en wilde tuin
^ia zeven jaar
Svesnikof vangt bot
Damjournalist is
ook niet alwetend
Personalia
De progressieve Sint
Niet piekeren maar puzzelen
Oplossing Opgave nr. 610
4tr
■M
2* ^52<SS^
I u
Nieuwe
boeken
m
Q
1 A
0:
9!iis!i;6l 18
Regeringsnota over
Molukse problemen
deze maand klaar
i-E K
11 1
I Al'
U±U
a AI M A li
EAS3 Uw
lATERDAG 14 JANUARI 1978
VARIA
Trouw/Kwartet
23
Het is lang geleden dat ik in deze rubriek iets geschreven heb
ïver mijn wilde voortuin. Trouwe lezers zullen zich misschien de
irtikelen herinneren die ik in januari en februari 1975 daaraan
wijdde.
Wie niet weet waarover ik het heb.
tan het nalezen in „Tuinieren buiten
iet boekje", bladzijden 41 tot en met
19 (Groenboëkerij. Zomer Keu-
ling, Wageningen). De verhalen be-
leizen de geschiedenis van dit tuin
tje van 4 x 6 m vanaf volkomen kale
[rond tot een kleine bostuin met
ïoutgewassen als grauwe wilg. es
doorn. vlier, hazelaar, wilde kornoel
je, berk, Spaanse aak en watercy-
pres, waaronder een gesloten plan-
lendek van allerlei kruiden die zich
ji bossen en in noordelijk gelegen
tuinen thuisvoelen. Ze omspan
nen een periode van yier jaren, en
au. zeven jaar na de aanleg, is het
aardig te vertellen hoe deze tuin.
waarin nu vrijwel niet meer wordt
ingegrepen, zich heeft ontwikkeld.
..Alles groeit naar een evenwicht,
waarbij sommige planten het loodje
leggen Dat vélt niet te vermijden,
ook al houden we een oog in het zeil."
schreef ik drie jaar geleden. Wat is
daarvan terechtgekomen? Zijn de
bomen zo gegroeid dat ze elkaar
gaan verdringen of zoveel licht weg
namen dat de bodemvegetatie eraan
te gronde ging? Hebben sommige
plantesoorten zich ten koste van an
dere uitgebreid? Wat is er geworden
van de tussengeplante bolgewasjes.
die voor een deel niet inheems zijn?
Heeft zich veel onkruid tussen de
bewust gekozen planten genesteld?
Om bij de bomen te beginnen: na de
eerste vier jaren van onstuimige
groei zijn de meeste niet noemens
waard groter geworden. Alleen de
watercypres eindelijk een goed
Nederlandse naam voor het bijna
onuitspreekbare Metasequoia glyp-
tostroboides! groeit nog steeds
een halve meter per jaar. Waar hij
vrij staat, krijgt hij een heel gelijk
matige kegelvorm, haast alsof hij zo
gesnoeid is. maar in mijn tuin, tus
sen veel andere bomen, groeien de
takken omhoog en ontwikkelt deze
naaldverliezende Chinese zich tot
een slanke verschijning, waarvan het
elegante takkenwerk nu prachtig af
steekt tegen de dode winterlucht.
Pas in het laatste jaar heeft het
kleine Spaanse aakje een paar uit
schieters omhoog gemaakt en vult
daarmee mooi de ruimte op tussen
de vlieren en de watercypres.
Die vlieren nemen, als ze ongestoord
hun gang kunnen gaan, inderdaad te
veel licht weg. Ze zijn de enige hout
gewassen die ik elke winter behan
del: uit het hart neem ik zoveel mo
gelijk takken weg, zodat tot ver in de
zomer het licht door de struiken, die
al bijna tot voorbij het raam op de
eerste verdieping reiken, heen valt
en zelfs op de grond komt. Daaraan
is het te danken dat nog nergens
gaten in de begroeiing zijn gevallen.
I Links het robertskruid, rechts het heksenkruid
Bosanemonen in tegenlicht
Planten groeien tot aan de voet van
de vlieren en aarzelend begint een
enkel klimoptakje tegen de ruwe
schors op te kruipen.
