'Een grotere bevrijding is niet mogelijk' jNa 44 jaar werd im eindelijk een vrouw Biologisch ontwikkelingsproces in het centraal zenuwstelsel ii- IZATERDAG 14 JANUARI 1978 ZA1 door Cisca Dresselhuys iOnlangs heeft een commissie uit de Gezondheidsraad een advies uitgebracht aan de regering, waarin zij stelt dat het onder bepaalde voorwaarden verantwoord is om mensen die dat willen van geslacht te laten veranderen. De commissie vindt dat daar een onderzoek "ionder transseksuelen aan vooraf moet gaan. Men wil uit dat -ionderzoek antwoord krijgen op de vraag onder welke voorwaarden «tot een operatieve ingreep overgegaan moet kunnen worden en !nl welke consequenties dat moet hebben voor de btirgerlijke staat van »de transseksueel. Tot nu toe is het zo, dat een transseksueel, ook na de operatie, in de burgerlijke stand blijft die hij of zij was, omdat de geboorteakte *niet gewijzigd wordt. Daardoor is het voor transseksuelen bijvoor beeld onmogelijk om te trouwen, wat velen van hen juist graag willen. In aansluiting op het advies van de commissie uit de Gezondheids raad hebben de Tweede-Kamerleden Roethof (PvdA) en Nypels (WD) een minister De Ruiter van justitie gevraagd of hij een voorstel wil indienen tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, dat het wettelijk mogelijk moet maken om aanpassingen te registreren en geboorteakten te wijzigen. Naar aanleiding van beide zaken op deze pagina een gesprek met een transseksueel, die vier jaar geleden een de-transseksualisatie onderging,(wat men met een onjuiste term een „geslachtsverande ring" noemt) en een artikel van de endocrinoloog dr. O. M. de Vaal, die al jarenlang betrokken is bij de problemen van transseksuelen. Velen van hen heeft hij geholpen. Hij schreef ook een boek over deze materie: „Man of vrouw? Dilemma van de transseksuele mens". AMSTERDAM „Toen ik vijf jaar was, wist ik het al heel zeker: ik was geen jongen, maar een meisje, al leen wel een meisje dat in een ver keerd lichaam zat. Het klinkt mis- ichien gek, dat je als klein kind zoiets al heel zeker kunt weten, maar het is bij mij echt zo gegaan. Op een vrijdagavond zat ik samen met een jonger broertje in de teil voor de wekelijke grote wasbeurt. Ik Ikeek naar hem en voelde opeens met schrik dat ik hetzelfde lichaam had. Hoe je dat als kind toen ge- I voeler hebt, weet je na zoveel jaren natuurlijk niet meer precies, ik ver tel het nu ook in mijn bewoordingen van een volwassene, maar dat ik toen al heel goed voelde dat er iets mis was, dat ik een meisje was en geen jongen, ook al had ik het li chaam van een jongen, dat weet ik heel zeker." Kim is nu 48 jaar. Sinds vier jaar is zij een vrouw. Daarvoor heeft zij haar hele leven als man geleefd, want zo was ze tenslotte geboren: een lang leven vol spanning, ver driet en ellende, omdat er voordurend die obsessie was: ze was uiterlijk een man, maar innerlijk een vrouw. En die vrouw wilde helemaal écht vrouw worden, ook wat de lichamelijke kant betrof). Tot het 44-ste jaar heeft Kim over deze tweespalt in haar leven nooit een woord gezegd, tegen niemand, omdat ze doodsbang was dat men haar voor gek zou verklaren en onmiddellijk zou laten opnemen in een krankzinnigen inrichting. In die jaren voor en vlak na de oorlog had immers nog nooit iemand gehoord over transseksuelen: ensen die geboren worden met het ver keerde lichaam. Bovendien kwam Kim niet uit een gezin waar veel tijd en aan dacht besteed zou zijn aan moeilijkheden van de kinderen: het was een groot gezin uit de Amsterdamse arbeidersbuurt Oos tenburg, waarvan de vader een ex-sto ker op de grote vaart niet meer werkte, omdat zijn longen slecht waren. Armoe troef