Er spoelt nu weinig meer aan Dok in het zuiden kon de zon fijn schijnen Eenheid tegen heug en meug knge tochten iet schelpenkar Bs»; Van tonnetjes boter tot vaten chemisch afval Grote openbare verkopingen al lang geschiedenis Wetenschap en techniek TERDAG 3 DECEMBER 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet EN HAAG In veel gemeen- luizen langs de Nederlandse 1st moeten alle registers wor- n opengetrokken om aan in- tmatie te komen over de plaat- iijke strandvonderij. Niet on- Igrijpelijk want er drijft nu nmaal weinig waardevols eer in de Noordzee. De tijd dat tsersschepen voor kapitalen :n balen kurk of drankvateri t zee oppikten is voorbij. Op !t strand hebben de houten sten met drank aan de vloed- n plaats gemaakt voor che- isch afval. De strandvonderij: in tonnetjes boter tot vaten :rylnitril. 3e mensen weten niet meer wat de randvonderij is," zegt de 80-Jarlge cheveningse strandvonder M. H. Vro- jk. „Ik neem dat eigenlijk niemand walijk." Sinds de jaren vijftig hoeft rolijk nog maar zelden in actie te omen om „de belangen van de (onbe- ende) eigenaar van aangespoelde of pgeviste goederen te behartigen. „Er poelt weinig aan, de strandjutters ■estaan niet meer. „Of toch wel," neent de strandvonder. „De tegen- voordige jutters lopen 's zomers met •en zeef in het zand te wroeten naar nunten en sieraden die zijn verloren ioor badgasten. Maar die vallen na tuurlijk niet onder de wet op de ;trandvonderij." Die wet schrijft voor dat iedere ge meente aan open water een strand vonder moet hebben die de van zee of van strand opgepikte goederen be heert en eventueel verkoopt. Officieel is dat, op een paar uitzonderingen na, de burgemeester van zo'n gemeente. Hij geeft de strandvonderstaak meest al in handen van één van zijn burgers die, bij voorbeeld door zijn werk, veel met strand en zee te maken heeft. Zo i? in IJmuiden een strandtenthouder belast met het beheren van de aange spoelde waren, in Katwijk een scheepsbouwer. Formele uitzonderin gen zijn er voor Den Haag (Schevenin- gen), Rotterdam (Hoek van Holland) en Dordrecht, waar de strandvonders in verband met een oud Koninklijk Besluit direct door de minister van Waterstaat benoemd worden. Zonder uitzondering zijn de strandvonders fi nanciële verantwoording verschul digd aan het provinciaal bestuur. Verfblikken Martinus Vrolijk is veertig jaar strandvonder en pas geridderd. Zijn vader was het ook in Scheveningen, net als zijn grootvader. Zijn zoon hielp jem na de jongste storm toen er op Het strand tussen Kijkduin en Wasse naar een lading verfblikken, vaten ge- dbncentreerd azijnzuur en een com plete aanhanger van een tankwagen aanspoelden. De strandvonder gaat in zo'n geval poolshoogte nemen en contact zoeken met een reeks instanties als de doua ne, de keuringsdienst van waren, de ontvanger van de invoerrechten, de commissaris van de koningin. Hij be kijkt of het spul kan worden opgesla gen, totdat de eigenaar zich meldt. De tankwagen, half vol met enthy- eenoxyde een vloeibaar giftig en txplosief gas werd van het strand ;esleept en door de brandweer en des- :undigen van de Shell leeggepompt. )e strandvonder zorgt ervoor dat de igenaar de rekening van de berging huis krijgt. [k heb wel eens met drie paarden Dullen van het «trand gehaald. Als et zware ladingen wrakhout waren, amen we een nettenwagen met een riespan en behoorlijk brede wielen. Is we een vat ver weg van het strand ,oesten halen koos ik meestal voor tn voerman met een schelpenkar," ;rtelt strandvonder Vrolijk over oeger. „Het meeste wat we bij de strandvonderij in Scheveningen in be heer kregen werd aangebracht door vissersschepen. Maar als er een noord wester storm was geweest zei mijn vader dat ik mijn fiets maar moest pakken om aan het strand te gaan kijken. Dan liep ik een paar uur langs het strand. Van Kijkduin naar Wasse naar." M. H. Vrolijk: veertig jaar strandvonder door Teun Lagas Verkoop De wet op de strandvonderij schrijft voor dat goederen die in beheer zijn bij de strandvonder verkocht mogen worden als de eigenaar zich