Alle werk is nog geen arbeid
En de vrouw van Paulus?
't Had Liedboek-brevier kunnen heten
«"R
\V\
fP
\IU
GROOT NIEUWS VOOR U
nieuw van
Ten Have
VANDAAG
VOORBIJGANGERS;
Het nieuwe testament
in omgangstaal
ZATERDAG 17 DECEMBER 1977
KERK
Trouw/Kwartet
door ds. P. C. Meijer
Het kan je soms zo maar opvallen,
het verschil tussen woorden, die
eigenlijk hetzelfde lijken te zeggen.
Arbeid en werk is zo'n stel
woorden.
En toch zit er een verschil in.
We spreken van arbeidsbemidde
ling. maar van werkverschaffing.
Mensen die werk zoeken gaan naar
het arbeidsbureau En we kennen
raden van arbeid
We spreken over ethiek van de ar
beid en arbeidsethos. We kennen
zelfs een partij van de arbeid en een
dag van de arbeid.
Maar we hebben het over werkvloer
en kinderen vertellen dat mama of
papa aan het werk is en bij arbeids-
onlusten wordt 't werk gestaakt
Arbeid heeft iets deftigere, iets ver
hevenere zou Je zeggen, dan ge
woon maar werk
Je komt het zelfs in de Nederlandse
vertaling van de Bijbel tegen, dat
verschil.
Alleen valt je dan iets op, i>14en-
lijk niet lijkt te kloppen op dat
waardeverschil verheven-gewoon
Van God wordt namelijk ook ge
zegd dat Hij werkt, rust van het
werk Zijner handen Daar kan zelfs
zoiets puur Goddelijks mee worden
aangeduid als de schepping.
Alsof dat niet verheven zou zijn.
verhevener dan alle menselijk werk
bij elkaar.
Maar ik heb geen plaats in de Bij
bel ontdekt waar van God gezegd
wordt dat Hij arbeidt, of waar Zijn
werk arbeid heet.
Dat kom je juist alleen maar tegen
als het over mensen gaat.
Mensen gaan uit tot hun arbeid We
kennen de arbeiders in de wijn
gaard En er is ook nogal eens spra
ke van slafelijke arbeid.
En het vierde gebod spreekt over
zes dagen arbeiden en al uw werk
doen. terwijl op de zevende dag
werk wordt verboden. Over ar
beid wordt dèn niet gesproken.
Misschien zoek ik er teveel achter,
maar het verschil is toch ook weer
te opvallend om er zomaar aan
voorbij te gaan.
Alleen al dat „arbeid" kennelijk
iets typisch menselijks lijkt te zijn.
brengt je aan het vragen wat dat
typisch menselijke dan wel kan
zijn.
Op zichzelf is dat niet zo'n moeilij
ke vraag De mens is. in onder-
AOVERTENTlE
E. J. Beker/K. A. Deurloo
Het begin in ons midden
aspecten van bijbels scheppmgsgcloof
115 blad/ f 1330
Hans Bouma
Hoe menselijker hoe beter
op zoek naar een nieuwe levensstijl
9X bludz. f 1230
Ds. A. J. R Brussaard.
prof. dr. II. P. M. Goddljn.
drs. J. L. Grubben.
ds. A. Klamer e.a.
Een mens hoeft niet alleen
te blijven
een evangelische visie op homofilie
2de druk 179 blad* f 1730
Laurens Mogebrink en
Henk Koetsier
Tegen de verdrukking in
hoe arme bevolkingsgroepen zich
organiseren om *cll hun omwikkeling
icr hand ic nemen
I IK blad/ r IUjUU
G. N. Lammcns/E. Pijlman
Het zal je maar gezegd worden
twaalf lelcvisicpreken over de bergrede
71 blad/ f9.75
Suzanne Oswald
Mijn oom Bery
herinneringen aan Alben Schwcuzer
I Ju blad/ f 1330
Dr. S. J. Ridderbos
Hel lege midden
over geloof en psschischc moeilijk
heden
101 blad* I 1230
Dorolhee Söile
De langste adem
gedichten over geduld en revolutie
2de druk 37 blad/ f 5.90
Willem Zuidema
Gods partner
xiim<teling mei hel jodendom
2*9 blad/ f2930
m de Doek handel
scheld van al dat geschapene,
„Beeld Gods", moet in zijn doen en
laten iets zichtbaar en merkbaar
maken van zijn Schepper.
