Bedrijfsleven deed het lit jaar iets beter deamrobank c^opcurapao Veeboer kon in 1977 weer lachen OrmasS Sharpfax kopieer machines Minder bijbaantjes als loon in laagste inkomensgroep stijgt Inquête Kamers van Koophandel Minder nieuwe hypotheken in 3e kwartaal Veel meer reclame merkartikelen Hypotheekrente per 27 dec. Weliswaar geen rozegeur en maneschijn, maar: Dollar hervat koersdaling 29 DECEMBER 1977 FINANCIËN EN ECONOMIE Trouw/Kwartet P 17 - RHS 19 en een onzer verslaggevers EN HAAG Het Nederlandse bedrijfsleven heeft het in 1977 iets beter gedaan dan in 1976 maar pt algemene beeld is nog verre van gunstig. Slechts 44 procent van de grote en 55 procent van de leine bedrijven kon in het nu bijna voorbije jaar een voldoende rendement halen. it blijkt uit de Enquête regionale ïdrijfsontwikkeling die in septem- tr/oktober door de 36 Nederlandse amers van Koophandel is gehou- ;n. Aan het onderzoek werkten f.500 bedrijven deel met in totaal 3 miljoen werkzame personen, dat ongeveer een derde van het totaal, e belangstelling vanuit het be- rijfsleven voor de enquête was root want de 47.500 antwoorden ertegenwoordigen bijna 70 procent an het aantal verzonden formu- eren. lat het de Nederlandse ondernemin- en in 1977 in lichte mater beter ging Dncluderen de Kamers uit het feit at een iets groter percentage bedrij en het netto-resultaat harder zag roeien dan de inflatie van 7 procent, lam de netto-winst dit jaar bij 20 rocent van de kleine en 25 procent an de grote bedrijven meer toe dan e inflatie, in 1976 waren deze per- entages 17, respectievelijk 14 en 13. lij de omzet is eenzelfde patroon te ien. Het aantal bedrijven dat het erkoopcijfer sterker zag groeien lan de inflatie, steeg bij kleine be- rijven (geïnvesteerd kapitaal tot 1 niljoen) van 40 tot 42 procent en bij Ie grote van 28 tot 30 procent. Stagnatie In een toelichting op het rapport >ver de enquête zei drs. G. Brouwers, roorzitter van de Haagse Kamer van Koophandel em vroeger secretaris generaal van economische zaken een angdurige stagnatie van de econo mie waar te nemen. Hij noemde 1973 Qet laatste normale jaar waarna twee zeer slechte jaren volgden. In 1976 was er enig herstel maar dat is in 1977 slechts een geringe mate voortgezet. Brouwers: Nog een kwart van de bedrijven heeft op het gebied van de winst de inflatie kunnen bij houden. En in 1978 zal het eerder minder dan beter gaan. Want slechts 16 procent van de kleine en 19 pro cent van de grote ondernemingen verwacht reële winstgroei. De voorzitter van de Haagse Kamer noemde die verwachting geen onge grond pessimisme van de onderne mers. Wie de verwachtingen uit de enquête van eind 1976 vergelijkt met de bedrijfsuitkomsten van dit jaar, komt tot de ontdekking dat men de resultaten van 1977 heeft overschat. Het geringe optimisme is ook te zien bij de geringe investeringslust. Bijna twee derde van de kleine en een derde van de grote zaken heeft voor volgend jaar geen investeringsplan nen, een slechter cijfer dan de uit komst van 1977. Dat bijna de helft van de grote en ruim de helft van de kleine bedrijven het rendement onvoldoende acht is een lichte verslechtering ten opzich- ;te van 1976. Per sector in de econo- |mie en per bedrijfstak zijn er overi gens tamelijk grote verschillen. Zo tonen de antwoorden vanuit de Door Kredietbeperking DEN HAAG (ANP) Aan de sterke stijging van de nieuw ingeschreven hypotheken op onroerende goederen is een einde gekomen. Terwijl gedu rende het eerste en tweede kwartaal van dit jaar stijgings percentages werden berekend van 42 en 46 t.o.v. de vergelijk bare perioden in het voorgaan de jaar, kwam