Cabaret als sociaal verschijnsel fluit eens» tekening Tan etitt: tezer ICHTBIJ l commentaar OU w ^wijzing Nijmeegse socioloog promoveerde op verkennend onderzoek Stellingen patroom Regen en zachter 5T 1 iiik achter de kloostermuren bezetting niet jarig (2) niet jarig (3) ERDAG 22 DECEMBER 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet |c dreigende uitwijzing uit ons -^hn de Amerikaan Philip Agec paar vervelende kanten jiktisch en principieel. Agce is er en oud-agent van de Ame- inlichtingendienst CIA, elke dienst hij een boek heeft :ven. js een half jaar geleden in ons igelaten op de voorwaarden ir alle vreemdelingen gelden, ril zeggen: hij mag hier niets 1 de openbare orde ondcrnc- )f iets doen wat onze nationale leid in gevaar brengt (waaron- ïgrepen zijn de internationale (king van Nederland), lervelende van de zaak is nu, >ögee meent zich het afgelopen s~£ar aan deze voorwaarden te 'w;n gehouden, maar toch het it moet, zonder dat hem pre- :zegd is wéér en wünneer hij porwaarden heeft overtreden. want iedereen ook ïcmdeling binnen onze poor- heeft het recht nauwkeurig te "H waarvan hij wordt beticht, hij zich tenminste kan verde- —i Dat is één van de regels, onze rechtsstaat rust. rek over de CIA kan onmo- de reden van de ontstemming **"lde Nederlandse autoriteiten FDFEvNwant dat had hij al gepubli- voor hij een half jaar geleden werd binnengelaten. Bij heeft hij trouwens ^-enmalige staatssecretaris Zee- ig laten weten dat hij met dat ||\jZOu doorgaan. dan misschien een reisbrief die Agee heeft ge- ceerd in „The Leveller" marginaal blad uit Enge- *"*et 's n'el aanneme''jk. maar l|t dat tóch het geval zijn, dan jnbde hele zaak-Agee er opeens v^eweldig principieel aspect bij, djlijk dat van de persvrijheid, houdt namelijk niet al- ros in, dat wij hier in Nederland d frijn onze gedachten en gevoe lens door middel van de drukpers te openbaren. Persvrijheid moet. naar Nederlandse begrippen, ook inhou den het recht van ieder in Neder land om hier in vrijheid te schrijven en het geschrevene elders te laten drukken. Als Agee's brief in „The Leveller" inderdaad de reden is van de tegen Agee ontstoken toorn, dan is dat een veeg teken voor alle journalis ten die in Nederland voor buiten landse bladen werken. Het geval- Agee kan dan ook voor hen of dat nu bedoeld is of niet een moreel drukmiddel worden. Ze zul len zich, bewust of onbewust, gaan afvragen: loop ik geen risico met wat ik vanuit Nederland aan buiten landers vertel? Als deze veronderstellingen over Agee juist zijn, dan heeft ons begrip van persvrijheid kennelijk een dub bele bodem. In elk geval is dan zeker, dat wij ons nooit meer kun nen beklagen over de houding, die regeringen van sommige totalitaire staten zich menen te kunnen ver oorloven over buitenlandse corres pondenten in hun land. Het is gewenst, dat de nieuwe mi nister van justitie zo spoedig moge lijk opheldering geeft over wat de werkelijke reden is voor de zo plots gewijzigde Nederlandse houding ten opzichte van Agee en in elk geval met een eventueel besluit tot uitwijzing wacht tot eind januari 1978. Daardoor krijgt Agee om allerlei formele procedure-redenen de kans van deze beschikking in beroep te gaan bij de als onafhanke lijke rechter functionerende Raad van State. Want wat zich nu aan ons vertoont, maakt de indruk van een ondoor zichtig en geheimzinnig ambtelijk netwerk, waarbinnen een mens zich niet kan verdedigen (omdat hij niet weet waartegen hij zich moet verde digen) en dat even zo goed de vrijheid van anderen kan be dreigen. door Willem Schrama NIJMEGEN Een sociologische studie over het cabaret als sociaal verschijnsel is geen alledaagse kost in Nederland. Met een bescheidenheid die weinigen van zijn vakgenoten