Een ontsnapping die twijfel wekt
'Englandspiel' tragisch onderdeel van Nederlandse oorlogsgeschiedenis
ZATERDAG 19 NOVEMBER 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
17
Het „Englandspiel" vormt één van de meest
dramatische gebeurtenissen uit de jaren 1940-
1945. Het speelde zich af van 6 maart 1942 tot 1
april 1944. Als gevolg er van hebben 59 mensen
hun vrijheid verloren, van wie er later nog weer
eens 54 zijn omgekomen.
Het Englandspiel is het verhaal van een Engels
bureau, de Special Operations Executive (SOE),
dat was opgericht om in de door de Duitsers
bezette gebieden sabotage- en spionagegroepen den om door de Duitsers opgestelde, misleiden-
te vormen. de berichten door te seinen.
Er wa/een afspraak gemaakt tussen de leiding
van het Londense bureau en de in Nederland per
parachute neergelaten agenten, dat deze bij het
doorseinen van hun gecodeerde telegrammen
een van tevoren afgesproken fout een securi
ty-check" zou maken voor het geval er iets mis
gegaan was, bijvoorbeeld als men in handen van
de Duitsers zou vallen en gedwongen zou wor-
Het ging mis, maar waar men ook in Engeland op
lette, niet op de door de gearresteerde agenten
bewust en volgens de afspraak ingelaste fouten.
De gevolgen waren fataal. Er werden steeds
nieuwe agenten gestuurd, die onmiddellijk bij
hun aankomst op de grond door de Duitse „ont-
vangst-comite's" werden gearresteerd en op hun
beurt gedwongen om mee te doen.
Over dat tragische onderdeel van de Nederland
se oorlogsgeschiedenis heeft de NCRV-journa-
list Jelte Rep een boek geschreven, waarin de
verwikkelingen in al hun spanning en bizarheid
beschreven worden. Het boek verschijnt volgen
de week bij de uitgeverij Holkema en Warendorf
in Bussum. Als voorpublikatie drukken wij hier
bij één hoofdstuk uit dit boek af een verbaal
uit de beginfase waaruit duidelijk wordt hoe het
van meet af aan fout heeft gezeten en hoe
roekeloos mensenlevens zijn ingezet.
In de broeierige zomer van 1941 verscheen
tot driemaal toe een snel Engels oorlogs
schip voor de Nederlandse kust, ter hoogte
van de Slag van Noordwijk. Tot driemaal
toe moest het schip onverrichter zake te
rugkeren naar zijn Britse basis. De opva
renden slaagden er niet in twee Nederland
se geheime agenten op het strand af te
zetten. Ab Homburg en Cor Sporre werden
weer afgevoerd naar een afgelegen land
huis, ver buiten Londen, waar ze moesten
afwachten wat er verder met hen zou ge
beuren.
De mislukte overtocht van de twee nieuw
bakken agenten was een teleurstelling
voor de Britse officier R. V. Laming, werk
zaam bij de kort geleden uit de grond
gestampte organisatie Special Operations
Executive (SOE). Deze nieuwe dienst, die
geheel onafhankelijk moest gaan opereren
van de traditionele Britse inlichtingen
dienst Secret Information Service (SIS),
was een geesteskind van de Britse premier
Winston Churchill. Hij wilde dat zolang
Engeland in het defensief gedwongen was
en voorlopig niets kon ondernemen tegen
de Duitse overmacht, speciaal opgeleide
agenten sabotage zouden plegen onder het
oog van de Duitse bezetter.
Zo was er ook een SOE/Dutch. die zich
speciaal bezig zou houden met het bezette
Nederland en onder leiding stond van ma
joor Dick Laming. Maar ook Laming wist
nauwelijks wat er in Nederland gajmde
was. Vandaar dat Homburg en Sporre, de
eerste agenten van SOE/Dutch, een zeer
algemene opdracht hadden: een snelle en
algemene verkenning van Nederland, zo
dat de organisatie binnenkort meer sabo-
tageagenten kon afzetten in dat bezette
landje aan de overkant van de Noordzee.
Laming had reeds twee groepen Nederlan
ders in opleiding. Zodra Homburg en Spor-
k hun missie hadden voltooid en terugge-
Uerd zouden zijn met betrouwbare inlich-
tóigen en adressen, konden de agenten op
grotere schaal overgebracht worden.
