Vadertje staat
zorgt voor alles
in Sowjet-Unie
F
"rrn
tw.
7 rh:
m Os
}JV
Overheid en
dissidenten:
Goliath en David
Op 25 oktober 1917 (7 november volgens de huidige kalender) brak in Rusland de revolutie uit die beslissend was voor de
toekomst van dat land. Deze historische gebeurtenis is (en wordt) uitgebreid herdacht. De Sowjet-pers is al bijna een heel
jaar bezig de „verworvenheden van de revolutie" breed uit te meten. De Nederlandse kenner van de Sowjet-Unie Martin van
den Heuvel, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, geeft op deze pagina zijn visie op het goede leven in de
socialistische staat. Voor wie zich naar de officiële lijn wil schikken is het in Sowjet-Unie vrij gerieflijk, vindt hij. De anderen
voeren een permanente strijd.
De heerser van de wereld zal de arbeid zijn
ZATERDAG 29 OKTOBER 1977
BUITENLAND
Trouw/Kwartet
25
„Le burger van de Socialistische
Es.lanüse Sowjetrepubliek is er zich
tro s van bewust dat hij, zoals elke
Sowjet-burger. meester is van zijn
land, €n vertegenwoordiger van ons
rijkbe\olkte Vaderland. Alles be
hoort lem toe. Alles komt tot stand
voor hem. voor zijn kinderen en voor
zijn kaneraden. De woorden „van
mij" ei „van ons" zijn in Sowjet-
Estlant ondeelbaar geworden
Toegevijdheid aan de zaak van het
commuiisme, collectivisme, een
hoge aneidsmoraal, wederzijds res
pect, himanisme, socialistische pa
triottisme en internationalisme,
klassesoliiariteit met de arbeiders
van de hee wereld dat alles zijn
de onvervnemdbare eigenschappen
van de buriers van onze republiek.
Vele van oize Finse gasten erken
nen dat zij n Sowjet-Estland meer
democratie, menselijkheid, cultuur
en moraal antreffen dan in hun
eigen land."
Dit citaat is ontleend aan een on
langs in de Etlandse hoofdstad Tal
linn verschelen boek „Twee oevers
twee maitschappijvormen". De
twee oevers ormen de Estlandse en
Finse oever van de Oostzee en de
schrijver. Wkdimir Petrow, trekt in
zijn boek eervergelijking tussen het
leven in heUapitalistische Finland
en het soci.listische Estland dat,
zoals bekent, sinds 1944 deel uit
maakt van te Sowjet-Unie. Ik heb
dit boek als uitgangspunt gekozen
voor een beshouwing over de Sow
jet-Unie omiat het een aardig beeld
geeft van derificiële Russische visie
op de voordien van de eigen maat
schappij enie nadelen van het „on-
dergaande"Westen. Daarnaast heb
ik echter gtbruik gemaakt van nog
een bron, nimelijk een commentaar
op de niewe grondwet van twaalf
dissidenter onder wie Pjotr en Zina-
ïda Grigornko en Walentin Toert-
sjin.
Dit commrntaar geeft uiteraard een
heel wat somberder beeld van de
Sowjet-wckelijkheid dan dat wat
Wladimir Petrow ons biedt. Voor
deze laatte is de zee die Estland
van Finïnd scheidt onoverbrug
baar. He is „de wereld van arbeid,
gelijkheii, vrijheid en gerechtig
heid", dïwereld waar „de arbeiders
klasse rgeert", tegenover „de we
reld var de ongelijkheid, de sociale
ongereotigheid en de schrijnende
tegenstiling. de wereld waar „de
kapitalJten regeren". Petrow be
schrijft de levens- en werkomstan-
dighedn van de burgers in beide
wereldn: hoe werken ze, hoe zijn de
lonen, hoe hoog is de levensstan
daard hoe zit het met de gezond-
heidsorg, met het onderwijs en met
de p'litieke rechten en vrijheden.
