Kerk vervreemd van het werk Van Agt formateur Trouw commentaar Kat en hond (1) Kat en hond (2) 'Werk niet zo onschuldig' Net lente het werk van jongeheer jack beschermd boerderij op vaders rug niet nodig jengelen r VRUDAG 9 DECEMBER 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet Ds. T. Harder na zeven jaar industriepastoraat terug naar gemeente In onze krant van 9 november stond een korte beschouwing over de toen zojuist door de Koningin benoemde j informateur prof. mr. W. C. L. van der Grinten. Daarin werd een ka rakteristiek geciteerd van een Antil- liaans politicus uit de tijd, dat Van der Grinten meewerkte aan de tot standkoming van het Statuut voor het Koninkrijk, een staatsrechtelijk uitstapje van nu bijna 25 jaar gele den. ..Die Van der Grinten", aldus de Antilliaan, ,,is een jurist die kans ziet het juridisch zo in te kleden dat deze kat hier een hond wordt. En hij doet dat zo handig, dat iedereen daarna die kat ook als hond zal behandelen." De trefzekerheid van dit karakteris tiek werd deze week duidelijk, toen Van der Grinten op een persconfe rentie en later op de avond voor de televisie-camera's het Nederlandse volk inlichtte over de resultaten van zijn informatie-arbeid en de staats rechtelijke opvattingen, die hij J daarbij had gehanteerd. Als je Van der Grinten moet gelo ven, gaat het er in het staatsrecht allemaal heel zwierig aan toe en is het recept in feite doodgemakke lijk. Wij moesten zijn werk als „leuk" en „aardig" waarderen en De staatsrechtgeleerden mogen zich dan verder nog druk maken over alles wat Van der Grinten overhoop heeft gehaald; minstens zo ernstig schatten wij de schade die Van der Grinten aan het politieke klimaat in Den Haag heeft toegebracht. Hij heeft de zeven ,,CDA-ers met voorbehoud" behandeld als een quantité négligeable een groep- jei dat zo klein was dat het gerust mocht worden verwaarloosd, hij vond het passend de zeven als „jon gens" aan te duiden en hij heeft hen hij was er kennelijk trots op „iets nieuws" gemaakt te hebben. Er waren toen al heel wat mensen (kenners van het staatsrecht en poli tici) die het hoofd schudden. Nu, een paar dagen later, is uit de praktijk duidelijk geworden dat Van der Grinten niet veel anders heeft gedaan dan het staatshoofd op te schepen met een half werkstuk. De Koningin moest zelf op informa tie uit, omdat Van der Grinten het er bij had laten zitten en met het gemak van de vroegere gedaanten- verwisseling van kat en hond nu de verantwoordelijkheden van indivi duele Kamerleden had genegeerd en ingeruild tegen een soort collec tieve verantwoordelijkheid van fracties. Heel begrijpelijk, dat deze week Van der Grintens opvattingen wer den gecommentarieerd in de geest van „hij moet maar op die weg doorgaan dan zijn er in de kort ste keren 150 fracties in de Kamer". Want terecht wegen de Kamerleden hun individuele verantwoordelijk heid zwaar en wij kiezen nu een maal 150 mannen en vrouwen en niet een stuk of wat fractievoorzit ters, die zich als gemachtigden mo gen beschouwen met zus- of zoveel mandaten. doodgemoedereerd uitgedaagd om dan maar uit hun eigen fractie te stappen. Je zou toch wel iets meer verantwoordelijkheidsgevoel mo gen verwachten van een man in die functie. Van der Grintens psychologische blunders zullen nog wel enige tijd hun invloed in Den Haag doen gelden. Hij heeft er voor gezorgd, dat het nieuwe kabinet-Van Agt onder uiterst moeilijke omstandig heden moet starten moeilijker