dus, omdat er geen andere inkomsten waren dan de steun. De vader was een felle communist,de moeder van afkomst katho liek, de kinderen werden allemaal katho liek gedoopt, omdat er dan tenminste nog wat kleren en levensmiddelen van de kerk te verwachten waren. ml pmi k Moeilijk JLMijn vader en moeder waren geen makke- f lijke mensen Achteraf kan ik wel begrij- fpen hoe moeilijk ze het gehad moeten hebben: een groot gezin en geen inkomen. Mijn vader maakte altijd korte metten bij onenigheid: hij was hardhandig en sloeg erop. Mijn moeder was eigenlijk een kille vrouw, die haar kinderen nooit eens aan haalde of knuffelde. Och, wanneer ik nu terugkijk neem ik ze eigenlijk niets kwa lijk. zij konden ook niet anders, gezien de omstandigheden en hlin eigen afkomst." Na de ontdekking op zijn vijfde jaar. dat hij een meisje was, dat „opgesloten" zat in een jongenslijf, durfde Kim zich niet meer uit te kleden met anderen erbij. „Ik kreeg toen al een enorme afkeer van mijn eigen lichaam, dat. is later nog veel erger gewor den. Je kunt je voorstellen, wat een heibel dat gaf een klein kind, dat zich niet meer wilde uitkleden met zijn broertjes, zusjes of zijn ouders erbij. Verschrikkelijk. Maar dat loste mijn vader dan wel weer op met slaan." Vreemd kind ..Ik werd een beetje een vreemd kind. Itenminste dat vonden ze: heel stil, terugge trokken, dromerig en wat bangelijk. Op school werd ik erg gepest door de jongens, maar ook sommige onderwijzers deden eraan mee. Die noemden mij „de jongejuf frouw" Dat was voor de rest van de klas natuurlijk lachen, gieren, brullen, maar voor mij niet. Van de jongens mocht ik niet met voetballen meedoen, ze vonden me niet goed genoeg. Hoogstens mocht ik de bal ophalen als hij ver weg getrapt was." „Die gymnastieklessen waren so wie so voor mij een verschrikking, want dan moest je je met een heel stel jongens bij elkaar, uitkleden. Ik was erg tenger en beslist niet wat je noemt „-een echte jon gen". Mijn ouders vonden me ook maar een vreemd kind; niet flink vechten met andere jongens, niet buitenspelen, maar wat binnen rondhangen. Maar ze hadden toch wel goeie hoop voor de toekomst, eigenlijk door een absurd iets, dat zij voor een goed voorteken hielden. De hele man nelijke familie van mijn vaders kant was zeeman geweest, mijn vader zelf ook, vóór z'n longkwaal. Nu schijnt het een gewoon te te zijn. dat zeelui e$n sterke bak kok'ie drinken, zonder melk. Omdat ik als kind een gruwelijke hekel had aan vellen in de melk, vroeg ik altijd om zwarte koffie. „Een echt zeemansbakkie", zei mijn vader dan, heel tevreden. Dat was voor hem het teken dat het allemaal wel goed zou komen." De oorlog Toen dei oorlog uitbrak woonde het gezin inmiddels in de Transvaalbuurt een Amsterdamse wijk, waar veel arme men sen woonden. De vader, als rasechte com munist, was fel anti-nazi. Er werd veel over de oorlog en de Duitsers gepraat thuis. In 1943 stierf de vader. Zo heeft hij niet meer mee hoeven maken dat een van zijn kinde ren, degene die zich later Kim zou noemen, zich op veertienjarige leeftijd vrijwillig meldde voor de Luftwaffe. „In die jaren had ik steeds sterkere zelf- moordgevoelens gekregen. Hoewel de oor log, hoe vreselijk ook, voor afleiding zorg de, dacht ik toch eigenlijk voortdurend aan mijn probleem, vooral toen ik wat groter werd en de meisjes belangstelling voor me begonnen te krijgen. Ik voelde me vreselijk ongelukkig, ik wist dat ik zo niet m'n hele leven verder zou kunnen, maar ik wist ook dat ik voor geen goud zou durven vertellen wat mij zo intens bezighield. Een uitzichtloze situatie. Dat dienstnemen bij de Duitsers, terwijl ik thuis anti-nazi was opgevoed, was een soort