Elk oordeel over Amerika schiet tekort Het CDA en 'de eerste klap' Wordt het tijd voor een anti-PvdA-motie? De dames en heren socialisten worden bedankt Zogezegd Buitenveldertse nachten VRIJDAG 2 DECEMBER 1977 TROUW/KWARTET 13 door Jan Nico Scholten Wat eigenlijk onmogelijk is, wordt volgende week realiteit: de presentatie van een CDA-WD kabinet aan de Tweede Ka mer en de Nederlandse kiezer. Deze laatste had dit op 25 mei j.l. niet bedoeld. Daar waren in ieder geval alle fracties in de Tweede Kamer het over eens. Ook de fractie-voorzitter van de VVD adviseerde toen nog de grote overwinnaar Den Uyl met de formatie-opdracht te belasten. Omdat ik te lui ben om titels te bedenken voor de stukken die ik schrijf want zoals iedere scribent weet, soms bedenk Je de prachtigste titels maar schrijft er nooit een steek bij, en omgekeerd: een stuk schrijven betekent nog helemaal niet dat Je ook een titel erbij weet goed, omdat mijn luiheid mij belet een titel te vinden, is de redactie van de krant zo goed er één boven te zetten. En zo lees ik boven een stuk dat ik enige weken geleden schreef het spannende opschrift: „Ellende en verlossing vallen uiteen in de VS" (Trouw, 11 november 1977). Ik kan het niet laten daarover nog wat verder na te denken. De besef dat het mijn eigen voorliefde voor theologische beunhazerij is die de redactie tot die compacte samenvatting heeft verleid. Mij verleidt dat weer tot nog meer theologie en Amerikanistiek, tot beide werkelijk, want ze lijken bijeen te horen. Wiens schuld is het eigenlijk dat wij zodra wij over Amerika praten in een soort theologie van hoop en wanhoop vervalen? Mlsschen is het vitium originis (de fout in de opzet) van die hebbelijkheid te vinden in het idealisme van de Founding Fathers, de stichters van de Amerikaanse staat aan het einde van de achttiende eeuw. Zij hebben bedacht dat er zoiets bestaat als „Amerika", een nieuwe grootheid met duidelijk metaphysische aspecten, „overtones" zoals dat hier aardig heet. Zij spraken dan ook dolgraag over „de nieuwe wereld", alsof achter het water van de Atlantische Oceaan de geschiedenis ophield, de mens opnieuw begon, Adam weer het paradijs binnentrad. Met zo'n schema moest er wel een zwart-wit-tegenstelling ontstaan, moest de wereld wel verdeeld worden in goed en kwaad, moest Amerika wel een Messiaanse rol gaan spelen in de wereldgeschiedenis, en onschuld uitstralen en verspreiden, ja Heilanden uitzenden in de boze duisternissen van wat dan ook de oude wereld heette. De Amerikaanse president uit de jaren van de Eerste Wereldoorlog, Woodrow Wilson is daarvan het schitterende, tragische voorbeeld. Maar de werkelijkheid verdroeg natuurlijk zo'n mythe niet, vandaar de tragiek. Amerika was niet iets anders, iets bijzonders. De chemicus J. van Nieuwkoop in een stelling bij zijn aan de Vrije Universi teit verdedigd proefschrift: „Indien de kwaliteltsomschrijving van som mige levensmiddelen „Goed voor hart en bloedvaten" Juist is, dan is het immoreel dat door éénzelfde fa brikant gelijksoortige produkten waarvoor deze omschrijving niet geldt op de markt worden gebracht" De chemicus A. H. Janse in een stel ling bij zijn proefschrift: „De teer- en nicotinegehaltes van sigaretten ge ven een indruk van de mate van scha delijkheid van het ene merk ten op zichte van andere merken, maar niet over de mate van schadelijkheid van het roken zelf." door J. W. Schulte Nordholt iets beters dan het oude Europa, het was er niet anders dan de exponent van. Wat in Europa aan renaissancistische overmoed en reformatorische zuiverheid opstond, dat kreeg pas zijn volle kans in de nieuwe wereld, ten goede en ten kwade. En in die zin ben ik het helemaal eens met de titel boven mijn stuk van 11 november. Maar ik moet toch wel een paar aanvullingen erbij geven. Ik moet toch opmerken dat ten eerste het begrip Amerika zo wel te gemakkelijk generaliserend wordt gebruikt, en ten tweede er geen enkel land in de wereld is waar ellende en verlossing wel dicht bij elkaar blijven. Nog eens, het is mijn schuld, en die van de Founding Fathers van Jefferson tot Wilson dat wij zo absoluut over