het derde kwar taal uit op een daling van 2 procent. In deze periode werd een bedrag van 13,7 miljard gulden aan hypotheken in de openbare registers ingeschre ven tegen 14,0 miljard gulden in het derde kwartaal van 1976, zo heeft het CBS berekend. Van het totaal ingeschreven bedrag had ruim 65 procent betrekking op woonhuizen en combinaties woon huis/bedrijfspand; bij deze hypothe ken viel weliswaar nog een geringe stijging (7 procent) waar te nemen t.o.v. het derde kwartaal 1976, maar deze was te verwaarlozen in vergelij king met die in de eerste helft van dit jaar (55 procent). Een grote da ling was in dit derde kwartaal te zien bij de hypotheken op de overige onroerende goederen (landelijke ei gendommen. bedrijfspanden en bouwgronden), de ingeschreven be dragen lagen hier 18 procent lager. Volgens het CBS is deze ontwikke- ling zeer waarschijnlijk het resul taat van het door De Nederlandsche Bank voor 1977 ingevoerde systeem van rechtstreekse kredietbeheer- sing. Daarbij werden de kredietex pansie van handelsbanken, land bouwkredietinstellingen, algemene spaarbanken en de PTT-gelddien- sten aan banden gelegd. Deze voor schriften hebben niet alleen betrek king op krediethypotheken maar ook op gewone hypotheken (inmid dels werd bekend gemaakt dat deze regeling ook in de eerste drie maan den van 1978 zal gelden). bouwnijverheid en de grafische in dustrie uitgeverijen) gedurende de laatste drie jaren een gestadig toenemende tevredenheid over het behaalde resultaat. Deze twee be drijfstakken waren wel de enige twee wier mate van voldoening over het behaalde rendemeht het landelijk gemiddelde van het totale Neder landse bedrijfsleven te boven ging. Sterk achter bleven de voedings- en genotmiddelenindustrie (hoewel de grote bedrijven wel een behoorlijke verbetering toonden in de afgelopen jaren) en de textiel- en confectie- industrie. Maar dat is, aldus de rap porteurs natuurlijk geen nieuws. Makelaars De grootste voldoening over het ren dement bestond in de makelaardij (71 procent) en in de zogeheten „za kelijke dienstverlening", dat zijn on der meer uitzendbureaus en ook ad vies- en architectenbureaus. De ge gevens over de makelaars (voorna melijk bemiddelend in onroerend goed) zijn in zoverre opmerkelijk omdat slechts een derde van hen de omzet in 1977 nog harder zag groei en dan de 7 procent inflatie. Opmer kelijk omdat vooral in de eerste helft van dit jaar de huizenprijzen nog spectaculair stegen en het ma kelaarscourtage nu eenmaal een vast percentage uitmaakt van de koopprijs van een huis. Een duidelij ke verklaring van deze betrekkelijk geringe groei van de makelaarsom- zetten geeft ook het rapport niet. Wel wordt gemeld dat de verwach tingen voor 1978 wat minder zijn omdat de minister van economische zaken de makelaarstarieven heeft bijgesteld in verband met de zeer grote prijsstijging. Werkgelegenheid Bedrijfstakken waar het slecht ging waren, behalve al enkele genoemde branches in de industrie ook het transport en dan wel speciaal de grote ondernemingen in de sector. Niet minder dan 50 procent van de grote transportbedrijven zag de winst achteruitgaan tegenover 38 procent van alle grote bedrijven in Nederland. De sluitpost van alle be drijfstakken was echter de visserij. De problemen met vangstbeperkin gen hebben ervoor gezorgd dat slechts een op de twintig visserijbe drijven verwacht dat het nettoresul taat in 1978 de inflatie kan bijbenen. Onder de grotere reders behaalde slechts 3 procent in 1977 een hogere winst dan in 1976. Bij de ondernemingen die op de enquête reageerden is het aantal arbeidsplaatsen ten opzichte van 1976 met 0,9 