Gras en maagdenpalm
Van de bomen dus niets dan goeds.
En datzelfde kan gezegd worden van
de meeste andere planten, zelfs van
het spontaan opgeschoten gras, dat
nog geen plant verdrongen heeft. Al
leen het straatgras, dat kleine spriet-
ding dat zelfs tussen straatstenen in
de winter nog bloeit alsof het zomer
is en dat nogal vaak pleegt op te
schieten naast het pad, roei ik met
wortel en al uit. Midden tussen de
bosplanten krijgt het weinig kansen,
maar vanaf de rand van het pad kan
het wel steeds verder in de tuin door
dringen. De andere grassen behoe
ven geen inperking meer, want er is
een evenwicht ontstaan waardoor
hun optreden stabiel geworden is.
De sterke uitbreiding van de maag
denpalm in de eerste jaren -> deels
mijn eigen schuld, omdat ik in het
eerste jaar snoeisel ervan op een
paar plekken onder de grond heb
gestopt, dat prompt wortelde en bo
vengrondse scheuten maakte die
ten koste ging van vooral gevlekte en
gele dovennetel, die in andermans
tuin tot de woekerende planten be
horen is nu vrijwel tot stilstand
gekomen.
In het afgelopen jaar hebben beide
dovenetels plotseling kans gezien
steviger voet in de aarde te krijgen.
nadat ze in de jaren ervoor bijna het
loodje legden in de strijd tegen de
maagdenpalm. Ze bedekken nu een
paar knappe plekken met hun zilver-
gevlekte blad, wat dit voorjaar min
stens een maand lang kleur belooft:
geel van de gele en roodpaars van de
gevlekte in volle bloei.
De witte klaverzuring, een teeer
plantje met witte, roze geaderde
bloemen en een tenger wortelgesteld
dat je denkt te moeten beschermen
tegen stoerder uitziend gewas, kan
heel best voor zichzelf zorgen. Ze
komt door de hele tuin voor. niet als
een gesloten mat zoals in donkerder
bos. maar tussen grassen, midden in
dichte maagdenpalm. onder licht
wegnemend robertskruid
Laatstgenoemde bosplant is sinds
zijn uitbreidingsexplosie in de zomer
van 1973 nooit meer zo talrijk terug
gekomen. al blijft hij bepaalde hoe
ken van de tuin in de zomermaanden
domineren. Het heksenkruid. dat
zich in de zomer ervoor zo overheer
send manifesteerde dat de hele tuin
wel één bed van dit niet zo gewone
tovergewas leek. liep in de jaren erna
zo stérk terug dat ik iR de afgelopen
zomer met moeite nog drie bloeiende
plantjes terugvond. Circaea lutetia-
na is sterk, groeit met een wortelstok
en zal toch nooit helemaal uit de tuin
verdwijnen.
Alles groeit naar een evenwicht. De
omstandigheden veranderen en wor
den minder geschikt voor sommfge
soorten, terwijl ze andere juist in de
kaart spelen. Weer andere tonen zich
vreemd genoeg totaal niet aange
daan onder het feit dat bomen groter
worden en toch meer schaduw wer
pen dan toen ze jong waren, dat
sommige planten sterk uitgroeien en
andere planten van hun plek trach
ten te dringen. Zo een is de bosane-
moon. zes jaar geleden aangeplant in
de vorm van twee flinke kluiten aar
de met rotelstokken. De planten zijn
niets groter geworden, ook niets klei
ner. en bloeien elk jaar in maart met
ongeveer evenveel bloemen als het
jaar ervoor
Nog lang niet alles is gezegd over
verlies en winst in dit wilde stuk
bostuin. Dat komt de volgende keer.
Zélf zou ik voor deze opgave een 1
hebben gegeven, want het is geen
puzzel maar een rekenvraagstuk!
Het ging hier in de eerste plaats om
aan te tonen, hoeveel mogelijkheden
de (in)formateur nog zou hebben
kunnen onderzoeken, en in de twee
de plaats om te laten zien. hoeveel
verschillende opvattingen er zijn
van zo n formatie. Daar er vele op
vattingen mogelijk waren heb ik
elke inzender 20 punten gegeven,
want zij mogen niet het slachtoffer
zijn van de formatieperikelen voor zo
ver we dat niet allemaal zijn!