siert, heeft de Nijmeegse socioloog W. A. L. M. van den Berg nu een voorzichtig verkennend werkstuk afgeleverd in de vorm van het proefschrift „Van de lach tot de traan", waarop hij gisteren promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen Waar die veeleer langs artistieke weg moet worden gezocht, lijkt het op het eerste gezicht tamelijk zinloos om via een sociologische invalshoek een verklaring te vinden voor het fenomeen cabaret, dat bijna even zoveel definities als vertolkers kent. De conclusie van Van den Bergs dis sertatie is dan ook niet schokkend, namelijk dat cabaret in ieder geval zijn oorsprong vindt in de maat schappij zelf. En dat wisten we al. Maar wat „Van de lach tot de traan" tot een interessant werkstuk maakt, is een nogal objectieve rangschik king van feiten en indrukken over een weinig onderzochte theatervorm die bij uitstek vaak subjectief is van wege zijn controversiële, strijdbare progressieve, boodschapperige 01 be lerende karakter. Wat Van den Berg tot zijn onder werpkeuze heeft gebracht is niet al leen zijn eigen sympathie voor klein- /till Inderdaad. Met schrale, gesprongen lippen kan fluiten zéér doen. Labello houdt uw lippen zacht en soepel. Labello, j|AA "v n de stick die verzorgt. ^QV verzacht en beschermt. J Zomer Winter. (Met Labello als ondergrond, blijft lipstick langer mooi.) Enkele stellingen bij het proef schrift „Van de lach tot de traan" van W. A. L. M. van den Berg: Het cabaret subsidiëren is funest voor deze tak van kunst omdat het spontaan vertolken van nieuwe ontwikkelingen er door kan worden belemmerd. Dat het pretentieloze amuse ment in elitaire kringen vaak wordt afgedaan als onderbroe kenhumor, ongein, stenen voor brood, volksverlakkerij en ma nipulatie, is moeilijk waar te maken. Het zou best kunnen zijn dat dit soort constateringen het gevolg zijn van een banaal soort streven naar macht en/of het onvermogen om zelf plezier te maken. Bij het registreren van het maatschappelijk gebeuren moet de sociale wetenschapper in de cabaretier vaak zijn meerdere erkennen. Het feit dat recentelijk zoveel leidinggevende landgenoten tot de conclusie zijn gekomen dat 7+7+2 niet gelijk is aan 8+7+2 doet vermoeden dat er ernstige manco's zijn in het Tekenonder richt aan onze onderwijsinstel lingen. kunst, maar meer nog het feit dat de sociologie zich tot nu toe nauwelijks met cabaret volkskunst in optima forma heeft bezig gehouden. En dat terwijl de communicatie tussen artiest en publiek vrijwel nergens zo grondig wordt uitgespeeld als bij een cabaretvoorstelling. Hij stelde zich in zijn studie de op dracht na te gaan in hoeverre caba ret door de sociologie kan worden geclaimd en bezocht daartoe gedu rende drie jaar ruim veertig voorstel lingen in en om Nijmegen. Door ob servatie bundelde hij een aantal in drukken van publiek en reacties, en kwam in zijn onderzoek uiteindelijk tot vier categorieën van cabaret. Allereerst is dat de categorie politiek of maatschappij-kritisch cabaret, dat appelleert aan een groep die zich ontevreden voelt met het maat schappelijk bestel „en daarvoor de verantwoordelijke mensen meent te kunnen aanwijzen". Vervolgens on derscheidt Van den Berg het cabaret van de twijfel, waarin met name de onzekerheid over de verandering van het eigen cultuurpatroon de boven toon voert. Dan is er het bespiegelen de cabaret, met als belangrijkste tendens een groep die „ontwaakt" uit een sfeer van tevredenheid en zich op een aantal ideeën gaat bezin nen. En tenslotte noemt hij het ause- rende cabaret, met Toon Hermans als belangrijke adept, dat overeen komt met een sociale toestand waar in ieder zich redelijk tevreden voelt. Ongenuanceerd Hoewel deze categorieën per artiest of groep in elkaar