Dr. L. M. van Leeuwen
wil laatste CHU-voorzitter zijn
Makreel tot het
je oren uit komt
De begeerte naar
hetgeen nieuws is
Oprollen en bakken
Van Unie naar politieke partij met duidelijk gezicht
is
Wetenschap en techniek
door Rob Foppema
iRDAG 14 JANUARI 1978
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
13
ROTTERDAM Er is een oud gezegde, dat men bij het
oversteken van een rivier niet midden in de stroom van paard
moet wisselen. Het zal dan ook maar zelden zijn voorkomen dat
een nieuwe partijleider al meteen na zijn benoeming in een felle
politieke strijd wordt geworpen om daar zijn mensen aan te
voeren. Het is dr L. M. van Leeuwen overkomen.
Hij is op 19 november vorig jaar, tóen de kabinetsformatie nog in
volle hevigheid woedde, met algemene stemmen door de Unie
raad gekozen tot voorzitter van de CHU. Waarmee hij direct
werd betrokken bij die formatie en bij de samenstelling van het
kabinet, dat thans aan de regering is gekomen.
campagne meegelopen met de heer
Van Agt en ik constateerde na de
verkiezingen bij vrijwel iedereen de
intentie om de grootste partij, de
PvdA. in het kabinet te krijgen.
Toen de grondpolitiek als een van
de eerste dingen met PvdA en D'66
ook bevredigend voor het CDA was
rondgepraat, meende ik dat we de
samenwerking met de Partij van de
Arbeid als een gegeven konden zien.
Maar het gebrek aan vertrouwen
werd zó evident. Ik had ook ver
wacht, dat D'66 in de formatie van
het kabinet-Van Agt zou kunnen
meedoen. Ik heb het optreden van
Jan Terlouw echt wel met waarde
ring gevolgd en ik had de indruk dat
D'66 niet met de PvdA getrouwd
was.
„Ik voelde me inderdaad pardoes
naar het front gestuurd,'' zegt hij.
„maar dat was natuurlijk niet de
vooropgezette bedoeling. Juni vorig
jaar benaderde CHU-voorzitter mr
O A W. baron van Verschuer mij
met de vraag of ik de CHU in de fusie
van confessionele partijen tot één
CDA zou willen leiden. Ik heb toen
gezegd: goed, maar dan moet eerst
de formatie rond zijn. Goed, zei de
heer Van Verschuer, dan doen we het
in september.
Ik zei toen: maak er maar november
van. dan is de zaak gestabiliseerd.
Een tijdlang had ik de hoop dat er
een goed kabinet zou zijn vóór ik zou
optreden. Wel, dat was niet zo. Overi
gens was het opvallend, dat ditmaal
voor het eerst bij een formatie een
partijvoorzitter een zo grote rol
moest spelen. Ik heb mij dat pas
gerealiseerd toen ik er middenin
zat!"
Dr Van Leeuwen had in zijn jonge
jaren nooit gedacht aan een belang
rijke rol in de politiek. Hij is nu 44
jaar en hij is geboren in Sassenheim.
Hij komt uit een geslacht van bloem
bollenkwekers en hij is getrouwd
met iemand, die net als hij voort
kwam uit een bollenkwekersge-
slacht.
Hij had ook nooit gedacht aan een
loopbaan in het verzekeringswezen.
Hij is thans plaatsvervangend presi
dent van het assurantieconcern Stad
Rotterdam. Zijn toekomst had hij
indertijd gezien in de bloembollen
teelt en de bollenhandel.
Economie
Maar na zijn militaire diensttijd
bleek er met zijn gezondheid iets
niet in orde. Dat kostte hem een jaar
verpleging en het werd het eind van
zijn bloembollenloopbaan, eer die
goed en wel was begonnen. Op zijn
ziekbed kreeg hij belangstelling voor
economie en in plaats van een studie
in land- en tuinbouw kwam er een
studie aan wat toen nog de Economi
sche Hogeschool heette, in Rot
terdam.
Dr. Van Leeuwen vertelt: „De econo'
mie is een vak, waarin de ontwikke
ling heel snel gaat. Jk wilde bijblij
ven en dat meende ik het beste te
kunnen via het wetenschappelijk in
stituut van de CHU: de De Savornin
Lohmanstichting. Ten slotte werd ik
voorzitter van de commissie econo
mische zaken van dat instituut, nou,
dan zit je helemaal in de politiek."