Ondr het kapitalisme, schrijft hij,
dien de arbeid slechts om aan de
behefte van de kapitalist aan ar-
beitskracht te voldoen. De belan-
genvan de arbeider, de kapitalist en
de naatschappij lopen daarbij uit
eer en de arbeider is slechts geïnte-
reseerd in zijn loon, en niet in zijn
arbidsprestaties.
In de Sowjet-Unie is dat anders.
Dar bouwt elke werker aan zijn
eipn maatschappij en aan zijn ei-
go toekomst. De belangen van de
wrknemer en de staat vallen volko-
mn samen. Elke burger kan ook de
O'leiding krijgen die hij wenst en
kijgt een baan overeenkomstig zijn
siecialiteit. Petrow somt nog ande-
r voordelen van het socialisme op:
ie inkomensverschillen zijn minder
tan in Finland en de mannen gaan
;1 cp hun zestigste met pensioen en
ie vrouwen op hun vijfenvijftigste.
De twaalf dissidenten hebben in
hun rommentaar heel wat op dit
„rech op arbeid" af te dineen. Hun
Het aspect „recht op arbeid" leent
zich tot nog een opmerking en dat is
de kwestie van de vroege pensione
ring. Lang niet alle sowjet-burgers
zijn daar even enthousiast over. Het
regeringsblad Izwestia heeft on
langs twee artikelen over dit onder
werp gepubliceerd naar aanleiding
van een 100-tal brieven van lezers.
Een docent aan een universiteit
schrijft: „Over zes weken ga ik met
pensioen en moet ik de universiteit
filosofie van de arbeid is ook wezen
lijk anders. Arbeid is voor hen een
noodzaak en de revolutie was vol
gens hen niet bedoeld om de werk
nemers van „een recht op arbeid" te
verzekeren, maar om de arbeidslast
zo veel mogelijk te verlichten. Ar
beid is in de Sowjet-Unie geen recht
maar een plicht, schrijven zij, en als
je niet werkt kan je wegens „leeglo-
perij" veroordeeld worden. Het vast
leggen van het recht op arbeid in de
grondwet heeft volgens hen weinig
zin, wel een bepaling dat niemand
bij het zoeken naar werk gediscrimi
neerd mag worden op grond van
nationale, godsdienstige en politie
ke overtuiging. En dan wijzen ze op
het ontslag van Sowjet-burgers om
hun politieke of godsdienstige op
vattingen en op vriendjespolitiek
waardoor de kinderen uit de geves
tigde kringen allerlei banen krijgen
waarvoor betere kandidaten voor
handen zijn.
Ook wijzen zij op gevallen van dissi
denten die ontslagen zijn en nergens
meer in hun beroep terecht kunnen.
Kunstenaars en wetenschapsmen
sen worden dan gedwongen om als
sjouwer of bouwvakker of wat dan
ook de kost te verdienen, ook al
omdat de KGB er hen op wijst dat
ze niet langer dan drie maanden
zonder werk mogen zitten. De con
clusie van het twaalftal luidt dat
geen enkele staat elke burger het
recht op werken in zijn specialiteit
kan garanderen, maar dat er dan
voor compensatie moet worden ge
zorgd in de vorm van
werkeloosheidsuitkeringen (die de
Sowjet-Unie niet kent). Het recht op
arbeid mag geen plicht tot arbeid
worden, schrijven zij.
Deze kanttekeningen van de dissi
denten brengen ons op de vraag hoe
groot de „dwang tot werken" en
vooral tot werken buiten je vak en
eventueel zelfs buiten je woonplaats
is. Ik heb niet de indruk dat die
dwang groot is, met uitzondering
evenwel van de dissidenten en van
asociale elementen. Bovendien kun
nen sowjet-bedrijven niet zo gemak
kelijk mensen ontslaan. En anders
dan bij ons, waar de loonkosten veel
zwaarder drukken, willen ze dat ook
vaak niet. Praktisch alle bedrijven
zitten graag ruim in hun personeel
omdat ze dan in sommige perioden
(vooral aan het einde van een kwar
taal en van het jaar) veel kunnen
produceren en zo het opgelegde plan
vervullen. Het hele jaar door gelijk
matige produktiecijfers boeken is
meestal onmogelijk wegens proble
men met de voorziening van grond
stoffen en wegens het feit dat er
tijdens het jaar wellicht nog een
extra inspanning van het bedrijf
verlang wordt. Een aantal arbeiders
achter de hand is dan nooit weg.
