Energie genoeg,
tijd te weinig
Verenigde Staten:
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1977
BUITENLAND
Trouw/Kwartet19
Er ls op de wereld ener-
gie genoeg voor iedereen.
Als we de toekomstver
wachtingen die in de
Verenigde Staten de ron
de doen mogen geloven
zullen komende genera
ties nog eens hartelijk la
chen om de ondergangs
profeten die in de tweede
helft van de twintigste
eeuw grote rampen voor
spelden omdat de wereld
door de energie-voorra
den heen dreigde te ra
ken. Het tijdperk van
goedkope olie en aard
gas mag dan voorbij zijn,
er zijn toch wel andere
bronnen waaruit we kun
nen putten? De veel ge
prezen Amerikaanse on
dernemingslust heeft al
een heel lijstje „alterna
tieven" voortgebracht.
Bovenaan dat lijstje staat
de zon. Dat ligt erg voor de
hand in een land dat voor het
grootste deel een goed kli
maat heeft. „Het is zo verrekt
aantrekkelijk. Een zonne-pa-
neeltje op Je dak om Je huis
te verlichten en te verwar
men en je hoeft je nooit meer
zorgen te maken over de gas-
en elektriciteitsrekening,"
zegt een hoge regeringsfunc
tionaris in Washington. Voor
lopig zal het zo'n vaart niet
lopen met zonne-energie, zo
denkt de regering-Carter. Het
zonne-paneel dat als massa
artikel op de markt kan wor
den gebracht bestaat ge
woonweg nog niet Daarom
zal het nog wel even duren
voordat alle geschikte Ameri
kaanse huizen zijn overge
schakeld op zonne-energie.
In zijn eerste plan ging presi
dent Carter ervan uit dat in
1985 ongeveer 2,5 miljoen
huizen zonlicht als warmte
bron zouden hebben. In de
bijgestelde prognose ligt dat
aantal beduidend lager.
De ruimte In
Nu kun je met zonne-straling
meer doen dan woningen op
temperatuur houden. Ameri
ka zou Amerika niet zijn als
er niet al lang gedacht was
aan veel grootsere toepassing
van zonne-energie. Zo be
staan er ideeën om stukken
woestijn vol te zetten met
grote zonne-panelen, die dan
met z'n allen net zoveel ener
gie verzamelen als een flinke
elektriciteitscentrale. Erg
praktisch blijkt dit nog niet
te zijn.
De fantasie wordt nog ster
ker geprikkeld door de idee
om in de toekomst zo'n „zon-
ne-energiecentrale" ergens
buiten de aarde in de ruimte
op te zetten. Per slot van re
kening kun je niet al te grote
stukken van de aardopper
vlakte met platen kunststof
bedekken. In de ruimte kun
je echter rustig een paar sa
tellieten aan het zonnestelsel
toevoegen. Bovendien
schijnt daar altijd de zon. Er
wordt nu serieus gedokterd
aan plannen voor gigantische
zonne-panelen van vele vier
kante kilometre die ergens in
de ruimte uitgevouwen 24
uur per etmaal zonnewarmte
verzamelen en in de vorm
van bruikbare energie door
sturen naar de aardbewo
ners. Het opzetten van zo'n
ruimte-centrale is een hek
sentoer waar onze generatie
niet meer uit zal komen,
maar over zo'n veertig Jaar
zouden de technici het wel
moeten kunnen klaren. Er
was laatst nog een professor
op de Amerikaanse televisie
die zijn landgenoten voor
spiegelde dat ze in het Jaar
2025 wel een kwart van hun
totale energie-behoeften van
ruimtestations konden be
trekken.
Kernfusie
Al even aardig voor de klein
kinderen zijn de voorspellin
gen van de aanhangers van
kernfusie. De bestaande
kerncentrales moeten het
hebben t an de enerige die
vrijkomt bij de splitsing van
atoomkernen. Dat er bij het
samensmelten (fusie) van
sommige atoomkernen nog
veel meer energie kan vrijko
men dan bij splitsing vast
staat Met een kernfusie-cen
trale moet dus ontzettend
veel energie opgewekt kun
nen worden. Op papier klopt
het maar in de praktijk zijn
de technische problemen bij
de bouw van zo'n centrale
nog onoplosbaar. De Verenig
de Staten besteden jaarlijks
vele tientallen miljoenen dol
lars aan de ontwikkeling van
kernfusie, maar of het geld er
ooit uitkomt moet nog maar
worden afgewacht. Het enige
wat de onderzoekers de rege
ring op dit moment kunnen
beloven is een centrale die
veel meer energie zal verbrui
ken dan leveren. „Het kan
best zijn dat we met de ont
wikkeling van de kernfusie
vlak voor de technische door
braak staan. Maar het kan
ook nog jaren duren. De rege
ring doet er verstandig aan
bij haar energiebeleid deze
eeuw nog maar niet te reke
nen op een bruikbare kernfu
sie-centrale," aldus conclu
deert de woordvoerder van
het overheidsbureau dat dit
soort onderzoek coördineert.