Ab Homburg en Cor Sporre werden weer
gevoegd bij de overige leden van de eerste
SOE-lichting, van wie ze eerder reeds afge
zonderd waren. De groep bestond oor
spronkelijk, naast Homburg en Sporre uit
vijf man. Maar op het moment van hun
terugkeer werden de twee Nederlandvaar-
ders slechts begroet door Ter Haar, De
Bruine en Hazewinkel. Zo gauw zich de
gelegenheid voordeed, werden Homburg
en Sporre uitgehoord door Ben ter Haar
over hun uiteindelijke opdrachten. Tot Ter
Haars verbijstering bleek dat ze slechts
zeer vage orders hadden en dat alles aan
hun eigen initiatief werd overgelaten. Het
bewees volgens Ter Haar wat hij reeds
lang vermoedde: SOE/Dutch was een
slechte organisatie.
Ter Haar
Ben ter Haar was op 14 mei 1940 met een
paar Gooise vrienden uit IJmuiden naar
Engeland gevaren, waar hij dienst had
genomen bij het Nederlandse vrijwilligers
legioen. Na enige tijd was hij door de
Engelsen benaderd met het verzoek met
een geheime opdracht naar Nederland te
gaan. Ter Haar had daartegen bezwaar
gemaakt, omdat hij in Nederland vrij goed
bekend was. Hij wilde alleen meedoen als
de organisatie honderd procent goed was
en hij niet te veel in het openbaar zou
worden gezien.
De assistent van majoor Laming, luitenant
Frank Dawson, had hem verzekerd dat het
een prima organisatie was. Tijdens zijn
opleiding was Ter Haar daar evenwel aan
gaan twijfelen. De cursus zelf vond hij
uitstekend. Maar met de leiding van de
organisatie, Laming en Dawson, was hij
niet tevreden. Hij vond hen welwillende,
maar voor dit werk ongeschikte mensen.
Met De Bruine en Hazewinkel was hij tot
de conclusie gekomen dat er veel op de
twee Britse officieren aan te merken viel.
De opdracht die Homburg en Sporre had
den gekregen, was voor Ter Haar het be
wijs dat de organisatie niet deugde. Samen
met De Bruine en Hazewinkel tekende hij
protest aan. Zij lieten de leiding weten dat
ze wel naar Nederland wilden, maar niet
onder auspiciën van Laming en Dawson.
Er werd niet op gereageerd. De uitzending
van Homburg en Sporre hield de SOE-
officieren voornamelijk bezig. Er moesten
regelingen met de RAF getroffen worden,
omdat de twee verspieders van SOE
Dutch per parachute boven Nederland
zouden worden afgeworpen. Dat gebeurde
pas op 6 september 1941, toen Ab Hom
burg en Cor Sporre de sprong waagden
boven het nachtelijke Brabant.
Enkele dagen later kregen Ter Haar. De
Bruine en Hazewinkel bezoek van een stot
terende Engelse officier, die hun kwam
vertellen dat ze hoogst ondisciplinair had
den gehandeld. Kort daarop werden ook
zij overgeplaatst naar Schotland, ver weg
van de bewoonde wereld en afgesneden
van ieder contact. Brieven schrijven was
hun verboden. Na hun landing in Neder
land reisden Homburg en Sporre naar
Haarlem, waar ze beiden ooms hadden
wonen Ab Homburg belde aan bij W J. B
Jansen op de Delftlaan, waar hij gastvrij
werd ontvangen door zijn oom en diens
Engelse vrouw.
Cor Sporre hoefde niet aan te bellen. Zijn
°om. Jan Martens dreef een sigarenwinkel
aan de Oostvest 26. Oom Jan Martens
besloot Sporre in zijn huis op te nemen Hij
kon op de zolderkamer slapen.Al zijn
spulletjes werden verborgen bij het radio-
door Jelte Rep
Jelte Rep is in 1940 geboren. Het
enige wat hij zich van de oorlogsjaren
herinnert, is hoe hij als kind uit de
tuin grind naar Duitse soldatenlaar
zen gooide om aan de weet te komen
of die steentjes ook onder de laarzen
zouden worden vermorzeld en de
vreemde zure smaak van een stuk
soldatenkuch, dat hij van een Duitse
soldaat kreeg.