Amerika praten: Idealisme roept grote hoop en wanhoop op, en dat past zo uitstekend in het christelijke denkpatroon, dat nu eenmaal tegen de wereld óf Ja óf nee wil zeggen, maar nooit allebei tegelijk. Merkwaardig is het eigenlijk hoe ontvankelijk wij in Europa, in het bijzonder wij in het christelijke Nederland voor die Amerikaanse droom zijn geweest. Europa heeft altijd uiterst gretig op Amerika gereageerd, met een complex van bewondering, Jaloezie en leedvermaak, altijd de generalisatie aanvaard: Ja er was zoiets als Amerika, een nieuwe wereld, vol met grote woorden die niet waar werden gemaakt. Het is opmerkelijk dat juist in de Romantiek het tekort van Amerika zo goed werd onderkend, dat het nog altijd, zo geloof ik, het romantische denken (of moet ik zeggen: voelen) is dat het makkelijkste Amerika veroordeelt. Men wil een keuze tussen goed en slecht, en men zoekt een voorbeeld, en meet dat dan aan een totale maatstaf, in het geval van Amerika door de Founding Fathers zelf aangereikt. De hele neo-romantiek van een jongere generatie die Amerika allang verworpen heeft, Rusland ook al terzijde gelegd, en nu worstelt met het idool China, sluit aan bij een traditie van Idealistisch, onhistorisch, irreëel denken, dat even onmisbaar als onwezenlijk is. Onmisbaar, want hoe droef zou het zijn als elk geslacht weerloos de erfenis der vorige geslachten aanvaardde, onwezenlijk, want al zulk denken is behept met een contrast-schema, dat in de werkelijkheid niet bestaat. Amerika is niet goed, het is evenmin slecht. Er gebeuren vreselijke dingen op een schaal in ons kleine land ondenkbaar, maar het is dan ook honderden malen zo groot. Er gebeuren ook grandioze dingen. Er wordt werkelijk wat gedaan, met vallen en opstaan, aan al het onrecht, al het onverstand, dat niet typisch Amerikaans, maar algemeen menselijk is. En dat alles, speciaal het slechte, wordt door de eigen communicatiemiddelen voortdurend overbelicht. De renaissancistische overmoed gaat nog altijd gepaard met reformatorisch schuldbewustzijn, en in de spanning tussen die twee bestaat Amerika. Het ls een fantastisch land, waar men al te makkelijk vanuit de beschreven idealistische generalisering, over oordeelt, maar waarvan ik ditmaal tenslotte alleen maar dit wil zeggen: het is altijd in beweging en elk oordeel schiet tekort. De hoop van de wereld, van deze erbarmeljke, alledaagse menselijke wereld niet de hoop op een eeuwig vredesrijk, maar gewoon van alle dogmatische schema's en heilige leren, in een voortdurende openheid en flexibiliteit. Alle goed wordt kwaad, zodra men er absoluut in gelooft, wij zijn maar mensen. Schleiermacher schreef over de godsdienst „an die Gebildeten unter ihren Verfichtern", aan de ontwikkelden onder hen die haar verachten. Zo schrijf ik over Amerika, aan de velen, meer of minder ontwikkeld, die het verachten. Niet om hen te bekeren, wij moeten Amerika niet verachten maar ook niet verheerlijken. Maar wel om Juist dat te zeggen dat zij en wij, Amerika en Europa, bij elkaar horen, in onze ellende en verlossing, en in het besef van de betrekkelijkheid van beide hier op aarde. noeg acht om het als graadmeter te gebruiken voor de zuiverheid van het akkoord-Van Agt/Wiegel niet voorkomt in de uitgangspunten van „Niet bij brood alleen", ja zelfs niet in het eigenlijke CDA-verkiezings- program. En nóg interessanter zou het zijn van de voorzitter van de CD A-programcommissie te mogen vernemen, waarom aan dit voorstel een voorwaarde is toegevoegd, die zo lastig te vervullen is dat ze bijna een ontbindend karakter draagt, name lijk „dat er een globaal conventio neel evenwicht bestaat tussen NAVO en Warschaupact." Want let wel: er staat niet dat er alleen een conventioneel evenwicht moet komen in dat deel van Europa waar nu de MBFR-besprekingen in Wenen over gaan (en waarbij de voortgang uiterst minimaal is). Neen, er moet eerst een evenwicht zijn (al zal het CDA over een paar tanks meer of minder niet vallen), tussen de conventionele strijdkrach ten van NAVO en Warschau-Pact in hun geheel. Welnu, aan die voor waarde zal nog in geen lenge van jaren zijn