Vlerkwaardig artistiek dimaat in Rotterdam SSSS& 70r roblemen danscultuur op een rijtje (2 en slot) Zatóidaj Bioscoop* P'^adaama£n- or Hans W. Ledeboer snsdag®^ „rhprf intribcorP")3*' Ciubavond.lacben'lac ^Q- T^T^apje Wet en daat. TROUW/KWARTET ERDAG 20 OKTOBER 1977 moeten Jullie, Delfshavenaars. het zoeken!'' Maar het moest worden verplaatst en toen heeft Iemand het meteen omgedraaid, zodat Piet Hein nu met zijn rug naar het „zee gat" staat en de Delfshavenaars het land op Jaagt! Voor de oorlog had Rotterdam een Doele, die een mid delpunt was geworden van de mu- ziek-avant-garde van heel Europa. De oorlog vernietigde dit gebouw. Er kwam natuurlijk een nieuw, veel mooier en groter en er waren van zelfsprekend oudere Rotterdam mers die in de naam van het nieuwe gebouw de traditie van de Doelezaal wilden voortzetten. Het nieuwe ge bouw heet „De Doelen". Alleen dat n-netje achter de naam breekt de traditie. Als het Rotterdamse con certgebouw „De Doele" zou heten, zouden oude, cultureel geörienteer- de Rotterdammers zien: „Hé. Rot terdam leeft nog op de voor ons vertrouwde avant-gardemanler Er gaat weer echt wat gebeuren!" Al leen door die -n achter de naam denkt niemand iets: een „doelen" vindt men in elke zichzelf respecte rende provincieplaats. Kleinigheidjes, maar zij tekenen wel het wonderlijke artistieke klimaat van het tegenwoordige Rotterdam. Twee kenmerken: voor een duppie op de eerste rij en wat geeft het, ais er maar beweging is. TERDAM „Niet zozeer de dans als wel de danscultuur is op alle scholen nodig als een vak |het kind verrijkt," meent Kathy Gosschalk. artistiek leidster van het Rotterdamse Werkcen- i Dans, in het gesprek dat wij met haar hadden over de nota „Kans voor de dans" van het traal Dansberaad. uitgangspunten: aansluiting de dans-vakopleidingen bij de mbles en invoegen van danscul- in het expressie-vakkenpakket jle scholen. „In de danscultuur, s in feite in de kunstgeschiede nis behoort, kan de dans pas- Izegt Kathy Gosschalk, „dans- lur behoeft niet door een danser prden gegeven maar door een kunstgeschiedenis met be- elling voor dans. Daarbij kan en dansleraar optreden. Zo'n tie hebben we immers ook in de fk en de beeldende kunst: naast iraar kunstgeschiedenis de te- jraar en de muziekleraar." werkcentrum Dans heeft een atieve taak op scholen en in het en buurtwerk, brengt Rotter- ie kinderen en burgers in aanra- met danscultuur, een van de te expressievormen van de heid. Verder is dit kleine en- Ie een „junior company" waar pas afgestudeerde dansers po- ervaring kunnen opdoen, eer n entree maken bij „grote" en- les. pust worden haar werk op de scholen en in rijk- en buurtwerk zegt Kathy halk: „Wij zeggen tegen de kin- die bewegen: dansen is. wat jij Nu moet je je bewust gaan in wót je doet. Kinderen moe- ewoon leren wat zij met hun kunnen uiten. Dat is een lansexpressie. Maar dansex- is ook dat je je abstract kunt Bij voorbeeld: doe een ronde ling. Die betekent dan niet meer of minder dan een ronde bewe ging. Dramatische expressie wordt het als je zegt: doe een poes na. die zich wast. In de dans kun je iets zeggen dat Je niet onder woorden kunt brengen maar dat je wel „kunt bewegen". In dat opzicht is de dans universeel. Verder kan de dans een enorme ontspanning zijn voor kinde ren die de hele dag met al hun vak ken aan vaste regels zijn gebonden." Een paar begrippen licht zij nader toe: „Dansexpressie is het aandacht krijgen voor je lichaam, je bewe gingsmogelijkheden ontdekken en die mogelijkheden vergroten. Als je je bewegingen aan regels gaat onder werpen krijg je dans." Terug naar het voornaamste uit gangspunt van de nota, de aanslui ting tussen de academies en de en sembles. Kathy Gosschalk meent: „Over het algemeen kunnen