Zo kom je toch tot de conclusie dat.
ook al zal de gemiddelde Sowjet-
arbeider minder vreugde aan zijn
arbeid (die vaak even geestdodend
is als in het Westen) beleven dan de
communistische ideologie wil en
ook al zijn de arbeidsomstandighe
den en de lonen gemiddeld bedui
dend lager dan bij ons, het recht op
arbeid in de zin van de zekerheid
van arbeid, in Rusland in hoge mate
aanwezig is.
l Z _T d
waar ik dertig jaar gewerkt heb ver
laten. Met een gevoel van angst tel
ik elke dag die mij van die fatale
datum scheidt." De tegenzin om
met pensioen te gaan betreft niet
alleen mensen met interessante ba
nen. Een van de de zaken waarover
Petrow, wiens boekje toch vol cijfers
staat, weinig zegt is dat de pensioe
nen erg laag zijn. Het gemiddelde
pensioen van arbeiders, boeren en
kantoorpersoneel bedroeg in 1975 45
roebel per maand bij een gemiddeld
maandsalaris van 140 roebel. Daar
om alleen al willen vele mensen die
ertoe in staat zijn. na hun 55ste of
60ste nog werken. In een groot aan
tal beroepen kan dat echter niet
omdat men dan de jonge garde niet
kan opvangen.
Deze gedwongen vroege pensione
ring laat zich vanuit het oogpunt
van algemeen belang zeer goed ver
dedigen. al vormt zij wel een zekere
beperking op het „recht op arbeid".
Petrow gaat echter op dit probleem
niet in. Hij is het type ideoloog dat
schrijft dat de arbeid onder het soci
alisme zo fijn en mooi is, maar dat
een vroeg pensioen ook zo fijn en
mooi is. Wel weet hij in de volgende
paragrafen over lonen en prijzen,
onderwijs en gezondheidszorg weer
een aantal punten voor „zijn socia
lisme" te scoren. De lonen zijn in de
Sowjet-Unie de laatste 10-15 jaar
inderdaad behoorlijk gestegen en
daar het land niet onze vreselijk
inflatie heeft gekend, betekent dat
een behoorlijke stap vooruit. En wie
wil er geen gratis onderwijs en ge
zondheidszorg en lage prijzen voor
het openbaar vervoer?
Ook is de Russische woningsituatie
de laatste jaren aanzienlijk verbe
terd. Maar Petrow overdrijft toch
wat als hij de gezondheid in de kapi
talistische landen een handelswaar
noemt. Uit zijn beschrijving blijkt
trouwens dat er in Estland zelf een
gebrek is aan poliklinieken, zieken
huizen. artsen en ander medisch
personeel Hoeveel er ook iets te
zeggen valt voor een nationalisering
Van de Nederlandse gezondheids
zorg, het peil van onze huidige medi
sche voorzieningen is onvergelijk
baar veel hoger dan de Russische.
Petrow schrijft dat de medicijnen in
de Sowjet-Unie de goedkoopste ter
wereld zijn en dat zal best waar
wezen. Mar er is ook een tekort aan
en ze zijn slechter Zelf heb ik bij
Russische ziekenhuizen gezien dat
alle patiënten die zich maar enigs
zins bewegen konden tegen eten
stijd een restaurant in de buurt op
zochten omdat het voedsel onvol
doende en niet te genieten was. Bed
legerige patiënten moeten het dan
hebben van de hapjes die familie en
vrienden aansjouwen.
Maar daar staat, 'als pluspunt voor
het socialisme' zal ik maar zeggen,
weer het enorme betaalde zwanger
schapsverlof van werkende vrouwen
(112 werkdagen in totaal) tegenover.
