Cabaret als sociaal verschijnsel
fluit eens»
tekening Tan etitt: tezer
ICHTBIJ l
commentaar
OU w
^wijzing
Nijmeegse socioloog promoveerde op verkennend onderzoek
Stellingen
patroom
Regen en zachter
5T
1
iiik achter de kloostermuren
bezetting
niet jarig (2)
niet jarig (3)
ERDAG 22 DECEMBER 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
|c dreigende uitwijzing uit ons
-^hn de Amerikaan Philip Agec
paar vervelende kanten
jiktisch en principieel. Agce is
er en oud-agent van de Ame-
inlichtingendienst CIA,
elke dienst hij een boek heeft
:ven.
js een half jaar geleden in ons
igelaten op de voorwaarden
ir alle vreemdelingen gelden,
ril zeggen: hij mag hier niets
1 de openbare orde ondcrnc-
)f iets doen wat onze nationale
leid in gevaar brengt (waaron-
ïgrepen zijn de internationale
(king van Nederland),
lervelende van de zaak is nu,
>ögee meent zich het afgelopen
s~£ar aan deze voorwaarden te
'w;n gehouden, maar toch het
it moet, zonder dat hem pre-
:zegd is wéér en wünneer hij
porwaarden heeft overtreden.
want iedereen ook
ïcmdeling binnen onze poor-
heeft het recht nauwkeurig te
"H waarvan hij wordt beticht,
hij zich tenminste kan verde-
—i Dat is één van de regels,
onze rechtsstaat rust.
rek over de CIA kan onmo-
de reden van de ontstemming
**"lde Nederlandse autoriteiten
FDFEvNwant dat had hij al gepubli-
voor hij een half jaar geleden
werd binnengelaten. Bij
heeft hij trouwens
^-enmalige staatssecretaris Zee-
ig laten weten dat hij met dat
||\jZOu doorgaan.
dan misschien een reisbrief
die Agee heeft ge-
ceerd in „The Leveller"
marginaal blad uit Enge-
*"*et 's n'el aanneme''jk. maar
l|t dat tóch het geval zijn, dan
jnbde hele zaak-Agee er opeens
v^eweldig principieel aspect bij,
djlijk dat van de persvrijheid,
houdt namelijk niet al-
ros in, dat wij hier in Nederland
d frijn onze gedachten en gevoe
lens door middel van de drukpers te
openbaren. Persvrijheid moet. naar
Nederlandse begrippen, ook inhou
den het recht van ieder in Neder
land om hier in vrijheid te schrijven
en het geschrevene elders te laten
drukken.
Als Agee's brief in „The Leveller"
inderdaad de reden is van de tegen
Agee ontstoken toorn, dan is dat
een veeg teken voor alle journalis
ten die in Nederland voor buiten
landse bladen werken. Het geval-
Agee kan dan ook voor hen of
dat nu bedoeld is of niet een
moreel drukmiddel worden. Ze zul
len zich, bewust of onbewust, gaan
afvragen: loop ik geen risico met
wat ik vanuit Nederland aan buiten
landers vertel?
Als deze veronderstellingen over
Agee juist zijn, dan heeft ons begrip
van persvrijheid kennelijk een dub
bele bodem. In elk geval is dan
zeker, dat wij ons nooit meer kun
nen beklagen over de houding, die
regeringen van sommige totalitaire
staten zich menen te kunnen ver
oorloven over buitenlandse corres
pondenten in hun land.
Het is gewenst, dat de nieuwe mi
nister van justitie zo spoedig moge
lijk opheldering geeft over wat de
werkelijke reden is voor de zo plots
gewijzigde Nederlandse houding
ten opzichte van Agee en in elk
geval met een eventueel besluit tot
uitwijzing wacht tot eind januari
1978. Daardoor krijgt Agee om
allerlei formele procedure-redenen
de kans van deze beschikking in
beroep te gaan bij de als onafhanke
lijke rechter functionerende Raad
van State.
