Bedrijfsleven deed het
lit jaar iets beter
deamrobank
c^opcurapao
Veeboer kon in 1977 weer lachen
OrmasS
Sharpfax
kopieer
machines
Minder bijbaantjes als
loon in laagste
inkomensgroep stijgt
Inquête Kamers van Koophandel
Minder nieuwe
hypotheken in
3e kwartaal
Veel meer reclame merkartikelen
Hypotheekrente per 27 dec.
Weliswaar geen rozegeur en maneschijn, maar:
Dollar hervat
koersdaling
29 DECEMBER 1977
FINANCIËN EN ECONOMIE
Trouw/Kwartet P 17 - RHS 19
en een onzer verslaggevers
EN HAAG Het Nederlandse bedrijfsleven heeft het in 1977 iets beter gedaan dan in 1976 maar
pt algemene beeld is nog verre van gunstig. Slechts 44 procent van de grote en 55 procent van de
leine bedrijven kon in het nu bijna voorbije jaar een voldoende rendement halen.
it blijkt uit de Enquête regionale
ïdrijfsontwikkeling die in septem-
tr/oktober door de 36 Nederlandse
amers van Koophandel is gehou-
;n. Aan het onderzoek werkten
f.500 bedrijven deel met in totaal
3 miljoen werkzame personen, dat
ongeveer een derde van het totaal,
e belangstelling vanuit het be-
rijfsleven voor de enquête was
root want de 47.500 antwoorden
ertegenwoordigen bijna 70 procent
an het aantal verzonden formu-
eren.
lat het de Nederlandse ondernemin-
en in 1977 in lichte mater beter ging
Dncluderen de Kamers uit het feit
at een iets groter percentage bedrij
en het netto-resultaat harder zag
roeien dan de inflatie van 7 procent,
lam de netto-winst dit jaar bij 20
rocent van de kleine en 25 procent
an de grote bedrijven meer toe dan
e inflatie, in 1976 waren deze per-
entages 17, respectievelijk 14 en 13.
lij de omzet is eenzelfde patroon te
ien. Het aantal bedrijven dat het
erkoopcijfer sterker zag groeien
lan de inflatie, steeg bij kleine be-
rijven (geïnvesteerd kapitaal tot 1
niljoen) van 40 tot 42 procent en bij
Ie grote van 28 tot 30 procent.
Stagnatie
In een toelichting op het rapport
>ver de enquête zei drs. G. Brouwers,
roorzitter van de Haagse Kamer van
Koophandel em vroeger secretaris
generaal van economische zaken een
angdurige stagnatie van de econo
mie waar te nemen. Hij noemde 1973
Qet laatste normale jaar waarna
twee zeer slechte jaren volgden. In
1976 was er enig herstel maar dat is
in 1977 slechts een geringe mate
voortgezet. Brouwers: Nog een kwart
van de bedrijven heeft op het gebied
van de winst de inflatie kunnen bij
houden. En in 1978 zal het eerder
minder dan beter gaan. Want slechts
16 procent van de kleine en 19 pro
cent van de grote ondernemingen
verwacht reële winstgroei.
De voorzitter van de Haagse Kamer
noemde die verwachting geen onge
grond pessimisme van de onderne
mers. Wie de verwachtingen uit de
enquête van eind 1976 vergelijkt met
de bedrijfsuitkomsten van dit jaar,
komt tot de ontdekking dat men de
resultaten van 1977 heeft overschat.
Het geringe optimisme is ook te zien
bij de geringe investeringslust. Bijna
twee derde van de kleine en een
derde van de grote zaken heeft voor
volgend jaar geen investeringsplan
nen, een slechter cijfer dan de uit
komst van 1977.
Dat bijna de helft van de grote en
ruim de helft van de kleine bedrijven
het rendement onvoldoende acht is
een lichte verslechtering ten opzich-
;te van 1976. Per sector in de econo-
|mie en per bedrijfstak zijn er overi
gens tamelijk grote verschillen. Zo
tonen de antwoorden vanuit de
Door Kredietbeperking
DEN HAAG (ANP) Aan de
sterke stijging van de nieuw
ingeschreven hypotheken op
onroerende goederen is een
einde gekomen. Terwijl gedu
rende het eerste en tweede
kwartaal van dit jaar stijgings
percentages werden berekend
van 42 en 46 t.o.v. de vergelijk
bare perioden in het voorgaan
de jaar, kwam het derde kwar
taal uit op een daling van 2
procent.