En Petrow kan zijn betoog over de
voordelen van het socialisme steeds
afwisselen met smakelijke kritiek
op Finse toestanden. Zo weidt hij
uit over het schrikbarend gebruik
van alcohol en drugs en het hoge
percentage echtscheidingen en zelf
moordpogingen. Te bont maakt hij
het waarschijnlijk als hij beweert
dat 10 procent van de werkende
mannen alcoholist is en dat een op
de drie Finnen aan psychische
stoornissen lijdt.
Petrow is dan in zijn boek aange
land bij de politieke rechten en vrij
heden van de Sowjet-burger. Hij
merkt eerst nog op dat behalve het
recht op arbeid, beloning en pensi
oen. ook het recht op een woning, op
onderwijs, op ontspanning op ge
zondheid in de Sowjet-grondwet zijn
opgenomen, terwijl ze in de Finse
grondwet ontbreken.
De twaalf Russische dissidenten
zijn echter aanmerkelijk minder te
spreken over hun grondwet. Ze vin
den dat deze rechten helemaal niet
in de grondwet hoeven te worden
opgenomen. Maar wel is volgens hen
in een land dat zich socialistisch
noemt een juridische garantie ver
eist dat alle burgers gelijkelijk van
zulke rechten kunnen profiteren. En
dan trekken ze fel van leer tegen de
ongelijkheid in hun land. de enorm
hoge inkomens en andere privileges
van de hogere partijkringen de
nieuwe adel hun speciale clubs,
winkels ziekenhuizen en vakantiete
huizen.
Van de politieke rechten en vrijhe
den laten de twaalf dissidenten
niets heel. Zij constateren dat de
belangrijkste democratische ver
worvenheid van de arbeiders, het
stakingsrecht, niet in de grondwet is
opgenomen, evenmin als het recht
van woonplaats te veranderen en
het land te verlaten en er weer terug
te keren. Toch zijn dit rechten die
zijn vastgelegd in de ook door de
Sowjet-Uniet geratificeerde Verkla
ring van de rechten van de mens.
Het twaalftal ziet drie fundamentele
fouten in de nieuwe Russische
grondwet:
zij draagt een propagandistisch
karakter;
de grondwet en het partijpro
gramma worden erin vermengd;
de formuleringen van de grond
wet zijn vaak vaag.
De dissidenten hebben het in hun
commentaar niet moeilijk. De Sow
jet-grondwet is een 'produkt vol ono
verkomelijke tegenstrijdigheden.
Enerzijds is zij bedoeld voor alle
burgers, maar anderzijds is zij alleen
geschreven voor die mensen die 'het
socialisme willen opbouwen'. Voor
burgers die van het socialisme niets
willen weten of zelfs voor gewoon
kritische burgers is geen plaats. De
twaalf dissidenten wijzen uiteraard
op de tegenstelling tussen artikel 2:
'Alle macht in de USSR behoort aan
het volk' en artikel 6: 'De leidende
en richtinggevende kracht in de
Sowjet-maatschappij en de kern
van haar politieke systeem vormt de
communistische partij. Deze be
paalt het algemeen perspectief van
de maatschappelijke ontwikkeling,
de binnenlandse en de buitenlandse
politiek en zij leidt de hele creatieve
werkzaamheid van het Sowjet-volk.
'Wat blijft er dan voor het volk nog
te leiden over, vragen de dissidenten
zich af. Ze willen dan ook dat er
gewoon in de grondwet komt te
staan dat alle macht aan het Polit
buro van partij hoort, zoals ze ook
vinden dat de andere quasi-vrijhe-
den van de grondwet beter ge
schrapt kunnen worden. 'Elke, zelfs
de meest onbeperkte dictatuur is
beter dan huichelarij, dan vrijheden
op papier en de totalitaire onder
drukking ervan in werkelijkheid.'