overlopen, noemt de promovendus „Neerlands Hoop" als karikaturaal vertegenwoordiger van maatschappij-kritisch cabaret. Zonder een waarde-oordeel over het door „Neerlands Hoop" gebodene uit te spreken, signaleert hij een risico tot een zekere ongenuanceerd heid in dit genre, niet zelden vanwe ge een sterk overtrokken uitbeel ding van een onderwerp. Hij vindt het opmerkelijk dat de humor in deze categorie over het algemeen een schraal karakter heeft: tekstge deelten tenderen naar een ongenu anceerd beeld van de tegenpartij, het uitschelden ligt op de loer. Duidelijker humor onderscheidt NlEUUE <*DRqc,s: ou oe .qeotwqs- patroon OP- LUCHTINq Illustratie uit het proefschrift „Van de lach tot de traan Van den Berg in het cabaret van de twijfel (voorbeeld: „De lachende kerk" van Fons Jansen), waarin niet zozeer wordt afgegeven op andere mensen of groeperingen, maar waar in men om zichzelf lacht. En dat is een betrekkelijk genoegen, consta teert hij. vooral als men het twee slachtige van zijn eigen situatie her kent en beseft dat men zijn zekerhe den kwijtraakt. Als voorbeeld van bespiegelend ca baret noemt Van den Berg het pro gramma „Waartoe?, waarheen?" van het cabaret Tingel Tangel. In deze categorie ligt het accent op relativeren, hoewel een belerend trekje er ook niet vreemd aan is. En tenslotte is er dan het pure amuse ment. vaak een aaneenschakeling van moppen die niets met elkaar van doen hebbeh. Pretenties Een poging om onderscheid te ma ken tussen cabaret en puur amuse ment stelde de promovendus overi gens voor grote problemen. Aller hande definities van cabaretiers en tekstschrijvers onderschrijven in elk geval de conclusie dat cabaret „indrukwekkende pretenties" heeft. Bijna iedereen is het erover eens dat cabaret niet alleen amusement be oogt, maar niemand onderschat de amusementsfactor. Dat geeft dan weer stof tot toetsing van de ene definitie aan de andere, maar als socioloog voelt Van den Berg zich toch het meest op zijn gemak met het uitgangspunt van de Duitser Jürgen Henningsen, namelijk dat cabaret spelen is met verworven kennis, dus ook met gevestigde ideeën en opvattingen. Dat zoiets niet altijd lukt. verklaart een in het proefschrift opgenomen lezing van Sieto Hoving, waaruit blijkt dat de cabaretier huiverig is voor een optreden in de grote stad tijdens het weekend. Hoving vertelt over een gezelschap vertegenwoor digers van een bekende lakfabriek, die als dolle schooljongens binnen kwamen en toen ineens moesten luisteren naar teksten over de een wording van Europa. Ze lieten het gehoorzaam over zich heengaan, geen reactie op wat dan ook. In de pauze waren ze weer opgewekt en luidruchtig, in de sfeer van: geluk kig geen vrouwen erbij, honderduit praten. Sommigen verlieten het ge bouw. anderen zaten het program ma uit. Na de voorstelling hadden ze elkaar gelukkig weer en toen gingen ze alsnog opgewekt het nachtleven in. Hoving in zijn artistieke gevoe lens gekrenkt achterlatend, met een kapotte tafel maar een hoge buffet- omzet. Moeilijk Dit soort incidenten maken het wel erg moeilijk om de plaats van het cabaret sociologisch af te bakenen Van den Berg geeft dat ook meerma len toe. Niettemin heeft hij ondanks alle beperkingen een verkennend onderzoek afgerond, die mogelijk toetsbare hypothesen kan opleve ren. zoals hij het zelf uitdrukt Voor het overige hoopt hij met dit ..lich te" onderwerp te hebben aange toond dat de wetenschap sociologie en haar beoefenaren niet beschei den genoeg kunnen zijn. en ander zijds dat zijn studie ertoe zal bijdra gen dat de gebruikers ervan toch in deze gedragswetenschap blijven ge loven. „Al was het alleen maar om dat de sociologie, zoals mijn leer meester het eens formuleerde, voor al een aardige wetenschap