Een zwerm voortreffelijke films
Oostenrijks geld
■O
uit Holland
WK***
V*a
R
■t
êd[
postgiro en
rijkspostspaarbank
door W. Wielek-Berg
fri de geschiedenis van de ..Filmweek Arnhem''
[al het jaar 1977 ongetwijfeld met gouden letters
[ermeld worden Zelden waren de twee
[rogramma's.gewone" en het ..moeilijke" zo
Uitstekend samengesteld, zelden vonden zoveel
ilms van allure in Arnhem hun Nederlandse
première. Als de Bioscoopbond in de toekomst
[oortgaat zijn visitekaartje op deze manier te
pukken, kunnen we meer dan tevreden zijn met
[ns Nederlandse festival, het ene jaar in Arnhem,
het andere in Utrecht (het Utrechtse aanbod van
verleden jaar gaf ook veel reden tot vreugde).
Daarmee wordt niets afgedaan aan de waarde
van Film International in Rotterdam: dat is ook
noodzakelijk en heeft zijn eigen functie. Opening
(..Star Wars") en sluiting (..The Spy who loved
me", de nieuwe James Bond-film) twee
spectaculaire stuntstukken van zeer matig
niveau, waren gelukkig niet representatief voor
de rest: opvallend was de waardigheid en de
maatschappelijke betrokkenheid van de meeste
PI
I
HRb
films, zij mikten niet of nauwelijks op goedkoop
succes door sex en geweld
Aangezien het grootste gedeelte van de
vertoonde films is aangekocht en zij hun weg
naar de bioscoop dus vroeg bf laat zullen vinden,
leek het ons dienstig een uitvoerige bespreking
op te schorten tot het ogenblik waarop ze in het
programma te zien zijn. Overigens: deze week
worden er reeds acht (waaronder de allerbeste)
uitgebracht. Of dat nu wel zo handig en
verstandig is valt nog te bezien zelfs een
hopeloos aan de film verslaafde zal zijn genot
toch graag wat willen spreiden, en bovendien
kost elke-dag-een-film een lieve duit Zodat het
gevaar bestaat dat er een paar. die dat niet
verdienen, onder de tafel vallen. Maar we hopen
natuurlijk allemaal, dat ze geprolongeerd zuilen
worden
Hier komen dan de acht. min of meer in volgorde
van belangrijkheid
rovidence van Resnais
Franse filmer Alain Resnais
aakte na een respectabele reeks
ocumentaires iwaaronder ..Guer-
ica". ..Les Statues meurent aussi"
..Nuit et Brouillard") in 1959 zijn
rste speelfilm. „Hirosjima mon
our". Vooral zijn twee volgende
ras. ..l'Année dernière a Marien-
>ad" en ..Muriel" verschaften hem
le naam van een ..moeilijke" regis-
;eur. een intellectuele speler met
le tijd. een anti-realist. Doch hij-
:elf heeft dat altijd bestreden, hij
jeroept zich (onder andere in een
nterview in de „Haagse Post" van
leze week) op de realiteit van wat
rich in een mensenhoofd afspeelt.
hetgeen ook weer niet wil zeggen
flat zijn films cerebraal zouden zijn.
pij werkt veel eerder instinctief, zij
et ook sterk gestileerd.
Providence" (de naam van een
ndhuis). zijn nieuwste film na
Stavisky" (1974) is wel een van
jn beste, maar zeker niet een van
jn moeilijkste werken, al is hij
oor velerlei uitleg vatbaar (men
u ook kunnen zeggen dat hij zeer
icht van structuur is. dat er vele
raden in zijn verwerkt). Een film
ver „de dood. de dood. de dood.
et dood-zijn en de doden" mis-
hien. Maar ook een film over de
ardnekkigheid van het leven, over
e echte of vermeende discrimina-
e van oude mensen en over de
rojectie van vroege relaties en ge-
ragspatronen (de moeder-zoon-
erhouding) in het latere leven. In
lk geval is alles gevat in het kader
an de gevoelens, gedachten en
wellingen van een oude. zieke
hrijver (Somerset Maugham?),
ie in een helse nacht vol zoete wijn
n flitsende pijn het roman-maken
iet kan laten en zijn familieleden
ebruikt als figuren in zijn boek.