ontsnapping, die bovendien een goeie mogelijkheid leek te bieden om dood te gaan. Het klinkt cru. maar zo voelde ik het toen. En zo ging ik eind 1944 middenin de hongerwinter weg uit Amsterdam, naar een opleidings kamp in het Sudetenland. „Hoe vreselijk in het daar ook gehad heb, toch stak mijn gevoel voor zelfbehoud tegen mijn eigen wil in, weer de kop op. Ik wilde niet echt dood. Later hebben ze tegen me gezegd dat ik een echte vechtersnatuur heb, een drang om te overleven. Bij de bevrijding ben ik door de Engelsen op transport ge steld naar België, waar ik een tijdje in een enorm groot kamp voor collaborateurs heb gezeten. Vandaar naar Den Helder, weer in zo'n kamp. Eind 1945 hebben ze me vrij gelaten, omdat ze wel zagen, dat ik al met al nog een kind was; ik was toen net zestien jaar. over de drempel gestapt of al mijn oude angsten kwamen weer in alle hevigheid op me af. Ik moest voor mijn gevoel snel wegwezen en zo ben ik zeeman geworden: machinist op de „wilde vaart" met reizen van een of anderhalf jaar. Dat ik juist zo'n typisch mannelijk, stoer beroep koos. kwam omdat ik dacht, een vrouw kan ik toch nooit worden, je zult je leven als man moeten doorbrengen, dus ook werk moe ten doen van een man. Nou, dan maar meteen zo mannelijk mogelijk: ik wilde me aanpassen, omdat ik geen andere moge lijkheid meer zag." Huwelijk Oude angsten En zo kwam het doodgewaande kind, graatmager, weer thuis. Ik was nog niet Vijftien jaar heeft Kim gevaren, tot 1961. In 1957 was hij inmiddels getrouwd. „Tij dens een verlof tussen twee reizen in, had ik thuis een schoonzusje ontmoet; een erg eenzaam kind, net zoals ik zelf. Ik trok me haar lot aan, ging eens met haar naar de bioscoop. Ik zag haar niet zozeer als vrouw, maar als iemand die hulp nodig had; die net als ik in het hoekje zat, waar de slagen vallen. Ze ging zich aan me vastklampen en werd verliefd op me. Daar werd ik doodsbenauwd van en ik ging maar gauw weer lang op reis. Maar in elke haven lagen brieven van haar, waarin ze steeds weer schreef hoe gek ze op me was. „Toen ik weer thuis kwam, bleek ze al een hele uitzet klaar te hebben en viel het woord „trouwen". Ik wilde het beslist niet, maar ik was zo bang om te moeten vertellen waarom ik niet wilde trouwen, dat ik het toen gewoon gedaan heb. Achteraf zeg je: natuurlijk had je dat nooit moeten doen. voor jezelf niet, maar ook voor haar niet, want ons hele huwelijk, dat ruim zestien jaar geduurd heeft, is één marteling ge weest voor ons alletwee. Pas een jaar voor onze scheiding heb ik haar stukje voor stukje iets durven te vertellen van mijn probleem, maar nog lang niet alles. Haar wereld stortte in één klap in elkaar Ja. we hebben een vreselijke tijd gehad. In 1961 ben ik opgehouden met varen en aan de wal gaan werken, weer zo'n mooie manne lijke baan. bij Werkspoor als machinist. We hebben drie kinderen gekregen, vraag niet hoe. want op seksueel gebied stelde ons huwelijk niets voor. Ik had een hekel aan mijn eigen lichaam en helemaal aan de mannelijke functies ervan. Ach ja, het is allemaal achter de rug, maar wanneer ik erover praat, lijkt het net pas gisteren gebeurd te zijn, de herinneringen zijn nog zo levend." Ingestort In het begin van 1974 stortte Kim die toen nog geen Kim heette, want deze naam dateert pas van vier jaar terug, maar haar vroegere voornaam wil Kim beslist niet noemen, die krijgt ze niet over haar lippen op het werk in elkaar „Eindelijk was de klap gekomen, na 44 jaar van spanning, angst en verdriet. Ik kwam na een tijdje bij zinnen maar was volkomen over m'n toe ren Ik voelde dat ik toen moest praten, want dat ik anders echt gek zou worden. Eerst heb ik wat tegen