is", zo besluit hij zijn dissertatie. MAAR.... WR5 WEL EEN KEIZERSNEDE HET WEER door Hans de Jong Wie diep In zijn hart hoopt op een draai naar sneeuw en ijs tijdens de kerstdagen, kan die gedachte rustig op sterk water zetten. Er is nu weer een groei end overwicht van het Atlan tisch weergebeuren te verwach ten. De weerkaarten tonen een zeer brede, zachte tot zeer zach te zuidwestelijke luchtstroming van ongeveer het midden van de oceaan tot over Spanje en Frankrijk reikend, langzaam op rukkend naar het noordoosten, veel meer dan een ééndagsvlieg. Deze ontwikkeling leidt er toe, dat een gebied met regen in de afgelopen nacht al Nederland kan hebben bereikt en zich van daag vrijwel overal over ons grondgebied zal uitleven, het laatst uiteraard in het noordoos ten, waar het gisteravond nog licht vroor. Na Nederland komt ook Denemarken aan de beurt en de berichten daar spraken gisteren ook al van regen (men had het niet eens meer over sneeuw). Er is dus een duidelijke overgang naar een zeer zacht weertype. De Amerikaanse prognosekaarten voor eerste Kerstdag geven een geheide westelijke circulatie boven de Britse eilanden, ons land en West-Duitsland te zien, trou wens ook over de Noordzee, in het leven geroepen door een la gedrukgebied in de driehoek IJ sland-Schotland-N oorwege n en bevorderd door hoge lucht druk boven Spanje. Witte kerst, daar ga je Het lijkt dus weer net zo een zacht offensief als na het St. Nicolaas-wintertje: de geschiedenis herhaalt zich, pleeg ik dan te zeggen en ln een overmoedige bui, die niet ieder een mij in dank blijkt af te ne men: Dit zou wel eens de „trend" van het huidige winter weer kunnen zijn. Rijkswaterstaat-man Folkert IJnsen ging na, op welke data vorstperioden van betekenis in Nederland bij voorkeur begin nen. Hij nam daarbij als uit gangspunt een artikel van ir. Labrijn in een aflevering van het vaktijdschrift „Hemel en Damp kring" (1946). Hierin stonden alle vorstperioden sedert 1706 vermeld. Resultaat van het on derzoekje: 7 januari heeft de grootste kansdichtheid en is dus het gevoeligst voor een vorstin- val. IJnsen ging ook na, hoe groot per decade de kans is dat Weerrapporten een vorstperiode van betekenis inzet. De kans is begin novem ber 99 procent. 11 november 98, 21 november 96. 1 december 92, 11 december 85, 21 december 74, 1 januari 59 en 10 januari 44 procent. Medio februari is die kans gedaald tot viereneenhalf, begin maart ruim twee, 11 maart nog geen één procent. Anders gezegd: hoe meer de winter vor dert. hoe kleiner de kans dat het werkelijk menens wordt. Lezer A. van Kralingen in Dor- drécht denkt mee over deze win ter en hij heeft dat jarenlang ook met voorafgaande winters gedaan. Hoor. wat deze oude rot in de weermaterie met redenen omkleed zegt over het huidige seizoen: „Deze winter zal gedeel telijk een vorstperiode brengen. Omstreeks 20 december (dus nu) zal de Europese gordel van hoge druk gesplitst worden. Het deel van de Azoren tot Spanje zal zich tot een afzonderlijke cel sa mentrekken, het deel vanaf Spanje tot Rusland eveneens. Er gaat nu een verschuiving plaats vinden: enkele diepe de pressies trekken van IJsland in oostelijke richting naar Scandi navië en de Oostzee-staten (vol gens de computerkaarten lijken ze daar op het ogenblik wel Iets voor te voelen, Ja), kleine cellen van hoge druk ontwikkelen zich boven zuid-Europa. Nadat enige minima over Scandinavië zijn getrokken, ontstaat een maxi mum boven Scandinavië en ver sterkt zich achter de laatste de pressie in de richting van Fin land. Boven noordwest- en noord-Rusland stijgt de druk snel. Tussen 28 december en 17 janu ari aanstaande (ln 1978 dus) komt er een inval van transport kou op gang, die zich naar west- Europa