ij verzint situaties en relaties, ver-
erpt ze. verandert ze, begint op-
ieuw. Tussen de diverse projecten
oor spelen zijn angstdromen over
erval en onwaardigheid van de
uderdom. vandaar dat men beel-
en ziet waarin mensen een weer-
inwekkende weerwolf-metamorfo-
e ondergaan of worden samenge-
reven en afgemaakt in een stadi-
n (de associatie met het stadion in
Santiago de Chile is niet toevallig).
e
Dndertussen heersen in de stad ge-
eld en terreur, bommen ontplof-
en. branden breken uit en een top-
voetballer loopt al trainend zonder
plot of zin van het kastje naar de
uur men ziet. verbindingen
et de werkelijkheid te over.
de nacht volgt de morgen, na de
uisternis het licht: de oude man
ert zijn acht-en-zeventigste ver-
aardag en ontvangt zijn twee
ns en schoondochter voor een
unch in de tuin. Hij heeft het weer
ns overleefd en zijn familieleden
lijken lang niet zo star, vreemd,
nuitstaanbaar. verward of onge-
ukkig als hij ze in zijn boek blieft
jnoor te stellen.
Alles met elkaar (het briljante sce
nario van David Mercer; de vol-
fnaakte muziek van Miklós Rozna;
het uitstekende spel. vooral van
John Gielgud als de schrijver en
natuurlijk allereerst de regie van
fneester Resnais) een grote, impo-
herende film. Doorweven met hu-
nor. die uit de aard der zaak di-
cwijls sardonisch is. Resnais. die
:ich veel met muziek bezighoudt,
vergelijkt zijn eerste film die in
Sngeland is opgenomen en in het
Sngels wordt gesproken, met een
cwintet. waarin Dirk Bogarde's on-
>erispelijk Engels sprekende stem
le piano is. de welluidende Ameri-
caanse Ellen Burstyn de viool,
ïielgud met zijn indrukwekkende
iitspraak de cello, David Warner
Ie viola de gamba en Elaine Stritch
net haar Yankee-geknauw de bas.
imstcrdam-Tusrhinski 2; Arnhcm-
■uxe, 16 jr.
Dirk Bogarde in ..Providence"
Que la fète commence
van Tavernier
De Franse regisseur Bertrand Ta
vernier behoort tot de groten van
de cinematografie door de onver
wisselbaarheid van zijn stijl. Als
iemand die bekend is met zijn werk
doch niet weet van de hoed en de
rand. oftewel de film en de regis
seur (ik stel maar wat), een bios
coop binnenloopt waar een van zijn
films wordt vertoond, kan hij hem
na hoogstens tien minuten als een
Tavernier herkennen. Maar dat is
het niet alleen wat hem zo eminent
maakt, er is meer: als geen ander
weet hij, elke nuance in acht ne
mend, de karakters met al hun
zwakheden in hun waarde latend,
de sociale en politieke onderwereld
(in twee bekentenissen) van een
bepaald tijdvak door te lichten,
zonder dat men het gevoel krijgt te
kijken naar een strenge analyse.
Zowel in „Le Juge et l'Assassin" als
in „Que la fète commence" (respec
tievelijk zijn vierde en zijn derde
film) duikt hij in een tijd. die trilt
van een verwachting, die lang niet
voor iedereen vreugdevol is. De
grote verandering die komen gaat,
die komen moet. hangt in de lucht.