In deze periode werd een bedrag van
13,7 miljard gulden aan hypotheken
in de openbare registers ingeschre
ven tegen 14,0 miljard gulden in het
derde kwartaal van 1976, zo heeft
het CBS berekend.
Van het totaal ingeschreven bedrag
had ruim 65 procent betrekking op
woonhuizen en combinaties woon
huis/bedrijfspand; bij deze hypothe
ken viel weliswaar nog een geringe
stijging (7 procent) waar te nemen
t.o.v. het derde kwartaal 1976, maar
deze was te verwaarlozen in vergelij
king met die in de eerste helft van
dit jaar (55 procent). Een grote da
ling was in dit derde kwartaal te zien
bij de hypotheken op de overige
onroerende goederen (landelijke ei
gendommen. bedrijfspanden en
bouwgronden), de ingeschreven be
dragen lagen hier 18 procent lager.
Volgens het CBS is deze ontwikke-
ling zeer waarschijnlijk het resul
taat van het door De Nederlandsche
Bank voor 1977 ingevoerde systeem
van rechtstreekse kredietbeheer-
sing. Daarbij werden de kredietex
pansie van handelsbanken, land
bouwkredietinstellingen, algemene
spaarbanken en de PTT-gelddien-
sten aan banden gelegd. Deze voor
schriften hebben niet alleen betrek
king op krediethypotheken maar
ook op gewone hypotheken (inmid
dels werd bekend gemaakt dat deze
regeling ook in de eerste drie maan
den van 1978 zal gelden).
bouwnijverheid en de grafische in
dustrie uitgeverijen) gedurende
de laatste drie jaren een gestadig
toenemende tevredenheid over het
behaalde resultaat. Deze twee be
drijfstakken waren wel de enige twee
wier mate van voldoening over het
behaalde rendemeht het landelijk
gemiddelde van het totale Neder
landse bedrijfsleven te boven ging.
Sterk achter bleven de voedings- en
genotmiddelenindustrie (hoewel de
grote bedrijven wel een behoorlijke
verbetering toonden in de afgelopen
jaren) en de textiel- en confectie-
industrie. Maar dat is, aldus de rap
porteurs natuurlijk geen nieuws.
Makelaars
De grootste voldoening over het ren
dement bestond in de makelaardij
(71 procent) en in de zogeheten „za
kelijke dienstverlening", dat zijn on
der meer uitzendbureaus en ook ad
vies- en architectenbureaus. De ge
gevens over de makelaars (voorna
melijk bemiddelend in onroerend
goed) zijn in zoverre opmerkelijk
omdat slechts een derde van hen de
omzet in 1977 nog harder zag groei
en dan de 7 procent inflatie. Opmer
kelijk omdat vooral in de eerste
helft van dit jaar de huizenprijzen
nog spectaculair stegen en het ma
kelaarscourtage nu eenmaal een
vast percentage uitmaakt van de
koopprijs van een huis. Een duidelij
ke verklaring van deze betrekkelijk
geringe groei van de makelaarsom-
zetten geeft ook het rapport niet.
Wel wordt gemeld dat de verwach
tingen voor 1978 wat minder zijn
omdat de minister van economische
zaken de makelaarstarieven heeft
bijgesteld in verband met de zeer
grote prijsstijging.
Werkgelegenheid
Bedrijfstakken waar het slecht ging
waren, behalve al enkele genoemde
branches in de industrie ook het
transport en dan wel speciaal de
grote ondernemingen in de sector.
Niet minder dan 50 procent van de
grote transportbedrijven zag de
winst achteruitgaan tegenover 38
procent van alle grote bedrijven in
Nederland. De sluitpost van alle be
drijfstakken was echter de visserij.
De problemen met vangstbeperkin
gen hebben ervoor gezorgd dat
slechts een op de twintig visserijbe
drijven verwacht dat het nettoresul
taat in 1978 de inflatie kan bijbenen.
Onder de grotere reders behaalde
slechts 3 procent in 1977 een hogere
winst dan in 1976.
Bij de ondernemingen die op de
enquête reageerden is het aantal
arbeidsplaatsen ten opzichte van
1976 met 0,9 procent gezakt. Verhou
dingsgewijs was de inkrimping het
grootst in het westen van het land.