uitbreidt. Verder ver wacht genoemde lezer tussen 28 december en circa 1 februari weer een inval van dooi. Het is al met al een boeiend verhaaltje en nu maar eens kij ken. hoe de natuur daarover denkt. Amiicrdam De Bill D reien Eclde Eindhoven Den Helder Rotterdam T wcnle Vlusingen Zd Limburg on beur mist onbew onbew onbew onbew onbew KV. licht bew geheel bew ru.iar bew licht bew zwaar bew regen geheel bew licht bew half bew motregen geheel bew half bew regen onbew onbew rwnar bew geheel bew geheel bew regen motregen onbew regen Athene Barcelona Berlijn Bordeaux Brussel Frankfort Gen*ve Helsinki Innsbruck Klagcnfurt Kopenhagen Lissabon Locarno Londen Luxemburg Madrid Malaga Mallorca Munchen Nice Oslo Parijs Rome Split Stockholm Wenen Zurich Casablanca Istanbul Las Palmas New York TelAvrv HOOOWATER vrijdag 23 december Vlls- singen 0 29-12 46. Hanngvlletslutzen 0 42 13 01. Rotterdam 2 41-14 45, Scheventngrn 1 47 14 02. IJ muiden 2 26-14 39. Den Hel der 5 54 18 13, Harltngen 8 17-20 40. Deli st)! 1027-22 59 'bÏ er redactie van Loes Smit void ™%osl terling zijn mag aan de ene it een tamelijk rustig, be- ermd leven betekenen, zo'n le- zal lang niet iedereen kunnen tiouden. Een kloosterling brengt dag toch al gauw een uur of r in de kerk door. heeft daarbij vaak vermoeiende dagtaak, er nauwelijks privé-bezittingen lahouden, laat staan voor verre :antiereizen sparen, leeft sober loet altijd vroeg opstaan. Voor nigen ligt dat tijdstip van op en zelfs al vóór vier uur 's ts. Als de meesten van ons nog n op één oor kunnen liggen, ven veel kloosterbewoners al zingend naar hun kille kerk kapel voor het morgengebed. 18.lch zijn er in ons land nog bijna 22.000 van die religieuzen, die hun ntensjaren soms geheel, soms ge- eltelijk in de gemeenschappen e. fde grote steden werken ze mees- tor» gewoon buitenshuis achter de 15»ren van nog altijd tweehonderd kloosters doorbrengen. Een kleine twee jaar geleden bracht Trouw-redacteur Fred J. Lammers een poosje in een aantal mannenkloosters door en schreef daar toen enkele reportages over in deze krant. Later bracht hij op nieuw een bezoek aan dezelfde kloosters, en bovendien aan een groot aantal andere, waaronder de ouderwets „strenge" abdij van Vaals (bisdom van mgr Gijsen) en diverse vrouwenkloosters. Al die ervaringen samen en de talrijke gesprekken die hij voerde met pa ters. broeders, abten, abdissen, zus ters. priors, priorinnen en proosten heeft hij nu te boek gesteld, veel uitgebreider uiteraard dan ooit in een kranteverhaal mogelijk is. Hij laat zijn lezers „achter de klooster muren" meekijken, en zo heet het boek dan ook Het is een uitgave van Boekencentrum en kost 16,90 Wie sensatieverhalen verwacht moeten we meteen teleurstellen. Het is geen sleutelgat-reportage, maar de weergave van een groot aantal open. eerlijke gesprekken, waarin de kloosterlingen hem van hun vreugden, maar ook van hun problemen deelgenoot maken. „Gelukkig ben je als je bent op de plaats waar God je roept," zegt zuster Josefa van de abdij Ko ningsoord in Berkel-Enschot, maar dat betekent natuurlijk niet dat zij en haar kloostergenoten geen moeilijkheden kennen. Zo bekent pater Nico Visser van de St Paulus- abdij ln Oosterhout: „Er waren wel eens momenten dat ik dacht: hoe houd ik het vol." Kloosterlingen zijn dan ook geen super-, maar gewone mensen, met allerlei verschillende achtergron den: een zuster die ondanks haar nèt behaalde artsendiploma intrad, een pater die zijn jeugdideaal om tramconducteur in Amsterdam te worden voor het klooster liet schie ten. een non die dertien jaar ver pleegster in een ziekenhuis was. een jonge monnik die zijn al aardig gevorderde carrière als autocou reur opgaf, een zuster die tot haar achtendertigste