procent gezakt. Verhou dingsgewijs was de inkrimping het grootst in het westen van het land. Het rapport geeft ook een onderver deling van de mutatie in arbeids plaatsen naar gelang de hoofdsecto ren in de economie. Deze cijfers to nen dat de teruggang in werkgele genheid uitsluitend aan de Industrie te wijten was. Daar liep het aantal arbeidsplaatsen met 1,8 procent te rug. In de dienstverlening was er zelfs een stijging met 1,2 procent, waarbij dan nog opvalt dat met name de dienstverlenende bedrijven in Oost-Nederland aan meer mensen werk hebben geboden, dit Jaar 2,7 procent). Drs. Brouwers noemde een van de verdiensten van het rapport dat het traditionele beeld van de noodlij dende gebieden in Nederland best eens gewijzigd zou kunnen worden. Met name wees hij op de grote ste den. Deze stelling wordt min of meer geïllustreerd uit de investerings plannen per regio. Die lopen name lijk weinig uiteen. Er wordt in het westen niet meer geïnvesteerd dan in bijvoorbeeld Noord-Nederland, hoewel veel bedrijven nog steeds een voorkeur voor de westelijke pro vincies hebben. De grote steden drukken de cijfers voor het westen evenwel. In de Sowjet linie, waar de produktie van consumptiegoederen een extra impuls ondergaat, is deze 16 cm draagbare TV op de markt verschenen. De massaproduktie van de „shilialis", die op gelijk- en wisselstroom werkt, wordt komend jaar in de Kaunas-fabriek in Litouwen ter hand genomen. DEN HAAG Aan adverten ties voor merkartikelen is in de eerste helft van dit jaar 404 miljoen uitgegeven, tegen 331 miljoen in de eerste zes maanden van vorig jaar. Dit blijkt uit een overzicht van het Bureau voor Budgettencon- trole. De reclame in dagbladen steeg van 156 miljoen tot ruim 189 miljoen, in de familiebladen van 12,6 naar 16,2 miljoen, bij de damesbladen van 36,5 naar 47,8 miljoen, bij radio- en tv-bladen van 17,8 naar 22,1 miljoen gulden en bij de overi ge tijdschriften van 22,4 naar 34,7 miljoen. De totale bestedin gen aan reclame in de pers stegen van 245,2 naar 310,2 miljoen eulden. De tv-reclame bracht in de eerste helft van dit jaar 83,2 miljoen gul den op, tegen 76,9 miljoen in de eerste helft van het vorige jaar. Aan radioreclame werd in de eerste helft van dit jaar 10,6 miljoen besteed tegen 8,9 miljoen in de eerste helft van het vorige jaar. Belangrijke reclamemakers waren banken en financieringsinstellingen en beleggings- en verzekeringsmaat schappijen, die in de eerste helft van dit jaar in totaal 25,6 miljoen aan advertenties in kranten, bladen, voor tv en radio uitgaven, vergele ken met 22,5 miljoen in de eerste helft van het vorige jaar. Voor tabak en tabaksprodukten werd 18,6 mil joen geadverteerd, vergeleken met 17,5 miljoen in de eerste helft van het vorige jaar. Naam bank Rente vast gedurende: Afsluitprov. (procenten) Bcntepercentages met zonder gemeentegarantie ABN 5 jaar 1 jaar 1.5 1.5 8.75 85 8.75 8.5 AMRO-Bank 5 jaar variabel 1.5/2- 1.5/2- 8.75 8.5 8.75 85 Bouwfonds 30 jaar 5 jaar 2 jaar 1.5 1.5 1.5 93 8.9 8.7 9.3 8.9 8.7 Centraal Beheer 10 jaar - 8.5 Ennia 10 jaar - 8.5 8.5 Nat. Nederl. 10 jaar 5 jaar 8.5 8.5 85 8.5 Rabo Bank adviesrente variabel 1.25 9- ö- Rabo-Hyp-Bank 5 jaar 15 9.- 9.- RPS 5 jaar !-• 8.5 8.5 Stad A'dam 5 jaar 1.- 8.5 8.5 Westland Utrecht standaard no risk budget 5/10 jaar 5/10 jaar variabel 2.- 2.