Het rapport geeft ook een onderver
deling van de mutatie in arbeids
plaatsen naar gelang de hoofdsecto
ren in de economie. Deze cijfers to
nen dat de teruggang in werkgele
genheid uitsluitend aan de Industrie
te wijten was. Daar liep het aantal
arbeidsplaatsen met 1,8 procent te
rug. In de dienstverlening was er
zelfs een stijging met 1,2 procent,
waarbij dan nog opvalt dat met
name de dienstverlenende bedrijven
in Oost-Nederland aan meer mensen
werk hebben geboden, dit Jaar 2,7
procent).
Drs. Brouwers noemde een van de
verdiensten van het rapport dat het
traditionele beeld van de noodlij
dende gebieden in Nederland best
eens gewijzigd zou kunnen worden.
Met name wees hij op de grote ste
den. Deze stelling wordt min of meer
geïllustreerd uit de investerings
plannen per regio. Die lopen name
lijk weinig uiteen. Er wordt in het
westen niet meer geïnvesteerd dan
in bijvoorbeeld Noord-Nederland,
hoewel veel bedrijven nog steeds
een voorkeur voor de westelijke pro
vincies hebben. De grote steden
drukken de cijfers voor het westen
evenwel.
In de Sowjet linie, waar de produktie van consumptiegoederen een extra
impuls ondergaat, is deze 16 cm draagbare TV op de markt verschenen. De
massaproduktie van de „shilialis", die op gelijk- en wisselstroom werkt, wordt
komend jaar in de Kaunas-fabriek in Litouwen ter hand genomen.
DEN HAAG Aan adverten
ties voor merkartikelen is in de
eerste helft van dit jaar 404
miljoen uitgegeven, tegen
331 miljoen in de eerste zes
maanden van vorig jaar. Dit
blijkt uit een overzicht van het
Bureau voor Budgettencon-
trole.
De reclame in dagbladen steeg van
156 miljoen tot ruim 189 miljoen,
in de familiebladen van 12,6 naar
16,2 miljoen, bij de damesbladen
van 36,5 naar 47,8 miljoen, bij
radio- en tv-bladen van 17,8 naar
22,1 miljoen gulden en bij de overi
ge tijdschriften van 22,4 naar
34,7 miljoen. De totale bestedin
gen aan reclame in de pers stegen
van 245,2 naar 310,2 miljoen eulden.
De tv-reclame bracht in de eerste
helft van dit jaar 83,2 miljoen gul
den op, tegen 76,9 miljoen in de
eerste helft van het vorige jaar. Aan
radioreclame werd in de eerste helft
van dit jaar 10,6 miljoen besteed
tegen 8,9 miljoen in de eerste helft
van het vorige jaar.
Belangrijke reclamemakers waren
banken en financieringsinstellingen
en beleggings- en verzekeringsmaat
schappijen, die in de eerste helft van
dit jaar in totaal 25,6 miljoen aan
advertenties in kranten, bladen,
voor tv en radio uitgaven, vergele
ken met 22,5 miljoen in de eerste
helft van het vorige jaar. Voor tabak
en tabaksprodukten werd 18,6 mil
joen geadverteerd, vergeleken met
17,5 miljoen in de eerste helft van
het vorige jaar.
Naam
bank
Rente vast
gedurende:
Afsluitprov.
(procenten)
Bcntepercentages
met zonder
gemeentegarantie
ABN
5 jaar
1 jaar
1.5
1.5
8.75
85
8.75
8.5
AMRO-Bank
5 jaar
variabel
1.5/2-
1.5/2-
8.75
8.5
8.75
85
Bouwfonds
30 jaar
5 jaar
2 jaar
1.5
1.5
1.5
93
8.9
8.7
9.3
8.9
8.7
Centraal Beheer
10 jaar
-
8.5
Ennia
10 jaar
-
8.5
8.5
Nat. Nederl.
10 jaar
5 jaar
8.5
8.5
85
8.5
Rabo Bank
adviesrente
variabel
1.25
9-
ö-
Rabo-Hyp-Bank
5 jaar
15
9.-
9.-
RPS
5 jaar
!-•
8.5
8.5
Stad A'dam
5 jaar
1.-
8.5
8.5
Westland
Utrecht
standaard
no risk
budget
5/10 jaar
5/10 jaar
variabel
2.-
2.-
2-
8.8
9.2
8.5
9-
9.4
8.5
Geldt voor alle levensverzekeringmaatschappijen die lid zijn van de
NVBL.
