JA! VanderMeerdoet 'h h°™duur van der meer Frans Hupsch diende zeven burgemeesters Noordzeevisserij in oude ansichten Lerarenopleiding christelijk onderwijs in 1979 allerlei jonqe zit-ideeën, zoals deze fijne zitqnoep met een r1 blank grenen lattenframe/n grote ronde hoeken super-zachte wollef kussens,voor prijzen die alleenVanderMeer kan lanceren! LUXUEUS ZITTEN i Altijd fijne meubelen, altijd scherpe prijzen Vraagbaak Amsterdamse Raad met pensioen DINSDAG 13 DECEMBER 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet P 6 - ri°* Het hospitaal-kerkschip was niet alleen een drijvend ziekenhuis, maar oo drijvende kerk. De vissers konden er de dienst bijwonen. Hiet leidt ds. J. Stoppelaar foto uit 1921 een dienst in de open lucht. door Jan Roelfs AMSTERDAM De nu 65-jarige Frans J. L. G. Hupsch, chef van het Gemeenteblad, gewaardeer de en deskundige vraagbaak en adviseur van de hoofdstedelijke gemeenteraad, zwierig, parman tig, ietwat Bourgondisch, beleeft zijn laatste ambtelijke dagen. Hij heeft er een slordige 48 jaar in het stadhuis opzitten en heeft in die periode zeven burgemeesters meegemaakt. Hupsch is een bijzonder montere, zeer bedrijvige overheidsdienaar geweest, die zich jaar en dag wist gesterkt door een uitspraak van de Franse schrijver Chamfort: „De meest verlorene van alle dagen is de dag waarop wij niet gelachen hebben." Als administrateur, chef van de afde ling Gemeenteblad (sinds 1959) en daarvoor als stenograaf, mede „kraamheer" (aanvankelijk „kraam- jongen") van het Gemeenteblad, waann B en W hun voordrachten en nota's publiceren en dat sinds 1867 verschijnt, is Frans Hupsch een inge wijde in de gemeentepolitiek als wei nig anderen. „Ik ben de enige vooroorlogse figuur in de raad," aldus Frans, die nauwe lijks is weg te denken uit dit gezel schap. gesitueerd aan zijn bureau onder het gestoelte der ere. omgeven door paperassen, het presentieboek, ook als bewaker van de spreektijd en soms ronddravend met stukken door de zaal. maar bovenal als een zeer vertrouwde vraagbaök. Hij is menig maal het 40ste raadslid genoemd. „Zijn" burgemeesters Weinigen kunnen er zich op beroe men zeven burgemeesters te hebben gediend, wanneer men dan in dit aantal formeel de door de Duitsers aangestelde burgemeester Voute wil betrekken Over deze hoogste ambtsdragers in het hoofdstedelijke gemeentelijke bestel kan Frans H. smakelijk en anekdotisch vertellen, maar toch met een reserve, die een verantwoordelijk ambtenaar ken merkt. „Als broekje heb ik De Vlugt „Va der Willem" meegemaakt, een re gent. een man van stijl, in een tijd. waarin volop formele verhoudingen in acht werden genomen, waarin je een burgemeester niet zomaar kon aanspreken. Dit waren de jaren van Wibaut. Wijnkoop. De Miranda, „Ei tje" Polak. Gulden en Romme niet te vergeten, een bont, schilderachtig gezelschap in de raad, stuk voor stuk figuren van lormaat, allen bezield van een grote liefde voor hun stad. Ik zat erbij als jong stenograaf, bandre corders hadden we nog niet. Om in die crisisjaren van weleer in gemeen tedienst te komen, was helemaal niet eenvoudig. Ik was bijna 18 Jaar toen ik van het Amsterdamse Ignati- uscollege afkwam, waar ik me ook wat redactioneel bezig had gehou den met ons schoolblad. „De Har poen". Bij de gemeente verdiende ik het eerste jaar vijftig gulden in de maand Toen, in die Jaren dertig, werd er al gesproken over de IJtun- nei, het nieuwe stadhuis en de toe komst van het academisch zieken huis." Frans, geboren onder de Wes tertoren. maar uit Brabantse ouders, weet maar dat was nog vóór zijn tijd dat Drees sr. in de raadzaal op de Prinsehof heeft zitten stenogra feren. Vrolijkheid en charme „Na de bevrijding heb ik in de nood- gemeenteraad gewerkt, onder burge- ZWOLLE Een tweede prote stants-christelijke lerarenopleiding moet