verkoopster is ge weest in een zaak van huishoudelij ke artikelen, een pater die de kunstacademie voltooid heeft en zich nu aan „echt monnikenwerk" wijdt: het restaureren van schilde rijen en ikonen. In de meeste kloos ter is radio en tv aanwezig een voetbalwedstrijd of een quiz gaan er altijd wel in protestantse kranten in huis zijn geen uitzonde ring, nonnen maken het gezellig met bloemstukjes, en de cellen zijn veranderd in een soort keurige ho telkamertjes; een non laat zich ont vallen dat er tegenwoordig wel kloosterzusters zijn, „die van hun cel een boudoir maken." Kortom, kloosters zijn niet meer die toaal van de wereld afgesloten leefgemeenschappen waar de re gels met ijzeren vuist gehandhaafd worden. De mensen die binnen de muren wonen, weten net zoveel van de buitenwereld als iedereen; ze verkeren dan wel met hoofd en hart in de hemel, maar staan tegelijk ook met beide benen op de grond. Of zoals zuster Rafaël. de abdis van de abdij Koningsoord, zegt: dat degenen die in de kloosters wonen, heel gewone, volop levende mensen zijn. mensen die echter hun leven heel direct betrekken op God en daarvoor een heleboel bij komstige dingen hebben laten schieten. Ons leven is heel wat an ders dan wat romantiek, beleefd door min of meer romantische figu ren, want romantiek houdt geen stand." Het idee van die mevrouw uit Gou da om Jarigen al vóór de grote dag op te bellen, blijkt niet nieuw. „Ik kan u zeggen dat ik dat al jaren lang doe", schrijft een mevrouw uit Voorburg, die in zo'n voortijdige felicitatie nóg een voordeel ziet: „Het leuke Is, dat Je dan tijd hebt om eens bij te praten. Mijn kennis sen doen dit nu ook bij mij. met het gevolg dat ik op de avond voor mijn laatste verjaardag zeker een paar uur aan de telefoon heb door gebracht". Deze briefschrijfster voegt er nog een verjaardagsidee aan toe. een eigen vinding die ze ook al heel lang toepast: ze verwis selt het kopje met het glaasje. De gasten krijgen dus éérst Iets alco holisch voortgezet en pas later op de avond koffie met gebak. Toen iedereen eenmaal aan die omge keerde wereld dus gewend was. wil de niemand meer anders, want op deze manier hoeft geen autobe stuurder dat glaasje meer af te slaan, zegt de „uitvindster" Dcrc kal is kennelijk tol bezetting van een vogelhuisje overgegaan, mis schien uit protest tegen dit blad-arme jaargetijde, waarin de vogeltjes hem al van verre kunnen zien aankomen. Of misschien vindl-ic gewoon, dat hij als zelfstandige jongere ook recht op een eigen huisje heeft. „Dat stukje van die mevrouw uit Gouda is me uit het hart gegre pen", schrijft een mevrouw uit Ro zenburg (We blijven hri maar op neutrale mevrouwen houden, want je weet maar nooit of vrienden en kennissen ze hun opmerkingen kwalijk nemen.) Twee jaar terug, zegt die Rozenburgse lezeres, kreeg ze wel twintig telefoontjes op haar verjaardag, zodat ze nog niet eens aangekleed was met de koffie Nu staat ze héél vroeg op om tenmin- .ste met de opbellers te kunnen pra ten. Ze was zó doorgedraaid van alle telefoontjes, dat ze op 't laatst alleen maar „Ja. met de jarige'" in de hoorn riep en toen natuurlijk een collega van haar man aan de lijn bleek te hebben die zakelijk belde Een mevrouw uit Den Haag doet het zo zo gauw er bezoek is. zet ze de telefoon af Dat weet iedereen zo langzamerhand al. dus ze bellen nu vanzelf de volgende dag op „Ge lukkig niet de dag ervóór, want dan ren ik als een hijgend hert door het huls om op te ruimenHet leukst vindt ze dat de eerste telefonische felicitaties, steevast drie, 's nachts om twaalf uur al komen. „Maar daar ben ik dan ook een nachtuil voor", schrijft ze. en dat kan ook weer niet iedereen van zichzelf zeggen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 5