Want wat zich nu aan ons vertoont,
maakt de indruk van een ondoor
zichtig en geheimzinnig ambtelijk
netwerk, waarbinnen een mens zich
niet kan verdedigen (omdat hij niet
weet waartegen hij zich moet verde
digen) en dat even zo goed de
vrijheid van anderen kan be
dreigen.
door Willem Schrama
NIJMEGEN Een sociologische studie over het cabaret als
sociaal verschijnsel is geen alledaagse kost in Nederland. Met
een bescheidenheid die weinigen van zijn vakgenoten siert, heeft
de Nijmeegse socioloog W. A. L. M. van den Berg nu een
voorzichtig verkennend werkstuk afgeleverd in de vorm van het
proefschrift „Van de lach tot de traan", waarop hij gisteren
promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen
Waar die veeleer langs artistieke weg
moet worden gezocht, lijkt het op
het eerste gezicht tamelijk zinloos
om via een sociologische invalshoek
een verklaring te vinden voor het
fenomeen cabaret, dat bijna even
zoveel definities als vertolkers kent.
De conclusie van Van den Bergs dis
sertatie is dan ook niet schokkend,
namelijk dat cabaret in ieder geval
zijn oorsprong vindt in de maat
schappij zelf. En dat wisten we al.
Maar wat „Van de lach tot de traan"
tot een interessant werkstuk maakt,
is een nogal objectieve rangschik
king van feiten en indrukken over
een weinig onderzochte theatervorm
die bij uitstek vaak subjectief is van
wege zijn controversiële, strijdbare
progressieve, boodschapperige 01 be
lerende karakter.
Wat Van den Berg tot zijn onder
werpkeuze heeft gebracht is niet al
leen zijn eigen sympathie voor klein-
/till Inderdaad. Met schrale, gesprongen lippen
kan fluiten zéér doen. Labello houdt uw lippen
zacht en soepel. Labello, j|AA "v n
de stick die verzorgt. ^QV
verzacht en beschermt. J
Zomer Winter.
(Met Labello als ondergrond, blijft lipstick langer mooi.)
Enkele stellingen bij het proef
schrift „Van de lach tot de
traan" van W. A. L. M. van den
Berg:
Het cabaret subsidiëren is
funest voor deze tak van kunst
omdat het spontaan vertolken
van nieuwe ontwikkelingen er
door kan worden belemmerd.
Dat het pretentieloze amuse
ment in elitaire kringen vaak
wordt afgedaan als onderbroe
kenhumor, ongein, stenen voor
brood, volksverlakkerij en ma
nipulatie, is moeilijk waar te
maken. Het zou best kunnen
zijn dat dit soort constateringen
het gevolg zijn van een banaal
soort streven naar macht en/of
het onvermogen om zelf plezier
te maken.
Bij het registreren van het
maatschappelijk gebeuren moet
de sociale wetenschapper in de
cabaretier vaak zijn meerdere
erkennen.
Het feit dat recentelijk zoveel
leidinggevende landgenoten tot
de conclusie zijn gekomen dat
7+7+2 niet gelijk is aan 8+7+2
doet vermoeden dat er ernstige
manco's zijn in het Tekenonder
richt aan onze onderwijsinstel
lingen.
kunst, maar meer nog het feit dat de
sociologie zich tot nu toe nauwelijks
met cabaret volkskunst in optima
forma heeft bezig gehouden. En
dat terwijl de communicatie tussen
artiest en publiek vrijwel nergens zo
grondig wordt uitgespeeld als bij een
cabaretvoorstelling.
Hij stelde zich in zijn studie de op
dracht na te gaan in hoeverre caba
ret door de sociologie kan worden
geclaimd en bezocht daartoe gedu
rende drie jaar ruim veertig voorstel
lingen in en om Nijmegen. Door ob
servatie bundelde hij een aantal in
drukken van publiek en reacties, en
kwam in zijn onderzoek uiteindelijk
tot vier categorieën van cabaret.