in augustus 1979 een feit zijn. De initiatiefnemers hopen dat het nieuwe kabinet spoedig een beslis sing zal nemen volgens de toezeg gingen die gedaan zijn door de de missionaire minister Van Keme- nade De aanvraag voor een tweede lerarenopleiding voor het christelijk onderwijs is ingediend door een stichting meester Feike de Boer, een a-politie- ke figuur uit de havenwereld. Een tijdelijke magistraat, die Hupsch tot de „vrolijkste" burgervaders rekent, die hij heeft gekend. „Ik kon hem bijzonder waarderen en ook beamen, dat hij bij zijn vertrek zei: „Ik heb in deze tien maanden" de periode, die aan de komst van d'Ailly vooraf ging „niet zoveel gelachen als in tien jaar." Franse charme kenmerk te het optreden van mr. Arnold d'Ail ly. die evenals De Boer veel persoon lijke belangstelling voor zijn mede werkers toonde, meeleefde met par ticuliere aangelegenheden van ande ren. Hij was op het stadhuis z'n eigen loopjongen, erg populair in de stad. maar hij kon ook krachtig optreden in de raad." Grootste rel in raad Hupsch heeft heel wat incidenten in de raad meegemaakt, soms gekke, wilde gebeurtenissen, Amsterdams tot en met. Voor hem springt het revolverincident van 13 juli 1949 er helemaal uit. Toen was er een motie van de CPN over het politieoptreden bij de bioscoop Rialto aan de Cein tuurbaan, waarover d'Ailly geen dis cussie wenste. Er ontstond een scherp conflict met de strijdbare communist Leen Seegers, die na een aantal schorsingen op last van de burgemeester moest worden verwij derd. Bodes en rechercheurs in actie, een politieman werd door het raads lid Brandenburg met een taboeretje op het hoofd geslagen! Enorm tu mult. de rechercheur trok z'n revol ver De nu hoogbejaarde, kleine dr. Sajet ging vóór de grote politieman staan, roepende: „Weg dat ding!". Er ging een bril aan diggelen. Hupsch stipt dit gebeuren slechts even aan. Wie de details wil horen, zou bij hem alsnog terecht kunnen. Van Hall Samkalden „Burgemeester Van Hall was weer een heel ander type dan d'Ailly, die in iedere speeltuin die werd geo pend, het eerst op de schommel ging. Van Hall, oud-bankier, was een bestuurder „pur sang", ogenschijn lijk van een wat stroeve allure, die goed afstand kon nemen; het moei lijk heeft gehad met de provo's in de raad. Toch een bestuurder, in wie een diepe medemenselijkheid leef de. Hij heeft het in z'n privé-leven niet gemakkelijk gehad. Dat laatste duidt echter allerminst op zijn hu welijk. Samkalden: een vergader technicus, die zich bijzonder snel groot intellect in ingewikkelde zaken kon verdiepen, die er bijvoor beeld erg op gebrand was, dat ik de spreektijd van de raadsleden in de gaten hield. De huidige burgemees ter Polak, we kennen hem op het stadhuis bijzonder goed. Een heel ander type dan Samkalden. heel erg Amsterdams, bijzonder contactueel, geestig spreker, ogenschijnlijk ge moedelijk. maar zeer gericht werk zaam." Franciscus Hupsch kent heel veel mensen, velen kennen hem, ook in de telefonische relatie. Beweerd wordt, dat hij bij het rinke len van de telefoon driftig roept „Met Hupsch" en din pas de hoorn aan het oor brengt Gemeenteblad Het is een periodiek dat allerminst een „bestseller" is. maar het is wel het geschreven geweten van de Am sterdamse politiek. „Onze verslag gevers maken van de raadsvergade ringen een analytisch verslag. De derde persoon enkelvoud wordt daarbij gebruikt Van het gesproke ne wordt 85 i 90 procent weergege ven, dubbele zinnen worden ge schrapt, zodat menige spreker ver baasd kan zijn over de keurige zin nen, die wij hem in de mond leggen.' Voordrachten en stukken, verslagen en informaties, Hupsch heeft er bij na een halve eeuw mee geleefd. Gretig doet hij dan nog dit verhaal. „Over stukken gesproken. Vroeger was het raadslid Z. D. J. W. Gulden (van het architectenbureau