nog dan het er aanvankelijk uitzag. Vervolg van pagina I Op de vraag of hij nog wel fractievoorzitter wil worden gaat Aantjes momenteel niet in. „Ik wacht eerst af wat de fractie wil," zegt hij. Problemen Het samenstellen van de regerings ploeg zal overigens nog wel enige problemen geven voor de formateur. Zo is bij voorbeeld nog steeds niet geregeld wie uit het CDA minister van sociale zaken moet worden. Aantjes vindt dat de huidige minis ter van sociale zaken Boersma het eerst gevraagd moet worden. De AR heeft drie kandidaten naar voren geschoven voor de drie minis tersposten die haar toekomen: Boersma, Goudzwaard en De Gaay Fortman. Om de beoogde premier bij te staan op sociaal-economisch en financieel terrein wordt momen teel overwogen een speciale staats secretaris bij hem te posteren. Dat zou dan de KVP-econoom drs. Peij- nenburg moeten worden, de man die Van Agt ook in de formatieonder handelingen met PvdA en met WD heeft bijgestaan. 'Hoge kwaliteit' Voor zijn kabinet zoekt Van Agt in ieder geval mensen van hoge kwali teit zei hij gisteravond. Hij stelde de volgende criteria: wijsheid, be kwaamheid, collegialiteit en ge zondheid van lichaam en geest. „Luiaards, ijdeltuiten en non-va- leurs komen er bij mij niet in," aldus de formateur, die begin volgende week zijn formatie hoopt af te sluiten. PvdA en D'66 waren teleurgesteld over de benoeming van Van Agt als formateur. De fractieleiders Van Thijn (PvdA) en Terlouw (D'66) had den de Koningin een ander advies gegeven. Beiden meenden zij dat er een nieuwe fase in de kabinetsfor matie is ingetreden nu het niet mo gelijk is gebleken een parlementair meerderheidskabinet van CDA en WD te maken. Gezien dat feit zou, zo is hun oordeel, eerst weer beke ken moeten worden of er van PvdA en CDA niet een stabieler extra parlementair kabinet te maken is dan van CDA en WD. door Hans Ledeboer ROZENBURG „Toen ik hier kwam heb ik gezegd: ik doe dit werk zeven of acht jaar. Het is specialistenwerk en na zeven of acht jaar moet je de moed heb ben naar de gemeente terug te gaan," zegt de industriepredi kant T. Harder. In de zomer van 1970 is hij uit Hoogeveen naar Rozenburg, in het hart van het Rijnmond-industriege bied, gekomen. In januari gaat hij naar Amersfoort. Zijn opvolger in Rijnmond is ds. W. C. Moerdijk uit Amsterdam. Beiden behoren tot de christelijke gerefor meerde kerken. Het industriepasto raat is interkerkelijk: hervormden, gereformeerden en christelijke gere formeerden werken samen, maar de predikantsplaats wordt betaald door de christelijke gereformeerde kerken. „Mijn werk is zelfs oecumenisch," zegt ds. Harder, „Ik werk nauw sa men met de drie bedrijfsaalmoeze- niers voor Rijnmond. In heel Zuid- Holland is maar één industriepredi kant tegenover tien bedrijfsaalmoe- zeniers. Dat is een kwestie van geld, waarbij ik echter wel besef dat een pater goedkoper is dan een predi kant, die immers een gezin achter zich heeft staan. Maar er zijn méér predikanten nodig." Open pastorie Ds. Harder is 43 jaar, hij is getrouwd en heeft zes kinderen. „Mijn vrouw voelde zich hier anders dan in de gemeente," zegt hij, „misschien wat geïsoleerd. Zij verlangt weef naar een pastorie, ik heb altijd een open pastorie gehad, waar de gemeente toegang had. Ook had ons gezin wat moeite om uit het noorden naar het westen te gaan. Hier is alles veel zakelijker, het leven komt wat har der over en als je daar doorheen prikt, voel je leegte, behoefte aan