Artikel 50 van de grondwet garan
deert de vrijheid van het woord, van
de pers, van vereniging, vergadering
en betoging. Maar hetzelfde artikel
50 bepaalt dat deze vrijheden alleen
gebruikt mogen worden „in overeen
stemming met de belangen van de
werkers en om de socialistische
maatschappij te versterken." En wie
bepaalt wat goed is voor de werkers
en het socialisme, vragen de twaalf:
zeker de censuur van de KGB? Voor
hen betekent de geciteerde toevoe
ging. dat het artikel dezelfde vrijhe
den die het met de ene hand geeft,
met de andere hand weer terug
neemt. Zij beweren ook dat de
grondwet aan de burger geen enkel
recht als persoon verleent, maar
slechts aan burgers die de belangen
van de Sowjet-staat willen dienen.
De dissidenten hebben natuurlijk
gelijk met hun bewering dat het
Sowjet-regimc door zijn aard auto
matisch op gespannen voet staat
met deze vrijheden. Als je als uit
gangspunt voor je grondwet neemt
dat je een socialistische staat wil
opbouwen, vallen niet-socialisten
automatisch af; als je een atheïsti
sche staat wil opbouwen, vallen de
gelovigen gelijk af De Sowjet-vrij-
heden komen er dan ook op neer dat
iedere burger de vrijheid heeft om
mee te doen met de machthebbers.
Dan kun je ook een redelijk leven
hebben.
Het heeft ook wel iets verleidelijks.
Want Petrow kan datgene niet noe
men wat voor vele gewone burgers
wellicht het belangrijkste voordeel
van hun systeem is: de overheid
bezorgt vele onderdanen een betrek
kelijk probleemloos bestaan. De
staat regelt alles, weet wat het beste
is, je hoeft niet te denken, je niet te
verontrusten. Er zijn nog proble
men. maar de staat werkt er aan.
lost ze op. dat komt best in orde. En
voorzover er ellende in de wereld is,
komt dat door de kapitalisten en
imperialisten die oorlog willen maar
die we nu wel aan kunnen Niet voor
niets maakt de Sowjet-Unie, zo'n
provinciaalse indruk. En nogmaals,
als je meebouwt aan het socialisme,
wat wil zeggen dat je je niet verzet
tegen de overheidspolitiek, dan kun
je best. temidden van de zorgen van
alledag, een redelijk leven hebben.
En de groep die dat niet wil de
dissidenten is nog steeds betrek
kelijk klein.
Maar als men zich afvraagt wat er de
laatste tien jaar in de Sowjet-Unie
veranderd is. dan komt men toch
weer bij die dissidenten terecht. Het
opmerkelijke is hun blijvende aan
wezigheid in de Sowjet-maatschap
pij. Niet iedereen in het Westen rea
liseert het zich misschien, maar er
vindt al Jaren een adembenemend
gevecht plaats tussen een kleine
groep dissidenten, aanhangers van
het principe van de geweldloosheid,
en het machtigste staatsapparaat
dat de wereld kent. Het is een zeer
principiële strijd waarbij David zich
niet eens van een steen wil bedie
nen, maar Goliath slechts bestrijdt
met een beroep op diens eigen wet
ten en op begrippen als eerlijkheid
en fatsoen. Slechts het wapen van
de openbaarheid wordt hierbij ge
hanteerd. maar dat is dan ook een
wapen waar Goliath een grote hekel
aan heeft en waarmee hij herhaalde
lijk wordt getroffen. Deze geweldlo
ze strijd verdient meer aan
dacht van onze polemologen dan zij
krijgt, zij het dat een oppositie deze
geweldloosheid waarschijnlijk pas
kan opbrengen in zeer speciale om
standigheden en na veel zinloos
geweld.
