Totale ontreddering na vloedgolf in India Massale hulp is mooi... maar daarna? Vlammenwerpers om doden te verbranden Natuurramp krijgt politieke nasleep i [ATERDAG 3 DECEMBER 1977 BUITENLAND T rouw/Kwartet11 BHOETAN Sjillong t SANG L A\ \DEStf7 BIRMA \rabische Hyderabad .maisoer- Bengalen Madras; Andamanetv v' tamil/ i nadoe! :lokkodi»en: «RAlAi 'rivandroer ;iCEYLON Indische Oceaan: Als de eerste nood onder de slachtoffers van de ramp, die deze eeuw de grootste is geweest in In dia, gelenigd is, zal er ge dacht moeten worden over de wederopDouw van het gebied. Massale maar kortstondige hulp is slechts een tijdelijke oplossing en kan soms de werkelijke problemen versluieren. Ook zonder deze wervelstorm leven er in dit gebied miljoe nen mensen in diepe ar moede en zonder uitzicht op een betere toekomst. Een wervelstorm ls niet te voorkomen, maar er zijn misschien wel maat regelen te treffen die de gevolgen van zo'n storm minder desastreus maken. Professor M. A. Windey, een jezuïet van Belgische oor sprong en al jaren werkzaam in die deelstaten die het meeste te lijden hebben van de stormen, Orissa, Andhra Pradesj en Tamil Nadoe, heeft er wel ideeën over. Geen ideeën overigens die in een handomdraai te verwe zenlijken zijn. Ook geen ideeën waarbij het kapitaal de grootste rol speelt. Professor Windey ls leider van de „Village Reconstructi on Organisation" VRO, die zich bezighoudt met het her stel en de wederopbouw van Indiase dorpen, eigenlijk van Indiase dorpssamenlevingen, want het puur technische maakt maar een betrekkelijk klein deel uit van de werk zaamheden Het belangrijk ste is wel het activeren van mensen en gemeenschappen, het laten zien dat mensen ge zamenlijk tot iets in staat zijn en hun eigen levensom standigheden voor een deel zelf kunnen bepalen. Het moet uiteindelijk van de In diase dorpelingen zelf ko men. De organisatie biedt hun slechts een handreiking. Averechts Windey maakt zich zorgen dat de massale hulp die nu verstrekt wordt een ave rechts effect heeft. Op een bijeenkomst in de Techni sche Hogeschool te Eindho ven, begin deze week, legde hij uit dat „we moeten oppas sen dat allerlei filantropische instellingen met de beste be doelingen niet de laatste energie van de mensen in de massaal geleverde dekens in pakken". De VRO werd in 1966 ge sticht, nadat een wervel storm zijn verwoestende werk gedaan had. „WIJ trok ken toen langs de dorpen en probeerden de doffe berus ting te doorbreken. Er zijn mensen die voor de vijfde maal hebben moeten zien hoe hun huis vernietigd werd. Straks gaan we weer op pad en stellen de mensen mis schien wel vervelende vragen die ze liever niet beantwoor den willen. Ze willen eten. Wij vragen wat ze ooit gezamen lijk gedaan hebben voor die put, dat huis, die dam of die dijk en wat ze van plan zijn er In de toekomst mee te doen. Beantwoording van die vraag houdt een soort sociaal ver drag in. Als de mensen be sluiten gezamenlijk een nieuw dorp op te zetten, houdt dat het slechten van een aantal barrières in. Men sen die nog nooit gewerkt hebben moeten aan het werk. Hindoes en moslims moeten samen eternitplaten versjou wen. Leden van verschillende kasten moeten gemeen schappelijk een put graven. In zo'n proces komen nieuwe leiders naar voren en dat hoe ven niet de Brachmanen of de rijkste mensen uit het dorp te zijn. Het hele proces is van het begin tot het eind een leerproces, waarin naast het omgaan met elkaar ook allerlei technische vaardighe den kunnen worden aange leerd. Simpel Dat hoeft natuurlijk niet onze westerse wetenschappe lijke technologie te zijn, het gaat in eerste instantie om simpele technieken die pas sen bij de ontwikkeling