Dus ook in z'n werk.
En dan komen we toch weer bij dat
„verhevene" van arbeid terecht.
Want zou het verschil tussen werk
en arbeid dan niet daarin zitten,
dat menselijk werk behoort te be
antwoorden aan de opdracht om
beeld van God te zijn? Zou zülk
werk die mooiere naam „arbeid"
mogen hebben?
Ik denk maar weer aan dat vierde
gehort f-r is arbeid, ên er zijn ook de
doodgewone dingen, het werk. de
klusjes en bezigheden die gedaan
moeten worden. Want arbeid ver
richten betekent nu eenmaal dat er
gewerkt moet worden.
Maar het begrip arbeid stelt wel de
vraag naar de gerichtheid van men
selijke bezigheden Horen die be
zigheden thuis bij het vervullen
van de menselijke opdracht op
Gods schepping, of niet.
Maar God dan?
Is dan juist Gods werk geen arbeid
bij uitstek? Ongetwijfeld is Gods
werk bij uitstek gericht op de ver
vulling van Gods doel met deze
wereld.
Alleen: Gods werk heeft het niet
nodig dat er vragen aan gesteld
worden, of het wel beantwoordt
aan Gods bedoeling.
Daar klopt Gods werk vanzelfspre
kend wel mee.
Bij de mens helaas is die vraag
lang niet overbodig.
Is menselijk werk wel altijd „die
nend" werk?
Dat zou wel eens de betekenis kun
nen rijn van arbeid: het plaatst dat
werk van mensen in dat „verhe
ven" kader, namelijk of het verhe
ven is boven het alleen maar men
selijk bezig zijn. Of het zich laat
inkaderen in Gods plan met de
wereldgeschiedenis.
Dat heeft helemaal niets te maken
met het niveau waarop een mens
werkt, want het geldt de hoogleraar
even goed als de toiletjuffrouw. Het
werk dat zij doen moet allebei ge
daan worden.
Het heeft wel wat te maken met de
vraag waar het werk van mensen
goed voor is, öf het wel ergens goed
voor is. of dat het misschien
vanuit dat kader van God ner
gens voor deugt, of erger nog:
dwars tegen Gods werk ingaat. Hoe
je daar dan achter komt, is weer
een andere vraag. Maar gesteld zal
die vraag wèl moeten worden. Want
er wordt ongetwijfeld heel wat ge
werkt op de wereld. Maar dat is
beslist allemaal geen arbeid.
Dat zou overigens ook wel eens op
een andere manier kunnen gelden:
er zijn heel wat mensen die mis
schien buiten het wat wij dan
noemen arbeidsproces staan.
Maar mogelijk zijn ze wel net zo
hard aan de arbeid als mensen die
wèl in het arbeidsproces zijn opge
nomen. Ik denk zelfs dat er zijn die
méér echte arbeid verrichten dan
mensen met een drukke en goedbe-
taaldé baan.
Maar dèt is een doordenkertje,
waar iedereen nog niet zomaar mee
klaar is.
Inklusief de schrijver dezes.
P. C. Meijer is predikant voor kerk
en bedrijfsleven bij de gereformeer
de kerken.
NEEF UIT DE PROVINCIE: (na geruime tijd het bouwwerk bekeken te
hebben): ,,Het heeft ra.i. weinig zin standbeelden boven op die gebouwen te
zetten."
VRIEND: „Standbeelden? Dat zijn geen standbeelden het zijn metse
laars".
door ds. P. Oussoren
In het dagelijkse leven heb ik
te maken met een school en
een rusthuis. Op school is de
vraag hoe de dag of de week
geopend moet worden, of kan
worden. Er zijn handreikin
gen voor, maar die overtuigen
niet; wat op de ene school
goed gaat is voor de andere
totaal ongeschikt. En de
meeste handreikingen blijven
iets belérends houden, missen
dat lichtgevende dat de
maandagmorgen echt vrolijk
kan maken.
In het rusthuis wordt elke middag
aan tafel door de directrice, een
zorgzame rusthuisvrouw, een stuk
je voorgelezen; wat zij voorleest
wordt gewaardeerd, maar ze zou
zelf wel eens wat anders willen.