een maatschappe lijk werker gezegd, die daar in het bedrijf werkte. Met die man trof lk het. want die werkte ook voor de NVSH en keek dus niet zo heel erg op van mijn verhaal. Daarna heb ik met de bedrijfsarts gepraat. Ik ging In alle tijden zijn er mensen ge weest die opgevallen zijn door een voor de medemens onbegrij pelijk, soms verbijsterend ge drag. Ze gedroegen zich. op aller lei wijzen, alsof ze tot de andere sekse behoorden. In kleding, hou ding en manier van doen waren ze anders dan als men van her verwachtte. Soms kwam het pas na hun dood uit dat ze anders geleefd hadden dan ze waren. Ve len lieten tijdens hun leven van dit anders zijn blijken, of werden al vroeg ontdekt. Vooral in vroe ger tijden was het riskant om zo n gedrag te hebben; vaak was het leven ermee gemoeid. Er moeten dus wel sterke drijfveren voor het gedrag zijn geweest, want liever werden de grote risi co's ervan genomen dan dat het gedrag werd opgegeven. Lang heeft men met die situatie, die zowel bij mannen als vrouwen bleek voor te komen, en soms al bij kinderen was waar te nemen, geen raad geweten. Er werd aan een geestelijke stoornis gedacht, een perversie, misdadigheid, etc. Het hing van de maatschappelij ke ontwikkeling en cultuur af hoe men er tegenover stond. In sterk behoudende, conservatieve tij den was de intolerantie voor dit vreemde, kennelijk met seksuali teit te maken hebbende gedrag, heel groot. Het was duidelijk dat het 't beste was om het gedrags patroon te onderdrukken en ver borgen te houden. Nu er een moderne maatschappij is gekomen met meer tolerantie voor anders zijn, en meer moge lijkheden om anders-zijn te ver klaren, krijgen mensen als boven bedoeld meer aandacht, en daar mee meer kansen om sociaal een leefbare situatie te bereiken. On danks de ontwikkeling van de psychologie en psychiatrie, die ruim een eeuw aan de gang is, bleef het gedrag van seks-rolver- wisseling toch in het zondaars- hoekje hangen. Pas sedert dertig jaar is daar verandering in geko men. en dat is in de Verenigde Staten van Amerika begonnen. In Europa heeft dit probleem tot voor kort muurvast gezeten, en in Nederland is er pas de laatste tien jaar belangstelling voor gekomen. Wat is er met mensen aan de hand, die zich gedragen alsof ze tot de andere sekse behoren en zich daarmee doorgaans de grootste ellende op de hals halen. Zijn ze geestesziek, 2ijn het psy chopaten, criminelen, seksuele misdadigers? Dit alles is overwo gen. beproefd, gecontroleerd. Vooal in de V S. zijn er onderzoe kers geweest die, omdat alle vor men van psychotherapie en an dere behandelingen faalden, er vanuit zijn gegaan om eens te onderstellen dat die mensen ge woon de waarheid vertelden: dat ze het onveranderlijke gevoel hadden dat hun geest niet be hoorde bij het lichaam. Een zich vrouw voelende geest zat in een lichaam van een man. en omge keerd. een zich man voelende geest bezat een vrouwelijk lichaam. We zullen hier niet ingaan op het aantal benamingen dat dit ver- door dr. O. M. de Vaal schijnsel in de loop der tijden gehad heeft. Op dit ogenblik is de algemeen door de wetenschappe lijke en gezondheidsinstanties of ficieel vastgestelde benaming: transseksualiteit. De mensen die het gevoelsleven en gedragspa troon hebben, zijn transseksuele mensen. De woorden transseksis- ten, travestiten enz. zijn afge schaft, en niet meer gecodeerd in de medische Codex die voor de hele wereld geldt. Als men veel mensen met trans seksualiteit leert kennen, dan er vaart men dat er een kerngroep is met een vrij gelijkluidende le vensloop. Maar er zijn ook tal van mensen die niet passen in zo'n schema. Ieder van deze groep transseksuele mensen heeft