Het verzet was het enige wat een
oprecht mens in die oorlogsjaren kon
doen, schrijft Rep, maar hij weet ook
hoeveel aarzelingen en uitvluchten er
waren om niet mee te doen. Hij heeft
nu een hoek geschreven over men
sen, die die aarzelingen niet kenden.
,,Het was geen moed, maar moet", zei
één van de overlevenden. ,,Hoe be
nijd ik ze daarom", schrijft Rep in
zijn voorwoord.
Het boek is ontstaan als een min of
meer toevallig bijprodukt van Reps
werkzaamheden bij de afdeling dra
ma van de NCRV-televisie. Toen hij
daar vier jaar geleden binnenstapte
(hij was eerder redacteur buitenland
van Trouw) kreeg hij opdracht zich
grondig te documenteren over het
Englandspiel als voorbereiding voor
een reeks gedramatiseerde documen
taires over het Englandspiel.
verbinding met Londen was verbroken.
Het inlichtingenmateriaal stapelde zich
bij hem op, maar hij wist niet wat hij
ermee moest doen. Hij moest zo snel moge
lijk terug naar Londen, of in ieder geval
zijn hoofdkwartièr waarschuwen.
Volgens zijn lichtingen beschikten de twee
parachutisten niet over een zender, maar
zouden ze wel binnenkort naar Engeland
terugkeren. Schrage wist niet goed wat hij
moest doen. In Londen was hij ten zeerse
gewaarschuwd tegen het maken van con
tacten met agenten van andere diensten.
Schrage besloot het erop te wagen en
maakte een afspraak om de twee geheime
agenten te ontmoeten.
Ontmoeting
toestel, dat zich in een geheime ruimte
onder de trap bevond.
Gehaast gingen Homburg en Sporre aan
de slag en legden links en rechts hun
contacten. Homburg, die vaandrig was ge
weest bij de motordienst vond twee vrien
den van hem bereid mee te gaan naar
Engeland voor een opleiding in het gehei
me werk, zodat zij zijn werk in het bezette
Nederland konden voortzetten. Dat waren
Jan de Haas uit Den Haag en Jo Buizer uit
Amsterdam. Beiden werden ingewijd in
Homburgs activiteiten en beiden boden
Homburg bij tijd en wijle onderdak.
Toen „De Flitspuit", de Engelse propagan-
dazender, aankondigde dat het tijd werd
terug te gaan waren de vier mannen met
hun spullen en seinlampen naar de Slag
van Noordwijk gegaan, waar ze door een
snelle motortorpedoboot zouden worden
afgehaald. Maar er kwam steeds iets tus
sen. Vele avonden lagen Homburg. Sporre.
de Haas en Buizer in de koude duinen,
turend naar de zee. naar het vernachte
seinlicht. Door het ijskoude zeewater lie
pen ze naar de tweede bank voor de kust
en plaatsten daar op lange stokken hun
lampen. Het was steeds tevergeefs en
steeds moesten ze, kletsnat, terugkeren
naar hun adressen.
Eind september vernam de geheime agent
Wiek Schrage, wiens marconist een maand
tevoren was gearresteerd, dat er twee para
chutisten van de Nederlandse inlichtin
gendienst waren aangekomen. Schrages
De ontmoeting werd een verrassing.
Schrage en Homburg waren oude beken
den. Ze kenden elkaar als vaandrigs bij de
motordienst en waren elkaar later nog
eens tegengekomen in Londen. Ze hadden
toen ontdekt dat ze beiden in opleiding
waren bij geheime diensten, alhoewel die
verschillend en elkaar zelfs vijandig wa
ren. Homburgs compagnon bleek Cor
Sporre te zijn, net als Schrage zelf een
politieman. De gebeurtenissen die Schrage
de afgelopen tijd had beleefd, hadden
Schrage evenwel argwanend gemaakt.