Dr. Van Leeuwen is gereformeerd.
Politiek Nederland heeft als alge
meen beeld voor ogen, dat gerefor
meerden zich bij voorkeur politiek
opstellen in de Anti-Revolutionaire
Partij terwijl hervormden zich meer
thuis voelen in de CHU. Dat beeld
klopt dus niet altijd met de werke
lijkheid. De huidige fractievoorzit
ter van het CDA, mr. W. Aantjes, is
AR en van hervormden huize.
Daarover heeft dr. Van Leeuwen
tóch een aardige opmerking: „Ik heb
na jhr. De Savornin Lohman nog
nooit gehoord van een gereformeer
de CHU-vertegenwoordiger in ons
landsbestuur of onze volksvertegen
woordiging." Jhr. De Savornin Loh
man was gereformeerd.
De heer Terlouw had in de formatie
een sleutelpositie kunnen innemen.
Maar D'66 moet ook nog een eigen
gezicht krijgen. D'66 zou op de WD
een invloed kunnen hebben, dat zien
we in de Europese politiek. Ik heb
het als een teleurstelling gevoeld
dat het „redelijk alternatief" van
Terlouw niet tot ontplooiing
kwam."
dr L. M. van Leeuwen
door Hans W. Ledeboer
Eén partij
Teleurstelling
Veel van wat er vorig jaar in de
kabinetsformatie is gebeurd heeft
dr. Van Leeuwen als een teleurstel
ling ondervonden: „Ik heb in de
De primaire taak van dr. Van Leeu
wen wordt het leiden van de CHU
naar en ook in de volledige fusie van
de drie confessionele partijen tot
een CDA, dat nu nog als een federa
tie optreedt, maar straks één partij
moet zljn. Hij wil dit graag zien vóór
de eerstkomende Kamerverkie
zingen:
„Ik ben ervan vertuigd dat het CDA
een goede zaak is. Er moeten nog
een paar drempels worden geno
men. Voor wat betreft de discussie
over de grondslag moeten we op één
noemer komen. Er moeten goede
afspraken zijn over de verdeling van
de belangrijke functies binnen zo'n
politieke groepering. Laten we zeg
gen, dat, als de voorzitter katholiek
is. de vice-voorzitter protestant
dient te zijn.
We behoeven niet per se te stellen
dat hij afkomstig zou moeten zijn
uit CHU of ARP. Dan moet er poli
tieke homogeniteit zijn. Als die drie
dingen in de komende drie jaar echt
rond komen, vind ik dat CHU, ARP
en KVP in 1980 het besluit moeten
nemen op te gaan in het CDA en niet
langer in een federatiestructuur
moeten blijven.
Een federatie heeft altijd een stok
achter de deur: We kunnen elk nóg
onze eigen weg gaan. Dat acht ik
onjuist. Als aan de drie genoemde
voorwaarden wordt voldaan, ben ik
degene die de liquidatie van de CHU
voorzit en de laatste Unlevooizitter
zal zijn.
„Ik heb de stellige indruk dat het
CDA langs twee lijnen zijn zo vaak
besproken „duidelijke gezicht" kan
laten zien. Eerst de basis. Die zal
moeten zijn in het Evangelie. Wij
zullen in ons hele optreden als orga
nisatie en als politieke groepering
die basis moeten tonen.
De tweede lijn is het invullen op die
basis. De vertegenwoordigers in Ka
mers en kabinet moeten vooral
waarmaken dat het CDA niet links
is of rechts, maar een eigen stroming
met een eigen diepgang, die men
niet in het schema links-rechts kan
inpassen. Het CDA doet duidelijke
uitspraken, welke men vooruitstre
vend kan noemen.
Ik denk aan de verantwoordelijk
heid voor de naaste en de houding
ten opzichte van de Derde Wereld.
Maar je lijkt ook behoudend, als je
zegt dat de defensie moet worden
versterkt en dat de NAVO een heel
belangrijke zaak is. Dat staat óók in
het CD A-programma. En kijk nu
ook eens naar de onderneming.