een eigen aard, geschiedenis en lot. De onderlinge verschillen kun nen enorm zijn, en worden na tuurlijk mee bepaald door de kansen die de persoon verder had zowel die van psychologische en intellectuele, als van sociale, economische en culturele kant. Natuurlijk blijft het voor ieder een die een ruime ervaring heeft verkregen in het omgaan met transseksuele mensen, en geleerd heeft het gemeenschappelijke probleem te onderkennen dat hen, met alle onderlinge verschil len, toch weer samenbrengt, een raadsel hoe zoiets kan ontstaan We kunnen op dit ogenblik wel zeggen dat de oude inzichten dat het alleen door „opvoedingsfou ten" tevoorschijn geroepen is. hebben afgedaan. Vooral de psy choanalyse heeft aan dit idee sterk vastgehouden, want alleen deze mogelijkheid past in „de leer". Maar deze leer is snel op haar retour. Er is een crisis in deze psychiatrie omdat ze te ou derwets en te beperkt is de nieuwe gegevens uit de moderne psychologie, de erfelijkheidsleer, de leer van seksuele ontwikke ling en invloed van hormonen vóór de geboorte op het centraal zenuwstelsel hebben de zuiver op filosofie berustende, niet tot de exacte wetenschappen behoren de leer van de psychoanalysti- sche psychiatrie klem gezet. Het verschijnsel transseksualis- me wordt nu gezien als een biolo gisch ontwikkelingproces in het centraal zenuwstelsel. Heel ele mentair gezegd: er is zoiets als mannelijke en vrouwelijke herse nen. Uit de erfmassa afkomstige informatie maakt dat bij dieren en mensen zowel de seksuele or ganen als het daarbij behorende gevoelsleven en gedrag in één zelfde richting gaan. Dit onge looflijk ingewikkelde mechanis- me is de laatste twintig jaar ver regaand ontrafeld. De daaruit voortkomende conclusies zijn niet meer te weerleggen en kun nen niet meer genegeerd worden. Foutjes in de erfelijke informatie kunnen maken dat er geheel of grotendeels een niet bij de sexor- ganen kloppend zenuwstelsel ontstaat. Gevoelsleven en daar op stoelend gedrag passen niet bij de lichaamsbouw. Voor de mens heeft dit rampzali ge gevolgen er is immers geen mogelijkheid om die ontwikke ling terug te draaien, het nog eens over te doen. Dit blootgeleg de mechanisme maakt ook dui delijk dat iedere psychiatrische interventie volslagen mislukt, ook al wil menig psychiater, zelfs in 1978, dit nog niet onder ogen zien. Het was daarom voor enkele voorlopers in de V S. geen punt om de transseksuele mens vanuit een andere hoek dan praten te gaan helpen pas het lichaam aan bij de onveranderlijke geest, voor zover mogelijk. De plasti sche chirurgie kan niet alles, maar wel veel. Tegen deze aan pak is groot verzet geweest. Ook in Nederland was en is dit het geval. Toch zijn er medici geweest die de „verbodssfeer" die om het transseksuele probleem gelegd was. doorbraken Wettig was dat overigens volkomen terecht. De doorbraak heeft ons bijzonder veel geleerd. Een heel moeilijk punt is het legaliseren van de nieuwe, normale, mens die uit zo een détransseksualisatie tevoor schijn komt. Onbegrip met het wezen van zo een ingreep, die doorgaans abusievelijk „ge- slachtsveranderende operatie" wordt genoemd, maakt het voor de overheidsinstanties moeilijk hier de juiste procedure snel en correct voor de vinden en te laten uitvoeren. Laten we hopen dat. zoals de hulpverlening ineens een sprong naar de reallteitgemaakt heeft, ook de wettige aanpassing, met geboorteakte, paspoort en alle andere paperassen, zo'n sprong naar de realiteit gemaakt om veie honderden mensen en ze worden jaarlijks met tiental len geboren. om elf uur 's ochtens bij die man naar binnen en kwam er om zeven uur 's avonds uit. Ik wist toen dat ik die dag voor het laatst