Ook Homburg vertrouwde hij niet hele
maal. Het in Londen ingeprente wantrou
wen tegen contacten met andere diensten
kwam weer boven. Schrage vond Sporre
sympathieker dan de zwijgende en onver
stoorbare Homburg. Bovendien bleek hem
uit de verhalen van Sporre dat Homburg
nauwelijks vrees kende en dingen pres
teerde die Schrage de rillingen over de rug
joegen. Schrage wist niet wat hij moest
doen. Samenwerken met Homburg leek
hem gevaarlijk, maar niets doen werd ook
riskant. Er moest iets gebeuren. Een van
Schrages medewerkers, kapitein Sisselaar
uit Amersfoort, kende Homburg. De kapi
tein adviseerde met Homburg samen te
werken, omdat hij absoluut betrouwbaar
Inmiddels had Homburg er een lastig pro
bleem bij gekregen: kiespijn. Hij moest
behandeld worden maar bij wie? Homburg
herinnerde zich zijn oude dienstkameraad
J. J. Vos, die nu tandtechnicus in Amster
dam was. Ze hadden tijdens hun diensttijd
in Ede een kamer gedeeld en Homburg
meende dat hij Vos wel in vertrouwen kon
nemen. Dat moest trouwens wel.
Toen Homburg bij Vos aanbelde, werd hij
zeer verbaasd aangekeken. Vos had ge
hoord dat Ab Homburg naar Engeland was
ontkomen. Homburg moest toen wel ver
tellen dat hij met een geheime opdracht
naar Nederland was teruggekeerd. Vos
vond dat zeer interessant. Hij bood Hom
burg aan hem niet alleen met zijn kiezen te
helpen, maar ook met het geheime werk.
Homburg kon nog wel iemand voor hand
en spandiensten gebruiken.
Op woensdag 6 oktober 1941, bij een twee
de bezoek aan Vos, gaf Homburg de tand
technicus nadere instructies. Toen hij ver
trok. werd Homburg gevolgd door een
auto. klem gereden en gearresteerd.
Op het politiebureau Doelenstraat werd
hij opgewacht door een NSB-commissaris.
die Homburg onmiddellijk uitleverde aan
de SD. De Aussenstelle Amsterdam stelde
De sigarenwinkel van Jan Mertens
aan de Oostvest 26, schuin tegenover
de Haarlemse gevangenis het huis
dat zo'n belangrijke rol zou krijgen
als trefpunt.
Den Haag telegrafisch op de hoogte van de
vangst. Het hoofd van de politionele con
tra-spionagedienst, SS-Sturmbahnführer
Joseph Schreieder gaf opdracht de agent
over te brengen naar het ..Oranjehotel", de
gevangenis in Scheveningen.
Als een bom
Het bericht over Homburgs arrestatie
sloeg bij Cor Sporre in als een bom. Ner
veus spoedde hij zich naar zijn oom Jan
Martens en stelde hem en zijn vrouw op de
hoogte van de ramp. Ab was gepakt! Alle
sporen moesten uitgewist worden, want
ongetwijfeld zaten ze nu ook achter hem
aan! Het hele huis moest behangen wor
den, zodat de geheime trapkast met zijn
belastende inhoud aan het oog werd ont
trokken. Spoore slaagde erin behangpa
pier op de kop te tikken en terwijl Ab
Homburg stevig verhoord werd door
Schreieder. kreeg de kamer van de familie
Martens een fris behangetje.
Ook Wiek Schrage schrok vreselijk toen
hij werd ingelicht over Homburgs arresta
tie. Zijn toekomst zag er somber uit. Weer
iemand opgepakt die hij kende. Hoe lang
zou het nog duren voordat Zomer of Hom
burg zijn naam zou noemen? Hoe lang zou
het nog duren voordat ze hem te pakken
hadden?
Homburg wist evenwel de namen van
Sporre en Schrage te verzwijgen. Hij ver
telde Schreieder dat hij nog maar pas in
Nederland was aangekomen. Zijn op
dracht was in contact te treden met men
sen die het verzet wilden financieren. Zijn
arrestatie was echter zo snel gekomen, dat
hij bij de mensen die hij had benaderd, nog
niet het eigenlijke doel van de financierin
gen had kunnen bespreken.
Schreieder begreep dat de slanke jonge
man, die steeds aarzelend en met veel
overleg zijn antwoorden gaf, nog niet veel
had kunnen uitrichten en niet erg interes
sant voor hem was.