van de samenleving. Professor Windey is een aanhanger van de ideeën van de legendari sche Indiase leider Mahatma Gandhi, die altijd grote na druk gelegd heeft op de ont wikkeling van kleinschalige technologieën in de Indiase dorpssamenlevingen Nog steeds is Gandhi's spinnewiel een bron van inkomsten voor miljoenen Indiase gezinnen, zo zegt de professor. Ook de hou-het-klein-ideologie van de onlangs overleden Britse econoom Schumacher spreekt hem erg aan en diens ideeën vinden veel weerklank bij zijn organisatie. De VRO heeft tot op heden 70 dorpen gesticht en in geen van deze dorpen zijn grote verwoestingen aan gericht. „Ik heb een telegram gehad uit India (hij was net voor de wervelstorm uit India ver trokken) en daarin stond dat er in 'onze' dorpen geen do den zijn gevallen. In verschil lende dorpen waren wel de daken van de huizen bescha digd, maar verder hadden de woningen het uitstekend ge houden. Hetgeen wel iets zegt over de kwaliteit ervan, aldus de prof. „We moeten nog een oplossing vinden voor de dakconstructie en binnen de VRO wordt aan polyester gedacht." Waar professor Windey zelf geen grote voorstander van is, om dat hij het liever bij inheem se materialen houdt. „Maar wij leren van elke cy cloon, het is mogelijk om vanuit elke wanhopige toe stand tot een gemeenschap pelijke vernieuwing te ko men," aldus professor Windy, die nog wel kwijt wil dat de mensen uit verschillende door de VRO opgezette dor pen direct na de ramp begon nen zijn met het bieden van hulp aan andere dorpen. De ideeën van de VRO verto nen overeenkomsten met het Indiase „community deve lopment" werk, (gemeen schapsontwikkeling) een in de Jaren vijftig groots opge zet programma, dat echter niet aan de verwachtingen heeft voldaan en feitelijk in de bureaucratie verzand is. „Het elan hiervoor is uitge doofd, men is moe, maar je kunt niet zeggen dat alles te vergeefs is geweest. Dit pro gramma was een heuvel in de opgaande lijn. Er ontbrak echter iets aan. De nadruk werd te veel gelegd op ont wikkeling. Daardoor kwam de „gemeenschap" in gevaar. Van het Indiase community development-programma en de daarmee gepaard gaande groene revolutie hebben vooral de rijkste boeren in de dorpssamenlevingen geprofi teerd en het heeft daardoor de kloof tussen arm en rijk in India eerder vergroot dan verkleind. De VRO legt de nadruk meer op de gemeenschap zodat niemand uit de boot hoeft te vallen en volgens Windey hebben vele Indiase organi saties die zich eveneens be zighouden met dorspontwik- kellngen haar ideeën min of meer overgenomen. Ook de Indiase overheid legt de VRO geen strobreed in de weg en biedt zelfs steun, zij het voor al morele. Bevrijding Een belangrijk moment in het hele ontwikkelingsproces van een dorp ls dat waarop het dorp de keuze moet ma ken hoeveel en welke elemen ten uit een stedelijke cultuur moeten worden overgeno men. Het in het dorp te geven onderwijs bijvoorbeeld hoeft niet noodzakelijk hetzelfde te zijn als datgene wat kinde ren in de steden voorgescho teld krijgen. Het moet in de behoefte van het dorp zelf Geld voor hulp aan India kan worden gestort op de giroreke ning van het Rode Kruis, 777 te Den Haag; of de Wereldraad van Kerken onder vermelding van Oeucumenische Hulp, giro 5261 te Utrecht. voorzien. Die keuze moet het dorp zelf maken. Zo ook de keuze van het al of niet opzet ten van een vorm van indu strie. De gemeenschap moet zelf de alternatieven ontdek ken en bespreken. Daarbij kunnen en mogen er fouten gemaakt worden. Windey noemt deze fase de bevrij ding. Dit in tegenstelling tot verslaving die de professor zo vaak in het westen signa leert. Wat dat betreft kunnen westerse samenlevingen