op m'n werk was geweest, dat ik er nooit terug zou komen." „Toen is het allemaal erg snel gegaan Ik ben bij mijn huisarts gekomen, waar net een vervanger was, die zich mijn lot heeft aangetrokken. Hij heeft mij geholpen door me steeds maar te laten praten en daar naar te luisteren. Mijn vrouw wilde dat ik onmiddelijk het huis uit ging. Dat is ge beurd. ik ben in de Bijlmer gaan wonen. In die tijd kwam ik het boek tegen dat dr. De Vaal geschreven heeft over transseksue len Ik wist dat ik bij hem hulp zou kunnen vinden, omdat hij begreep wat er met mij aan de hand was En hij heeft me gehol pen; hij is mijn redding geweest. Hij heeft met me gepraat, maar me ook daadwerke lijk geholpen. Eerst met de opdracht om als vrouw gekleed bij hem te komen (om te kijken of ik dat zou durven), toen met hormonen-injecties, die ervoor zorgden dat ik een vrouwelijk figuur kreeg (als gevolg van deze vrouwelijke hormonen ontstaan namelijk borsten» en nog later met de verwijzing naar een plastisch chi rurg. die ten slotte eindelijk een eind maakte aan dat gehate mannelijke li chaam van me. Operaties In twee operaties werden mijn uiterlijke geslachtsdelen verwijderd en werd er een vagina gemaakt „Ik ben ook nog een paar keer bij een psychiater geweest, maar daar had ik helemaal niets aan. Die man wilde me er maar van overtuigen dat ik homofiel was en dat ik gelukkig zou worden, wan neer ik dat toegaf en een homofiele relatie aanging. Maar als ik iets zeker wist, was het wel dat ik geen homofiel was. Ik heb mijn hele leven voor veel mensen iets ondefinieerbaars gehad, dat door bepaalde mannen werd uitgelegd als een homofiele geaardheid. Heel wat mannen hebben dus geprobeerd met mij een homofiele relatie aan te gaan. maar ik voelde heel duidelijk dat dat beslist niet was, wat ik zocht." Na haar laatste operatie voelde Kim zich onbeschrijfelijk gelukkig. „Het is eigenlijk een absurde verandering Je wordt einde lijk jezelf. Het is een ontzettende emotie, je huilt wat af in die tijd, Je bent dan vaak ook nogal labiel. Maar de opluchting en de blijdschap hebben de overhand. Eindelijk ben Je écht, ben je degene die je voor je eigen gevoel altijd al was. Al zou ik die operaties zonder narcose hebben moeten ondergaan, ik had ze toch willen hebben. Niemand kan zich indenken wat je voelt na al die jaren van ellende en wanhoop eindelijk jezelf te worden. Grotere bevrij ding kan ik me niet indenken. Het was voor mij éen reïncarnatie". Eenzaam Hoewel Kim nu eindelijk bereikt heeft wat ze haar hele leven al wilde, is ze op het ogenblik wel eenzaam, omdat haar oude omgeving: ex-partner, familie, kinderen, ex-collega's, haar heeft laten vallen. Zij reageerden bijna allemaal heel geschrok ken en erg afwijzend op de verandering van Kim. Als gevolg van die verandering is Kim nu ook zonder werk. Het GAK heeft van alles voor haar gepro beerd, maar niemand wil een transseksu eel in dienst hebben. Dat kan niet voor de cliënten of voor de collega's, maar altijd heeft men wel een verklaring bij de hand. waarom het niet mogelijk is om haar in dienst te nemen. Kim is nu volledig invalide verklaard en krijgt een WAO-uitkering „Het is te gek om los te lopen ik ben kerngezond, maar ben volledig invalide verklaard. Dat is hard hoor. na dertig jaar werken. Ik zou Juist zo graag werken, nu ik dat eindelijk kan doen als vrouw in een vrouwenbaan. maar dat lijkt er niet in te zitten. Ach Ja. zo zijn er nog wel een paar handicaps aan mijn huidige leven, maar ik zie het zo: nu ben ik een vrouw met een paar handicaps, vroeger was ik één en al handicap. Ik ben veel gelukkiger dan vroeger". I*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 17