Ontsnapt
Op 10 oktober 1941 werd Ab Homburg,
zonder vorm van proces, ter dood veroor
deeld. Opgesloten in Dunkelzelle 646
moest hij de dag afwachten waarop hij
gefusilleerd zou worden: 26 oktober.
Ontsnappen leek onmogelijk. Er zaten ste
vige tralies voor het hooggelegen celraam.
Homburg wist evenwel van zijn lepel een
provisorische beitel te slijpen, waarmee hij
's nachts het raam te lijf ging. Zijn buren in
de aangrenzende cellen hielden hem voor
gek. Eerst maakte Homburg met zijn„bei-
tel" diepe sleuven in de bovenbalk van het
raamkozijn. De volgende nacht brak hij
het hout weg door de „beitel" in de sleuven
te plaatsen. Het karwei maakte zoveel
lawaai, dat de celbewoners naast hem uit
hun slaap werden gehouden. Er ontstond
tenslotte tussen de bovenste tralie en het
raamkozijn een opening, die bijna groot
genoeg was.
Met een zelf vervaardigd koord en de lepel
als krik zette Homburg vervolgens de bo
venste tralie onder zoveel spanning dat die
enigszins terugboog. Daarna ontkleedde
hij zich en wrong zich door de opening. Het
lukte niet meteen. Homburg moest ver
scheidene pogingen wagen. Bij een van die
pogingen knapte het koord en sloeg de
gespannen tralie in zijn rug. Het metaal
kerfde in zijn huid. Pas tegen de morgen
van de 26ste oktober had Homburg de
barrière genomen en stond hij op het dak
van de gevangenis. Door op een schild
Toen (van rechts naar links) Homburg, Buizer en De Haas bij elkaar waren in*
Londen, poseerden zij met elkaar voor een heuse portretfotograaf.
wachthuisje te klimmen kon hij over de
hoge gevangenismuur komen en de vrij
heid bereiken. Juist op tijd, want de Duit
sers hadden zijn verdwijning inmiddels
opgemerkt en een zoekactie ingezet.
Halfnaakt had Homburg zich naar de
Haagse Elspeetstraat 12 gespoed, waar
zijn dienstvriend Jan de Haas woonde.
Daar werd de diepe kerf in zijn rug ver
zorgd en kon hij enige tijd onderduiken.
Daarna doken De Haas en Homburg onder
in De Zilk.
Zo snel als maar enigszins mogelijk was,
stelde Homburg een onderzoek in naar de
oorzaak van zijn arrestatie. Tijdens zijn
verhoren op het Binnenhof was hem reeds
gebleken dat een aantal van zijn medewer
kers was gearresteerd. Opmerkelijk was
evenwel dat de tandtechnicus J. J. Vos niet
was opgepakt. Maar dat was nog geen
bewijs.
Twijfel
Cor Sporre had nog maar net het treurige
nieuws van Ab Homburgs arrestatie ver
werkt, toen hem werd verteld dat Hom
burg weer op vrije voeten was. Hoe was dat
mogelijk? Sporre ging tekst en uitleg ha
len op Homburgs duikadres in De Zilk.
Homburg diste hem zijn ontsnappingsver-
haal op en liet hem de vervaarlijke litte
kens op zijn rug zien.
Maar Sporre twijfelde of hij het verhaal
mocht geloven. Was het niet al te fantas
tisch? Hij begon wantrouwen te koesteren.
Wat moest Sporre doen? Zijn Engelse in
structeurs hadden erop gehamerd dat
mensen die in aanraking waren geweest
met de Duitsers, 'besmet' waren. Dergelij
ke mensen moest Je mijden. Zou Homburg
dubbel spel spelen?
In de grootste verwarring zocht Sporre
agent Schrage op, die beloofde de zaak te
zullen uitzoeken. Hij ging op informatie uit
en kwam tot de ontdekking dat Homburg
niet openlijk was vrijgelaten. Hij was dus
óf heimelijk vrijgelaten óf ontsnapt.
Schrage vroeg Kapitein 8isselaar om raad.
Die adviseerde het verhaal bij Homburg
zelf te toetsen.
Inmiddels ware al enkele varianten op
Homburgs ontsnappingsverhaal in om
loop gekomen. Zo deed het gerucht de
ronde dat Homburg via een schilderslad
der (en niet een schildershuisje) over de
hoge gevangenismuur was geklommen.