Wat huiselijker doet de op
lossing aan van de profeten
van de „biologische energie".
Hun uitgangspunt is: overal
wordt de mensheid omringd
met planten die het wonder
baarlijke vermogen hebben
zonlicht om te zetten in ener
gie. Een deel van die energie
neemt de mens al tot zich in
de vorm van voedsel, maar
daar moet volgens sommigen
meer mee te doen zijn. Zij
leggen zich daarom toe op
het kweken van planten die,
zeg maar, olie produceren.
Volgens Meivin Calvin (een
Nobelprijs-winnaar) moet het
mogelijk zijn plantages aan
te leggen die jaarlijks tien
tot twintigduizend liter olie
per hectare produceren.
Voordelen: de kostprijs is
laag en de bron droogt niet
op. Maar je hebt natuurlijk
nogal wat hectaren nodig
voor de hoeveelheid olie die
de Amerikanen in één dag
verbruiken. Toch een aan
trekkelijke gedachte: de Be
tuwe vol olie-boomgaarden.
Of ze in het voorjaar een
mooie bloesem hebben weet
ik niet
i
door Rlmmer Mulder
Zo zijn er wel meer heerlijke
fantasieën te maken over de
energievoorziening in de toe
komst. Voor de Amerikanen
is het beeld op korte termijn
echter veel grimmiger. Op dit
moment dekken ze 75 pro
cent van hun energie-ver
bruik met olie en aardgas.
Als alles op de oude voet
doorgaat zullen er over hoog
uit tien jaar tekorten ont
staan aan olie en aardgas.
Daarom zullen de Amerika
nen in hooguit tien Jaar het
patroon van energieverbruik
ingrijpend moeten verande
ren. En bij die opdracht heb
ben ze voorlopig niet aan
plannen die pas na het jaar
2000 vruchten zullen af
werpen.
Steenkool
Waar ze wel wat aan hebben
is steenkool. In de Ameri
kaanse bodem zit nog genoeg
om de komende honderd jaar
aan de vraag naar brandstof
te kunnen voldoen. Tot voor
kort leek het er op dat het
meeste daar ook wel zou blij
ven zitten. Tientallen Jaren
was steenkool verreweg de
meest gebruikte brandstof ln
de Verenigde Staten, maar al
direct na de Tweede Werel
doorlog had het de concur-
rentie-slag met olie en aard
gas verloren. Terwijl het
energie-verbruik met spron
gen omhoog ging, begon voor
de mijnindustrie de neer
gang. Met de komst van de
kernenergie leek er voor de
steenkool, ooit eens het
„zwarte goud" genoemd, he
lemaal geen toekomst.
Nu liggen de kaarten ineens
precies andersom: het ver
bruik van steenkool moet
omhoog om olie en aardgas
te kunnen besparen. De rege
ring-Carter denkt daarbij het
eerst aan grootverbruikers,
zoals de industrie en elektri
citeitscentrales. De prijs die
deze instellingen betalen
voor olie en aardgas zal de
komende Jaren door extra
heffingen sterk worden opge
voerd, waardoor overschake
ling op steenkool automa
tisch voordeliger wordt. Maar
zo'n omschakeling in het
energieverbruik is niet een
kwestie van vandaag bestel
len, morgen brengen. „We
moeten de ontwikkeling van
enkele tientallen jaren terug
draalen. Dat is in een hoog
geïndustrialiseerd land geen
kleinigheid," aldus een zegs
man van het energie-ministe
rie.
De praktische problemen lie
gen er niet om. Transport van
vuile, zware steenkool over
grote afstanden ls duur en
omslachtig.
Milieu
Het klemmendst zijn echter
de milieu-problemen. Steen
kool ls nu eenmaal niet wat
tegenwoordig „een milieu
vriendelijke brandstof'
wordt genoemd. Het begint
al bij de winning. In Amerika
zijn steenkoollagen die niet
te diep lagen ln het verleden
altijd gewonnen door het zo
genaamde „strlpmijnen".
Daarbij wordt de bovenlig
gende aarde gewoon weg ge
graven om de kolen zo te
kunnen opscheppen. Natuur
beschermers hebben jaren
lang strijd geleverd tegen dit
„strlpmijnen", dat voor het
landschap verwoestend is.