gemeenschap. De mensen kwamen hierheen om wat te verdienen, om te werken. Dat doet wat met de men sen. Dat motief is bij ieder gelijk en je vindt het terug in het samenle vingspatroon. Je vindt hier echte slaapsteden: de mens werkt in zijn bedrijf en leeft buiten het huis. Er zijn wel veel verenigingen maar in feite wordt hier een kunstmatig pak ket van gemeenschapsvorming aan geboden. Veel mensen die van elders komen gevoelen zich jarenlang een zaam." Ds. Harder constateert dat hij in het Rijnmondgebied veel heeft geleerd: „Ik moet de vragen die nu bij mij zijn opgekomen, „op de kerkvloer" kunnen brengen, ik ga de gemeente in met de nodige ervaringen die ik als industriepredikant heb opge daan." Niet meegegróeid Over dat werk als industriepredi kant zegt hij: „Je moet als industrie- predikant eigenlijk zó werken dat je jezelf overbodig maakt. Dat werk is ontstaan uit de constatering van een duidelijke vervreemding tussen kerk en werk. De wereld van de kerk, van de waarden en vormen van die kerk, is anders dan dat van het werk. De kerk is niet meegegroeid met de sa menleving, is opgehouden in te spe len op wat er in de samenleving aan de orde is. Daardoor is de kerk ver vreemd van de werksituatie en dus ook van haar eigen opdracht." Het industriepastoraat kwam pas na de oorlog van de grond in de protes tantse kerken. Eerder was de katho lieke kerk er mee begonnen. Ds. Har der ziet dit als een gevolg van onze kapitalistische instelling. „Kapita lisme is een economische term," zegt hij, „maar we kunnen niet voorbij gaan aan allerlei politieke stromin gen. Door die stromingen kan men deze samenleving niet volledig meer als kapitalistisch kenschetsen. In de werksituatie zijn steeds meer demo cratische aspecten te zien. Maar er is nog veel verschil tussen mensen op verschillende levensniveaus. Kinde ren van mensen die op een bepaald plan leven, in hun eigen kring, met hun eigen inzichten, hebben er geen idee van hoe „de ander" leeft. Voor sommigen zijn „primaire levensbe hoeften" van een totaal ander karak ter dan voor anderen. Doorbreken „Ik meen dat het Evangelie mij het gereedschap geeft om hier een vi cieuze cirkel te doorbreken. Die cir kel móét worden doorbroken, anders blijft het bij het lekken van wonden, kan de kerk alleen maar de barmhar tige Samaritaan spelen. Zeker, dat is óók een functie maar het is er slechts één. Ik ontmoet in dit opzicht bij. mensen vaak een stuk apathie. Let terlijk betekent dat woord „niet lij den". We hebben het lijden uit de wereld gehaald. „Aan de andere kant kom ik het bijna fatalistische catastrofe-geloof tegen. Als het Evangelie zich ergens tegen verzet is dat wel tegen apathie en catastrofe-geloof. Het Evangelie doet immers een beroep op de ver antwoordelijkheid van de mensen." „Maar ik ben inderdaad mensen te gengekomen die niet weten hoe de ander leeft. Uiteindelijk zijn eerste levensbehoeften voor ieder gelijk: onderhoud en onderdak. Maar veel mensen zijn opgesloten in de cocon van wat zij als hun eigen levensbe hoeften zien, en zij kunnen daar niet buiten kijken. Ik wilde d&t doorbre ken. Alleen op de wereld bestaat niet en alleen op de wereld bestaan met je eigen exclusieve groepje is ergens onmenselijk. De vraag is. in hoeverre het systemen zijn die ons zijn opge legd. waarin wij zijn gaan geloven dat de primaire levensbehoeften van de één duidelijk meer zijn dan die van de ander?" Triest Ds. Harder illustreert het begrip „systeem" met