Vooruitstrevend zou zijn: steeds
meer overheidsbemoeiing.
Vooruitstrevend
Maar het CDA zegt: ondernemings
gewijze produktie met daarin eigen
verantwoordelijkheid van de bedrij
ven. De overheid mag alleen aan
sprakelijk zijn voor randvoorwaar
den, zoals milieu en werkgelegen
heid. Wat wij zeggen over inspraak
en medezeggenschap binnen de on
derneming is echter weer heel voor
uitstrevend.
Wij liggen niet in het midden maar
varen een eigen koers, en het CDA
moet heel duidelijk maken hoe het
zijn politieke opstelling ziet. Wij
moeten ons niet door anderen in een
links-rechts-verhouding laten du
wen, wij mogen niet meedoen aan
polarisatie.
Het is heel jammer dat ons in dis
cussies en publiciteit nogal eens een
mening wordt opgedrongen, bij
voorbeeld ten aanzien van de zwak
ken in de samenleving. Kijk, een
minimum-inkomen is niet meer de
grens van-de fysieke armoede.
Er wordt ons gezegd: van het mini
mum-inkomen gaan jullie een stuk
je afnemen. Maar onze achtergrond
is. dat mensen die niet werken ook
minder kosten maken dan mensen
die wel werken. Ik denk aan reizen
en bijzondere kleding.
Dèt was de bedoeling. Maar het is zo
uitgelegd, dat iemand die niet werkt
maar minder moet gaan eten. Dèt is
in strijd met onze basis, maar dat
hebben wij op de een of andere
manier niet duidelijk kunnen ma
ken. Dat betekent dus, dat wij nog
geen duidelijk gezicht hebben."
Geen kreten
Dr. Van Leeuwen houdt niet van
leuzen: „Er moet eens een diepgaan
de analyse van de werkloosheid wor
den gemaakt. Volledige werkgele
genheid betekent nog altijd twee
procent werklozen. Wat ik wil weten
is: hoeveel mensen zijn er langer dan
een half jaar zonder werk? Hoe is de
leeftijd? Hoe is de beroepenverde-
ling?
In hoeverre is de scholing onvol
doende voor wat er wordt gevraagd?
We hebben geen behoefte aan kre
ten, die zijn er al te veel geslaakt. Ik
geloof dat het contact tussen onder
wijs en bedrijfsleven te gering is.
Dan is er het begrip „passende ar
beid". Ik heb wel het gevoel, dat de
samenleving van een iongen van 22
jaar, die bijvoorbeeld Is opgeleid tot
timmerman, en er zijn geen timmer
lieden nodig terwijl er wel slagers
worden gevraagd, mag eisen dat
deze jongen slager wordt. We weten
te weinig van de werkloosheid."
Meer een „unie"
De CH-leden zagen hun Unie niet zo
graag aangeduid als politieke partij.
Het karakter was heel anders, zei
den deze mensen. Dr Van Leeuwen
begrijpt dit: „Het wezen van de CHU
is nog altijd meer unie dan echt
politieke partij, als ik van een partij
zie, dat die komt met een keiharde
verlanglijst met politieke punten,
die men zoveel mogelijk wil door-
drammen, in feite oplegt aan de
kiezers. In de Unie kan men van
mening verschillen, zelfs extreem
van mening verschillen, ook poli
tiek, zonder dat meji dit elkaar over
en weer verwijt."
„Mevrouw De Ruiter heeft ons ge
schreven dat zij „om politieke rede
nen" de CHU en de politiek verlaat.
Zij behoort duidelijk, gezien haar
uitspraken, tot de groep die zegt dat
de emancipatiegedachte beter kan
worden gepropageerd buiten een po
litieke partij dan daarbinnen. Ik
vind het jammer dat er geen gesprek
van haar met het bestuur was. Zij
was dertig jaar lid en zij was voor
ons lid van de provinciale staten van
Zuid-Holland. Zo'n gesprek past in
de sfeer van de Unie.
Je merkt nu, in een bestuursverga
dering dat men het jammer vindt,
dat zij zo vertrekt, maar men verwijt
haar niets Er zijn in de Unie nog
steeds verschillen van mening mo
gelijk. Bovendien: door duwen van
de Unie is er een staatssecretaris
voor emancipatiebeleid gekomen."