voldaan. Zelfs een com pleet succes van de MBFR-bespre kingen zal hoofdzakelijk een achter waartse verplaatsing van divisies van het Warschau Pact (niet hun opheffing) tot gevolg hebben. Als dergelijke passages, met de ver kiezingscampagne voor de deur, worden opgeschreven, is het vaak niet eenvoudig alle implicaties te overzien. Dat neemt niet weg, dat de CDA-programcommissie met name op dit punt zwak heeft geacteerd, althans niet zo goed dat de prestatie van anderen er zonder verlies van nederigheid aan gemeten mogen worden. Dat dit inderdaad een persoonlijke belasting is geweest, is inmiddels meer dan duidelijk geworden, Ja, de man ls er politiek aan bezweken. Den Uyl kan nog slechts aan zijn inmid dels in grote verwarring geraakte troepen één commando afgeven: voorwaarts mannen, we moeten te rug! Het echèc van een strategie ls thans compleet De PvdA heeft daarmee overigens niet alleen zichzelf maar ook anderen in moeilijkheden gebracht en vooral een progressief beleid in Nederland een gevoelige slag toegebracht. Dat laatste staat centraal, want het gaat in de politiek Juist om beleid, omdat datgene wat Je voor mensen in eigen land en daarbuiten kunt doen. De PvdA heeft in deze formatie niet aan het beleid de hoogste prioriteit verleend, maar aan de akelige macht van de partijstrategie, die er voor moest zorgen, dat een dergelijke posi tie in het kabinet werd bereikt, dat ten allen tijde op het voor de PvdA meest gunstige tijdstip politieke be slissingen konden worden geforceerd. Dfit acht ik wel zo ongeveer de groot ste fout van onze beoogde coalitie partner: niet het beleid centraal stel len. maar de partijstrategie. Dan mag Boersma nog zo'n vent zijn en Lubbers ineens ook, meetellen doen ze natuurlijk niet. Dan zijn Van der Stoel en Duisenberg meer in tel. hoezeer hun beleid ls becritiseerd. Dan moet D'66 per sé in de coalitie worden opgenomen, maar meetellen doet ze niet. Immers, Je kunt slechts die mensen vertrouwen die zich per soonlijk onderwerpen aan de socialis tische partijstrategie. Hierop is in we zen de formatie stuk gelopen. Interne problemen Alvorens daar nader op in te gaan. wil ik eerst opmerken dat het CDA niet zonder fouten is in deze formatie. Met name hebben wij een stuk Interne CDA-problematlek in de personele sfeer in de formatie ingebracht, ter wijl ik voorts van oordeel blijf, dat de CDA-fractie door de afwijzing van het plaatje van 2 november van for mateur Den Uyl een zeer grote ver antwoordelijkheid op zich heeft geno men, vooral daar zij door een minder heid op de mogelijk ernstige gevolgen hiervan ls gewezen. Voor een Juist begrip van dit meer derheidsstandpunt moet wél opge merkt worden, dat het afwijzen van Andriessen op economische zaken door de PvdA niet het enige incident in de personele sfeer in deze formatie was. En zo kom ik tot een nadere analyse van de mijns Inziens foutieve opstelling van de PvdA. die zoveel afkeer binnen onze fractie heeft opge roepen en de meerderheid er ook toe bracht „nee" te zeggen tegen de laat ste voorstellen. Een opstelling ook. die de PvdA terug heeft gebracht bij „Af". Al in een vroeg stadium van de formatie had Den Uyl Van Agt laten weten, dat hij hem liever kwijt dan rijk was in zijn nieuwe kabinet. Een onverantwoord gedrag Jegens de lei der van een coalitiepartner. Ik kreeg eerst later kennis van deze houding van Den Uyl en bewonder des te meer de wijze waarop Van Agt desondanks de gesloten akkoorden in de fractie steeds heeft verdedigd. Als de oud-staatssecretaris Meijer van CRM in Haagse Post van 5 no vember 1977 zegt. dat het gesloten akkoord tussen PvdA, CDA en D'6fl wel het meest linkse ls dat ook in Nederland bereikbaar ls geweest, dan voeg ik daaraan toe dat dat niet in de laatste plaats te danken ls aan het gezag van Van Agt. in onze fractie. Deze man moest echter het bos in. al de eerste week. Daarnaast waren Kruisinga en Andriessen niet accep tabel Eigenlijk lustte de PvdA drie van de vier van de CDA-toppers niet. En toch wilde ze met het CDA regeren! In moeilijkheden Ondertussen is door haar houding Juist de voor haar wel acceptabele man in niet geringe