Dat kon toch niet waar zijn. De Duitsers
lieten toch geen ladders tegen gevangenis
muren staan!
Iemand die in Scheveningen gevangen had
gezeten, beweerde dat er alleen maar hou
ten bestek was. Dat Homburg van een
lepel een beitel had gemaakt, kon dus ook
al niet waar zijn. Weer een ander wist te
vertellen dat de ramen in het 'Oranjehoter
zo hoog zaten dat Je er onmogelijk met een
stoel op de tafel bij kon.
Nee. het verhaal rammelde aan alle kan
ten. En Homburg was niet meer te vertrou
wen. Tot die conclusie kwamen Schrage.
Sporre en kapitein Sisselaar De kapitein
legde de zaak voor aan Schrages groep in
Apeldoorn. Haar mening was Homburg
moest uit de weg geruimd worden voordat
ze er allemaal aan gingen. De groep zou het
karwei wel klaren.
Schrage protesteerde toen hij van de plan
nen hoorde. Homburg mocht nie{, geliqui
deerd worden. Er was toch geen enkel
bewijs! Schrage pleitte ervoor Homburg
naar Engeland te laten gaan. zoals hij
inderdaad van plan was. Daar moesten ze
de zaak maar uitzoeken. Schrage was trou
wens ook van plan naar Engeland terug te
keren en daar zou hij de affaire onmiddel
lijk aanhangig maken, beloofde hij. De-
groep-Apeldoorn ging morrend akkoord
Schrage had inderdaad een mogelijkheid
gevonden om weer naar de overkant te
gaan. Via een oud-politieagent in Ouder
kerk aan de Amstel had hij een acht meter
lange boot ontdekt, die hij kon kopen voor
tienduizend gulden. Cor Sporre, die ver
stand van navigatie had. zou met Schrage
meegaan. In -IJmuiden had Sporre reeds
een kompas op de kop getikt.
Homburg wist niets van de plannen van
Sporre, maar op zijn duikadres in De Zilk
hoorde hij er wel geruchten over. Hoe kon
dat nou? Sporre had toch beloofd dat ze
samen zouden oversteken via het afge
sproken contact bij de Slag van Noord
wijk?
Homburg besprak de zaak met zijn vriend
en 'adjudant' Jan de Haas, die ook mee zou
gaan naar Engeland om er opgeleid te
worden tot geheim agent. Waar Sporre
zich bevond, wist Homburg niet. Wel ken
de hij het adres van de oude kapitein
Sisselaar.
Het was geen gastvrij adres dat De Haas
bezocht. Sisselaar hield zich van de dom
me en zei de naam Schrage niet te kennen
De Haas liet zich echter niet afpoeieren en
hield vol. Homburg wilde weten of het
waar was dat Schrage wilde proberen naar
de overkant te gaan. Maar daarmee had
De Haag Sisselaar helemaal tegen zich
ingenomen. Hij meende dat als iemand
niet kon weten dat Schrage naar Engeland
zou gaan, dit Homburg was. Sisselaar ant
woordde dat hij niets wist van een
8chrage.
Onverrichter zake keerde De Haas terug
naar Homburg. Deze begreep er niets van.
Sisselaar kende Séhrage. Dat had Schrage
hem zelf verteld. Maar waarom wiiden ze
dan niets meer tegen hem zeggen?
Langzaam begon Homburg te vermoeden
dat hij gewantrouwd werd. Dat Schrage
voorkomen had dat hij geliquideerd zou
worden, wist hij gelukkig niet. want ook
zonder dat had hij problemen genoeg Het
voornaamste was wel: hoe kwam hij zo
snel mogelijk aan de overkant? Op eigen
houtje?
Hoe moeilijk dat was. bewezen Cor Sporre
en Wieke Schrage Op donderdag 13 no
vember 1941 vertrokken zij In hun kano
over de Noordzee, in de richting van Enge
land. Ze hadden met hun kennissen afge
sproken dat de Engelse propagandazender
De Flitspuit zou bekendmaken dat het
bier lekker was zodra ze in Engeland waren
aangekomen. Dat bericht is nooit geko
men. Aangenomen moet worden dat Cor
Sporre en Wiek Schrage verdronken zijn
op de Noordzee.