afgestu deerde leerlingen niet genoeg zelf standig werken en over hun dansvak denken. Verder schort het van de zijde der artistieke leiders en ballet- meesters bij de ensembles aan de aandacht voor het individu. Dat komt weer voort uit de hoge eisen die de ensembles moeten stellen als gevolg van het hoge peil dat we in die ensembles hebben en ook uit de subsidie-eisen van het ministerie van cultuur, recreatie, zoals ikzelf heb ondervonden, heeft bij het Ne derlands Dans-Theater bestaan on der Benjamin Harkarvy. Hij kon ie dere danser individueel aandacht ge ven. Maar de tijd was toen anders. Bij veel academies is verder een dui delijk studieprogramma voor de dansers nodig. Daarmee bedoel ik het kweken van een professionele sfeer. De leerling moet ervan worden doordrongen dat het „spel" nu voor goed uit is, dat er moet worden ge werkt. Zodanig gewerkt, dat ver stand en intuïtie van de student he lemaal worden ingesteld op het dansen." Buitenlanders In de nota wordt ook veel aandacht besteed aan het bijzonder grote aan tal buitenlandse dansers in onze en sembles. „In de tijd van Harkarvy". consta teert KSthy Gosschalk. „bestond het Nederlands Danstheater voor slechts dertig procent uit buitenlan ders. Dat kwam door de individuele aandacht, die Harkarvy voor iedere danser had. Dat is altijd zo geweest, van het begin van het Nederlands Danstheater af. Pas toen Harkarvy weg ging verminderde het aantal Nederlanders ten opzichte van de hoeveelheid buitenlandse dansers. Er is in ons land talent genoeg. De in de dans- en balletwereld bekende stelling dat het aantal goede dan sers op de hele wereld zo gering is, dat in ieder gezelschap van enige betekening, waar ook, het engage ren van veel buitenlanders een nor male zaak is, zie ik als niet juist. Maar de ensembles willen het ni veau. dat moet moeite werd bereikt, handhaven en zij vragen dus „erva ren dansers". Als er aan de opleiding niets wordt gedaan, leveren de aca demies nooit deze „ervaren daners". Kijk, toen Nijinsky indertijd van zijn school kwam, kon hij in een pas de deux op het toneel worden gezet. Dat gebeurt in Rusland nog steeds en dat gebeurt ook met de school van Balanchine in New York en met de school van The Saddlers Wells Royal Ballet in Londen. Een „Junior company", waar afgestudeerde dan sers „ervaren dansers" kunnen wor den, is dus voor ons land niet de enige oplossing. De situatie is hele maal niet zo zwart-wit. Het Werk centrum Dans is zo'n Junior-com-' pany" zoals Scapino 10 en het Werk centrum Dans. En een andere moge lijkheid is misschien een gezelschap met daaraan rechtstreeks verbon den een eigen opleiding, onder de zelfde directie. Er is zoiets bij Scapi no maar niet onder eenzelfde direc tie: Armando Navarro heeft de Sca- plno-academie niet in de hand. Het Koninklijke Ballet van Denemar ken kent zoiets. Ik zie geen gevaar voor specialisatie als het Nationale Ballet iets dergelijks zou doen. Wat daar gebeurt is qua stijl en techniek zö ruim dat er van specialisatie geen sprake kan zijn. Wel vind ik het jammer dat het Werkcentrum Dans aan zo weinig mensen gelegenheid kan geven zich te ontwikkelen. Voor dansers en choreografen is het veel Interessanter te werken in en met een groter ensemble." Artistieke klimaat Daarmee komen we op het Rotter damse artistieke klimaat. Inderdaad, er gebeuren in Rotter- dan veel artistieke dingen op een wat wonderlijke manier, ook buiten de danskunst, dansexpressie en danscultuur. Zo staat vanouds in Delfshaven een standbeeld van Plet Hein, die immers een vooraan staand burger van Delfshaven is ge weest en in het stadsbestuur heeft gezeten. Dat beeld wees vroeger met uitgestrekte arm naar zee: „Dóór

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 17