een voorbeeld: „Ik vind het ontstellend triest dat een medicus volgens de bestaande re gels ten minste drieduizend patiën ten moet hebben. Iemand die min der patiënten wil hebben en dus méér aandacht wil besteden aan ie der afzonderlijk, iemand die dus be wust wil genoegen nemen met min der inkomen dan zijn collega op grond van zijn verantwoordelijk heid tegenover zijn medemens, kan dat niet. Veel jongeren komen tot de ontdekking dat zij worden gedwon gen hun geld te verdienen in een volle dagtaak, zonder dat zij tijd mogen hebben voor hun medemens. Hier komt ook weer het Evangelie aan de orde* Ds. Harder ziet het industriepasto raat als lopend over twee sporen: „Een extern en een intern spoor. Dat interne spoor is de relatie naar de kerken toe. Die relatie ligt op ver schillende niveaus, er komt een stuk informatie naar de kerkeraden. de gemeenten, de synodes over de din gen die wij tegenkomen in de werk gemeenschap. Uit de werkgemeen schap ontstaat een toerusting in ge- sprekskringen met ambtsdragers, predikanten en gemeenteleden in themadiensten. Ik stel elk kwartaal een bepaald thema aan de orde. „Dan is er de externe lijn. de lijn naar buiten toe, naar het bedrijfsle ven. de organisaties. Ik bedoel daar mee dat wij in staat zijn mensen op te zoeken in hun bedrijfssituatie. In de moderne. - geautomatiseerde in-, dustrie hebben veel mensen werk dat alleen een bewakingsfunctie heeft. Maar er is ook werk waar een gesprek niet mogelijk is. Het gaat er om. dat men je gezicht kent Voor wat betreft organisaties denk ik aan ondernemingsraden, vakbeweging, werkgeversorganisaties. Dat concre tiseert zich in gesprekskringen en projectgroepen. Ik denk aan het project aangaande de ouder wor dende werknemer. Veel bedrijven zijn hier indertijd geheel nieuw op-, gezet, met een bemanning van jon geren. van min of meer gelijke leef tijd. Die jongeren worden samen ou der, er is geen geleidelijke vervan ging omdat binnen het bedrijf daar voor de leeftijdsopbouw ontbreekt. Hier ligt een wezenlijk probleem. Elke nieuwe industrie die zich hier vestigt brengt een golf jongeren. Over enige tientallen jaren krijgt men daar hetzelfde probleem. Ande re problemen zijn de werkloosheid, het milieu, de situatie in de toe komst, denk maar aan de scheeps bouw. In het externe spoor liggen Ds. T. Harder ik wilde zelf op de werkvloer staan ook de contacten met werkende Jon geren en werklozen." Geen echt werk Ook voor de Industriepredikant ligt er een merkwaardig eigen probleem „We hebben als theologen nooit echt gewerkt, we hebben nooit geleerd om in de theologie ruimte te maken voor de mens in de werksituatie. De theoloog houdt zich bezig met de mens in zijn vrije tijd. en als je Je alleen met de mens in zijn vrije tijd bezighoudt, ga je voorbij aan wezen lijke vragen. Het werk maakt de mens. het is niet zo „onschuldig" als wij altijd hebben gedacht Welnu, als er in en door het werk wat met de mens gebeurt, moet de theoloog daarbij zijn. Met dat alles ga ik nu terug naar de gemeente." Ds. Harder heeft, toen hij anderhalf jaar in Rozenburg als industriepre dikant werkte, een overall aange trokken: „Ik ben zes weken bij Hoogovens gaan werken, ik wilde zelf op de werkvloer staan En toen ik een overall aantrok, ondervond ik een stukje vertrouwen. Ik meen dat iedere industriepredikant een be- drijfsstage moet doorlopen Ds. Harder heeft vaker buiten de gemeente gewerkt: „Vijftien jaar ge leden ben ik legerpredikant