Bestaat er dan geen dagboek van
Huub Oosterhuis. vroeg ze laatst;
ik heb haar beloofd naar zoiets uit
te zien. Want er bestaat geen dag
boek van Huub Oosterhuis. maar
de vraag is duidelijk: is er niet een
dagboek dat niet moraliseert maar
musiceert?, dat niet Inzet met pro
za maar met poëzie? Een soort poë-
zie-album voor elke dag?
Sinds kort is het er. Het heet Dag
boek bij het Liedboek. De naam
had nog mooier kunnen zijn, want
het is een ontzettend mooi boek.
een album vol lichtvoetig proza,
geïnspireerd op 381 psalmen en ge
zangen uit het Liedboek voor de
kerken. Liedboek-brevier was mis
schien de beste titel geweest: om de
klank van het woord dagboek kwijt
te zijn en de rust en de vrolijkheid
van de brevierende pastoor (al ja
ren niet meer gezien) In de titel
terug te krijgen.
De psalmen en gezangen zijn over
de dagen van het jaar uitgedeeld
naar de orde van de kerkelijke fees
ten. Alleen al die ordening is ook
feestelijk weergegeven; niet in
computerklanken, maar als „dagen
van Advent", „dagen van Kerst",
„dagen van Epifanie". „dagen naar
Pasen toe", enz. Elke periode is
gesierd met een tekening in zwart
en wit voorop. Het voorwoord ver
telt hoe de idee voor dit feestboek
is geboren:
Voorwoord
„Dit Dagboek bij het Liedboek is
eigenlijk een zondagskind. Het idee
werd geboren op een zondagmid
dag tijdens een lange bootreis naar
Finland. Een stralende zon. een pit
tige zeewind, vrolijke mensen, krij
sende meeuwen.
Zittend in gemakkelijke dekstoe-
len, ergens op het grote schip dat
dwars door de Oostzee koers zette
naar het hoge noorden, zaten mijn
vrouw en ik te bladeren in hët lied
boek. We lazen de verzen van de
Deense theoloog Grundtvig, we wa
ren immers in Scandinavië.
Op die zondag misten we de kerk
gang maar het liedboek verbond
ons met die merkwaardige zingen
de gemeenschap der heiligen, aan
boord van het schip der kerk. dat
naar de morgen vaart.
Grundtvig zei het zo:
Gij gaaft ons in hart en in mond
Uzelf, als de stem aan de vogels.
Gij sloot door uw woord een
verbond
en in onze liederen woont Gij.
Zomin als uw woord
vergaat, zal het koor
van die uw lof zingen teloorgaan.
Het was een verrassing om te ont
dekken. dat het liedboek niet uit
sluitend een zangbundel is maar
óók een bundel gedichten, óók een
gebedenboek.
De gedachte kwam op: je zou medi
taties, overwegingen bij dat lied
boek kunnen schrijven. Misschien
wel voor elke dag één: een dagboek
bij het liedboek. Om kort te gaan:
het resultaat hebt u in handen. Een
enkele keer wordt een vakantie-
droom werkelijkheid.
Twaalf pastores en één literator
hebben de meditaties geschreven.
Naar generatie, kerkgenootschap
en werkkring, vogels van diverse
pluimage. Ze zijn wel allen geluk
kig met het liedboek."
Tot zover het voorwoord.
Rusthuis en school
Wat zéker ook een rol heeft ge
speeld bij de schrijvers zal zijn dat
er in de kloosters van Vlaanderen
al een meditatiepraktijk aan de
hand van het Liedboek wès. Als
daór niét alleen op zondag gezon
gen maar ook dagelijks gemedi
teerd en gebeden kan worden met
het Liedboek in de hand, waarom
in protestants Nederland dan niet?
Ik weet nu wat ik de directrice van
het rusthuis kan aanraden: dit dag
boek. Er wordt al veel en goed
gezongen in dit rusthuis, uit het
Liedboek- Misschien zal dit nieuwe
dagboek inspireren om 's middags
aan tafel ook te gaan zingen. Op de
school zouden we 's maandags
kunnen beginnen met de meditatie
van de dag, om te eindigen met het
aangewezen lied; we zijn er pas op
de middelbare scholen, als er weer
gezongen wordt, als de lofzang uit
het Liedboek voor de litanie in de
agenda uitgaat.