veel van de Indiase dorpen leren. „Je moet eens door de rooie lichten durven rijden." Na deze toch wel wat filosofi sche benadering, waarvan Je Je als nuchtere verslaafde Hollander afvraagt hoe Je daarmee de gevolgen van een wervelstorm te boven komt. daalt de professor af naar de aarde en staat met belde be nen op de gTond als hij zegt dat Nederland in India groot se dingen zou kunnen doen in de waterbeheersing van het getroffen gebied. „Er zou een systeem van afvoerkanalen moeten komen, zodat het wa ter van een vloedgolf zo snel mogelijk weer afvloeit en niet grote delen van het land ver- zilt. Verder zou er een stelsel van dijken moeten worden aangelegd waardoor een eventuele vloedgolf gekeerd zou kunnen worden." Maar hij voert meteen bedenkin gen aan. Bij een dijkdoor braak zou de ellende hele maal niet te overzien zijn. „Het water zou niet terug kunnen vloeien en de mensen zouden als ratten in de val zitten." willen verlaten. Zij willen blijven waken bij hun doden. Verschillende buitenlandse organi saties als het internationale Rode Kruis en de Wereldraad van kerken hebben hun diensten aangeboden en verzamelen geld voor de slachtof fers van de ramp. Volgens deze bei de organisaties loopt het aantal mensen dat van de ramp te lijden heeft tegen de zeven miljoen. De afgelopen week heeft het Indiase Rode Kruis vanuit Madras voorra den rijst, melkpoeder, babyvoedsel, dekens, kleren en medicamenten naar het rampgebied gestuurd. Er is een massale inentingscampagne aan de gang met het oog op het gevaar van epidemieën. Verslaggevers die met helicopters van het leger meevlogen over het gebied vertelden van bergen lijken die een afschuwelijke stank ver spreiden en die groot gevaar opleve ren voor de gezondheid van de over levenden. Traditioneel worden in In dia de lijken verbrand, omgeven met de nodige ceremoniën. Maar daar ontbreekt nu de tijd en het brandhout voor. De lijken worden met benzine overgoten en dan in brand gestoken. Zelfs heeft het leger gevraagd om vlammenwerpers te mogen gebruiken om de doden te verbranden Professor M. A. Windey door Johan ten Hove Ruim twee dagen voor de grote ramp in de zuidoostelijke Indi ase deelstaat Andra Pradesj waren de radiostations vrijwel onafgebroken in de lucht om te waarschuwen voor de naderen de wervelstorm. Aangezien te genwoordig in de meest afgele gen dorpen op het Indiase plat- telind de internationale en na tionale top-tien via de transis- toitadio te beluisteren valt, kan gevoeglijk worden aange nomen dat de bewoners van de vruchtbare kustvlakte op de hiogte waren van het nade rend onheil. T>ch gingen de boeren tot die be- ifcste zaterdagavond rustig door net hun werk op het land. Natuur lik zullen ze op kleine schaal de odige voorzorgsmaatregelen getrof- fn hebben. Wervelstormen komen tker voor in dit gebied en niemand beft deze mensen te vertellen wat «t inhoudt. Nog geen week voor de itnp in Andhra Pradesj gierde er ën over de nog zuidelijker gelegen taat Tamil Nadoe en liet daar 500 loden achter. les uur later waren tienduizenden i Ruizen en optrekjes met de grond I ielijk gemaakt, waren honderden 4orpen volledig weggevaagd, tien duizenden stuks vee gedood en dui zenden mensen omgekomen. Naar lichatting twee miljoen mensen wa ren dakloos en ruim anderhalf mil joen bunder oogstrijpe velden waren terwoest. De wervelstorm die met linelheden van 150 kilometer per uur óver het land raasde, ging gepaard met een zes meter hoge vloedgolf en daar waren de miljoenen ongelukki- gen niet op voorbereid. Trouwens wat valt er voor te bereiden door eenvoudige Indiase boeren bij een natuurramp van deze omvang en deze kracht. Vooral in het kleine dicht