ge weest. Daarvoor heb ik óók bewust gekozen, wij predikanten zitten In een zó beschermde wereld. Ik heb geen parallel gezien tussen het werk van een legerpredikant en dat van een industriepredikant, er zijn ner gens vergelijkingspunten, al ben Je in feite wel met dezelfde dingen be zig: het vertalen van het Evangelie naar de situatie waarin de mens verkeert." |HET WEER door Hans de Jong Jweerrapporten Ruimere opdracht Van Thijn adviseerde de koningin daarom de PvdA-leider Den Uyl op nieuw. maar nu een veel ruimere formatieopdracht te geven. Als tweede mogelijkheid noemde Van Thijn de benoeming van een informateur die een mogelijke PvdA-CDA-samenwerking eerst zal moeten onderzoeken. Van Thijn dacht daarbij aan de vice-voorzitter van de Raad van State Ruppert Terlouw adviseerde eveneens Rup pert of de vroegere burgemeester van Amsterdam Samkalden tot in formateur te benoemen. Ook sloot hij niet uit dat hij zelf direct als formateur zou optreden. De PvdA-fractieleider Van Thijn zei gisteren. „De keuze was aan het CDA: ofwel weer praten met PvdA ofwel doorgaan met de WD. Als het CDA met alle geweld het kabinet met de WD wil maken, tegen de verkiezingsuitslag in. dan zal het zich ervoor in het parlement moeten verantwoorden." Het gesprek van de dag was gisteren de lenteachtige temperatuur. In Roosendaal werd het 12.4 graden en ongetwijfeld ook andere, plaatsen hadden een uitstekende toestand. Zo'n snelle stijging naar een haast lenteachtig niveau deed wat denken aan die stormachtige climax op nieuwjaarsdag van dit jaar (maxi mum Maastricht toen tien graden naar veertien graden vorst daags voor oudjaar in Brabant). Wat lopen de belangen en interessen toch uiteen De aannemer die mij al enkele malen gebeld had om anti vriesweer hij moet voor een kar wei gedurende meer dan een half jaar onafgebroken dag en nacht be ton storten toonde zich hoogst tevreden vooral ook toen hij hoorde dat een kouinval van betekenis vooreerst onwaarschijnlijk blijft. Anderen, onder wie schaatsfans, toonden zich lichtelijk geïrriteerd door het onverbloemd „in het zonne tje zetten" van de zachte zuidoos ten- tot zuidenwinden en meer nog wellicht door de als mogelijkheid geopperde zoveelste afgang van Thi- alf in de komende winterweken. Weger Christiaans in Zutphen is een van diegenen die zich niet zomaar laat overtuigen. Hij denkt op zich verheugend mee. Het was her^ opgevallen dat zich aan het begin van de strenge winter '62-'63 een soortgelijke weerssituatie heeft voorgedaan als nu. Ook toen een oceanisch hogedrukgebied dat over de Britse eilanden in Europa door drong en ons een koud decemberbe- gin bezorgde en daarna dooiweer door een IJslanddepressie vanaf de cember. Wie had toen op 7 december 1962 een strenge winter durven voor spellen? „Mijn prognose", zegt hij, „is tenminste een te koud seizoen *77-'78" Ik heb de weerkaarten en stromings patronen van december 1962 er nog eens op na geslagen. In sommige opzichten is er inderdaad een paral lel, in andere niet. Toen was er na- menlijk geen hogedrukgebied in een zo vroeg stadium boven Scandina vië met „slurf" naar zuidoost-Euro pa en evenmin een reeks blokkeren de diepe depressies op de oceaan met aan de oostkanten een duidelij ke circulatie over West-Europa. Vanaf 8 december 1962 was er juist een west tot noord-westelijke circu latie in de bovenlucht met van 15 tot op 16 december een zware storm door een diepe depressie vlak ten noorden van de