Beeld
„Ons beeld komt nog wel eens con
servatief over. Ik vind dat niet erg,
als dit betekent: je moet geen oude
schoenen wegdoen als je nog geen
nieuwe hebt.
De Unie is beminnelijk, de mensen
zijn trouw, de Unie is gouvernemen
teel. Ik geloof dat dit beminnelijke
karakter heel belangrijk is als in
breng in het CDA. PvdA en ARP
weten, dat politiek macht is, directe
beïnvloeding van het landsbestuur.
Bij de Unie realiseert men zich meer
dat uitspraken blijvende geldigheid
hebben, dat men daarmee iets moet
doen.
Een man als Kruisinga heeft in de
afgelopen jaren van de Unie meer
een politieke groepering gemaakt.
Dat is naar buiten toe waarschijn
lijk meer het geval dan naar binnen.
Het is zeker van Kruisinga een ver
dienste, dat hij beseft dat, wil de
Unie mee in het CDA, zij zich meer
moet presenteren in politieke stand
punten."
Economie is zijn eigen vakgebied en
daarover heeft dr Van Leeuwen dui
delijke politieke inzichten: „Ik heb
de overtuiging, dat men rekening
moet houden met een beperkte eco
nomische groei, waarbij ik het alle
maal niet somber zie, zo van groei
afremmen.
Maar we moeten wel instaan voor
een verantwoorde groei. De mensen
die naast ons leven moeten óók be
staansmogelijkheden hebben. Dan
kom Je terecht bij milieu, grondstof
fen, derde wereld, ontplooiingskan
sen voor de ontwikkelingslanden.
Deelarbeid
Geen verdere aantasting van het
milieu en eerlijk en zorgvuldig ge
bruik van grondstoffen zijn rand
voorwaarden voor een verantwoor
de groei. Niet onze aardgasopbreng
sten potverteren. We zullen duide
lijk de bedrijven die passen in een
verantwoorde groei in staat moeten
stellen, om uiterst modern te blij
ven, te investeren, winst te maken.
Via belastingen vloeit veel van die
winst toe aan de samenleving. We
zullen werkgelegenheid moeten
creëren in de sector welzijn, meer
naar deelarbeid moeten, en we zul
len mensen die dat willen, ook op
latere leeftijd dan achttien jaar de
gelegenheid moeten geven tot her
scholing. Ik denk aan onbetaald ver
lof ten behoeve van studie voor een
plaats waar hij graag werkt en waar
hij ook door de samenleving wordt
gevraagd.
Vakbeweging
Belangrijk is in dat alles de vakbe
weging. We hebben de Federatie
NVV-NKV en het CNV. mentaal is er
tussen die twee een groot verschil.
Het CDA-programma ligt mentaal
dicht bij wat het CNV wil, dat is ook
te verwachten.
De benoeming van iemand als Albe-
da tot minister van sociale zaken en
van staatssecretaris De Graaf, die
beiden uit het CNV voortkomen, be
wijst dat dit kabinet in goede ver
standhouding de vakbeweging tege
moet wil komen, dat mensen die de
vakbeweging kennen bereid zijn op
basis van het CDA-WD-akkoord re
geringsverantwoordelijkheid te
dragen.
De FNV zal zich kritisch opstellen.
Ik ben ervan overtuigd dat de FNV
wel degelijk bereid is de spelregels
van de democratie te volgen. Ik heb
nooit een spoor van bewijs gezien
dat de vakbeweging zich ondemo
cratisch zou gaan opstellen en ik zie
met alle vertrouwen de scherp zake
lijke discussies tussen kabinet en
vakbeweging tegemoet.