bij de kust gelegen district Davi Taloek heeft de storm ongekende verwoestingen aangericht. Volgens sommige schat tingen (nog steeds is niets met zeker heid te zeggen over het aantal slachtoffers) zijn daar meer dan 10.000 doden te betreuren. Hier zijn hele dorpen meegesleurd door de vloedgolf en de nog overgebleven dorpen zijn nauwelijks bereikbaar voor de hulpploegen. De ooggetuige verslagen geven een beeld van de algehele ontreddering. Mensen die konden ontvluchten uit ineenstor tende huizen, waar hun familie ach terbleef doen hun verhalen in de inderhaast opgezette vluchtelingen kampen. Kinderen die in de kampen of in de verwoeste dorpen op zoek zijn naar hun ouders en ouders die op zoek zijn naar hun kinderen. De vraag is in India gerezen wat de regering van de deelstaat Andhra Pradesj had moeten en kunnen doen. Over deze vraag is er een plat te politieke rel ontstaan, waarbij het feit dat de deelstaat bestuurd wordt door een regering van de Congres partij, die momenteel landelijk in de oppositie zit, wel degelijk een rol speelt. Verschillende politici van de landelijk regerende Janata (volks)- partij onder leiding van premier Mo- rarji Desai hebben al aangedrongen op het overnemen van het bestuur in de deelstaat door de regering in New Delhi. In het verleden werd dit dik wijls gedaan door de leider van de Congrespartij, oud-premier Indira Gandhi, als zij vond dat een deel staatregering niet voor haar taak ge schikt was. En dat vond zij. als het ging om een regering die niet van haar partij was, nogal vaak. Plichtsverzuim Vier Janata-politici, onder wie de niet uit te vlakken minister van de fensie Jagjivan Ram leverden felle kritiek op de regering van Andhra Pradesj, die onder leiding staat van eerste minister Vengal Rao. Hem en zijn regering werd „ernstig plichts verzuim, dat geleid had tot vele slachtoffers" verweten. Hij verweer de zich zwakjes met te zeggen dat de meeste dorpsbewoners geen zin had den geëvacueerd te worden uit het gebied. Verder werd hij ervan be schuldigd veel te laèt maatregelen te hebben genomen om het red dingswerk op poten te zetten, terwijl hij twee dagen van te voren wist dat de ramp aanstaande was. Inderdaad lijkt het reddingswerk en de hulp verlening pas in het midden van deze week op gang gekomen te zijn. De logge Indiase bureaucratie heeft hier zeker mee te maken. Twee mi nisters uit de deelstaatregering na men hun ontslag „omdat zij als ambteloos, burger meer voor de mensen in het getroffen gebied kon den doen dan als minister". De felste beschuldiging was wel dat de regering van de deêlstaat pro beerde de gevolgen van de ramp te verdoezelen. Het duurde erg lang voordat toegegeven werd dat het aantal doden de twintigduizend was gepasseerd. De vier politici geloof den ook van dit cijfer niets en hou den het aantal slachtoffers op onge veer vijftig duizend. Verder kwamen er uit de getroffen gebieden gelui den van mensen die vonden dat er nu genoeg hooggeplaatste functio narissen per helicopter over het rampgebied gevlogen waren en dat men van de verklaringen van deze mensen „dat alles heel erg was" ook niet veel wijzer werd. Het reddingswerk en de hulpverle ning moet voorlopig gericht worden op de leniging van de eerste noden van de overlevenden in het getroffen gebied. De Indiase regering heeft hiervoor het leger ingeschakeld dat de mensen uit de ondergelopen dor pen. die veelal van de buitenwereld zijn afgesneden evacueert naar kampen. Gezien de uitgebreidheid van het gebied levert dat veel pro blemen op. Daarbij komt nog dat veel mensen in een verdovingstoe stand leven en soms hun dorpen niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 11