De schrijvers (de christelijke gere
formeerde dichter Wim Ramaker,
de lutherse hoogleraar Boenderma
ker, de gereformeerde predikanten
B. J. Aalbers, W. J. Dijk. Margriet
Gosker, B. Smilde en Th. Weerstra,
de hervormde predikanten C. P.
van Andel, A. N. Doornheim, W. I.
Doude van Troostwijk, A. van
Haarlem en F. S. Kloosterman, met
ds A. Th. Rothfusz uit Ermelo als
eindredacteur) hebben de feestka
lender in het oog gehouden „op
gematigd liturgische wijze"; ze
hebben gemediteerd over de liede
ren; zonder dat ze het misschien
zelf wisten hebben ze nog een derde
ding gedaan, blijkt nu het boek
klaar is: ze laten de reidans der
heiligen zien; wie over gezangen
schrijft moet ook wel schrijven
over de dichters, over hun geloven
en leven: Ambrosius naast Agrico-
la, Willem Barnard naast Christo
pher Wordsworth, Thomas Ken
naast Thomas van Aquino; wij heb
ben geen heiligenkalender, maar
op deze wijze krijgt de gedachtenis
van hen die ons zijn voorgegaan
toch gestalte; dat we leven met
velen vóór ons op de weg van de
Messias, ook dat helpt dit dagboek
onthouden. Het is z'n geld dubbel
en dwars waard.
Ds P. Oussoren, predikant bij de
hervormde gemeente van Utrecht,
bespreekt A. Th. Rothfusz e.a., Dag
boek bij het Liedboek, Kampen
1977;416 bladzijden, gebonden, prijs
39,50. De illustratie van Tonny van
Beekum is uit het boek overgeno
men, de afbeelding leidt „dagen van
Advent" in.
door A. J. Klei
Het is een geruststellende gedachte
dat ik geen theoloog ben. want nu
kan ik. niet gehinderd door enige
deskundigheid, vrijmoedig de
aandacht vragen voor een nieuw
boekje van de dominicaan Lucas
Grollenberg Het gaat over de
apostel Paulus. die wij zo moeilijk
vinden: óf hij zegt dingen die we
niet begrijpen, öf we snappen ze
drommels goed, maar dan kunnen
we er. zacht gezegd, slecht mee uit
de voeten. Het boekje van
Grollenberg heet dan ook: „De
moeilijke Paulus" (uitg. Bosch
Keuning. Baarn. Oekumene-reeks.
115 pag prijs 9,75).
Het begon ermee dat pater
Grollenberg in een gezelschap een
beetje geprikkeld uitriep: „Maar
zonder die Paulus hadden wij nooit
van Jezus gehoord!" De groep deed
nogal negatief over Paulus. Hij
heeft de eenvoudige boodschap
van Jezus ingewikkeld gemaakt,
zei iemand, en een ander vond het
maar arrogant van de apostel, dat
hij zijn brieven begint met: Ik.
Paulus Zo kon Grollenbergs
gehoor nog wel een poosje
doorgaan en zo zijn ze ook een
poosje doorgegaan, maar 't slot van
't ledje was dat de groep besloot.
Paulus meer van nabij te leren
kennen, door met elkaar in zijn
brieven te gaan lezen.
Zo kwam Paulus dichter bij ons,
vertelt Grollenberg in het eerste
hoofdstuk van zijn boekje,
„allereerst in zijn vreemdheid; hij
bleek zo duidelijk iemand uit een
andere cultuur, met zo veel andere
denkpatronen dan wij. Maar ook
dichterbij in zijn volstrekte en
hartstochtelijke toewijding aan de
God van Jezus en daarmee aan ons
mensen Het trof ons telkens weer
Paulus' bekering (tekening van Tjeerd Bottema uit de kleuterbijbel van Anne de Vries)
dat wij bezig waren te luisteren
naar de eerste mens in de
geschiedenis die zélf vertelt wat de
ontmoeting met Jezus voor hem
betekende en voor allen met wie hij
om die reden contact zocht. Wij
merkten ook dat de omgang met
hem, een jaar lang. ons niet
onberoerd liet." En als ik meteen
mag doorvliegen naar het slot van
het boekje, Grollenberg eindigt
met de opmerking dat het goed is
te luisteren „naar deze man. die
juist door zijn vreemdheid ons
prikkelt om met dat centrale
mysterie van ons leven (nl. dat God
zich in Christus naar allen heeft
toegekeerd, ajk) steeds weer bezig
te zijn en er nooit aan gewend te
raken."