moeilijkheden geraakt. Hartelijk bedankt, zou ik willen zeggen. Wel met de club willen regeren, maar de leiders niet accepte ren. Een nare Inconsequente hou ding. die veel afkeer heeft opgeroe pen en terecht. De Inconsequentie wordt nog groter, wanneer ik in herin nering roep. dat het genoemde drietal wel acceptabel was. indien de PvdA maar de meerderheid kreeg in het kabinet. En zo kom ik terug bij de zogenaam- .de meerderheidsstrategie, die de PvdA voorlopig op een zijspoor heeft gerangeerd en „het meest linkse re geerakkoord" tot een archief-stuk heeft gemaakt Het ls mij een raadsel dat een partij die noch in het parle ment. noch in een coalitie de meer derheid heeft, deze wel claimt in een te vormen regering Daarmee heeft de PvdA de formatie onder een voortdu rende druk geplaatst, zij is tenslotte zelf aan de eigen formules bezweken, maar niet alleen Zij! Met dit verschil, dat anderen in moeilijkheden verke ren, omdat zfj hun nek hebben uitge stoken en de PvdA omdat zij Juist niet de moed heeft gehad dat te doen. Den Uyl voorop! Die heeft het in deze formatie geheel aan de moed ontbroken die een politicus minimaal behoort te bezitten. In feite heeft de grootste partij van het land weinig geleerd van de forma tie 1973, die niet voor herhaling vat baar was. zoals Aantjes bij herhaling heeft gewaarschuwd. Immers ook toen had de PvdA zichzelf volkomen vastgemanoeuvreerd met een strate gie die tot Isolement moest voeren in de Nederlandse politieke verhoudin gen. Toen werd ze met name door de ARP van dit debacle gered. Eigen plaats Maar ze ls door gegaan en heeft tot op deze dag moeite gewoon de plaats in te nemen die de kiezer haar wijst in een pluriform partijstelsel. Daarbij lapt ze waarschuwingen en reddings pogingen aan haar laars en laat ande ren de risico's lopen, die ze allereerst zelf had moeten nemen. De grootste partij van het land kan voorlopig haar energie gebruiken om intern orde op zaken te stellen, om mensen in het land uit te leggen, hoe het mogelijk was, dat de grootste over winnaar aller tijden ten slotte be zweek aan zichzelf. Ik hoop van harte dat de PvdA het op kan brengen een gewone democratische partij te zijn in een gewoon democratisch land. Want dat is het belang van een werke lijk vooruitstrevend beleid Indien ze dat niet kan, indien ze voor de derde maal fout zou gaan en exclu sief voor zichzelf opeist, wat ze demo cratisch met anderen moet delen, breekt wellicht de tijd aan voor een anti-PvdA-motie op het CDA-verkie- zingscongres. Laat dan in een strijd hard-tegen-hard de kiezer zeggen aan welke soort politici een vooruitstre vend beleid het beste kan worden toevertrouwd. Dat beleid heeft met name door toedoen van de zichzelf bij uitstek progressief achtende Partij van de Arbeid een gevoelige optater gekregen. En dat is. voorlopig het ergste. Mr. J. N. Scholten is lid van de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Hij behoort tot de les leden, die deze week voorbehoud hebben gemaakt tegen het regeerakkoord. (ADVERTENTIE) door H. J. Neuman De discussie over het regeerprogram dat de heren Van Agt en Wiegel tot stand hebben gebracht, spitst zich toe op de sociaal-economische para graaf. Nauwkeurig wordt nagegaan of en in hoeverre deze paragraaf achterblijft bij hetgeen eerder is ge wrocht door de heren Den Uyl en Veringa. Dat deed ook prof. dr. B. Goud zwaard toen hij in „Trouw" van 24 november jl. zijn oordeel gaf over de eerste versie van het akkoord-Van Agt/Wiegel. Toch baseerde hij zich niet alleen op de sociaal-economi sche paragraaf alvorens hij deze con clusie trok: „Elk program is een kwestie van plus- en minpunten. Er zijn in het regeerakkoord stellig veel goede elementen van het CDA-pro- gram terug te vinden. Maar ik aarzel ten aanzien van de vraag of het geheel nog wel op een plus uit komt. Er zal dan ook zeker een aanzienlij ke amendering nodig zijn om een geheel aanvaardbaar resultaat te krijgen." Neen, een van de andere minpunten die prof. Goudzwaard onderkende in de eerste versie van het akkoord-Van Agt/Wiegel betrof de veiligheidspa ragraaf. „Bij defensie schuilt die moeite bij