sterk. Het slaan op b2 is natuurlijk verbo den, omdat dan de pion promoveert.) 33 Kg2-fl. Pd4-b3. 34 Lclxb2. Pb3- d2t 35. Kfl-e2 (Na Kg2 b2x is de pion helemaal niet meer te stoppen). 35.Th8-h2t, 36. Ke2-e3. Pd2-fl*. 37. Ke3-f3, c3xb2. 38. Ta3-b3. Pfl-d2t en wit gaf het op. Wit: Webb Zwart: Boterill 1. Pgl-f3, g7-g6, 2. d2-d4, Lf8-g7, 3. c2- c4. Pg8-f6. 4 g2-g3. 0-0 5 Lfl-g2. d7- d6, 6. Pbl-c3, Pb8-c6 (Staat als du bieus te boek), 7. d4-d5, Pc6-a5.8. b2- b3, c7-c5 (Niet: 8. .Pe4 wegens 9. Pe4x Lalx, 10. Ld2) 9 Lcl-b2. Ta8-b8. 10 0-0. a7-a6, 11. Pf3-d2. b7-b5. 12. Ddl-c2, e7-e5 (Als wit erin slaagt het paard op a5 buiten spel te houden staat hij positioneel vrijwel gewon nen) 13. Tal-bl, Pf6-g4, 14 Lb2 al. b5-b4 (Positionele rapitulatie). 15. Pc3-dl. f7-f5. 16 f2-f3. Pg4-f6, 17 f3- f4! (de positie van het paard op a5 doet zich nu gevoelen) 17. e5xf4 (Na 17. Pfd7 komt zwart helemaal niet meer aan zijn ontwikkeling toe). 18. g3xf4, Tb8-b7, 19 Pdl-f2. Tb7-f7 (Hij had beter direct naar e7 kunnen gaan). 20. Pd2-f3, Tf7-e7, 21. Pf3 gS. h7-h6? (Beter was eindelijk middels Pb7 het paard weer in het spel te betrekken), 22. Pg5-e6! zie diagram II (zie diagram I) (Een mokerslag. Op 25. Lc€x volgt eenvoudig 25. d2) 25. C2xd3, Pc6- d4. 26 Tel-e3 (Om op 26. .Pc2 nu 27. c4x Palx. 28. Tc3x te spelen) 26. Le6-d5! (Zwart ruilt het best geposteerde stuk van wit af). 27. Lf3xd5, Td8xd5, 28 Te3-g3 (ook na 28. gS is wits positie vrijwel hopeloos). 28. f5xg4. 29. h3xg4. (Beter was 29. Tg4x) 29 Tg8-h8t, 30. Kh2-g2, 22Lc8xe6, 23 d5xe6. Te7xe6, 24. e2-e4. Dd8-e8 (24Pr4x is geen pret-je, maar misschien toch beter dan wat zwart nu probeert) 25. e4-e5!, d6xe5. 26 f4xe5. Pf6-d7. 27. Lg2-d5. Kg8-h7. 28 Pf2-d3! (Na 28. Le6x kan zwart zich nog langdurig verdedigen) 28 Te6-e7. 29. e5-e6. Te7xe6. 30 Tbl-el (de ene krachtzet na de ande re). 30 Te6-e3, 31 Lalxg7. Kg8xg7. 32 Dc2 f2. Te3-e7. 33 Kgl hl. Tf8-f6. 34 Pd3 f4, Kg7-h7. 35. Telxe7+. De8xc7, 36 Tfl-el. De7-d6. 37 Pf4xg6' Tf6xg6, 38 Df2xf5 Pd7 16. 39 Tel-gl. Pf6xd5, 40. Df5-f7t en zwart gaf het op. MAX PAM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 23