Vroeger stonden in boeken van
rooms-katholleken huize enige
Latijnse woorden, die de lezer de
verzekering schonken, dat hem in
het betreffende werk geen knollen
voor citroenen werden verkocht.
Tegenwoordig gooien ze er bij
Rome ook maar met de muts naar
en omdat ik. zoals gezegd, geen
kenner ben. kan het best zijn dat
„De moeilijke Paulus" hier en daar
theologisch wat rammelt. Dat
hoeft niet. maar 't zou kunnen. Wat
ik wèl zeker weet, is dat
Grollenberg zeer ontspannen en
boeiend vertelt en voortreffelijk
van de door hem verworven
bijbelwetenschap weet uit te delen.
Hoewel ik nimmer wakker gelegen
heb vanwege de vraag, of Paulus
nu wel of niet getrouwd was, heb Ik
met grote aandacht de paragraaf
„En de vrouw van PAulus?" in het
vierde hoofdstuk gelezen. Voor
Grollenberg lijdt het geen twijfel
dat er een mevrouw Paulas is
geweest. De apostel wijst er in zijn
brief aan de Galaten op. hoever hij
het heeft gebracht in de joodse
godsdienst en met hoeveel ijver hij
zich hield aan de overleveringen.
Welnu, aldus Grollenberg, trouwen
was voor joodse mannen een
heilige plicht. Trouwen èn kinderen
krijgen. Weest vruchtbaar en
vermenigvuldigt u, is het eerste
gebod uit de boeken van Mozes.
„Was Paulus niet getrouwd, dan
hadden zijn tegenstanders hem dat
ongetwijfeld verweten, en dan zou
dit punt in de vele
zelfverdedigingen van Paulus wel
zijn aangeraakt, en dan had hij zich
kunnen beroepen op zijn Meester."
Overigens hoor of lees je niets van
de vrouw van Paulus en
Grollenberg vraagt zich af, of de
echtgenotes van de apostelen dat
nu allemaal maar goed vonden, dat
reizen en trekken, dat vergaderen,
die ruzies. Waren ze het ermee eens
of hadden vrouwen in die tijd
eenvoudig niets te vinden?
Ik ga nog even terug naar het
eerste hoofdstuk, waar Grollenberg
de opmerking maakt dat Paulus,
als hij had kunnen voorzien („maar
dat kon hij niet, want hij
verwachtte het einde van de wereld
nog tijdens zijn leven") dat zijn
brieven een plaats zouden krijgen
in de bijbel en wat wij er allemaal
zouden uithalen en inleggen, als
Paulus dat geweten had, zou hij
aan het eind van elke brief „de
duidelijke order hebben gezet: na
lezing verscheuren!" Helaas gaat
Grollenberg hier niet verder op in,
maar het flitste door mijn hoofd:
geen Römer-brief van Karl Barth.
geen barthiaanse dominees die uit
de CHU breken, geen PvdA je
moet er nier aan denken!
ADVERTENTIES
gedichten en bijbelse liederen van
bijeengebracht door Ad den Besten.
Dr. J. J. Buaket
GEDICHTEN DIE MU VERGEZELLEN
3e druk, 64 blz.. 7.90
Een bi|zondere gedichtenbundel met een verza
meling gedichten die Dr Buskes doOr de taren
heen als trouwe vrienden vergezelden Bij elk
I eon zeer persoonlijke kanttekening van Dr
gedicht er
Buskes
VREEST NOOIT MEER
Maar nu ben Ik niet
als in vroeger dagen
voor de rest van het volk.
spreekt de Machtenheer.
Nee. zaad van vrede is er.
de wijnstok geeft z'n vrucht,
de aarde haar gewas,
de hemel z'n dauw.
Vreest nooit meer,
laten jullie handen
sterk zijn.