Daarin doet hij aan Tsjechow den
ken. doch Tsjechow schilderde zijn
eigen tijdvak en Tavernier zoekt
het. (althans in zijn twee laatste
films) in het verleden. ..Que la Fête
commence" speelt in 1719. de tijd
van de Franse regent Philippe
d'Orléans. die waarnam voor Lode-
wijk XV. Na het starre regime van
de Zonnekoning is Philippe's libe
rale bewind voor bepaalde kringen
een verademing. Hij is zachtzinnig
voor politieke tegenstanders (het
doodvonnis van de flierefluiterige
Bretonse opstandeling de Pontcal-
let tekent hij slechts na veel tegen
stribbelen. gedwongen door de op
portunistische abbè Dubois, om di
rect daarna, uit wroeging of wrok
en tot ontzetting van de hofadel,
een van zijn ondeugdelijke neven
te laten vierendelen). Doch wat
voor baat heeft daarbij de gewone
man? Hij wordt geronseld voor de
kolonie Louisiana, lijdt honger en
wordt gehangen als hij een brood
steelt, terwijl aan het hof de ene
orgie op de andere volgt omdat de
regent zo dol is op vrouwen. Uit
lust. melancholie en wanhoop zinkt
hij erin weg: al feestend ziet hij het
teken aan de wand niet en is doof
voor de dreigende trommelslag.
Pas aan het eind. wanneer hij een
boerenkarretje overrijdt en een
jongetje doodt, komt de toekomst
onverholen in beeld. Een meisje
steekt de omgevallen koets van de
regent in brand, zet het lijk van
haar vermoorde broertje rechtop in
haar armen en zegt: „Kijk, kijk. hij
brandt. Hij is de eerste, er zullen er
veel meer branden."
Tavernier kent het geheim van een
bepaald soort tedere vrouwenfigu
ren. die zich soepel voegen naar {ie
omstandigheden en met deernis en
wijsheid doen wat de heersenden
van hun verwachten, doch tenslot
te de strijd delen van de „under
dogs" uit wier rijen zij voortgeko
men zijn. In „Le Juge et 1' Assas
sin" (spelend aan het eind van de
vorige eeuw) is dat de maitresse
van de rechter, in ..Que la Fête
commence" de favoriete prostituee
van de regent. Zij wordt gespeeld
door Christine Pascal, een ontdek
king van Tavernier. Zijn vondst
was niet gering.
Den Haag-Bijou, 16 jr.
onze medemens, om maar eens een
gemeenplaats te gebruiken. Isabel-
le Huppert speelt de vrouwelijke
hoofdrol ideaal.
Amsterdam-Alhambra 2 en The Mo
vies; Utrecht-Studio, 16 jr.
Le Sheriff van Boisset
Yves 3oisset („1'Attentat" over de
affaire Ben Barka; „R.A.S." over de
smerige Algerijnse oorlog, om een
paar van zijn films te noemen)
wordt vaak vergeleken met Gosta
Gavras (van „Z" eh ...'Avi") omdat
hij maatschappelijke en politieke
misstanden verpakt in een thriller
jasje aan de kaak stelt, teneinde
door te dringen tot een zo groot
mogelijk publiek. Het verschil is.
dat Costa Gavras het zoekt in an
dere landen of het verleden, terwijl
Boisset zijn eigentijdse Franse
straatje veegt.
„Le Juge Fayard dit le Sheriff"
(„Rechter Fayard genaamd de she
riff") is geïnspireerd op een authen
tiek schandaal, zonder dat op de
voet te volgen. In 1975 werd een
rechter van instructie, Renaud, in
Lyon overvallen en gedood, omdat
hij te diep had gewroet in zaken,
waarin de hoogste kringen waren
gemengd. Boisset heeft deze figuur
omgewerkt tot „rechter Fayard",
een veel jongere man dan Renaud,
die met grote onstuimigheid nota
belen achter de vodden zit. die mis
daden plegen of laten plegen. Her
haaldelijk komt hij daarbij de
naam „SAC" tegen, een organisatie
die onder De Gaulle werd opgericht
en voor het grootste gedeelte be
stond uit onderwereldfiguren. Zij
hadden „carte blanche" voor het
uit de weg ruimen van terroristen
Rudolf Nurejew en Michelle Philips in ..Valentino"
La Dentellière
van Goretta
pabelle Huppert en Yvcs Bcncyton in ..La Dcnlcllicrc'
Hoewel „La Dentellière" („De
Kantmaakster") van de Zwitserse,
tegenwoordig in Frankrijk filmen
de. regisseur Claude Goretta kan
worden gekarakteriseerd als een
simpele, tedere liefdesgeschiede
nis, bezit ook hij maatschappelijke
en sociale boven- en ondertonen.