Geen enkele bank heeft de afgelopen week de hypotheekrente gewij
zigd. Wij eindigen dit jaar met een rentepercentage dat iets ligt
beneden het niveau van begin dit jaar. voor leningen met gemeente
garantie en een vijf jaar vaste rentevoet geldt nu 8,5%, terwijl dit begin
januari 8,75% was.
(Publikatie samengesteld door de Vereniging Eigen Huis in Amers
foort)
ADVERTENTIE
Klopt. Dank zij de Amro Bank Overseas N V. in Willemstad.
Adres: John B. Gorsiraweg 6.
Nadere informatie: Amro banken
of telefoon: 020-282679.
CBS: meer nevenfuncties naarmate hoger inkomen
toeneemt
Van een onzer verslaggevers
DEN HAAG Naarmate het inkomen bij de lagere inkomens
groepen (netto minder dan 21.000 per jaar) stijgt, daalt het
percentage kostwinners met een bijbaantje. Daarentegen stijgt
dat percentage bij de hogere inkomensgroepen. Het Centraal
Bureau voor de Statistiek noemt deze uitkomst van een enquête,
gehouden in 1974/75 om te komen tot een vernieuwing van het
wegingsschema voor het prijsindexcijfer van de gezinsconsump
tie, opmerkelijk.
Vijf procent van de geënquêteerde
kostwinners uit de groep met lage
inkomens heeft een nevenbaan. Dit
percentage is voor de groep hogere
inkomens acht. Het deel der gehuw
de vrouwen met een hele of gedeelte-
door Ing. P. Westra
De veehouder begon het jaar 1977 met zorg. Snel slinkende
voedervoorraden en hoog oplopende veevoerrekeningen deden
ook voor 1977 het slechtste vermoeden. Ook de ministers van
Landbouw van de Europese Gemeenschap zorgden niet voor een
zonnig voorjaar, doordat ze de minimumprijzne van landbouw-
produkten veel lager vaststelden dan de kostenstijging aangaf.
Wat nog erger was: ze namen een besluit dat de veehouders in de
loop van 1977 een zng. medeverantwoordelijkheidsheffing moes
ten gaan betalen om het evenwicht op de zuivelmarkt mede te
financieren.
Het was slikken of stikken en dus
kon de georganiseerde landbouw
niet anders doen dan voor het eerste
kiezen. En of het nog niet erg genoeg
was, brak er in het voorjaar varkens
pest uit. Hetgeen voor de veehouders
op de zandgronden een ramp dreigde
te worden, omdat van de 220.000
varkens, die we per week in Neder
land slachten er 120.000 stuks (ge
heel of bij stukjes en beetjes) de
grens over moeten.
Met veel hulp van de Veeartsenij-
kundige Dienst en tal van andere
instellingen kon de varkenspest ge
lukkig spoedig worden ingedamd.
De grenssluiting beperkte zich tot
één week. Hoewel de schade in de
tientallen miljoenen guldens liep,
was ieder blij, dat het daarbij bleef.
De nationale overheid kwam ook de
door de droogte getroffen melkvee
houders te hulp o.a. door 87 miljoen
gulden beschikbaar te stellen voor
lastenverlichting en concurrentiepo-
sltieverbeterende maatregelen (mooi
woord voor het scrabblebord!). De
markt onwikkelde zich inmiddels
gunstig. Met name daalden de vee-
voerprijzen en dat gaf de varkens
houderij wat lucht, omdat de kosten
in die sector nu eenmaal overwegend
voederkosten zijn. Als laatste hoop
gevend teken begon het gras snel te
groeien en kon de veehouder met
enige moed aan de oogst beginnen.
Steeds beter
De oogst bleek goed te worden. Er
werd veel wintervoer gewonnen en
over de kwaliteit kon niet gemop
perd worden.
De melkprijs kwam, naarmate het
jaar vorderde, steeds meer in de lift.
Het is maar goed, dat de veehouder
het niet hoeft te doen voor de mini
mumprijzen van Brussel. Dan was
het wel armoede troef in landen met
een harde munt.
Met de prijzen van het vee en van het
vlees had het geen punten over. Er
werden nogal wat runderen uit de
markt genomen door onze overheid,
omdat hier (voor bepaalde kwalitei
ten) de minimumprijs niet gehaald
kon worden.