(Zacharia 8,9-13)
In dit zesde „woord" uit de tien
woorden van Zacharia. worden
verleden en toekomst tegenover
elkaar gesteld. Het was zus en het za
zo worden. Toen de tempelbouw
begon, de fundamenten gelegd
werden was er geen loon voor
mensen en vee. De bouwers werden
geboycot. Ieder stukje ruimte om te
leven moest bevochten worden. Er
ook een andere kant: Ik liet de
mensen gaan, een ieder tegen zijn
naaste. Precies het omgekeerde var
wat in de eerste tien woorden
bedoeld was: doet goed, ieder z'n
naaste! Daar hadden ze 't naar
gemaakt. Maar de Heer wendt zich.
Hij is niet ais in vroeger dagen. Hij I
in een bepaald opzicht helemaal ni<
altijd dezelfde. Hij is de levende.
Zaad van vrede is er. Hebben ze ooil
gezegd, als een vloek: 't mag je
vergaan als Juda! Nu zullen diezelf<
woorden zegen bevatten. Bevend
hebben ze hun werk gedaan en 't
van tijd tot tijd in moedeloosheid
laten liggen. Maar hier is het nieuwi
begin: Vreest nooit meer. Je handei
mogen zich vast sluiten om dat
waarmee je in deze opbouw bezig
bent. Een nieuw begin, waarin wij
leven, sedert Hij hier kwam. „Ziet i
ZA
hoe tere is de Here, die 't al draagt ii
zijne hand."
■ze
,C
NED. HERV. KERK
Beroepen te Heemse: I. Kandel
Laren (Gld); te Hoorn, te Oud-Vi
semeer (toez.) en te Oosterlan
(toez.): H. O. Molenaar, kand.
Scheveningen; te St Annalan
(toez.): M. D. Geuze, zendingsprei
in Kenya.
Aangenomen het beroep tot prei
voor buitengew. werkza. (secr. bii
nenland geref. zendingsbond): T
van Laar te Noordeloos.
Bedankt voor Nieuw Amsterdam:
J. de Bue te Scharnegoutum.
0ga
De
GEREF. KERKEN
Bedankt voor Zaandam: R. E.
der Wal te Dedemsvaart.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen te Voorburg: H. Folker
te Grijpskerk.
GEREF. KERKEN (VRIJG. B.V.) sa
Bedankt voor Arnhem: A. H. Algf d,
te Sliedrecht.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Nijkerk: C. Hegeman ti I
Veenendaal.
Bedankt voor Kalamazoo (USAI: J. I
van Haaren te Amersfoort.
Ds H. Griffioen
Donderdag is in Harderwijk na ee
langdurige ziekte overleden de hei
vormde legerpredikant H. Griffioe
(51) uit Ermelo.
[J^j] boekennieuws
Willem de Mérode
DE WITTE ROOS
64 bli., I 7,50
"van deze dichter beschouwd mag
wotden Als u gisteravond bel TV-programma over
Willem de Mérode genen hebt. dan kunt u deie bundel
AANGAANDE ISRAËL
32 bil., 6,90
Gedichten waaruil een blondere gedrevenheid
voor Israel WA» De lezer wordl geboeid door de
geweldige zeggingskracht en geladenheid van
deze ongineie en actuele gedichten.
Verk/vgOaar m de boekhandel
Kol KOK KAMPEN
Onze adressen:
AMSTERDAM:
Postbus 859
Wibautstraat 131
Tel. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/
DORDRECHT:
Postbus 948
Westblaak 4, Rot
terdam
Tel. 010-115588 (red)
Schiedamsévest 52
Tel. 010-115700 (adv).
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101
Parkstraat 22, Den
Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGE
Postbus 3
Melkmarkt 56, Zwolle
Tel. 05200-17030
,i
Groot Nieuws voor U
geïllustreerd
Groot Nieuws voor U
toegelicht 19.25
Groot Nieuws voor U
paperback 13.50
Groot Nieuws voor U vestzakeditie
(verkrijgbaar in rood, groen en blauw)
13.5
Prijzen exclusief verzendkosten
Ook verkrijgbaar bij de boekhandel
Nederlands
Bijbelgenootschap
Postbus 620. Hirnn 023-259501