Gulden en Geldmaker wat is er in een naam?) erom bekend, dat hij bij een borreltje in het toenmalige „Sijsje" (Louis Seize, aan het Rem- brandtsplein) nog wel eens wat los liet tegenover verslaggevers. Om ze kerheid te krijgen, lieten B en W in een belangrijke aankoop-voor- dracht een fout bedrag opnemen, maar alléén Gulden kreeg zo'n fout exemplaar. Prompt stond het fou tieve bedrag de volgende dag in het Algemeen Handelsblad. Gulden was door de mand gevallen en moest burgemeester De Vlugt beterschap beloven." Over de raad: In de tegenwoordige raad is bijna de helft niet meer van Amsterdamse komaf; de gemiddel de leeftijd is 44 jaar. Destijds kreeg een raadslid drie gulden presentie geld per zitting, nu is dat vieren twintigduizend gulden per jaar, waarbij men dan wel belastingplich tig is, verhoogd met een (belasting vrije) tegemoetkoming in de onkos ten van zesendertigduizend gulden. Er is dus wel een heel andere ver houding ontstaan. Journalistieke veteranen Hupsch, daar is hij trots op, is erelid van de Vereniging De Amsterdamse Pers, omdat hij in feite met één been in de „ambtelijke" journalistiek stond. Hij heeft weet van de journa listieke veteranen van weleer, van Louis Schotting, David Kouwenaar, Jan van den Berg (Standaard, later Trouw), van Fred Thomas en vele anderen. Hupsch, vergroeid met het Gemeen teblad, tegen wie Wim Kan eens heeft gezegd: „Kranten kunnen ver gaan, maar uw gemeenteblad zal eeuwig blijven bestaan!" Een scheidende functionaris, die ook door nachtelijke vergaderingen veel overuren heeft gemaakt, wiens geheugen encyclopledtsch is, maar die een eigen stijl heeft bewaard in de wisseling der tijden, die bij voor keur de „gij-vorm" bezigt. Een muzi kaal mens, die voornamelijk twee vrijetijdsdoelen in zijn leven kende en kent: vijftien jaar gezinsvakantie in Noordwijk aan Zee en later fer vent bergwandelaar. Men kent sinds jaren deze grijze eminentie in Zer- matt, het gebied van de Zwitserse Matterhorn. Uit de mond van Frans H. vernamen wij verder nog: „Na de bevrijding ben ik enkele maanden uitgeleend geweest aan „Volksher stel Amsterdam" als publiciteitchef, ik ben al jaren achtereen secretaris van het Seniorenconvent uit de raad. ook secretaris van de Commis sie voor de verzoekschriften, samen steller van het Heerenboekje en eindredacteur van het personeels blad ,,'t Koggeschip". Erg fijn vind ik mijn bestuurslidmaatschap van Diogenes en De Pinto (restauraties oude woonpanden). Als oud-cricket- speler struin ik nog graag op zomer se zondagen de cricketvelden af." Wie van de 48 ambtelijke „Hupsch- Jaren" heeft kennis genomen, zal begrijpen, dat het stadhuis, maar dat niet alleen, Frans Hupsch om standig zal uitluiden, zo medio de cember. VanderMeer is Prijsgarant! Mocht u binnen 14 dagen na aankoop van een VonderMeei J meubel ergens anders hetzelfde meubel (onder dezelfde voor- waarden betreffende levering en service) voor een lagere prijs kunnen kopen, dan geeft VanderMeer u het prijsverschil terug. Ja! Wie veel meubelen verkoopt, kan véél aan z'n prijzen doen! 't Bewijs? Deze jonge, lekker-lage zitgroep in blank grenen met een grote ronde hoek, extra-brede armleggers en super-zachte wollen kussens in een fijn, teer streepje, 'n Heerlijk-ruime, leefhoek waaraan alles puur natuur is: het gave, gladde lattenframe en de zachte wollen stof om de lekker- dikke kussens. Die streepstof is er MB in vier warme kleurenkombinaties met als hoofdlint: I tomaat, nègre, beige, groen. En, liefhebbers van puur Mm natuur: voor een prijs die alleen VanderMeer kan lanceren! Bijpassende grenen lattentafel 398,-. Utrecht Woon-Wondortand, mot allerlei originele shops): Rijksweg Oudenrijn-Arnhem, afrit Utrecht; Rotterdam: Groothandelsgeb.. Weeno 737; Oen Haag: Winkelcentrum .Woldeck; einde Laan W Meerdervoort; Amsterdam: Stodhouderskode 74; Diemen (bij Amsterdam): Rijksweg Amsterdom-'t Gooi. afrit De Sniep, Beverwijk: Rijksweg Haorlem-Alkmaar, Velser-tunnel, afrit Zaandam/ Heemskerk. Eindhoven: Noord Brobantloan bij de Rijksweg Tilburg-Maaslrichl, afrit vliegveld; Etten-lour: Rqksweg Breda-Roosendaal; Heerlen: Spoorsingel 2; Enschede: WinkelcentrumDe Klonde' 1 Almelo: Oronjestraat 25. Oagelijks (ook op zaterdag!) geopend tot 6 uur. Koopavond: donderdag in Utrecht. Den Haag. Amsterdam, Almelo; vrijdag in Rotterdam, Diemen, Eindhoven en Etten-Letf "I Nieuw in Utrecht: VanderMeer's KOOPJESEILAND met allerlei sterk afgeprijsde eenmalige aanbiedingen. En: direkt leverbaar! door Jan Roelfs trans tiupscn, zoais nij veie jaren een vertrouwde figuur is geweest, op zijn vaste plek in de Amsterdamse raadzaal. Meer dan 150 historische en veelal karakteristieke prent briefkaarten brengen in het al bum „De Nederlandse Noord zeevisserij" de tijd in herinne ring, waarin de Noordzee nog volop vis bevatte en van een leegloop nog geen sprake was. De afbeeldingen in het album verwijzen mede naar een dyna mische periode in de Neder landse Noordzee viseert j, die in de tweede helft van de vorige eeuw ontstond, toen er naast machinaal gebreide netten het betere schip de logger zijn intrede deed. In dat opzicht heeft de Scheveningse reder, A. E. Maas, een voortrekkers functie vervuld. De Vlaardingse re der, A. Hoogendijk Jz bracht ln 1891 stalen bunsloepen ln de vaart, zowel geschikt voor beugvisserij als voor de haringvangst. De Doggermaat schappij, waarvan hij directeur was, kwam ln 1897 met het eerste stoom- vlssersvaartulg. Dit, en veel meer, vertelt J. P. v.d. Voort ln een inleiding op de ansicht kaarten. In de Jaren negentig ont stond IJmuiden als groot visserijcen trum. Omstreeks 1900 kreeg Scheve- nlngen een vissershaven en Vlaar- dingen er een nieuwe haven bij. In de jaren tachtig gingen ook Stellen dam, Ouddorp en Goedereede zich op de kustvisserij toeleggen. De pe troleumlampen op de visserssche pen werden in het begin van deze eeuw vervangen door carbidlampen, elektrisch licht aan boord werd pas in de jaren twintig en dertig gemeen goed. Daarna kwam er radlozend- en ontvangstapparatuur. De Texelaars visten in de tweede helft van de Jaren twintig als eersten met succes met motorkotters. De laatste zeillog- ger voer ln 1930 uit. Scheveningen nam omstreeks 1918 afscheid van zijn boomschuiten. Tienduizend Voor de samenstelling van dit bij de Europese Bibliotheek te Zaltbom- mel uitgegeven kijkboek, „De Neder landse Noordzeevisserij in oude an sichten", is bouwstof aangedragen uit het omvangrijke foto-archief van het Visserij-museum te Vlaardingen, waar men over meer dan 10.000 af beeldingen beschikt. De prentbriefkaarten en foto's ver wijzen naar de volgende onderwer pen: vissersschepen, visvangst, vis sersplaatsen, vishandel, visserijner venbedrijven, vissersvolk en vissers leven. Vele oud-vissers, vissers, dro ge en natte kuipers, boetsters, zeil makers, hoek- en sneumakers, touwslagers, scheepstimmerlieden, bokkingrokers, haringspleetsters, keurmeesters, vishandelaren, walba- zen enzovoorts zullen zich in perso nen en toestanden herkennen. Het album is een sterk nostalgisch, soms ook onthullend document, waarin een ontwikkeling wordt ge kenschetst van een geheel eigen be drijfstak, waarin ook veel aandacht is besteed aan het walgebeuren en de dorpse woonentourage van vissers gezinnen. Al met al een uiterst geva rieerde terugblik, een inkijk in een verdwenen wereld, waarin nog eeu wenoude technieken werden toege past. De uitgave kost 29,90. De nettenboeterij, het repareren van kapotte netten, was een belan nevenbedrijf van de zeevisserij. Hier Scheveningse nettenboetsters bezig schuur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 16