- 2- 8.8 9.2 8.5 9- 9.4 8.5 Geldt voor alle levensverzekeringmaatschappijen die lid zijn van de NVBL. Geen enkele bank heeft de afgelopen week de hypotheekrente gewij zigd. Wij eindigen dit jaar met een rentepercentage dat iets ligt beneden het niveau van begin dit jaar. voor leningen met gemeente garantie en een vijf jaar vaste rentevoet geldt nu 8,5%, terwijl dit begin januari 8,75% was. (Publikatie samengesteld door de Vereniging Eigen Huis in Amers foort) ADVERTENTIE Klopt. Dank zij de Amro Bank Overseas N V. in Willemstad. Adres: John B. Gorsiraweg 6. Nadere informatie: Amro banken of telefoon: 020-282679. CBS: meer nevenfuncties naarmate hoger inkomen toeneemt Van een onzer verslaggevers DEN HAAG Naarmate het inkomen bij de lagere inkomens groepen (netto minder dan 21.000 per jaar) stijgt, daalt het percentage kostwinners met een bijbaantje. Daarentegen stijgt dat percentage bij de hogere inkomensgroepen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek noemt deze uitkomst van een enquête, gehouden in 1974/75 om te komen tot een vernieuwing van het wegingsschema voor het prijsindexcijfer van de gezinsconsump tie, opmerkelijk. Vijf procent van de geënquêteerde kostwinners uit de groep met lage inkomens heeft een nevenbaan. Dit percentage is voor de groep hogere inkomens acht. Het deel der gehuw de vrouwen met een hele of gedeelte- door Ing. P. Westra De veehouder begon het jaar 1977 met zorg. Snel slinkende voedervoorraden en hoog oplopende veevoerrekeningen deden ook voor 1977 het slechtste vermoeden. Ook de ministers van Landbouw van de Europese Gemeenschap zorgden niet voor een zonnig voorjaar, doordat ze de minimumprijzne van landbouw- produkten veel lager vaststelden dan de kostenstijging aangaf. Wat nog erger was: ze namen een besluit dat de veehouders in de loop van 1977 een zng. medeverantwoordelijkheidsheffing moes ten gaan betalen om het evenwicht op de zuivelmarkt mede te financieren. Het was slikken of stikken en dus kon de georganiseerde landbouw niet anders doen dan voor het eerste kiezen. En of het nog niet erg genoeg was, brak er in het voorjaar varkens pest uit. Hetgeen voor de veehouders op de zandgronden een ramp dreigde te worden, omdat van de 220.000 varkens, die we per week in Neder land slachten er 120.000 stuks (ge heel of bij stukjes en beetjes) de grens over moeten. Met veel hulp van de Veeartsenij- kundige Dienst en tal van andere instellingen kon de varkenspest ge lukkig spoedig worden ingedamd. De grenssluiting beperkte zich tot één week. Hoewel de schade in de tientallen miljoenen guldens liep, was ieder blij, dat het daarbij bleef. De nationale overheid kwam ook de door de droogte getroffen melkvee houders te hulp o.a. door 87 miljoen gulden beschikbaar te stellen voor lastenverlichting en concurrentiepo- sltieverbeterende maatregelen (mooi woord voor het scrabblebord!). De markt onwikkelde zich inmiddels gunstig. Met name daalden de vee- voerprijzen en dat gaf de varkens houderij wat lucht, omdat de kosten in die sector nu eenmaal overwegend voederkosten zijn. Als laatste hoop gevend teken begon het gras snel te groeien en kon de veehouder met enige moed aan de oogst beginnen. Steeds beter De oogst bleek goed te worden. Er werd veel wintervoer gewonnen en over de kwaliteit kon niet gemop perd worden. De melkprijs kwam, naarmate het jaar vorderde, steeds meer in de lift. Het is maar goed, dat de veehouder het niet hoeft te doen voor de mini mumprijzen van Brussel. Dan was het wel armoede troef in landen met een harde munt. Met de prijzen van het vee en van het vlees had het geen punten over. Er werden nogal wat runderen uit de markt genomen door onze overheid, omdat hier (voor bepaalde kwalitei ten) de minimumprijs niet gehaald kon worden. Na het eerste kwartaal ging het goed met de prijzen van de de slachtkal- veren. In de varkenshouderij bleven de vleesprijzen de eerste zeven maaanden onder