Allereerst is dat de categorie politiek
of maatschappij-kritisch cabaret,
dat appelleert aan een groep die zich
ontevreden voelt met het maat
schappelijk bestel „en daarvoor de
verantwoordelijke mensen meent te
kunnen aanwijzen". Vervolgens on
derscheidt Van den Berg het cabaret
van de twijfel, waarin met name de
onzekerheid over de verandering van
het eigen cultuurpatroon de boven
toon voert. Dan is er het bespiegelen
de cabaret, met als belangrijkste
tendens een groep die „ontwaakt"
uit een sfeer van tevredenheid en
zich op een aantal ideeën gaat bezin
nen. En tenslotte noemt hij het ause-
rende cabaret, met Toon Hermans
als belangrijke adept, dat overeen
komt met een sociale toestand waar
in ieder zich redelijk tevreden voelt.
Ongenuanceerd
Hoewel deze categorieën per artiest
of groep in elkaar overlopen, noemt
de promovendus „Neerlands Hoop"
als karikaturaal vertegenwoordiger
van maatschappij-kritisch cabaret.
Zonder een waarde-oordeel over het
door „Neerlands Hoop" gebodene
uit te spreken, signaleert hij een
risico tot een zekere ongenuanceerd
heid in dit genre, niet zelden vanwe
ge een sterk overtrokken uitbeel
ding van een onderwerp. Hij vindt
het opmerkelijk dat de humor in
deze categorie over het algemeen
een schraal karakter heeft: tekstge
deelten tenderen naar een ongenu
anceerd beeld van de tegenpartij,
het uitschelden ligt op de loer.
Duidelijker humor onderscheidt
NlEUUE
<*DRqc,s:
ou oe
.qeotwqs-
patroon
OP-
LUCHTINq
Illustratie uit het proefschrift „Van de lach tot de traan
Van den Berg in het cabaret van de
twijfel (voorbeeld: „De lachende
kerk" van Fons Jansen), waarin niet
zozeer wordt afgegeven op andere
mensen of groeperingen, maar waar
in men om zichzelf lacht. En dat is
een betrekkelijk genoegen, consta
teert hij. vooral als men het twee
slachtige van zijn eigen situatie her
kent en beseft dat men zijn zekerhe
den kwijtraakt.
Als voorbeeld van bespiegelend ca
baret noemt Van den Berg het pro
gramma „Waartoe?, waarheen?"
van het cabaret Tingel Tangel. In
deze categorie ligt het accent op
relativeren, hoewel een belerend
trekje er ook niet vreemd aan is. En
tenslotte is er dan het pure amuse
ment. vaak een aaneenschakeling
van moppen die niets met elkaar
van doen hebbeh.
Pretenties
Een poging om onderscheid te ma
ken tussen cabaret en puur amuse
ment stelde de promovendus overi
gens voor grote problemen. Aller
hande definities van cabaretiers en
tekstschrijvers onderschrijven in
elk geval de conclusie dat cabaret
„indrukwekkende pretenties" heeft.
Bijna iedereen is het erover eens dat
cabaret niet alleen amusement be
oogt, maar niemand onderschat de
amusementsfactor. Dat geeft dan
weer stof tot toetsing van de ene
definitie aan de andere, maar als
socioloog voelt Van den Berg zich
toch het meest op zijn gemak met
het uitgangspunt van de Duitser
Jürgen Henningsen, namelijk dat
cabaret spelen is met verworven
kennis, dus ook met gevestigde
ideeën en opvattingen.