Waddeneilanden enz. enz. Van 19 tot 21 december volgde toen een overgang naar zeer koud weer, louter en alleen door het samengroeien van het Azoren- met het Scandinavische maximum in sa menwerking met luchtdrukdalingen in de Middellandse Zee. De uitdrukking „soortgelijke weers situatie", die briefschrijver bezigt, is te pretentieus. Het zit hem niet al leen in hoge druk hier, lage druk daar, maar juist in die kleine ver schillen, veel meer factoren dan je zomaar van de weerkaart kunt pluk ken. Het atmosferisch gebeuren is een zo gecompliceerd iets. een klei ne verschuiving naar west of naar oost kan verder een zo grote uitwer king hebben op het weer in een bepaald gebied, dat mijn conclusie is: Je kunt niet'zonder meer enkele weerkaarten of weersituaties grof weg met elkaar vergelijken om daar tamelijk vergaande conclusies uit te trekken. Overigens blijft het volgen van de ontwikkelingen bijzonder boeiend, niet in de laatste plaats voor winter- specialist E. de Vries te Ede, die naar de zachte overrompeling van dezer dagen met mogelijk nog meer gretigheid de oostelijke en noorde lijke horizon afspeurt naar lucht drukstijgingen en naderende koude golfjes. Een troost voor hem is nog altijd het hogedrukgebied dat bo ven Finland ligt toenemend tot bo ven 1042 millibar), en dat de naar midden Europa doorgelopen koude lucht vermoedelijk binnenkort wel weer wat dichterbij zal komen. Maandag en dinsdag zal wellicht de temperatuur ook bij ons weer iets lager worden. De Londense weer kundigen die de novemberstromen op het noordelijke halfrond in 1923, in 1930, 1969 en 1972 als voorbeelden aanhouden (daar is geen enkel cu rieus streng winter jaar bij), voorzien deze maand contrasterende weerty pen, nu eens zacht en nat met zuide lijke winden, maar dan weer zeer koude invallen uit het noorden. Kortom weertypen die samenhan gen met de meridionale circulatie, die er nu al enige tijd voorkomt. Aanvullende novemberneerslag-op- gave: Deume 147 mm. Amrtrrdam D* But Dreltn Efldc Eindhoven D<-n Helder Rotterdam Twente Vlistingrn 7-d Limburg Aberdeen Athene Barcelona Berlijn Bordeaux Brujtel Frankfort Geneve Helunki lnssbruck KUf>rn(urt Kopenhagen Lissabon Londen Luxemburg Madrid Malaga Mallorea Munchcn Oslo, Rome Spin Stockholm Wenen onbewolkt mist half bewoikl onbewolkt licht bet» licht bcw onbewolkt geheel bew regen geheel bew geheel bew geheel bew motregen regen regenbui iwaur bew licht bew geheel bew Casablanca licht bew Istanbul Las Pulmas /waar bew 21 0 New York licht bew Tel-Aviv half bewolkt 19 0 Tunis iwaar bew HOOOWATER raterdag 10 december VIH singen 104-13 24 HaringvlieUluizen I.11-13 33. Rotterdam 3 06 15 21 Schevenin- gen 2 16-14 34. IJmuiden 2.40-15 07 Den Hel der 7 05 10 36. Harlingen 9 09 21 43, Delfzijl II.12-2343 onder redactie-van LoesSmit „Sjeck is komende van het eiland Ceilon, dezelfe heb zijn vol gebit en Pronk van Slagtande. Het is de eerste dewelke ooit zoo gaaf in Eu ropa is overgebragt. De hoogte der- zelfe is 8 voet en zijne zwaarte ruim 3000 pond. Hij maak zij compli ment voor het geërde Publiek, leg zig neder om zijn Cornac daar zoo veel te gemakkelijker op kan stij gen, rich zig op en apporteert een karwas, een zakdoek, eenige stuk ke geld, ook het klijnste stuk geld. Hij neemt een mand net pf hij groentes gaat hale om te spijze, apporteert twee borden en haalt een stuk geld uit een volle emmer water dat hij aan zijn Cornac geeft dat dezelfe daar niet af hoeft te