Ook de vakbeweging zal zich heel
goed realiseren dat er veel vraag
stukken zijn, die regering en volks
vertegenwoordiging in overleg met
het bedrijfsleven zal moeten op
lossen."
ie zo gelukkig is dat hij plezier heeft
zijn dagelijks werk en de grens
issen „arbeid'' en liefhebberij dus
et zo belangrijk hoeft te vinden, kan
>ch veel hebben aan een uurtje rusti-
„vrije tijd" thuis. Als je bij een
chtendblad werkt kan dat bijvoor-
eeld het uurtje NOS-radio tussen elf
i twaalf uur 's avonds op Hilversum 2
in. waarin je onder meer kunt horen
at de collega's die die avond op de
ïdactie zwoegen, als belangrijkste
l ieuws voor de krant van de volgende
orgen uitgekozen hebben. Naarmate
nieuws aardiger of belangrijker
vooral, actueler („nieuwer") is voel
je er meer bij betrokken en op een
fstand meeleven kan iets heel aparts
ebben
'at besef voor het belang van actuali
st, van snelle berichtgeving dus, is
verigens niet zo nieuw als misschien
el eens gedacht wordt In september
'49 pleitte de grondlegger van de
nti Revolutionaire Partij. Groen van
rinsterer, in de Tweede Kamer al
)or de mogelijkheid om de Kamer
frslagen snel te publiceren. De men
en. zei hij, zijn „begeerig naar het-
door J. G. A. Thijs
geen nieuws is," „Wat gisteren plaats
had is oud. Daarom moet het hier
gesproken woord onder de dagelijk-
sche nieuwstijdingen worden opgeno
men, of wij loopen gevaar dat het in
het geheel niet ter kennlse van het
algemeen komt" Groen hield zijn
pleidooi in een tijd waarin de kranten
in ons land nog maar erg mager wa
ren: ze waren klein van omvang en
bevatten veel advertenties en naar
verhouding weinig redactionele tekst
Dat was vooral een gevolg van de
zware belasting (het „dagbladzegel
waaronder de pers gebukt ging Die
last werd in september 1849 althans
iets verlicht: de Kamerverslagen zou
den voortaan gedrukt mogen worden
op een bijvoegsel, dat niet gezegeld
behoefde te worden. Maar voor het
commentaar op het Kamerverslag
gold geen pardon: dat commentaar
moest geplaatst worden in dat deel
van de krant waarvoor de belasting
plicht. wel gold. Het zou tot 1869 duren
voordat het „dagbladzegel" helemaal
afgeschaft werd en de kranten zich
beter konden ontplooien. Het kunnen
dus geen omvangrijke dagbladen ge
weest zijn die Abraham Kuyper in zijn
Jeugd, zoals hij bij het 25-jarig jubi
leum van De Standaard in 1897 vertel
de. stiekem las. Kuyper zei toen dat
hij „een dagbladlezer en een dagblad
minnaar" geweest was „van kleine
jongen af". „Mijn lieve vader keurde
dat af, dat ik reeds als een jongen van
tien, elf jaar op de courant als verzot
was en verbood mij tenslotte meer een
oog in de courant te slaan. Maar zoo
sterk zat de journalistieke hartstocht
toen reeds in mij dat ik als ik
even een courant machtig kon worden
er mede naar boven sloop, en daar zat
ik dan als kleine Jongen op een pak
kist te lezen
Kuyper had. toen hij dit vertelde (het
moet een jeugdherinnering uit om
streeks 1847 geweest zijn) nog heel wat
krantewerk voor de boeg. Talloze pun
tige. onrust-zaaiende stukjes zouden
nog uit zijn pen vloeten tot het ogen
blik waarop hij. op 18 december 1919.