Het verhaal is gauw verteld: een
kapstertje. op vakantie in een bad
plaats met een vriendin en door
haar in de steek gelaten, ontmoet
een student en gaat met hem sa
menwonen. Eerst vormen zij een
lief, roerend paar, doch na betrek
kelijk korte tijd vindt de jongen de
verschillen toch te groot. Hij ver
breekt de relatie en breekt daar
door het meisje: zij komt in een
inrichting terecht waar zij voortve-
geteert, er zorgvuldig voor zorgend
anderen niet tot last te zijn.
Een melodramatisch verhaal, zo op
het eerste gezicht, doch Goretta
heeft alle drakerigheid weten te
vermijden. Zijn meisje („ze zou in
vroeger tijden een kantmaakster
zijn geweest, of een wasvrouw, en
een schilder zou een portret van
haar gemaakt hebben") behoort tot
diegenen, die zich niet kunnen ui
ten door te praten, deels door hun
aangeboren zwijgzaamheid deels
door hun gebrek aan eruditie,
waardoor hun de gave des woords
werd onthouden. Zij uit zich in het
werk van haar handen: de manier
waarop zij sla schoonmaakt, lakens
opvouwt, een broek strijkt, is vol
zachte, liefdevolle sierlijkheid. De
jongen is in het geheel niet slecht,
doch zit in zijn vakje opgeborgen,
miskent haar grote persoonlijkheid
en kan het ontbreken van zijn soort
communicatie niet verdragen.
„La Dentellière" is een film. die bij
velen tranen zal losmaken. Niet
omdat hij ook maar iets te maken
heeft met kitsch, maar omdat een
ieder er wel iets van zichzelf in
herkent, óf in het ene. Of in het
andere karakter. Uiteindelijk gaat
hij over de verantwoordelijkheid
die wij allen dragen. Tegenover
van de rechtse O.A.S. die de beëin
diging van de Algerijnse oorlog wil
den dwarsbomen, doch zorgden er
evenzeer voor dat leden van linkse
bewegingen werden geliquideerd.
Zowel Pompidou als Giscard d'Es-
taing zwoeren dure eden dat de
„SAC" dood was, doch hoe spring
levend hij nog is blijkt uit het feit,
dat Boisset door de rechter werd
gedwongen het woord „SAC" uit
zijn film te schrappen. Hij verving
het door „blip", tot grote hilariteit
van het publiek.
De film is niet alleen spannend,
maar ook genuanceerd. Fayard
heeft heroïsche trekken, doch
wordt zeker niet verheerlijkt. Zijn
intentie is goed. doch zijn methode
deugt niet: hij is zo ondiplomatiek,
dat hij zichzelf de dood op de hals
haalt.
Een van de belangrijkste facetten
van de film is. dat Boisset niet de
gehele rechterlijke macht mitsga
ders het politie-apparaat verket
tert, doch ons laat zien dat er daar
de laatste tijd een ander briesje
waait. Er zitten figuren in, die niet
zijn vastgegroeid in milieu en tradi
tie, die progressieve opvattingen
hebben over de maatschappij, die
eerlijk proberen de corruptie te be
strijden en de gewone burger te
beschermen. En zo n positieve toon
is eigenlijk onontbeerlijk in een po
litieke film. doch schittert meestal
door afwezigheid. De bijzonder aar
dige acteur Patrick Dewaere speelt
de hoofdrol alsof hij hem op het
schrale lijf is geschreven. Mis
schien is dat ook wel zo.
Amsterdam-Calypso: Rotterdam-Ca
lypso, 16 jaar.
De carrière van een ka
mermeisje van Risi
De oorspronkelijke titel van Dino
Risi's film is „Telefoni Bianci".