stijge. Hij leg zig neder om zijn Cornac daar zoo veel te gemakke lijker afte doen gaan en rek zig uit als een gewoonlijk paard. Dan ba lanceert hij met zijn twee Poote over 't kruis, met zijn twee Poote over eene zijde, volg zijn Cornac op drie poote hinkend net of dat hij werkelijk geblesseerd ls. kruip op zijn twee voorste knieën en loopen- de op zijn agterste poote de Cornac agter na. Vervolgens haalt hij zijn speelkis of werkkoffer, opent het slot van hetzelfe, blaas de Trompet als toernwagter, speel de fluit, klop met een houte hamer op de bodem net of hij werklijk een Timmerman is. speelt de mondharmonieca, keert met een vliegeverschrikker de vliege af, sluit zijn kist en breng hem op de plaas waar hij dezelfde vandaan gehaald heb. Daarna speelt hij het orgel, slaat de Trom en na deeze arbeid zet hij zig aan tafel en eet. kommandeert de be diende door het geluit der bel. ont vang geld van zijn Cornac en be taalt het aan zijn bediende, gaat met eene voorpoot op de Tafel, met alle bijde zijn voorpoten op de Ta fel en rek zig sterk uit Dan gaat hij op de koord met en zonder balan ceerstok. gaat op de stok over kruis met zijn twee poote, gaat met twee vaandels over de koord, schiet een Pistool af. gaat in 't Vuurwerk, komt van de koord en maak zijn compliment voor het geëerde Pu bliek te danken." Deze olifant Jack was wel het meest bijzondere dier dat het Artis- bestuur in 1839 overnam van mena geriehouder Cornells van Aken, die het met bovenstaande omschrij ving uitbundig aanprees. Artis was danig in zijn nopjes met de aan koop van Jack 4300), maar on dervond zoveel tegenwerking van de gemeente, dat het in opperste wanhoop aan Van Aken schreef dat die alsnog de olifant maar aan een andere moest verkopen. Er moest namelijk een loods voor Jack en de andere tropische dieren van de me nagerie gebouwd worden, want een dierentuin had Amsterdam nog niet. Nou, dat mocht van b. en w., zolang de muren van de loods maar „geheel blind zonder raam, deur. noch luchtgaten naar buiten" zou den zijn. Een raar gebouw dus. lucht- en lichtdicht, waar je niet in of uit kon. En intussen arriveerde Van Aken met de dieren in de hoofdstad, waar Artis ze na veel vijven en zessen tijdelijk in de Oranje Nassau-kazeme mocht on derbrengen. Al gauw waren de dieren daar ge wend. op Jack na. die zich stierlijk verveelde. Het tijdschrift Artis. waarin we dit stukje historie lazen, citeert een kroniekschrijver uit die dagen: „Hij danste niet meer op het koord, sloeg geen trom, draaide geen orgel, trok geen flesch open om haar te ledigen, schoot geen pistool af en miste zijn gereed schappen om te kloppen en te schellen. Eindelijk werd hij dit le diglopen geheel moede en begon dus met zijn tanden gaten in de grond te boren. Doch zoowel dit als alles omver te halen wat binnen zijn bereik stond, werd hem door den kornak belet. Er kwam intus- schen een oogenblik waarin hij al leen was. en nu toog hij aan den arbied. In zijn nabijheid lag een stapel zware deelen, te kolossaal dan dat men vreezen kon dat hij zich daaraan zou wagen. Misgere- kend: toen de timmerlieden eene plank kwamen uitzoeken, lag de gansche voorraad hout even net gestapeld aan de andere zijde; alles het werk van den jongeheer Jack. Hij bewees door zijn voorbeeld dat werken een zaligheld is." De Sumatraanse tijger is sinds kort in Indonesië beschermd, maar daar schiet het dier weinig mee op. Tij gerhuiden mogen nu weliswaar in Indonesië niet meer verhandeld worden, maar niet zo ver van Su matra ligt Singapore en daar mag alles. De Sumatraanse tijger komt daar natuurlijk niet voor en dus hoeft hij daar ook niet beschermd te worden Wie op Sumatra klan- desticn tijgers neerlegt, verkoopt de vellen dus gewoon in Singapore, waar ze in souvenirwinkels te krij gen zijn En wie kopen ze? Toeris ten uit rijke landen. Het tijdschrift Artis weet, dat jassen van tijger- bont bijvoorbeeld in de sjieke Re gent's Street in Londen open en bloot verkocht worden voor 12 500.