Deze dissidentenbeweging lijkt nu
niet meer weg te denken uit de Sow
jet-maatschappij De risico's zijn
groot, dissidenten verdwijnen in
kampen, gevangenissen en psychia
trische inrichtingen, anderen wor
den met meer of minder pressie het
land uitgewerkt, maar de gelederen
worden steeds weer aangevuld. Tien
Jaar geleden werden Daniël en Sin-
javski veroordeeld wegens een be
trekkelijk onschuldig vergrijp het
publiceren van literaire werken on
der andere namen in het Westen
Nu lopen tientallen Sowjet burgers
die onder hun eigen naam kritischer
beschouwingen over de Russische
werkelijkheid schreven, los rond De
Kroniek van de lopende gebeurte
nissen. het blad dat zo nauwkeurig
mogelijk rapporteert over zaken
waar de Prawda geen belangstelling
voor heeft, bestaat ondanks alle
pressie al tien jaar. Maar er bestaat
nu nog veel meer dat tien jaar gele
den ondenkbaar was. Op 26 april
1977 hebben enkele dissidenten in
Moskou een „onafhankelijk persbu
reau" opgericht. Alleen de republiek
Litouwen bezit nu al zeven dissiden
tenbladen waarvan vijf aan kerkelij
ke zaken gewijd zijn De Kroniek
van de Litouwse katholieke kerk
verscheen zelfs een keer met foto's.
De technische apparatuur van de
samenstellers schijnt zich ook uit te
breiden want bij de Litouwse Ona
Pranckunaite uit Panewezjs nam de
KGB vorig Jaar oktober een copieer-
apparaat en twee handpersen in
beslag.
Deze „samizdatliteratuur" levert
vaak boeiend leeswerk op zoals over
de partijbons die een pastoor toe
snauwt: „De kerk heeft het recht
niet om te verhinderen dat de kinde
ren een juiste materialistische we
reldbeschouwing ontvangen zolang
ze nog geen zestien jaar zijn en nog
niet in staat zijn zich kritisch ten
opzichte van de godsdienst op te
stellen. Wees tevreden met oude
mensen en blijf van de Jeugd af'
Waarop de pastoor: „En waarom
wachten jullie niet tot de kinderen
achttien jaar zijn voor je ze in de
jeugdbeweging opneemt en ze het
atheïisme in de strot perst? Uitein
delijk begrijpen ze het atheusme
niet en zijn ze niet in staat zich er
kritisch tegenover op te stellen.
Er bestaat nu trouwens in Mos
kou ook een Christelijk Comité ter
verdediging van de rechten van de
gelovigen. Vla dit comité verneem je
bij voorbeeld dat op 7 september in
Brjansk 300 politie- en KGB-agen-
ten zes uur lang een kerk omsingel
den waarin baptisten zich verza
meld hadden uit protest tegen het
feit dat de overheid hen hun kerk
wilde ontnemen Tijdens de geweld
dadige ontruiming van de kerk
raakten enkele tientallen mensen
gewond Op dezelfde dag deed de
politie ook invallen bij kerkdiensten
van baptisten in Rostow aan de Don
en in Gorlowka. In het geval van
Brjansk gaat het om leden van de
officieel erkende baptisten (in de
andere twee gevallen vermeldt de
bron het niet», en niet van de afge
scheiden Inltiativniki die alle rela
ties met de atheïstische staat ver
broken hebben Men kan dan nog
vermelden dat Aleksej Bytsjkow. de
algemeen secretaris van de Russi
sche Baptistenkerken. in dit voor
jaar een „détente-bezoek" aan de
VS heeft afgelegd waarbij hij her
haaldelijk verklaard heeft dat de
kerken in zijn land geen strobreed in
de weg gelegd wordt. Dezelfde
Bytsjkow verklaarde op 4 septem
ber. tijdens een bijeenkomst in Hon
garije waarop ook Billy Oraham
sprak, dat „de uitwerking van het
slotakkoord van Helsinki zowel voor
ons als voor de komende generaties
een goed programma biedt."
Zo blijkt de dissidentenbeweging in
de Sowjet-Unie alleen al nodig om
ons in het Westen behoorlijk ge
ïnformeerd te houden over hoe het
reilt en zeilt in dat eigenaardige
land. En door die Informatie hier uit
te dragen, steunen we die beweging
weer En dat is toch wel het minste
wat we kunnen doen.