Ziehier dan een zwakke poging tot
oplossen.
Probleem l. Met 7—'7—2 Sinterklazen
en 8—7—1 Pieten is het aantal moge
lijkheden van de verdeling der
zetels:
16! 16!
X 42.403046400
8!7!1! 7!7!2!
Probleem 2. Met dezelfde aantallen
bij elkaar behorende soorten klazen
en pieten wordt het aantal mogelijk
heden:
16!
X 2 823680
7!7!2!
Probleem 3. Met individueel verschil
lende klazen en Pieten wordt het
aantal mogelijkheden
(16!)J 437763136697375052544000000
Pobleem 4. Komt in probleem 3 elke
piet in het hokje van zijn bijbehoren
de klaas (op één na), dan is het
aantal mogelijkheden.
2!7!8!16! 91109543934689280000
Was het een wonder dat de for- en
informateurs, de dissidenten, de ge-
dogers en andere hoogwaardigheids
bekleders er niet uit kwamen?! Het
waarderingscijfer was gemiddeld
6,93; verkregen uit:2(2,0%), 3(0.2%).
4(8.3%). 5(12,5%), 6(14,6%), 7(22,7%),
8(20.9%), 9(9.3%), 10(9,5%).
Het in het begin gezegde èn de waar
deringen kloppen uitstekend met de
inhoud van de limerick van de heer
G.A. Spanrenburg te Bennekom(66):
Voor ten minste een 10 heb ik kun
nen genieten
Van de tekst waarin U 't probleem
wist te gieten!
Maarik geef slechts een 5
('t Had niet meer om het lijf.
Deze puzzel van sinten en pieten).
De ladder staat thans boven 219
punten, met als prijswinnaars 1)
Mej. A. Hofstra, Govert Flincklaan
13, Amstelveen ivoor de tweede
maal); 2) H. Hortensius, Singel 84.
Woerden (6e keer); 3) H F. Pels. W J
Bitterstraat 44, Ede (10e maal); 4)
Jan Visser. Jacoba van Beierenlaan
51. Delft (2e keer).
Hulp aan oplossers van de vorige op
gave 611! Een aantal oplossers heeft
niet slechts de cijfers 1. 9. 7 en 8 (elk
éénmaal en niet meer dan éénmaal)
ook nog andere cijfers gebruikt. Dus
zijn bijvoorbeeld fout:
a) 1 ^9x7 xV/8 43 (omdat er een 3
in voorkomt)
b) 1 x (9* 7 8) 80 (omd-* er een 2
in voorkomt)
niet fout is bijvoorbeeld:
1 (9 7) 8 1 (want een
minteken voor een cijfer mag) Andere
tekens dan die welke gegeven zijn
(bijvoorbeeld het illatatieteken) zijn
eveneens onjuist.
En nu maar: succes met deze puzzel
waarvoor het aantal oplossingen onge
kend hoog blijkt te worden! En een
blij en gelukkig en succesvol 1978 toe
gewenst!
mr. G. van Vorden
De taal der dromen
Prof. H. van Praag, auteur van een
zo langzamerhand indrukwekkend
aantal boeken op het gebied van de
parapsychologie, heeft aan deze rij
een nieuw werk toegevoegd, ditmaal
een boek over dromen. Het heet „De
taal der dromen" en bevat een be
hoorlijk overzicht over wat terzake
van dromen bekend is. en wat erover
is gedacht. Typerend voor het werk
van pro! Van Praag is dat mensellj
ke ervaringen dikwijls de grenzen
van de eigen psyche te boven en te
buiten gaan Hij zegt bijvoorbeeld
dat alle droomonderzoekers het wel
met elkaar eens zijn dat de droom
een soort aanvullende functie heeft
op het waakleven. Maar „slechts
weinigen zijn bereid te accepteren
dat deze aanvulling op ervaringen
berust, die niet uit het waakbewust
zijn zijn af te leiden". Van Praag
meent dus dat een droom niet „gere
duceerd" kan worden tot een pro
duct van onze eigen geest Hij zegt
Dat is des te onaannemelijker, waar
de droom juist vol is van symbolen
en gebeurtenissen, die volledig bui
ten de ervaringssfeer van de z g
auctor (in dit verband' de dromer
zelf) vallen.