Het gevolg is dat het nage
noeg overal verboden is. Zal
dat nu weer moeten worden
terug gedraald? Vervolgens
is er Jiet probleem van de
opslag. Het leven naast grote
kolenbergen is niet leuk en
ongezond. Het wordt nog er
ger als de kolen worden ver
brand, wat toch de bedoeling
is. Grootverbruikers van
steenkool zijn grote vervui
lers. Ze produceren grote ber
gen afval en vuile rookwol
ken. Vooral die luchtveront
reiniging baart de Amerika
nen zorgen. De uitstoot van
giftige gassen en deeltjes kan
wellicht nog binnen redelijke
grenzen worden gehouden
met filters, naverbranders en
dergelijke, maar het zal het
verbruik wel duurder maken.
Kernenergie
Voor de uitstoot van kooldi-
oxyde (C02), onvermijdelijk
bij de verbranding van kool,
is echter gewoon nog geen
technische oplossing. De
dampkring kan maar een be
perkte hoeveelheid C02 ver
werken. Als Amerika al te
massaal overgaat op kolen
zal dat leiden tot veranderin
gen ln het klimaat en de na
tuur waarvan de gevolgen
nauwelijks te overzien zijn
maar die het hele biologische
systeem op de aardbol gron
dig kunnen ontregelen. Vast
staat dat het verbruik van
steenkool zowel op langere
als kortere termijn beperkt
zal moeten blijven.
Dat betekent dat steenkool
niet alle gaten kan vullen als
er straks werkelijke tekorten
ontstaan aan olie en aardgas.
En daar verschijnt dan de
veelbesproken kernenergie
op het toneel. De kernenergie
zal Amerika door de tijd moe
ten helpen waarin olie en
aardgas langhaam verdwij
nen en de nieuwe bronnen
nog niet genoeg leveren. Op
dit moment zorgen een kleine
zeventig kernreactoren voor
tien procent van alle elektri
citeit in de Verenigde Staten.
In 1985 moeten dat er 138 zijn
die dan twintig procent van
de elektriciteit leveren die
dan nodig ls. „Een zeer be
scheiden doel," zeggen ze in
Washington op het energie-
departement. Maar zelfs voor
dat bescheiden doel zal de
bouw van kerncentrales op
korte termijn drastisch moe
ten worden opgevoerd. De
laatste tijd is er op dat front
praktisch niéts gebeurd. Tus
sen 1972 en 1975 rezen de
kerncentrales bij wijze van
spreken als paddestoelen uit
de grond, maar daarna is de
bouw nogal abrupt tot stil
stand gekomen. De sterk stij
gende kosten en de moeilijk
heden bij het verkrijgen van
bouwvergunningen waren de
grote afremmere. „We zijn
met de kernenergie inder
daad tijd aan het verliezen,
maar met de druk van de
federale regering moeten we
de zaak snel weer in bewe
ging kunnen krijgen," aldus
de woordvoerder van het
energie-departement
Ondertussen ls de oppositie
tegen kernenergie veel beter
georganiseerd dan vijf jaar
geleden. Niemand minder
dan de door het bedrijfsleven
zo gevreesde Ralph Nader
heeft de talrijke anti-atoom
groepjes over het hele land
gebundeld en een stem gege
ven. In zijn kantoor, vlakbij
de parlementsgebouwen in
Washington, vertelt Richard
Pollock, directeur van deze
nieuwe pressiegroep „We
hebben de publieke discussie
over kernenergie op gang ge
bracht. Nu is 30 35 procent
van de Amerikanen al tegen
uitbreiding van kernenergie.
Politici moeten wel naar ons
luisteren. Beslissingen over
kerncentrales konden ln het
geheim en snel worden geno
men. Dat gaat nu niet meer."
Bouwstop
Voor de naaste toekomst
heeft de organisatie een heel
concreet doel: „We willen een
volledige bouwstop voor
kerncentrales voor vijf Jaar.
In die tijd moeten de technici
oplossingen vinden voor de
fundamentele problemen, zo
als de veiligheid en het radio
actieve afval. Daarna kan het
Congres dan beslissen. On
dertussen moeten we nieuwe
energiebronnen en program
ma's om energie te besparen
ontwikkelen."
Richard Pollock is er zich
van bewust dat dit doel regel
recht in gaat tegen het ener-
gie-beleld van Carter. Hij
heeft het op dat hele beleid
niet zo begrepen. Vooral de
benoeming van James 8chle-
singer tot minister van ener
gie heeft Pollock en zijn me
destanders gestoken. Schle-
singer, een overloper uit de
vorige (Republikeinse) rege
ring, is bepaald geen tegen
stander van kernenergie. Pol
lock: „In zijn verkiezings
campagne beloofde Carter
dat kernenergie het laatst
aan bod zou komen, maar
8chlesinger heeft een heel
andere benadering. Voor hem
is kernenergie dè oplossing
van de energie-crisis."