druk, maar ook toen ging het hier beter. Ook de schapenhouders kregen in het twee de halfjaar betere prijzen dan in het eerste halfjaar. Bij de gunstige prij sontwikkelingen voegde zich een grotere produktie. Dat zijn leuke dingen voor de vee houders! Voege men daarbij de lage re voerkosten dan heeft men een goed recept voor een goed inkomen. stituut die berekent aan de hand van bedrijfseconomische boekhoudin gen als maatstaf. Gaan we dan ge middelden nemen van de verschil lende landbouwgebieden, dan blijkt dat bij ongeveer 3000 arbeidsuren per jaar de veehouder voor zijn ar beid betaald heeft gekregen: 1972/73 26.000 1973/74 20.000 1974/75 12.000 1975/76 ƒ22.000 1976/77 7.000 1977/78 24.000 (schatting) U begrijpt dat de veehouder na het slechte jaar van 1976, dik tevreden is over het jaar 1977. Wie van 2 gulden naar 8 gulden per uur gaat kan dat ook zijn. Wij willen natuurlijk de vreugde over het afgelopen jaar niet over schaduwen door allerlei „maren". Dan raken we in de situatie dat als het slecht gaat je terecht klaagt en als het goed gaat zegt: „zo zal het wel nooit blijven". Die mensen hebben nooit echt schik! Of zoals de ene boer tegen de ander zei: „Je oogst maar dikke aardappelen dit jaar" waarop de ander antwoordde: „Ja dat is zo,- maar nu heb ik weer geen kleintjes voor de varkens". Op die manier is het natuurlijk ook nooit goed! Tóch vraagt de realiteit om een paar kanttekeningen: Precies een jaar geleden schreef ing. P. Westra in deze krant dat 1976 voor de veehouderij het jaar was waarin het gras huilde, maar de boer de klappen kreeg. De ge volgen van de droge zomer 1976 lieten een diepe indruk achter. Ui teraard het sterkst in de boerenge zinnen zelf, maar evenzeer bij veel belangstellenden uit niet-agrari- sche kringen. Talloze malen hebben ons het afge lopen jaar vragen bereikt hoe de veehouderij het in 1977 heeft ge maakt. Het heeft de veehouderij geweldig goed gedaan dat meele ven rond het wel en wee van hun vee. Daarom geven we in deze bij drage een kort overzicht van de gebeurtenissen, die zich In de veehouderij in 1977 hebben voorge daan. God voedt de vogels, maar ze moe ten er wel voor vliegen. Dat geldt ook voor de boer. Ook in 1977 deed hij weer zijn best er wat van te maken. Er werd weer een heel stuk bedrijfsontwikkeling gerealiseerd. Zijn coöperaties vierden hun 100- jarig bestaan. dat landschap en dier de boer na aan het hart liggen. Doornstruiken Altijd bezig Meer verdiend De vraag wat een boer verdient is altijd moeilijk te beantwoorden. Niet omdat we die vraag in niet- matieriële zin opvatten, want dan is het antwoord eenvoudig: „meer dan hij ontvangt", maar om allerlei ande re redenen. Er zijn grote verschillen afhankelijk van bedrijfsgrootte, be- drijfsopzet en ondernemerskwalitei ten. De één zit op een pachtbedrijf, de ander is eigenaar van grond en gebouwen. De één heeft al aardig wat bezit vergaard, de ander zit op hoge lasten. Jonge ondernemers zit ten als regel veel moeilijker, dan andere ondernemers. Daarom nemen we de uitkomsten zoals het Landbouw-Economisch In- 1. Een goed jaar was voor de veehou- deri ook dringend nodig, gezien de uitkomsten van vorig jaar: 2. Zelfs in het beste jaar 1977 ligt de beloning nog beneden de loonkosten van een vakarbeider volgens de CAO. 3. Voor een zelfstandige ondernemer met een kapitaalintensief bedrijf is een inkomensniveau van rond 20.000 gedurende de laatste zes jaar natuurlijk niet iets om over naar huis te schrijven. Toch blijft de vreugde over een goed jaar bij de veehouder overheersen boven de voorbije of nog heersende zorgen. De produkten die afgeleverd werden