Prof. H. van Praag: „De laai der
dromen". Verkenning en verklaring
Uiig. H. Meulenhoff, Baarn Omvang
203 pag. Paperback Prijs 25.90
Gurwich-N Diaye. 1. 32-28 18-23 2. 33-
29 23x332 3. 37x28 17-22 4. 28x17 11x22 5.
41-37 13-18 6. 37-32 19-23 7. 35-30 6-11 8.
40-35 11-17 9. 38-33 14-19 10. 42-38 20-25
11. 30-24 19x30 12. 35x24 17-21 13. 32-27
de eerste onnauwkeurigheid. Veel
sterker is 47-42) 21x32 14. 38x27 12-17
15. 48-42 8-13! Dat deze zet niet hele
maal consequent is, doet in d}t geval
weinig terzake, aangezien onder nor
male omstandigheden 9-13 wel beter
zou zijn. Maar in dit geval werd op
een min of meer verrassende damzet
gespeeld, al is het principe natuur
lijk bekend uit o.a. de partijen Kore-
newski-NN en Andreiko-Sijbrands
1973. Een vooraanstaand journalist
en dammer als Gurwich mag hier
niet inlopen.
16. 46-41?? (zie diagram 1).
DAMMEN
zwart (16)
0
l«
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
S
de kansen op een betere klassering,
dan de (toch wel eervolle) vierde
plaats.
De Russische kampioene Vitkaüska-
ïte stelde erg teleur. Na haar grandi
oze overwinning in het dameskampi
oenschap van de Sowjet-republie-
ken, met liefst drie punten voor
sprong op nr. 2 Sochnenko, werd er
erg veel van haar verwacht. Maar
waarschijnlijk hebben de zenuwen
haar parten gespeeld.
Ook veel beter van opzet was het
spel van Jadranka Nizic, de Joego
slavische kampioene. Verloor zij in
voorgaande jaren de meeste partijen
al voor de tijdscontrole door eenvou
dige combinaties, dit keer was dat er
niet meer bij en dat geeft hoop voor
de toekomst. Dat het rendement
deze keer niet evenredig was aan
haar spel is jammer, maar het is te
hopen, dat zij op de ingeslagen weg
voort gaat.
zwart (8)
Jarenlang is het internationale toer
nooi te Hastings een begrip geweest
in de schaakwereld, maar in de jaren
zestig kwam er een dieptepunt en
raakte de krachtmeting in een even
groot verval als de onverwarmde ho
tels langs de zeeboulevard. Aan het
roemruchte toernooi deden steeds
minder spelers met een steeds be
perkter talent mee en het zag ernaar
uit dat Hastings ging verdwijnen.
Maar juist op het moment dat de
organisatoren van plan waren het
toernooi maar op te heffen, dienden
zich jonge Engelse spelers aan, van
wie het duidelijk was dat hier groot
meesters in spe aan het werk waren.
Hastings kreeg met hun optreden
een nieuwe impuls en op dit ogenblik
is in de Engelse badplaats een spe-
lersveld bijeen gebracht, waarop de
organisatoren van het wegkwijnende
Hoogoventoernooi jalours zouden
zijn.
Als de berichten juist zijn, staat op
wit (16)
16. 13-19 17. 24x13 25-30 18. 34x25
23x34 19. 39x30 16-21 20. 27x16 22-27 21.
31x11 1-6 22. 13x22 6x46 wint! Een voor
de hand liggende combinatie, die
een topspeler na 8-13!? op zijn minst
moet kunnen ruiken.