niet meldt. Van de opbrengst mag de strandvonder zijn beheerdersloon af trekken (een paar procent van de op brengst: hoe hoger de opbrengst, hoe lager het percentage beheerdersloon) en de vinder van de goederen krijgt zijn bergloon. Gebruikelijk is dat een schipper die de spullen van zee heeft opgepikt, een derde van de opbrengst krijgt uitgekeerd Reclameert de eige naar zijn goederen wel, dan krijgen strandvonder en vinder hun percenta ges van de waarde. Als alle bergings- en beheerderskosten van de opbrengst zijn afgetrokken, en het provinciaal bestuur het financieel handelen van de strandvonder heeft goedgekeurd, dan wordt de netto-op brengst gestort in de 'consignatiekas' van het ministerie van financiën, zo bepaalt de wet. Het ministerie past dan tien jaar op het geld van de onbe kende eigenaar. Meldt hij zich niet binnen die termijn dan vervalt de op brengst van de goederen aan de staat. Alleen oudere strandvonders als Mar tinus Vrolijk kunnen zich nog uit hun jeugd herinneren dat er grote openba re verkopingen werden gehouden van aangespoelde scheepsladingen. Voor al tijdens en vlak na de Eerste Wereld oorlog kreeg de strandvonderij voor honderdduizenden guldens te verko pen aan hout, vaten machineolie, ba len textiel, reddingsboten en ander drijvend spul van getroffen schepen. Eén door tientallen vissersschepen op geviste scheepslading springt er in Scheveningen uit in die jaren: honder den vaten port waarvoor wijnhandela ren uit het gehele land gretig kwamen opdraven. Het register ter inschrijving van ge strande, aangespoelde en geborgen goederen in het district 's-Gravenhage loopt terug tot 1860. Alle vondsten zijn daarin bijgehouden. De vissers die in maart 1878 op de hoogte van de Goe dereede hun schaarse brood moesten verdienen, zullen de haring en ma kreel waarschijnlijk wel gelaten heb ben voor wat ze waren, toen ze plotse ling in een vloot van dobberende va ten rode bordeaux en rijnwijn terecht kwamen. De wijnen werden aan boord snel in watervaten overgegoten om bederf te voorkomen, vermeldt het register van strandvonderij. Er wer den zelfs ruim honderd vaten in alle eerlijkheid aan de strandvonder over gedragen. De eigenaar kwam niet op dagen, het spul bracht een goede drie honderd gulden op. Reddingjollen Totaal wel een flinke jachthaven vol aan losgeslagen reddingjollen hebben de oude schippers op de Noordzee aangetroffen, vooral voor Texel en Terschelling zag je er veel. Om maar niet te spreken van de vaatjes Engels bier, de zeemanskisten met volledige garderobe en de „verspeelde" drijfnet ten van Engelse en Franse collega's, die werden opgevist. Voor de huidige Scheveningse strand vonder bleef de lol meer beperkt tot vondsten als vliegtuigmotoren die na de Tweede Wereldoorlog wel eens in een net verstrikt zaten en het „vrien delijke" gebaar van een gezagvoerder die een lading vaten met chemisch afval op een paar mijl voor de Neder landse kust overboord liet zetten. „De taak van de strandvonder is de rech ten van de eigenaar te handhaven", zo schrijft de wet op strandvonderij dan ook sceptisch voor. ior J. G. A. Thijs een middag in een van de eerste clogsjaren wees een jong Duits sol- Qtje dat gepakt en gezakt in de trein or de Moerdijkbrug reed in de rich- tg van het westen en hij vroeg aan a Hollandse scholier die bij hem in c coupé zat: 1st England dort? (Is fgeland daar?). Ruim 35 jaar later siat dit voorval (typerend voor het ri'eve enthousiasme onder veel Duit- srs die toen ons land bezetten) de bs'er van toen nog duidelijk voor de g?est. Het is een van de vele herinne ringen die voor hem verbonden zijn aan de brug. die in 1936 als een soort wereldwonder verrees, en nog wel vlak bij huis. Vanaf de waterkant kon je de bouw een beetje volgen en als jongen kon je het eigenlijk niet zo héél erg vinden dat het prachtige bouwwerk op 10 mei 1940 onbeschadigd bleef doordat de Duitsers het al in de vroege morgen veroverd hadden. De daar ge legerde Hollandse militairen hadden die overval niet kunnen afslaan. Zij leken maar weinig in getal: aan beide kanten van de brug zag je gedurende de mobilisatietijd een soldaat op wacht staan met een wapen op een soort driepoot (waarschijnlijk een luchtdoelmitrailleur) naast zich en dan was er aan de noordkant één bunker. Hoewel de brug nu (sinds vorige week) verbreed is en dus omvangrijker ver keersstromen kan dragen kun je toch ook wijzen op verder functieverlies. Jarenlang was „de Moerdijk", waar mee dan niet het dorpje van die naam maar meer de afstand tussen beide oevers van het Hollands Diep aange duid werd, het symbool van een tegen stelling tussen het „donkere" (roomse) zuiden, en het meer verlichte (protes tantse) noorden. Nu geloof ik dat die tegenstelling in de gedachten van veel mensen scherper was dan in werke lijkheid. Wie in de vooroorlogse jaren in het zuiden opgegroeid is kan getui gen dat het met de duisternis daar nogal meeviel: de zon kon er fijn schij nen, waarschijnlijk net zo fijn als el ders, en spelen kon je er geweldig. Die herinneringen worden absoluut niet overschaduwd door de problemen die er natuurlijk ook waren. Zo stond je, als de bisschop het dorp bezocht en Je wilde van die processie-achtige in tocht wat zien en toch je protestant zijn niet verloochenen, in de letterlijke zin voor paal tussen een massa knie lende mensen. Maar overigens ontdek te Je al spoedig dat het een waanidee was dat de roomsen van hun geestelij ke leidslieden naar hartelust mochten vloeken en leerde je begrijpen dat zij het absoluut niet oneerbiedig bedoel den als ze het hadden over „ons lief Heerke" of over „het manneke hierbo ven" (de Here God). En een gerelor- Een kiekje dat een amateur in 1936 nam van een van de overspanningen van de Moerdijkbrug die naar zijn plaats op de pijlers gevaren werd. meerde kerkbodeschrijver in het zui den nam het in de jaren dertig op voor de roomse actiegroep „Brabantia No stra" die met de uitspraak dat een „goed Brabander goed Rooms is" nog al kritiek losgemaakt had. De schrij ver wijst erop dat Brabant nu eenmaal overwegend rooms is, dat de actie het roomse bewustzijn wakker wil schud den tegen het gevaar voor communis me en NSB en dat de wereld er toch belang bij heeft dat „de godsdienst zijn Invloed behoudt". Om tot „de Moerdijk" terug te keren, zoals vrijwel elke plaats in ons land heeft ook het dorpje van die naam zijn „kwestie" gehad. In de Jaren zeventig van de vorige eeuw werd de jonge hervormde predikant van Moerdijk, ds. W. H. C. Koeken, geschorst en afgezet nadat hij met Jeugdig vuur de strijd had aangebonden tegen de los heid van zeden in het dorp. Daar wa ren veel kroegen en er werd veel op zondag gewerkt (er was veel personen verkeer via de pontveren en veel goe deren moesten overgeladen worden) en daardoor raakte de kerkgang in het gedrang. Toen ds. Koeken tuchtmaat regelen aankondigde en dat weer be zwaarschriften uitlokte, begon er een strijd die hij verloor. Overigens springt dr. J C. Rullmann, die dit verhaal vertelt in „De strijd voor kerk- herstel", met één datum wat onzorg vuldig om. Hij zegt dat er in de Jaren zeventig nog geen spoorbrug over de Moerdijk was. maar die brug kwam gereed in de loop van het Jaar 1871 en op 1 januari 1872 werd de lijn Dor- drecht-Lage Zwaluwe geopend. De heer H. Algra kon dus (in „Een kleine eeuw Kleine Luyden") zonder de fei ten geweld aan te doen vermelden dat veel Kamerleden uit Brabant en Lim burg (die in tegenstelling tot veel col lega's elders uit het land niet in Den Haag gingen wonen) zich uit het don kere zuiden via de Moerdijkbrug ter Kamervergadering begaven. Nieuw woord En daarmee eindigt zelfs dit stukje in Den Haag, waar deze week (opmerke lijk feit) de Kamer weer eens bijeen kwam en waar Van Agt de Nederland se taal zoal niet verrijkte dan toch uitbreidde met een nieuw woord: de loyalisten. Wat de Kamerleden be treft, te hopen valt dat de nieuwelin gen onder hen een betere indruk van het parlementaire werk krijgen dan bijna een eeuw geleden het geval was met jhr. mr. A. F. de Savornin Loh- man, die in 1879 aan ds. H. Pierson schreef dat zijn „natuurlijk opper vlakkig" oordeel voor de Kamerleden „niet zeer vleiend" was. De meeste Kamerleden herinneren Je meer aan oud-studenten dan aan staatslieden, de toon is familiair, men gaat ook met de tegenpartij gemakkelijk om en drukt iedereen de hand, en dat maakt een onaangename indruk als men be merkt dat tussen bijna alle leden een sterke jaloezie bestaat en „alles van intriges samenhangt", aldus ongeveer Lohman, die ook schrijft! „Ronduit gezegd is het alsof men komt in een leugensfeer". door Rob Fo ppen a Nog vier weken en een hectare land zal geen bunder meer zijn. Wat geleidelijker, maar even onherroepelijk, zullen alle auto's hun paardekrachten verliezen. En het heeft niet overdreven veel gescheeld of de maximum snelheid zou van 100 zijn teruggebracht naar 28. Het is geen revolutionaire wijziging in de grondpolitiek, geen fundamenteel nieuw inzicht in het verkeersbeleid. Maar er verandert op 1 januari iets aan de manier waarop wij elkaar de uitkomst van bepaal de metingen meedelen. De bunder en de paafdekracht zijn op de weg naar het mu seum waarop de Rijnlandse roede (krap 3 meter 77) als een heid van lengte en het Bra bantse pond (0,46910 kilo) als eenheid van gewicht hen voor gingen. Het afscheid wordt bezegeld door een elegante wijziging van artikel 5 van de IJkwet. Daarmee wordt een richtlijn van de Europese Gemeen schap uitgevoerd die voor schrijft dat in de negen landen, met een beperkt aantal uitzon deringen, het Internationale Stelsel van Eenheden zal wor den gehanteerd, bij afkorting het SI. Dat zal voor de Britten de grootste overgang opleve ren. Wij meten afstanden al sinds 1820 in meters, zij zullen nu definitief van hun in twaalf inches verdeelde voet moeten afstappen. Een aok het zestien ons tellende pond van 0,4536 kg is geen lang leven meer be schoren. Het is natuurlijk best handig dat we nu allemaal met meters en kilogrammen gaan werken, maar er zitten een paar haken en ogen aan. Want ook ons systeem bevatte minder logi sche trekjes. Omdat het wat gênant was, Britten en Ameri kanen te vragen om die dan ook maar over te nemen, is afgesproken dat we dan maar allemaal het SI als logisch slui tend en samenhangend sys teem zo zuiver mogelijk gaan toepassen. Stoeien Dat heeft zeven grondeenhe- den, waarmee alle andere zon der moeilijke omrekeningsfac toren worden samengesteld. Met drie ervan gaan we nu wat stoeien, want er komt een klein „stukje natuurkunde bij de om schakeling kijken. Het zijn de welbekende eenheden van lengte (de meter, m), van mas sa (het kilogram, kg) en van tijd (de seconde, s). En de pijn zit hem bij het kilogram, waar wij nogal slordig mee om springen. Wanneer we zeggen dat een ruimtevaarder tachtig kilo weegt, bedoelen we dat hij een bepaalde kracht uitoefent op de grond waarop hij staat. Lanceren we hem in een kunst maan in een baan om de aarde, dan weegt hij daar niets meer, hij oefent zo'n kracht niet meer uit, hij heeft geen ge wicht meer. Toch herkennen we in de foto's van zo'n in zijn cabine zwevende figuur nog steeds een ruimtevaarder van 80 kilo. Die onveranderde grootheid ia zijn massa; wat hij weegt is kennelijk een andere zaak. Er is in het SI ook een andere meeteenheid voor, de newton, afgekort tot N en uit gesproken als Njoeton. Ge woon even wennen: de man weegt, als hij weer thuis is, 784,5 N, want er gaan iets meer dan 9,8 newtons in wat u en ik een kilo zullen blijven noemen. Die newton is onberispelijk uit grondeenheden opgebouwd, want het is een kilogram maal meter per seconde en dat nog weer eens per seconde. De die pere achtergrond daarvan mag u vergeten, en de newton als gewichtseenheid verder ook, want we mogen onszelf en de aardappelen in kilo's blijven wegen, omdat we dan volgens de geleerden eigenlijk toch een massa meten. (Voor wat be treft de badkamerweegschaal is dat pertinent onwaar, maar alia.) De newton als eenheid van kracht moeten we wel in de gaten houden, want daar re kent het SI verder mee door. De druk van een gas bijvoor beeld, is de kracht die het op een wandoppervlak uitoefent, en