voldeden aan de hoogste kwaliteit seisen. Hij zorgde opnieuw voor een stuk landschapsverzorging. HIJ was het die, met zijn gezin, het welzijn van de dieren bevorderde. Het blijkt dat deze waarheden steeds weer her haald moeten worden, omdat men van bepaalde zijde nog steeds de boeren ten onrechte aanvalt op deze punten. Natuurlijk zijn er misstanden en is er gebrek aan zorg bij bepaalde veehouders voor landschap en dier (en daar moet nog meer aan gedaan worden dan tot nu toe), maar om een gehele groep daarvan te beschuldi gen. staat gelijk met alle weggebrui kers roekeloos rijden te verwijten oï diefstal toe te schrijven aan allen die geld beheren. Wie werkelijk heidszin heeft en de gehele agrari sche sector kent. weet deksels goed Behalve geïrriteerdheid over de zo even genoemde punten, bestaat er ongenoegen over de drang van de gemeenschap (dus van de overheid) op de ruimte waarin de boer leeft en werkt. Iemand heeft berekend dat het kabinet Den Uyl méér dan 11.000 bladzijden geproduceerd heeft over structuurvisies, ruimtelijke orde ning, landschap etc. Iemand anders zei: „Vroeger schreef Dolaard De Jong en de akker is de wereld nu is dat: en de akker is de we- reld van de ambtenaren". Tenslotte is de veehouder erg boos, dat hij door Brussel verplicht is om van zijn beperkt inkomen nog geld af te dragen voor het landbouwbe leid. Zeker, het was een best Jaar voor de veehouders, maar toch ook weer niet rozegeur en maneschijn. Wij willen dit korte veehouderljjour- naal over 1977 evenwel besluiten door niet te schrijven, dat rozen doornen dragen, maar te vermelden, dat doornstruiken rozen voortbren gen. Voelt U het verschil? De boer In 1977 wel! Ing. P. Westra is secretaris van de hoofdafdeling Veehouderij van het Landbouwschap. lijke betrekking stijgt van 13 pro cent voor gezinnen uit de lagere in komensgroep (minder dan 16.000 gulden) tot 38 procent voor gezinnen ln de hoogste inkomensgroep. Het percentage gehuwde vrouwen, dat een volledige betrekking heeft, is overigens gering en bedraagt, zowel bij de lagere als de hogere inkomens, gemiddeld 1 procent. In de hoogste twee inkomensgroepen loopt het echter op tot resp. 4 en 5 procent Van de gezinnen met lagere inko mens blijkt 88 procent van de kost winners uitsluitend lager of voortge zet lager onderwijs te hebben geno ten. Bij de gezinnen met hogere in komens bedraagt dit percentage 56. Van de gezinnen met een netto-inko men van 44.000 gulden en meer heeft ruim 90 procent der kostwinners voortgezet hoger of hoger onderwijs gevolgd. Van de geënquêteerde gezinnen met een lager inkomen bezit 59 procent één of meer auto's. Dit percentage bedraagt voor de hogere inkomens gemiddeld 76 procent. Naarmate het Inkomen hoger ts, neemt het autobe zit toe, nl. van 67 procent voor gezin nen met een netto inkomen tussen 21.000 en 24.000 gulden tot 93 pro cent voor de gezinnen met een netto inkomen van 44.000 gulden en meer. In deze laatste Inkomensgroep bezit bijna een kwart der gezinnen twee of meer auto's. Bij gezinnen uit de laagste inko mensgroep heeft 45 procent één of meer vakanties genoten. AMSTERDAM Op de Europese wisselmarkten is de dollar woens dag weer onder druk komen te staan. In Amsterdam gingen bij kal me handel enkele centen van de koers af en in Frankfort moest de Duitse centrale bank 16,95 miljoen dollar opkopen om de koers te steu nen. De officiële notering werd daar bij vastgesteld op 2,1125 mark ver geleken met 2,1490 dinsdag en met het dieptepunt van 2,1120 mark van 20 december. (ADVERTENTIE) kopiëren, ook op gewoon papier #\ORMAS BV

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 19