Dat zoiets niet altijd lukt. verklaart
een in het proefschrift opgenomen
lezing van Sieto Hoving, waaruit
blijkt dat de cabaretier huiverig is
voor een optreden in de grote stad
tijdens het weekend. Hoving vertelt
over een gezelschap vertegenwoor
digers van een bekende lakfabriek,
die als dolle schooljongens binnen
kwamen en toen ineens moesten
luisteren naar teksten over de een
wording van Europa. Ze lieten het
gehoorzaam over zich heengaan,
geen reactie op wat dan ook. In de
pauze waren ze weer opgewekt en
luidruchtig, in de sfeer van: geluk
kig geen vrouwen erbij, honderduit
praten. Sommigen verlieten het ge
bouw. anderen zaten het program
ma uit. Na de voorstelling hadden ze
elkaar gelukkig weer en toen gingen
ze alsnog opgewekt het nachtleven
in. Hoving in zijn artistieke gevoe
lens gekrenkt achterlatend, met een
kapotte tafel maar een hoge buffet-
omzet.
Moeilijk
Dit soort incidenten maken het wel
erg moeilijk om de plaats van het
cabaret sociologisch af te bakenen
Van den Berg geeft dat ook meerma
len toe. Niettemin heeft hij ondanks
alle beperkingen een verkennend
onderzoek afgerond, die mogelijk
toetsbare hypothesen kan opleve
ren. zoals hij het zelf uitdrukt Voor
het overige hoopt hij met dit ..lich
te" onderwerp te hebben aange
toond dat de wetenschap sociologie
en haar beoefenaren niet beschei
den genoeg kunnen zijn. en ander
zijds dat zijn studie ertoe zal bijdra
gen dat de gebruikers ervan toch in
deze gedragswetenschap blijven ge
loven. „Al was het alleen maar om
dat de sociologie, zoals mijn leer
meester het eens formuleerde, voor
al een aardige wetenschap is", zo
besluit hij zijn dissertatie.
MAAR....
WR5 WEL EEN KEIZERSNEDE
HET WEER door Hans de Jong
Wie diep In zijn hart hoopt op
een draai naar sneeuw en ijs
tijdens de kerstdagen, kan die
gedachte rustig op sterk water
zetten. Er is nu weer een groei
end overwicht van het Atlan
tisch weergebeuren te verwach
ten. De weerkaarten tonen een
zeer brede, zachte tot zeer zach
te zuidwestelijke luchtstroming
van ongeveer het midden van de
oceaan tot over Spanje en
Frankrijk reikend, langzaam op
rukkend naar het noordoosten,
veel meer dan een ééndagsvlieg.
Deze ontwikkeling leidt er toe,
dat een gebied met regen in de
afgelopen nacht al Nederland
kan hebben bereikt en zich van
daag vrijwel overal over ons
grondgebied zal uitleven, het
laatst uiteraard in het noordoos
ten, waar het gisteravond nog
licht vroor. Na Nederland komt
ook Denemarken aan de beurt
en de berichten daar spraken
gisteren ook al van regen (men
had het niet eens meer over
sneeuw). Er is dus een duidelijke
overgang naar een zeer zacht
weertype. De Amerikaanse
prognosekaarten voor eerste
Kerstdag geven een geheide
westelijke circulatie boven de
Britse eilanden, ons land en
West-Duitsland te zien, trou
wens ook over de Noordzee, in
het leven geroepen door een la
gedrukgebied in de driehoek
IJ sland-Schotland-N oorwege n
en bevorderd door hoge lucht
druk boven Spanje. Witte kerst,
daar ga je Het lijkt dus weer
net zo een zacht offensief als na
het St. Nicolaas-wintertje: de
geschiedenis herhaalt zich,
pleeg ik dan te zeggen en ln een
overmoedige bui, die niet ieder
een mij in dank blijkt af te ne
men: Dit zou wel eens de
„trend" van het huidige winter
weer kunnen zijn.
Rijkswaterstaat-man Folkert
IJnsen ging na, op welke data
vorstperioden van betekenis in
Nederland bij voorkeur begin
nen. Hij nam daarbij als uit
gangspunt een artikel van ir.