zijn laatste „driestar" voor De Stan
daard zou schrijven Dat stukje was
gewijd aan het vertrek als hoofdredac
teur van de Nieuwe Courant van mr R
J. Plemp van Duiveland, volgens Kuy
per „een geboren Journalist van eer
sten stempel De waardering bleek
jiiet helemaal wederkerig, want Plemp
van Duiveland noemde in zijn in 1924
verschenen boek „Journalistiek ln Ne
derland" Kuyper weliswaar iemand
van „duizelingwekkende arbeidzaam
heid" en van „schitterende stijl",
maar ook vermeldde hij zijn „verre
gaande oneerlijkheid". „Niet alleen,"
schreef hij, „in het verzwijgen van de
argumenten zijner tegenstanders
muntte hij uit, maar ook in het weg
moffelen van al datgene, wat ook
maar in het geringst zou kunnen doen
vermoeden dat hij het niet in alle*
bij het rechte eind had Van
daar in De Standaard de absolute
weigering om ooit een fout, een vergis
sing, een lapsus te herstellen Ten
slotte, als het niet anders kon. kreeg
men dan toch gelijk, maar op zodani
ge wijze weggewerkt en weggemoffeld
dat het den schijn had,, als trad hij. dr
Kuyper. zegevierend uit het strijd
perk Overigens had de afschaffing
van het dagbladzegel kennelijk haar
goed werk gedaan Volgens Plemp van
Duiveland was de Nederlandse grote
pers „waarlijk voortreffelijk.' „een
van de best geïnformeerde en be
trouwbaarste van Europa, en dat is
van de wereld
Maandag twee ons gestoofde makreel Dinsdag twee
ons gerookte makreel. Woensdag twee ons onbestemde
makreel uit blik. in magere tomatensaus Het zou
kunnen lijken op een tegen-actie naast de campagne
„Drie weken verstandig vermageren"' die Willem
Schrama in Trouw heeft ontketend Maar dat is zeker
niet de bedoeling, hoewel we het hier over vis met 27
procent vet hebben.
De opsomming wil alleen een
kleine indruk geven van wat
veertig Cisterciënzer monni
ken drie weken lang vrijwillig
beleefden in het belang van
wetenschappelijk onderzoek
naar de relatie tussen de mens
en wat hij eet. Het zal geen
verwondering wekken dat het
Instituut voor visserijproduk-
ten TNO in (jawel!) IJmuiden
dit tergende dieet had be
dacht. Overigens medeplichtig
bijgestaan door het Leidse
Gaubiuslnstituut TNO, dat
speurt naar de diepere oorza
ken van wat wij aderverkal
king noemen maar wat met
evenveel recht slagaderverve t-
ting zou mogen heten, en door
de afdeling Humane voeding
van de Wageningse landbouw
hogeschool. waarmee het ex
periment toch een onmisken
baar menselijk trekje kreeg.
Het makreel-dieet wordt voor
niemand aanbevolen, laten we
daar geen misverstand over
krijgen. Maar het experiment
in de abdij Maria Toevlucht in
Zundert en de zusterinstelling
in het Belgische Brecht was
wel bedoeld om een mogelijk
positieve invloed van vette vis
(met mate) op de ontwikkeling
van hart- en vaatziekten te
preciseren. Daarvoor moeten
we iets dieper in de scheikunde
van het vet doordringen.
Een vetmolecuul, het kleinste
deeltje dat je los aantreft, kan
vergeleken worden met een
sleutelring met drie vettige
sleutels eraan. De eigenschap
pen van de sleutels („vetzu
ren") bepalen de eigenschap
pen van het vet. De sleutelring
is altijd dezelfde: glycerol. Dat
betekent overigens niet dat
glycerol oninteressant is.
Bij opbouw en afbraak van
vet, en dat gebeurt regelmatig
in een levend lijf, komen name
lijk sleutels en ring ook los
voor. En vorige maand maak
ten twee Amerikanen aanne
melijk dat de hoeveelheid los
se sleutelringen (glycerol) in
het bloed van ratten een rol
speelt in het systeem waarmee
ze hun gewicht regelen (door
meer of minder te eten). David
Wirtshafter en John Davis van
de universiteit van Illinois spo
ten ratten geregeld in met gly
cerol. De beesten slankten dui
delijk af en groeiden verder
normaal door, meldden zij
(Science. 198, 1271-1273; 1977).
Dat voert tot de theoretisch
aantrekkelijke gedachte dat
de hoeveelheid vrij glycerol,
die samenhangt met de totale
hoeveelheid vet, een sturende
factor is in het regelsysteem
dat het lichaamsgewicht con
troleert. En dat bij ratten (of
mensen) die spontaan dik wor
den. dat systeem wat fout is
afgesteld en dat je daar mis
schien wat aan zou kunnen
doen.
Sleutels
Maar dat zijn op dit moment
nog wilde en onbewezen ge
dachten. En het hele glycerol-
verhaal was een zijsprong,
want bij de makreel etende
monniken ging het niet om de
sleutelring maar om de aard
van de sleutels, de vetzuren.