De halve finales voor het kampioen
schap van Nederland worden mo
menteel gespeeld in Utrecht en er
zullen weer heel wat interessante
partijen vandaan komen. Voor het
zover is. gaan we nog even verder
met het allerlaatste Suikerdamtoer-
nooi
In het dameswereldkampioenschap
heeft de Nederlandse Lenie Geurts
lange tijd goede perspectieven ge
had. Maar na haar uitstekende par
tijen tegen de drie Russinnen in de
voorronde, waaruit zij liefst vijf pun
ten wist te halen, ging zij. tegen de
Nederlandse kampioene Barbara
Graas twee keer op een verschrikke
lijke manier de mist in. wanneer Le
nie haar „Graascomplex" kwijt weet
te raken, maakt zij komend jaar goe-
0
-j-
0
Qi
0
0
0
©i
G
p,
©I
eJ
1
wit (8)
Uit de partij Geurts-8ochnenko. Na
46. 30-25 staat wit nog steeds erg
slecht. Zo slecht, dat de Russische
na 19-23 vrijwel verzekerd kan zijn
van de winst. Zij speelde echter
46. 18-23? 47. 43-38!! en wit staat
gewonnen, (er dreigt niets, maar op
3-8 of 3-9 volgt 25-20 en 39-34, op 17-
21 simpel 21-26 en op 23-29 volgt 25-
20!) Verloop. 47. 28-32 48. 25-20
32x34 49. 20x18 22x13 50. 31x11 19-24 51.
11-7 24-30 52. 35x24 34-40 53. 7-2 13-19 54.
24x13 40-44 55. 48-43 en zwart gaf op
Een venijnig fragment, waarin
zwarts nonchalance werd afgestraft.
FRANK DROST
Horizontaal. 1. karig, 5. interest, 9.
schrijfkosten, 13. afdeling. 15. stok,
16. lang en smal, 17. muzieknoot, 19.
gok, 21. rivier in Ned„ 22. klasse
(afk.), 23. schortje, 25. verandering.
28. vlaktemaat, 29. beschermgeest.
31. schrobnet, 32. wanneer, 33. lat
werk. 34. cirkelvormig voorwerp. 36.
smal bloembed. 38. lichte bedwel
ming. 40. Noorse godden. 42. omslag.
43. spits toelopend, 45. reeds. 47.
telwoord. 49. voorwerp ter verlich
ting, 50. bevel, 51. evenredig deel. 52.
kunstverwoester. 53. tel. 54. boom.
55. water in Limburg, 57. deel van
een schip. 59. muzieknoot, 60. ko
raaleiland. 61. vreemde munt. 63.
godin der tweedracht, 65. Turkse
tarwe, 66. ronddraaiend onderdeel.
68. uniek. 70. tijding. 71. vis. 72.
kever, 74. schuine strook. 76. eind.
77. stembuiging, 80. buitenhaven,
81 Eerwaarde Heer (afk. Lat.), 82.
niet goed doorbakken, 83. bamboe
staketsel, 85. lord (afk 86. half. 87.
dof, 89. honingdrank. 91. aanspre
king van een papegaai, 92. hoofd
deksel, 93. telwoord.
Verticaal. 1. plant met geneeskrach
tige wortel, 2. brand kraan (afk), 3.
ieder. 4. getroffen. 6. voorvoegsel, 7.
ongaarne, 8. voorzetsel. 9. min, 10.
plaats in de N.O.P., 11. Groene Kruis
(afk 12 ontvangkamer. 14. ketting
draadje in een uurwerk. 16. sterk
smakend. 18. nakomeling, 20. lipha-
ren. 21. inwendig orgaan. 22. flink,
24. zangstuk, 26. vervoermiddel. 27
knol, 28 oorlogsgod. 30. overheids
orgaan, 33. verbinding. 35 scheeps
touw. 37. struikrover, 38. teken in de
dierenriem, 39. schildpad, 41. mist
43. hijswerktuig, 44. dwaze gewoon
te, 46. tussenzetsel, 48. dwaas, 49
vernis, 50. verstandig (barg.), 56. go
din van de dageraad. 58. roem, 60
karakter, 61. alleenzang, 62. reke
ning, 64. tooi. 65. ben. 66. verlegen
heid, 67. ruwe steenmassa. 69. kleur
70. zangvogel, 71. tegen. 73. gordel
75. oorzaak. 77. honingbij. 78. akelig
79. achten, 82. voorzetsel. 84. loflied
86. titel (afk.), 87. familielid. 88. voor
zetsel. 90. landbouwwerktuig
Oplossing vorige puzzel:
i
14 i 317 8 1511 3
8i2i Si 17I
i
i i i 9 9 5
4
ii 8 817!8 j
2! j7 ^t7 i
8
2.|7' 1 !3!9
De prijswinnaars zijn: de heer Geert
Hids. Berkenweg 43. Schipborg; me
vrouw G Abma-Ernsting, Sportlaan
46. Purmerend; de heer P den Boer.
A 67, Ottoland.