Labrijn in een aflevering van het
vaktijdschrift „Hemel en Damp
kring" (1946). Hierin stonden
alle vorstperioden sedert 1706
vermeld. Resultaat van het on
derzoekje: 7 januari heeft de
grootste kansdichtheid en is dus
het gevoeligst voor een vorstin-
val. IJnsen ging ook na, hoe
groot per decade de kans is dat
Weerrapporten
een vorstperiode van betekenis
inzet. De kans is begin novem
ber 99 procent. 11 november 98,
21 november 96. 1 december 92,
11 december 85, 21 december 74,
1 januari 59 en 10 januari 44
procent. Medio februari is die
kans gedaald tot viereneenhalf,
begin maart ruim twee, 11 maart
nog geen één procent. Anders
gezegd: hoe meer de winter vor
dert. hoe kleiner de kans dat het
werkelijk menens wordt.
Lezer A. van Kralingen in Dor-
drécht denkt mee over deze win
ter en hij heeft dat jarenlang
ook met voorafgaande winters
gedaan. Hoor. wat deze oude rot
in de weermaterie met redenen
omkleed zegt over het huidige
seizoen: „Deze winter zal gedeel
telijk een vorstperiode brengen.
Omstreeks 20 december (dus nu)
zal de Europese gordel van hoge
druk gesplitst worden. Het deel
van de Azoren tot Spanje zal
zich tot een afzonderlijke cel sa
mentrekken, het deel vanaf
Spanje tot Rusland eveneens.
Er gaat nu een verschuiving
plaats vinden: enkele diepe de
pressies trekken van IJsland in
oostelijke richting naar Scandi
navië en de Oostzee-staten (vol
gens de computerkaarten lijken
ze daar op het ogenblik wel Iets
voor te voelen, Ja), kleine cellen
van hoge druk ontwikkelen zich
boven zuid-Europa. Nadat enige
minima over Scandinavië zijn
getrokken, ontstaat een maxi
mum boven Scandinavië en ver
sterkt zich achter de laatste de
pressie in de richting van Fin
land. Boven noordwest- en
noord-Rusland stijgt de druk
snel.
Tussen 28 december en 17 janu
ari aanstaande (ln 1978 dus)
komt er een inval van transport
kou op gang, die zich naar west-
Europa uitbreidt. Verder ver
wacht genoemde lezer tussen 28
december en circa 1 februari
weer een inval van dooi.
Het is al met al een boeiend
verhaaltje en nu maar eens kij
ken. hoe de natuur daarover
denkt.
Amiicrdam
De Bill
D reien
Eclde
Eindhoven
Den Helder
Rotterdam
T wcnle
Vlusingen
Zd Limburg
on beur
mist
onbew
onbew
onbew
onbew
onbew
KV.
licht bew
geheel bew
ru.iar bew
licht bew
zwaar bew
regen
geheel bew
licht bew
half bew
motregen
geheel bew
half bew
regen
onbew
onbew
rwnar bew
geheel bew
geheel bew
regen
motregen
onbew
regen
Athene
Barcelona
Berlijn
Bordeaux
Brussel
Frankfort
Gen*ve
Helsinki
Innsbruck
Klagcnfurt
Kopenhagen
Lissabon
Locarno
Londen
Luxemburg
Madrid
Malaga
Mallorca
Munchen
Nice
Oslo
Parijs
Rome
Split
Stockholm
Wenen
Zurich
Casablanca
Istanbul
Las Palmas
New York
TelAvrv
HOOOWATER vrijdag 23 december Vlls-
singen 0 29-12 46. Hanngvlletslutzen 0 42
13 01. Rotterdam 2 41-14 45, Scheventngrn
1 47 14 02. IJ muiden 2 26-14 39. Den Hel
der 5 54 18 13, Harltngen 8 17-20 40. Deli
st)! 1027-22 59
'bÏ
er redactie van Loes Smit
void
™%osl
terling zijn mag aan de ene
it een tamelijk rustig, be-
ermd leven betekenen, zo'n le-
zal lang niet iedereen kunnen
tiouden. Een kloosterling brengt
dag toch al gauw een uur of
r in de kerk door. heeft daarbij
vaak vermoeiende dagtaak,
er nauwelijks privé-bezittingen
lahouden, laat staan voor verre
:antiereizen sparen, leeft sober
loet altijd vroeg opstaan. Voor
nigen ligt dat tijdstip van op
en zelfs al vóór vier uur 's
ts. Als de meesten van ons nog
n op één oor kunnen liggen,
ven veel kloosterbewoners
al zingend naar hun kille kerk
kapel voor het morgengebed.