Het gaat om het skelet van
zo'n sleutel: een rijtje koolstof
atomen, meestal achttien,
soms een paar meer Het alge
mene patroon is dat ze op een
regelmatige manier aan elkaar
zitten, je zou kunnen denken
aan een lipssleutel met een
fantasieloos kartelrandje.
Het zijn ook hier de uitzonde
ringen die de zaak leuk en
moeilijk maken. Hier en daar
kunnen twee koolstofatomen
wat dichter op elkaar zitten.
Onder chemici heeft dat een
dubbele binding, en het vet
zuur wordt dan uitgescholden
voor onverzadigd. We zijn in
tussen doorgedrongen tot het
diepste wezen van de meervou
dig onverzadigde vetzuren die.
wie weet, aan de achterkant
van deze pagina worden aan
geprezen.
Die vetzuren met meer dan één
hobbel in hun structuur spelen
namelijk bijzondere rollen in
onze lichaamshuishouding, die
nog maar gedeeltelijk zijn op
gehelderd. Het zit hem nogal in
kleinigheden. Eén hobbel naar
onderen in plaats van naar bo
venden je kunt het verhaal op
nieuw beginnen Het verhaal
van de makreel heeft vooral te
maken met de plaats van de
hobbels.
In de plantaardige oliën met
meervoudig onverzadigde vet
zuren zit de laatste hobbel
veelal op zes koolstofatomen
van het losse eind van de sleu
tels. De olie in vette vis (ma
kreel, haring) heeft de laatste
hobbel vaak op drie koolstof
atomen van het eind zitten. En
er waren redenen, schrijft dr A
Ruiter deze maand in TNO
Project, om te vermoeden dat
dat verschil maakt. Bij de Cis-
terciënser monniken bleek dat
tegen- en mee te vallen (niets is
eenvoudig op dit terrein).
Cholesterol
De hoeveelheid vet in hun
bloed daalde met eenderde, en
dat is een resultaat waar je na
drie weken wel van opkijkt De
•hoeveelheid cholesterol in het
bloed liep gemiddeld zeven
percent terug, en dat was min
der dan de onderzoekers had
den verwacht en bepaald te
weinig om hoi over te roepen.
Wat Je over het totaal zou moe
ten roepen, is trouwens ook
nog niet zo duidelijk. Daar
hebben we het trouwens vaker
over gehad. Zowel cholesterol-
als vetgehalte in het bloed be
tekenen bij verhoging een gro
tere kans op hart- en vaatziek
ten. Daaraan kan het redelijke
vermoeden worden ontleend
dat je iemand op termijn een
dienst bewijst door die gehal
ten op een of andere manier te
verlagen, maar erg overtui
gend aangetoond is dat nog
steeds niet, het is een redelijk
vermoeden en niet meer dan
dat
Binnen dat kader is Ruiters
voorlopige conclusie te respec
teren, dat „in een eiwitrijk, vet
arm dieet, naast magere vis
(zoals kabeljauw. koolvls.
schelvis, wijtingi van tijd tot
tijd een wat vettere vis thuis
hoort" Met de aantekening
dat een eiwitrijk dieet, behalve
misschien in speciale medi
sche gevallen, als zodanig wei
nig zin heeft Genoeg is genoeg
op dit punt. Een mens kan
tenslotte niet gezonder dan ge
zond worden.
De Zweedse firma A8EA heeft heel eigen gedachten ontwikkeld
over het opbergen van radioactief afval Wat men nooit terug wil
zien, wordt in een gebakken en tegelijk geperste houder van
aluminiumoxide Dat levert een zeer hard. ondoordringbaar en
waterbestendig materiaal op. dat ongeveer als synthetisch saf
fier te omschrijven is (korundum). Een boeiend trekje is dat er
hele splijtstofstaven ingeperst worden, dus zonder de omstreden
chemische opwerking Voor zover die langer dan de huogult drie
meter grote houders zijn, gaan ze twee bij twee In roestvrij stalen
buizen, die na dichtlassen tot een schijf worden opgerold Van dit
proces geeft de schematische tekening een indruk Het moet
allemaal dit jaar nog in Zweden op ware grootte gedemonstreerd
worden. Of het goed genoeg is. zal wel weer veel discussie
opleveren. Anders is het in ieder geval wel