Na het eerste kwartaal ging het goed
met de prijzen van de de slachtkal-
veren. In de varkenshouderij bleven
de vleesprijzen de eerste zeven
maaanden onder druk, maar ook
toen ging het hier beter. Ook de
schapenhouders kregen in het twee
de halfjaar betere prijzen dan in het
eerste halfjaar. Bij de gunstige prij
sontwikkelingen voegde zich een
grotere produktie.
Dat zijn leuke dingen voor de vee
houders! Voege men daarbij de lage
re voerkosten dan heeft men een
goed recept voor een goed inkomen.
stituut die berekent aan de hand van
bedrijfseconomische boekhoudin
gen als maatstaf. Gaan we dan ge
middelden nemen van de verschil
lende landbouwgebieden, dan blijkt
dat bij ongeveer 3000 arbeidsuren
per jaar de veehouder voor zijn ar
beid betaald heeft gekregen:
1972/73 26.000
1973/74 20.000
1974/75 12.000
1975/76 ƒ22.000
1976/77 7.000
1977/78 24.000 (schatting)
U begrijpt dat de veehouder na het
slechte jaar van 1976, dik tevreden is
over het jaar 1977. Wie van 2 gulden
naar 8 gulden per uur gaat kan dat
ook zijn.
Wij willen natuurlijk de vreugde
over het afgelopen jaar niet over
schaduwen door allerlei „maren".
Dan raken we in de situatie dat als
het slecht gaat je terecht klaagt en
als het goed gaat zegt: „zo zal het wel
nooit blijven". Die mensen hebben
nooit echt schik! Of zoals de ene boer
tegen de ander zei: „Je oogst maar
dikke aardappelen dit jaar" waarop
de ander antwoordde: „Ja dat is zo,-
maar nu heb ik weer geen kleintjes
voor de varkens". Op die manier is
het natuurlijk ook nooit goed!
Tóch vraagt de realiteit om een paar
kanttekeningen:
Precies een jaar geleden schreef
ing. P. Westra in deze krant dat
1976 voor de veehouderij het jaar
was waarin het gras huilde, maar
de boer de klappen kreeg. De ge
volgen van de droge zomer 1976
lieten een diepe indruk achter. Ui
teraard het sterkst in de boerenge
zinnen zelf, maar evenzeer bij veel
belangstellenden uit niet-agrari-
sche kringen.
Talloze malen hebben ons het afge
lopen jaar vragen bereikt hoe de
veehouderij het in 1977 heeft ge
maakt. Het heeft de veehouderij
geweldig goed gedaan dat meele
ven rond het wel en wee van hun
vee. Daarom geven we in deze bij
drage een kort overzicht van de
gebeurtenissen, die zich In de
veehouderij in 1977 hebben voorge
daan.
God voedt de vogels, maar ze moe
ten er wel voor vliegen. Dat geldt
ook voor de boer. Ook in 1977 deed
hij weer zijn best er wat van te
maken. Er werd weer een heel stuk
bedrijfsontwikkeling gerealiseerd.
Zijn coöperaties vierden hun 100-
jarig bestaan.
dat landschap en dier de boer na
aan het hart liggen.
Doornstruiken
Altijd bezig
Meer verdiend
De vraag wat een boer verdient is
altijd moeilijk te beantwoorden.
Niet omdat we die vraag in niet-
matieriële zin opvatten, want dan is
het antwoord eenvoudig: „meer dan
hij ontvangt", maar om allerlei ande
re redenen. Er zijn grote verschillen
afhankelijk van bedrijfsgrootte, be-
drijfsopzet en ondernemerskwalitei
ten. De één zit op een pachtbedrijf,
de ander is eigenaar van grond en
gebouwen. De één heeft al aardig
wat bezit vergaard, de ander zit op
hoge lasten. Jonge ondernemers zit
ten als regel veel moeilijker, dan
andere ondernemers.
Daarom nemen we de uitkomsten
zoals het Landbouw-Economisch In-
1. Een goed jaar was voor de veehou-
deri ook dringend nodig, gezien de
uitkomsten van vorig jaar:
2. Zelfs in het beste jaar 1977 ligt de
beloning nog beneden de loonkosten
van een vakarbeider volgens de
CAO.
3. Voor een zelfstandige ondernemer
met een kapitaalintensief bedrijf is
een inkomensniveau van rond
20.000 gedurende de laatste zes
jaar natuurlijk niet iets om over
naar huis te schrijven.
Toch blijft de vreugde over een goed
jaar bij de veehouder overheersen
boven de voorbije of nog heersende
zorgen.