18.lch zijn er in ons land nog bijna
22.000 van die religieuzen, die hun
ntensjaren soms geheel, soms ge-
eltelijk in de gemeenschappen
e. fde grote steden werken ze mees-
tor» gewoon buitenshuis achter de
15»ren van nog altijd tweehonderd
kloosters doorbrengen.
Een kleine twee jaar geleden
bracht Trouw-redacteur Fred J.
Lammers een poosje in een aantal
mannenkloosters door en schreef
daar toen enkele reportages over in
deze krant. Later bracht hij op
nieuw een bezoek aan dezelfde
kloosters, en bovendien aan een
groot aantal andere, waaronder de
ouderwets „strenge" abdij van
Vaals (bisdom van mgr Gijsen) en
diverse vrouwenkloosters. Al die
ervaringen samen en de talrijke
gesprekken die hij voerde met pa
ters. broeders, abten, abdissen, zus
ters. priors, priorinnen en proosten
heeft hij nu te boek gesteld, veel
uitgebreider uiteraard dan ooit in
een kranteverhaal mogelijk is. Hij
laat zijn lezers „achter de klooster
muren" meekijken, en zo heet het
boek dan ook Het is een uitgave
van Boekencentrum en kost
16,90
Wie sensatieverhalen verwacht
moeten we meteen teleurstellen.
Het is geen sleutelgat-reportage,
maar de weergave van een groot
aantal open. eerlijke gesprekken,
waarin de kloosterlingen hem van
hun vreugden, maar ook van hun
problemen deelgenoot maken.
„Gelukkig ben je als je bent op de
plaats waar God je roept," zegt
zuster Josefa van de abdij Ko
ningsoord in Berkel-Enschot, maar
dat betekent natuurlijk niet dat zij
en haar kloostergenoten geen
moeilijkheden kennen. Zo bekent
pater Nico Visser van de St Paulus-
abdij ln Oosterhout: „Er waren wel
eens momenten dat ik dacht: hoe
houd ik het vol."
Kloosterlingen zijn dan ook geen
super-, maar gewone mensen, met
allerlei verschillende achtergron
den: een zuster die ondanks haar
nèt behaalde artsendiploma intrad,
een pater die zijn jeugdideaal om
tramconducteur in Amsterdam te
worden voor het klooster liet schie
ten. een non die dertien jaar ver
pleegster in een ziekenhuis was.
een jonge monnik die zijn al aardig
gevorderde carrière als autocou
reur opgaf, een zuster die tot haar
achtendertigste verkoopster is ge
weest in een zaak van huishoudelij
ke artikelen, een pater die de
kunstacademie voltooid heeft en
zich nu aan „echt monnikenwerk"
wijdt: het restaureren van schilde
rijen en ikonen. In de meeste kloos
ter is radio en tv aanwezig een
voetbalwedstrijd of een quiz gaan
er altijd wel in protestantse
kranten in huis zijn geen uitzonde
ring, nonnen maken het gezellig
met bloemstukjes, en de cellen zijn
veranderd in een soort keurige ho
telkamertjes; een non laat zich ont
vallen dat er tegenwoordig wel
kloosterzusters zijn, „die van hun
cel een boudoir maken."