- Deze apen (keizer tamarin heet de soort) huizen in de dierentuin van de Californische stad Los Angeles. De kleine tamarin is nog erg jong en vertoonde zich hier voor het eerst in het openbaar. Die eerste keer ging zijn keizerlijke vader een eindje met zijn zoon op stap. Dc eerste weken van zijn leven zal de kleine, de troonpretendent mag je wel zeggen, trouwens steeds op vaders rug mee mogen. In de dierenwereld is het nooit gek gevonden als vaders zich intensief met kinderen en huishou ding bemoeien. Bij binnenkomst in de Verenigde Staten moet iedereen die korter dan een maand tevoren op een boe- derij elders in de wereld geweest is. z'n schoenen laten ontsmetten. Want Je weet maar nooit, redeneren de Amerikaanse autoriteiten, wat ons vee allemaal kan opdoen van vreemde koeien en varkens; men sen brengen makkelijk veeziekten over. Dat stond op 1 december in deze krant, waarop de stichting pu blic relations land- en tuinbouw zo reageerde: „Lezers van Dichtbij Verder die voorlopig nïet naar Amerika gaan, zijn van harte wel kom voor een bezoek an een boer derij. Een briefkaartje aan „De Boer Op", postbus 2430, Den Haag is voldoende om een lijst met gast vrije boerderij-adressen te ontvan gen". Geen nieuwe actie, „De Boer Op", wel Interessant en leuk voor volwassenen èn kinderen om eens met eigen ogen te zien hoe het op een boerderij, tuinderij of bloemen- kwekerij toegaat. In alle provincies zitten wel van die gastvrije boeren en tuinders, dus erg ver weg is het nooit. eens zo'n lekker staaltje zien van mannen-superioriteit - nou ja. ver meende dan wel" In die aflevering ging het over „de schandalig opge schroefde veefok", waarbij de pre sentator volgens de Opzij-lezeres op bestraffende toon opmerkte u weet wel voor wie, mevrouw! alsof het allemaal de schuld van vlees-kopende huisvrouwen is. Dit schreef de boze lezeres onder ande re naar de samensteller van de cur sus: „Als de man bij de vrouw niet zo jengelde om .een goed stuk vlees', dan zouden de varkens-, kalf- en kippenfokkerijen heel wat minder afzet vinden." Een lezeres van het feministisch maandblad Opzij heeft zich danig opgewonden over een aflevering van de Teleac-cursus „Bedreigde landschappen". Ze liet het er niet bij zitten en laat Opzij „maar weer „Het is mij opgevallen dat er in Wan Pipel. door de VARA op 18 november uitgezonden, nogal ge vloekt werd Was dat nou nodig'' Het doet afbreuk aan de opvoed kundige waarde van de film en uw programma Nu laat ik zelf ook wel eens een knoop vallen, dus wat mijzelf betreft heb ik er geen slape loze nachten van. Toch zou ik van de film niets gemist hebben als dat vloeken achterwege was gebleven Als er zo nodig krachttermen ge bruikt moeten worden, dacht ik dat de Nederlandse taal daar ruim schoots in tegemoet kan komen Zonder dat anderen daar aanstoot aan zouden kunnen nemen (Een VARA-lid in de gids van die omroep).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 5