Weihouder De Haagse wethouder
en loco-burgemeester H. F. Happel
zal zich pa de verkiezingen niet meer
voor deze post beschikbaar stellen.
De heer Happel, die in 1975 na het
overlijden van burgemeester Marij-
nen, ruim zeven maanden het ambt
van burgemeester van Den Haag
waarnam, heeft dit de voorzitter van
de kring Den Haag van de KVP
meegedeeld.
De heer Happel is tien Jaar wethou
der van Den Haag op de post maat
schappelijk welzijn en volksgezond
heid. Sinds de verkiezingen in 1974,
toen hij lijstaanvoerder was van het
CDA, is hii ook loco-burgemeester.
Hij wil in september wel als gewoon
lid in de gemeenteraad terugkeren
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG Nog deze maand
hoopt de regering een nota uit te
brengen over de Molukse proble
men Vice-premier Wiegel heeft dat
gisteren gezegd na afloop van de
wekelijkse ministerraad De meeste
betrokken ministers buigen zich
momenteel over de tekst, die door
topambtenaren is gemaakt Wiegel
is „coördinerend" bewindsman
het moment dat ik deze rubriek
schrijf de Hongaar Sax met 8 uit 11
op kop. Een van die jonge Engelse
spelers, die langzaam naar groot
meestersterkte groeit is S. Webb.
Zijn Elo is 2445. hij is nog meester,
maar hij heeft reeds één grootmees
terresultaat behaald. In Hastings
won hij zijn eerste twee partijen,
waaronder die tegen de gevaarlijke
Russische houwdegen Svesnikof.
Wit: Svesnikof Zwart: Webb
1. c2-e4, e7-e6. 2. d2-d4, d7-dó, 3. Pbl-
c3, Lf8-b4, 4. e4-e5, c7-c5, 5. a2-a3,
Lb4xc3, 6. b2xc3, Pg8-e7, 7. Ddl-g4,
Dd8-c7, 8. Dg4xg7, Th8-g8, 9. Dg7xh7,
c5xd4, 10. Pgl-e2, Pb8-c6, 11. f2-f4, Lc8-
d7. 12. Dh7-d3, d4xc3 (Daarmee is de
stelling ontstaan die ook in de twee
de matchpartij Kortsnoj-Spasski op
het bord kwam. Spasski speelde
toen 13. Le3-d4. 14 Lf2, maar de
witte stelling moet hem toch niet zo
bevailen hebben, want in de daarop
volgende partij koos hij voor een
andere variant 8vesnikof gaat pro
beren te bewijzen dat wit toch een
speelbare stelling heeft. Met weinig
succes overigens en deze partij zou
er opnieuw een bewijs van kunnen
zijn. dat 7. Dg4 een voor wit ondeug
delijke variant inluidt) 13. Pe2-g3
0-0-0 14. Lfl-e2, Pe7-f5! (De manier om
de witte koningsvleugel onder druk
te houden. Zo n dubbelpion bete
kent in dergelijke stellingen weinig).
15. Pg3xf5, e6xf5, 16. 0-0 (Na 16.
Dd5xLe6, 17. Df3-Pd4 kan wit beter
een arts bestellen). 16.d5-d4, 17.
Le2-f3. Ld7-e6. 18. Tal-bi. Le6-a2, 19
Tbl-al. La2-e6, 20. Tfl-el (Natuurlijk
gaat wit in dit stadium nog niet in op
het verkapte remise-aanbod) 20.
Dc7-b6, 21 h2-h3, Db6-c5. 22. Kgl-h2.
Dc5-c4, 23. Dd3xc4, Le6xc4. 24 g2-
g4? (Na het ruilen op c4 staat wit al
niet mooi meer, maar nu had hij beter
Tdl kunnen doen). 24.d4-d3!