dat gaat niet meer in kilo's per vierkante centimeter, dat gaat in newtons per vierkante meter. Ook voor die eenheid van druk is een aparte naam de pascal, afgekort Pa. Even terugkijken, juist, een „kilo per vlerkante centimeter", (één atmosfeer) is dus ruim 98 000 Pa. Dat ziet er niet uit als een indrukwekkende stroomlijning, zelfs al mag je het ook 98 kllopascal (kPa) noemen. Foefje mosfeer noemden maar die 1,03 kilo per vlerkante centi meter groot was, rap door de bijna even grote bar Die was keurig netjes gedefinieerd bin nen het SI, namelijk als 100 kPa. Ze moesten voor het fijne re werk uit hun hoofd leren dat de gemiddelde luchtdruk op zeeniveau niet meer één at mosfeer was maar 1,01325 bar. maar konder verder in dezelfde getallen blijven denken. Dat is blijvend wettelijk erkend, dus wij kunnen straks ook een au toband tot 1,6 bar laten op pompen tin plaats van 1,6 at mosfeer). Alleen de dokter krijgt het moeilijk. Hij meet sinds jaar en dag bloeddruk in millime ters kwikkolom, die hij trou wens letterlijk voor zich ziet. Hij weet wat hij moet denken bij 160/100, en zal zich vol strekt verdwaald voelen wan neer een nieuw metertje hem over dezelfde patiënt de meet cijfers 21/13 verschaft (in kPa) Hij heeft van de minister twee Jaar uitstel gekregen. Wanneer de dokter een dieet voorschrijft, krijgt hij of de diëtiste het meteen al moei lijk. Hun moeilijkheid wordt gedeeld door de verwarmlngs installateur. Ook de calorie als eenheid van warmte en voe dingswaarde gaat er uit. Het SI kent één eenheid voor alle vor men van energie en dat is de joule, uitgesproken als dzjoel en afgekort tot J. Even wen nen: alle getallen worden ruim vier keer zo groot, want één calorie is 4,2 J en één kilocalo rie dus 4,2 kJ. (In de voedings leer heet die kilocalorie ook wel Calorie, met een grote C. dus 1 Cal 4,2 kJ). Een joule is de hoeveelheid arbeid die wordt verricht door met een kracht van één newton één me ter te trekken. Paard Gewapend met deze kennis kunnen we nu de paarde- kracht aan, de verdwijnende eenheid van arbeidsvermogen. En we komen daarmee onver wacht op bekend terrein, want de eenheid van arbeidsvermo gen is het vermogen om één joule per seconde te presteren, de watt, uitgesproken als wot en afgekort tot W. Die was in de elektrische sector al lang en breed ingevoerd, omdat hij zo eenvoudig samenhangt met stroomsterkte en spanning. Maar hij gaat nu dus alle ver mogens beschrijven. Een auto met 30 PK moet voortaan wor den aangeprezen of afgeraden als 22 kW. Want er gaan 1,36 paardekrachten in een kilo watt en het paard wordt nu definitief bedankt voor de vele gewichtige diensten die het aan de werktuigbouwkunde heeft bewezen. Die maximumsnelheid van 28 tenslotte, was de 100-km-grens uitgedrukt in de meest voor de hand liggende eenheid van snelheid, de meter per secon de, waarvoor niet eens een nieuwe naam of afkorting is bedacht. En we blijven het toch lekker in kilometers per uur doen, en de scheepvaart krijgt dispensatie om het in zeemijlen (van 1852 meter) per uur te blijven doen, die ze kno pen mogen blijven noemen. Want er zijn nog steeds dingen waar zelfs de Europese Ge meenschap niet met haar machtige papieren vingers tus sen komt. Boekjes Daar is een wat lafhartig foefje voor Ingevoerd. De meteorolo gen hebben het bedacht toen ze de bul zagen hangen. Zij vervingen hun eigen eenheid van luchtdruk, die ze ook at- Voorlichtende lectuur over de omschakeling is op twee ni veaus beschikbaar. Wie het pre cies en tot in details wil weten, kan bij het Van Swindenlabora- torium van het IJkwezen, Alp- hona Diepenbrockhof 2 in Den Haag, de brochure „Meeteen- heden in beweging" aanvragen, waar het haarfijn in slaat. Wie de simpele gevolgen voor het dagelijks leven in een glashel dere tekst wil overzien, is beter geholpen met het boekje ,,Het Internationale Stelsel van Een heden", gratis te krijgen bij Shell Nederland Verkoopmaat schappij, antwoordnummer 175, Rotterdam. (Daar komt ook de tekening uit.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 9