Kortom, kloosters zijn niet meer
die toaal van de wereld afgesloten
leefgemeenschappen waar de re
gels met ijzeren vuist gehandhaafd
worden. De mensen die binnen de
muren wonen, weten net zoveel van
de buitenwereld als iedereen; ze
verkeren dan wel met hoofd en hart
in de hemel, maar staan tegelijk
ook met beide benen op de grond.
Of zoals zuster Rafaël. de abdis van
de abdij Koningsoord, zegt:
dat degenen die in de kloosters
wonen, heel gewone, volop levende
mensen zijn. mensen die echter
hun leven heel direct betrekken op
God en daarvoor een heleboel bij
komstige dingen hebben laten
schieten. Ons leven is heel wat an
ders dan wat romantiek, beleefd
door min of meer romantische figu
ren, want romantiek houdt geen
stand."
Het idee van die mevrouw uit Gou
da om Jarigen al vóór de grote dag
op te bellen, blijkt niet nieuw. „Ik
kan u zeggen dat ik dat al jaren
lang doe", schrijft een mevrouw uit
Voorburg, die in zo'n voortijdige
felicitatie nóg een voordeel ziet:
„Het leuke Is, dat Je dan tijd hebt
om eens bij te praten. Mijn kennis
sen doen dit nu ook bij mij. met het
gevolg dat ik op de avond voor
mijn laatste verjaardag zeker een
paar uur aan de telefoon heb door
gebracht". Deze briefschrijfster
voegt er nog een verjaardagsidee
aan toe. een eigen vinding die ze
ook al heel lang toepast: ze verwis
selt het kopje met het glaasje. De
gasten krijgen dus éérst Iets alco
holisch voortgezet en pas later op
de avond koffie met gebak. Toen
iedereen eenmaal aan die omge
keerde wereld dus gewend was. wil
de niemand meer anders, want op
deze manier hoeft geen autobe
stuurder dat glaasje meer af te
slaan, zegt de „uitvindster"
Dcrc kal is kennelijk tol bezetting
van een vogelhuisje overgegaan, mis
schien uit protest tegen dit blad-arme
jaargetijde, waarin de vogeltjes hem
al van verre kunnen zien aankomen.
Of misschien vindl-ic gewoon, dat hij
als zelfstandige jongere ook recht op
een eigen huisje heeft.
„Dat stukje van die mevrouw uit
Gouda is me uit het hart gegre
pen", schrijft een mevrouw uit Ro
zenburg (We blijven hri maar op
neutrale mevrouwen houden, want
je weet maar nooit of vrienden en
kennissen ze hun opmerkingen
kwalijk nemen.) Twee jaar terug,
zegt die Rozenburgse lezeres, kreeg
ze wel twintig telefoontjes op haar
verjaardag, zodat ze nog niet eens
aangekleed was met de koffie Nu
staat ze héél vroeg op om tenmin-
.ste met de opbellers te kunnen pra
ten. Ze was zó doorgedraaid van
alle telefoontjes, dat ze op 't laatst
alleen maar „Ja. met de jarige'" in
de hoorn riep en toen natuurlijk
een collega van haar man aan de
lijn bleek te hebben die zakelijk
belde
Een mevrouw uit Den Haag doet
het zo zo gauw er bezoek is. zet ze
de telefoon af Dat weet iedereen zo
langzamerhand al. dus ze bellen nu
vanzelf de volgende dag op „Ge
lukkig niet de dag ervóór, want dan
ren ik als een hijgend hert door het
huls om op te ruimenHet leukst
vindt ze dat de eerste telefonische
felicitaties, steevast drie, 's nachts
om twaalf uur al komen. „Maar
daar ben ik dan ook een nachtuil
voor", schrijft ze. en dat kan ook
weer niet iedereen van zichzelf
zeggen