De produkten die afgeleverd werden
voldeden aan de hoogste kwaliteit
seisen. Hij zorgde opnieuw voor een
stuk landschapsverzorging. HIJ was
het die, met zijn gezin, het welzijn
van de dieren bevorderde. Het blijkt
dat deze waarheden steeds weer her
haald moeten worden, omdat men
van bepaalde zijde nog steeds de
boeren ten onrechte aanvalt op deze
punten.
Natuurlijk zijn er misstanden en is
er gebrek aan zorg bij bepaalde
veehouders voor landschap en dier
(en daar moet nog meer aan gedaan
worden dan tot nu toe), maar om een
gehele groep daarvan te beschuldi
gen. staat gelijk met alle weggebrui
kers roekeloos rijden te verwijten oï
diefstal toe te schrijven aan allen
die geld beheren. Wie werkelijk
heidszin heeft en de gehele agrari
sche sector kent. weet deksels goed
Behalve geïrriteerdheid over de zo
even genoemde punten, bestaat er
ongenoegen over de drang van de
gemeenschap (dus van de overheid)
op de ruimte waarin de boer leeft en
werkt. Iemand heeft berekend dat
het kabinet Den Uyl méér dan 11.000
bladzijden geproduceerd heeft over
structuurvisies, ruimtelijke orde
ning, landschap etc. Iemand anders
zei: „Vroeger schreef Dolaard De
Jong en de akker is de wereld
nu is dat: en de akker is de we-
reld van de ambtenaren".
Tenslotte is de veehouder erg boos,
dat hij door Brussel verplicht is om
van zijn beperkt inkomen nog geld
af te dragen voor het landbouwbe
leid. Zeker, het was een best Jaar
voor de veehouders, maar toch ook
weer niet rozegeur en maneschijn.
Wij willen dit korte veehouderljjour-
naal over 1977 evenwel besluiten
door niet te schrijven, dat rozen
doornen dragen, maar te vermelden,
dat doornstruiken rozen voortbren
gen. Voelt U het verschil? De boer In
1977 wel!
Ing. P. Westra is secretaris van de
hoofdafdeling Veehouderij van het
Landbouwschap.
lijke betrekking stijgt van 13 pro
cent voor gezinnen uit de lagere in
komensgroep (minder dan 16.000
gulden) tot 38 procent voor gezinnen
ln de hoogste inkomensgroep.
Het percentage gehuwde vrouwen,
dat een volledige betrekking heeft, is
overigens gering en bedraagt, zowel
bij de lagere als de hogere inkomens,
gemiddeld 1 procent. In de hoogste
twee inkomensgroepen loopt het
echter op tot resp. 4 en 5 procent
Van de gezinnen met lagere inko
mens blijkt 88 procent van de kost
winners uitsluitend lager of voortge
zet lager onderwijs te hebben geno
ten. Bij de gezinnen met hogere in
komens bedraagt dit percentage 56.
Van de gezinnen met een netto-inko
men van 44.000 gulden en meer heeft
ruim 90 procent der kostwinners
voortgezet hoger of hoger onderwijs
gevolgd.
Van de geënquêteerde gezinnen met
een lager inkomen bezit 59 procent
één of meer auto's. Dit percentage
bedraagt voor de hogere inkomens
gemiddeld 76 procent. Naarmate het
Inkomen hoger ts, neemt het autobe
zit toe, nl. van 67 procent voor gezin
nen met een netto inkomen tussen
21.000 en 24.000 gulden tot 93 pro
cent voor de gezinnen met een netto
inkomen van 44.000 gulden en meer.
In deze laatste Inkomensgroep bezit
bijna een kwart der gezinnen twee of
meer auto's.
Bij gezinnen uit de laagste inko
mensgroep heeft 45 procent één of
meer vakanties genoten.
AMSTERDAM Op de Europese
wisselmarkten is de dollar woens
dag weer onder druk komen te
staan. In Amsterdam gingen bij kal
me handel enkele centen van de
koers af en in Frankfort moest de
Duitse centrale bank 16,95 miljoen
dollar opkopen om de koers te steu
nen. De officiële notering werd daar
bij vastgesteld op 2,1125 mark ver
geleken met 2,1490 dinsdag en met
het dieptepunt van 2,1120 mark van
20 december.
(ADVERTENTIE)
kopiëren, ook op gewoon
papier
#\ORMAS BV