..witte telefoon", geïnspireerd door
het feit dat er in de commerciële
comedies van de jaren dertig altijd
witte telefoons voorkwamen. Een
nostalgische film dus. Nu ja. nos
talgie die is moeilijk te rijmen
met de pikzwarte humor waarmee
Risi zijn landgenoten doodverft.
Het kamermeisje van de Neder
landse titel is een wijfje van zeer
lichte zeden, dat haar verloofde, de
groenteman Roberto, aan de lopen
de band bedriegt, hetzij uit drang
om hogerop te komen, hetzij zo
maar. Aangezien ze in de tijd van
het fascisme leeft, openen zich voor
haar ongekende verschieten, dank
zij een verhoudinkje met de Duce
brengt ze het tot filmster, maar
Roberto (gedwongen vrijwilliger in
alle oorlogen die Italië voert) duikt
voortdurend onverhoeds op. Naar
het eind toe wordt de klucht steeds
bitterder: hij bereikt een macaber
hoogtepunt als de bultenaar, die de
filmster na de ineenstorting mee
neemt, een joodse familie aan de
Duitsers verraadt. Enfin. Risi
mengt met vaardige hand de be
proefde Italiaanse ingrediënten
van dat genre: een snel tempo, ge
chargeerde typeringen, kritiek ge
vat in primitieve grappen en rauwe
grollen. Soms is zo n brouwsel niet
te drinken, soms is het best pittig.
Bij „Telefoni Bianci" is het laatste
het geval. Aan het slagen hebben
Agostina Belli, Vittorio Gassman
en Ugo Tognazzi (om drie acteurs
namen te noemn) in niet geringe
mate meegewerkt.
Amsterdam-Kriterion, 16 jr.
L'Homme qui aimait
les femmes
van Truffaut
Men kan best heel veel van Truf
faut houden en toch niet gesteld
zijn op zijn „l'Homme qui aimait
les femmes" („De man die van
vrouwen hield"). Doch deze mening
is zeer persoonlijk, anderen lusten
er, zoals ik gemerkt heb, wel pap
van. De titel zegt in dit geval pre
cies waar het om gaat: een man die
van vrouwen houdt. De niet meer
piepjonge Bertrand wordt door hen
gefascineerd: een flits been en een
lok haar zijn voldoende om hem
een fanatieke speurtocht te doen
ondernemen naar het voorwerp
van zijn hartstocht. Een lange rij
fraaie types trekt door zijn leven,
zonder daarin veel sporen achter te
laten. En veel plezier heeft hij er
ook niet van. als de prooi gevangen
is moet hij opnieuw op jacht. Hij
besluit een boek te schrijven, want
ondanks al zijn avonturen, is hij
vaak alleen. Maar voor het uitkomt
sterft hij aan zijn obsessie: hollend
achter een paar hoge hakken komt
hij onder een auto. is zwaargewond
en sterft omdat hij zelfs in de in
tensive care"-afdeling de zusters
niet met rust kan laten.
De film is gemaakt met het oog op
de acteur Charles Denner, die de
rol van Landru heeft gespeeld.
Maar of je nu in Bertrand een po
tentiële Landru moet zien Hij is
daarvoor te conventioneel en te
weinig geheimzinnig, toch een ech
te versierder, al wil hij die naam
voor geen prijs dragen, en wordt er
hier en daar (rijkelijk afgezaagd)
gezinspeeld op de relatie met zijn
moeder, die voor alles verantwoor
delijk zou zijn. „Dat boek is ook
vast vervelend", dacht ik telkens.
En de film is te lang. maai er zitten
hele ritsen mooie vrouwen in.
Amsterdam-Tuschinski 3, 16 jr.