mij niet in het zich oriën teren op het plafond van de defensie nota," zo schreef hij. „Dat is verge leken met de innerlijk tegenstrijdige tekst van het akkoord met de PvdA en D'66 zelfs winst te noemen. Maar wat in het program niet doorloopt, is de zorg voor de ontwikkeling van de wapentechnologie, die een steeds demonischer karakter vertoont en die in het CDA-program bijvoor beeld leidde tot een duidelijke hint in de richting van een no-first use verklaring." Tot zover prof. Goud zwaard. Laat ik, om te beginnen, twee din gen ophelderen. Een no-first use verklaring is de met enige plechtig heid gedane belofte dat men niet als eerste kernwapens zal inzetten. Twee of meer partijen (potentiële tegenstanders) kunnen overeenko men zo'n belofte gelijktijdig te doen. Een no-first use verklaring kan, al thans in theorie, ook eenzijdig wor den afgelegd. Mijn tweede opheldering betreft het werkwoord „doorlopen", dat in de hier aangehaalde zinnen wordt ge bruikt door prof. Goudzwaard. De auteur kan daarmee niet bedoelen dat zorg over de ontwikkeling van de wapentechnologie, laat staan een hint in de richting van zo'n no-first use verklaring, wél voorkomt in het stuk van de heren Den Uyl en Verin- ga. Dat is namefljk niet het geval. Er staat geen syllabe over in. Wie zo'n gemis nu een minpunt acht, zal dit voor het document-Den Uyl/Veringa op volstrekt eendere wijze moeten constateren als voor dat van Van Agt en Wiegel. Misschien is het mij ont gaan, maar ik heb dat prof. Goud zwaard op of kort na 23 september jl. niet publiekelijk zien of horen doen. Het werkwoord „doorlopen" moet in dit verband derhalve worden gezien als een verwijzing naar het CDA- program „Niet bij Brood alleen". Dat is ook daarom zo belangwek kend omdat dit program onder voor zitterschap van prof. Goudzwaard tot stand is gekomen. Zelf citeert hij artikel 11 van de uitgangspunten. Daar staat: „De ongebreidelde be wapening zoals manifest in de zoge naamde bewapeningswedloop, dwingt tot een veiligheidsbeleid, waarin wapenbeheersing en ontwa pening van vitaal belang zijn voor de internationale veiligheid. De Neder landse defensie-inspanning behoort afgestemd te worden op een in bond genootschappelijk niveau aanvaard niveau. Daarbij dienen wij ons er echter ernstig van bewust te zijn dat een perfectionering van het wapen tuig gaande is, die de schepping als zodanig bedreigt. Dit versterkt de noodzaak van een wereldomvatten de bezinning over de grens van toe gestaan wapengebruik door over heden." Nu zijn dat naar mijn mening zin nen die niet alleen nobel klinken, maar die ook een diepe waarheid bevatten. Alleen: een verwijzing naar de zo specifieke maatregel van een no-first use verklaring kan ik er met de beste wil van de wereld niet in lezen. Trouwens, ook in het eigen lijke verkiezingsprogram ontbreekt de „duidelijke hint", waar prof. Goudzwaard van spreekt. In hoofdstuk 4 („Verantwoordelijk heid voor de wereld") zwijgt artikel 172 („Wapenbeheersing en ontwape ning") op dat punt in alle talen. Overigens is het gedetailleerd ge noeg: het pleit voor effectieve maat regelen tot beheersing en verminde ring van wapens voor massale ver nietiging, voor een volledige stopzet ting van alle kernproeven en voor de totstandkoming van kernwapenvrije zones. Maar geen woord over een no- first use verklaring. Wel wordt in artikel 175 gezegd dat de NAVO on misbaar is voor het behoud van vre de en veiligheid en voor het voorko men van oorlog, en dat in dat ver band de strategie van het aangepaste antwoord moet worden geëerbie digd. Welnu, die officiële NAVO- strategie omvat tevens, zij het in arren moede an althans in theorie, het eerste gebruik van kernwapens door het Westen. Fas in de toelichting op hoofdstuk 4, en niet eerder, wordt gezegd dat Nederland binnen de NAVO moet voorstellen dat de mogelijkheid wordt onderzocht om als NAVO sa men met het Warschau-Pact een ver klaring van niet-eerste gebruik van kernwapens af te leggen. Eigenlijk zou prof. Goudzwaard zelf het beste kunnen uitleggen, waarom een punt dat hij zelf belangrijk ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 13