Dat verwijt lijkt ln strijd met
de grote lijn van Carters
energie-plan, maar Pollock
ziet voor de jaren tachtig het
volgende schrikbeeld voor
zich opdoemen: De energie
besparingen vallen lager uit
dan Carter hoopt. De om
schakeling op steenkool en
zon verloopt ook al trager
dan was voorzien. Er zal daar
door een zeer fors tekort ont
staan. Om dat op te vangen
zal de bijdrage van de kerne
nergie drastisch moeten wor
den opgevoerd. „Dat is de
richting die Schlesinger
waarschijnlijk ln zal slaan."
voorspelt Pollock. Onlogisch
klinkt het niet. Alleen is het
nog maar de vraag of de Vere
nigde Staten wel in staat zijn
van hun kernenergie-pro
gramma zo snel op te voeren.
Het verzet dat de overheid
daarbij oproept zal steeds he
viger worden. Pollock: .Ala
een redelijke discussie over
kernenergie niet meer moge
lijk is, zullen de tegenstan
ders emotioneel worden. We
krijgen hier dan net zulke
massale en gewelddadige be
togingen als in Frankrijk en
Duitsland. Maar denkt Pol
lock dAn dat Amerika zonder
kernenergie de crisis door
kan komen? „Ja, maar dan
moet de regering wel veel
meer investeren ln nieuwe
bronnen en besparende
maatregelen veel drastischer
doorvoeren."
Macht
Carter lijkt dat wel begrepen
te hebben. Waarom pakt hij
dan niet flinker aan? Pollock:
„Dat brengt je naar de vraag
wie er eigenlijk de dienst uit
maakt in dit land: de rege
ring of het bedrijfsleven De
olie- en auto-industrie heb
ben ontzettend veel macht.
De belasting op auto's die
teveel benzine verbruiken is
niet om zeep geholpen door
het Amerikaanse volk. maar
door de auto-industrie. En
de olie-industrie wil geen
concurrentie van zonne-ener
gie.
Eén van minister Schlesln-
gers assistenten geeft toe dat
daar een bedreiging zit voor
Carters plannen. „De ener-
glepolitlek is ln dit land altijd
gedicteerd door de olie-indu
strie. Er was geen reden om
daar tegen in te gaan. Daar
door hebben we als overheid
een achterstand. Daarom is
voor ons steun van het pu
bliek erg belangrijk De olie-
industrie ls nu invloed aan
het verliezen."
Er gaan al Jarenlang stem
men op de macht van de olie-
industrie te breken dor de
grote maatschappijen een
voudig weg op te splitsen in
een aantal kleinere eenhe
den. De overheid heeft daar
voor wel bevoegdheden. De
regering-Carter gebruikt dit
middel voorlopig alleen nog
maar als stok achter de deur.
Kleine schaal
Het idee van die kleinere olie
maatschappijen spreekt Ri
chard Pollock erg aan. Het
past in de filosofie waarmee
zijn beweging de energie-cri
sis bekijkt. „We hebben ln dit
land een passie voor alles wat
groter, hoger en nieuwer is,"
legt hij uit. „Dat is ook de
manier waarop vorige rege
ringen de energiecrisis wil
den aanpakken. Gewoon
meer produceren, was het
motto. Grotere tankers, gro
tere kerncentrales. We moe
ten nu Juist denken aan de
centralisatie. Aan technieken
die Je op kleinere schaal kunt
toepassen."
Carter heeft in elk geval de
verdienste dat hij niet meer
roept om meer produktie,
maar de nadruk legt op be
sparingen. Alleen heeft zijn
oproep aan de Amerikanen
hun levensstijl geleidelijk
aan te gaan veranderen nog
weinig effect gehad. Onder
tussen gaat de tijd dringen.
„We raken niet door onze
energie heen," schrijft Denis
Hayes in zijn boek „Rays of
Hope". „We raken wel door
de goedkope olie en aardgas
heen. We raken door het geld
heen voor een verdubbeling
of verviervoudiging van het
toch al zo omvangrijke sys
teem voor de energievoorzie
ning. We raken ook door de
politieke wil heen de sociale
kosten te dragen van een
steeds sterkere uitbreiding
van de energie-produktie. En
we komen tijd tekort om te
reageren op deze nieuwe wer
kelijkheid."
In Amerika hebben ze het
eerste Jaar van Carters ener
gieplan praktisch verloren la
ten gaan.
(Dit ls het laatste van twee
artikelen over Amerika en
de energiehet eerste stond
in de krant van 5 november.)