SCHAKEN
Td5-b5! (Nu staat wit vrijwal pat). 31
a3-a4. Tb5-b3. 32 Tal-a3, Tb3-b2*'
(Webb speelt deze partij zeer sterk.
Het slaan op b2 is natuurlijk verbo
den, omdat dan de pion promoveert.)
33 Kg2-fl. Pd4-b3. 34 Lclxb2. Pb3-
d2t 35. Kfl-e2 (Na Kg2 b2x is de pion
helemaal niet meer te stoppen).
35.Th8-h2t, 36. Ke2-e3. Pd2-fl*.
37. Ke3-f3, c3xb2. 38. Ta3-b3. Pfl-d2t
en wit gaf het op.
Wit: Webb Zwart: Boterill
1. Pgl-f3, g7-g6, 2. d2-d4, Lf8-g7, 3. c2-
c4. Pg8-f6. 4 g2-g3. 0-0 5 Lfl-g2. d7-
d6, 6. Pbl-c3, Pb8-c6 (Staat als du
bieus te boek), 7. d4-d5, Pc6-a5.8. b2-
b3, c7-c5 (Niet: 8. .Pe4 wegens 9.
Pe4x Lalx, 10. Ld2) 9 Lcl-b2. Ta8-b8.
10 0-0. a7-a6, 11. Pf3-d2. b7-b5. 12.
Ddl-c2, e7-e5 (Als wit erin slaagt het
paard op a5 buiten spel te houden
staat hij positioneel vrijwel gewon
nen) 13. Tal-bl, Pf6-g4, 14 Lb2 al.
b5-b4 (Positionele rapitulatie). 15.
Pc3-dl. f7-f5. 16 f2-f3. Pg4-f6, 17 f3-
f4! (de positie van het paard op a5 doet
zich nu gevoelen) 17. e5xf4 (Na
17. Pfd7 komt zwart helemaal niet
meer aan zijn ontwikkeling toe). 18.
g3xf4, Tb8-b7, 19 Pdl-f2. Tb7-f7 (Hij
had beter direct naar e7 kunnen
gaan). 20. Pd2-f3, Tf7-e7, 21. Pf3 gS.
h7-h6? (Beter was eindelijk middels
Pb7 het paard weer in het spel te
betrekken), 22. Pg5-e6!
zie diagram II
(zie diagram I)
(Een mokerslag. Op 25. Lc€x volgt
eenvoudig 25. d2) 25. C2xd3, Pc6-
d4. 26 Tel-e3 (Om op 26. .Pc2 nu
27. c4x Palx. 28. Tc3x te spelen)
26. Le6-d5! (Zwart ruilt het best
geposteerde stuk van wit af). 27.
Lf3xd5, Td8xd5, 28 Te3-g3 (ook na
28. gS is wits positie vrijwel hopeloos).
28. f5xg4. 29. h3xg4. (Beter was
29. Tg4x) 29 Tg8-h8t, 30. Kh2-g2,
22Lc8xe6, 23 d5xe6. Te7xe6, 24.
e2-e4. Dd8-e8 (24Pr4x is geen
pret-je, maar misschien toch beter
dan wat zwart nu probeert) 25. e4-e5!,
d6xe5. 26 f4xe5. Pf6-d7. 27. Lg2-d5.
Kg8-h7. 28 Pf2-d3! (Na 28. Le6x kan
zwart zich nog langdurig verdedigen)
28 Te6-e7. 29. e5-e6. Te7xe6. 30
Tbl-el (de ene krachtzet na de ande
re). 30 Te6-e3, 31 Lalxg7.
Kg8xg7. 32 Dc2 f2. Te3-e7. 33 Kgl
hl. Tf8-f6. 34 Pd3 f4, Kg7-h7. 35.
Telxe7+. De8xc7, 36 Tfl-el. De7-d6.
37 Pf4xg6' Tf6xg6, 38 Df2xf5 Pd7
16. 39 Tel-gl. Pf6xd5, 40. Df5-f7t en
zwart gaf het op.
MAX PAM