Valentino van Russell
„Fi done", zou Toonder s markies
de Canteclaer zeggen bij het aan
schouwen van ..Valentino", „de
platheid van deze Russel is waar
lijk stuitend." Ongetwijfeld zal het
laatste werk van de Engelse mees
ter van de hysterie als een stoom
wals over de argeloze en fijnbe
snaarde kijker heenrollen, doch
voor zijn doen toomt hij zich nogal
in. Niet dat er in de zeer vrij be
werkte biografie van de legendari
sche held van de zwijgende film.
die eigenlijk Rudolph Alfonzo Ra-
faelo Pierre Filibert Guglielmi di
Valentina d'Antonguollo heette, en
in 1926 op 31-jarige leeftijd stierf
aan een verwaarloosde maagaan
doening. niet aan overacting wordt
gedaan, daarvan kan vooral Leslie
Caron als verschrikkelijke Russin
meespreken. Doch slechts in één
scène (in de gevangenis) geeft Rus
sell hem echt ouderwets van Jetje.
Brrr
Wat de film de moeite waard maakt
is het optreden van de van origine
Russische danser Rudolph Nure
jew in de hoofdrol. Onaantastbaar,
onaanraakbaar schrijdt hij met
volmaakte bewegingen door de
heksenkermis. Of hij nu een raar
pak aanheeft of in de boksring
(waar hij met alle geweld zijn man
neneer wil verdedigen) een bloed
neus oploopt, zijn waardigheid is
als constante factor aanwezig. En
zo vormt hij een voortreffelijk con
trapunt en verleent de film warem
pel zoiets als een zinnige con
structie.
Amsterdam-Alhambra I en Nögge-
rath; Den Haag-Metropole, 16 jr.
Agostina Belli in ..Telefoni Bianci"
Léngt borta och nöra
van Ahrne
De Zweedse cineaste Marianne
Ahrne, die een hele rits documen
taires op haar naam heeft staan,
vertelde op een persconferentie dat
de impuls voor haar eerste speel
film was uitgegaan van haar lief
desrelatie met een man die weinig
(tè weinig) met haar sprak. En
„lèngt borta och n&ra" („Verweg en
dichtbij") is dan ook niet meer en
niet minder dan een liefdesgeschie
denis. Dat moet men wel voortdu
rend in het oog houden, want er is
veel wat van deze eenvoudige waar
heid afleidt. De film speelt name
lijk in een spectaculaire omgeving,
een krankzinnigengesticht, en de
man en de vrouw zijn respectieve
lijk een mutist (iemand die het
spreken heeft opgegeven) en een
aankomend psychologe. Groot is
haar vreugde als het haar lukt hem
enige woorden te ontlokken, nog
groter zijn haar verdriet en teleur
stelling wanneer hij terugvalt.
Langzaam groeit zij tot in het in
zicht. dat zij hem niet wil genezen
doch veroveren en dan resigneert
ze. een bedroefde vrouw die wat
wijzer is geworden, mogen we aan
nemen.
De verhouding, die plantonisch
blijft, overtuigt wel, vooral door het
spel van Lilga Kovanko, een Finse
actrice en Robert Farrant. een fas
cinerende Engelse debutant. Doch
er schort het nodige aan de entou
rage. Niet zozeer aan de patiënten
(die alleen door beroepsacteurs
worden gespeeld) als wel aan de
veel te simplistische kritiek op de
psychiatrie in zijn huidige vorm.
De jonge psychiater, wiens koude
benadering van de patiënten aan
de kaak wordt gesteld (hij be
schouwt hen uitsluitend als studie
materiaal) is namelijk gewoon een
slechte man en schurken kunnen in
alle sectoren des levens aanmerke
lijke schade aanrichten, zonder dat
dit kan leiden tot veroordeling v^i
het vak dat zij uitoefenen.
Arnhem - Scène I, 16 jr.
ADVERTENTIE
EcHi—fbetaalaart'
de
9234567 TH G LUCAS SEN
08 STATIONSSTRAAT 33 LOOWOUDE 9999
ÓS IOOO,"
f A
hjnd««*#rwng »>gn«u*
Gaat U naar de besneeuwde bergen
endalen van Oostenrijk' Laat uw vakanue
dan niet bederven door te weinig geld
op zak. Neem wat betaalkaarten van de
postgiro mee.
Elk Oostenrijks postkantoor geeft u
er 1000 Schilling per kaart voor, op ver
toon van uw giropas en uw
paspoort
Schon' Urlaub!
Contant vreemd geld in meer dan 30 landen