1 'Parlement bij aanleg auto weg buiten spel gezet' Veilige verlichting blijft op snelwegennet achter AUTOBIOGRAFIE Rover 3500: comfortabele auto WERKGROEP IJVERT TEGEN DOORSNIJDEN FRIES STILTEGEBIED Computer jgbespaart met groene golf" benzine AUTOKEUS Rover ook als zescylinder DENSDAG 19 OKTOBER 1977 TROUW/KWARTET H11 door Jan Sl< LEEUWARDEN Tussen Dronrijp en Midlum in het noorden van Friesland komt een riante autosnelweg. De regering heeft er veertig miljoen gulden voor op tafel gelegd, maar dit bedrag is niet terug te vinden in de begroting van verkeer en waterstaat. Het geld is uit een apart potje gehaald dat zich onttrekt aan controle door de volksvertegenwoordiging „We voelen ons over rompeld en het parlement is buiten spel gezet," zegt Bob Beets van een werkgroep, die al sinds jaar en dag tegen deze weg ijvert. Normaal staat de post voor uitvoering van een weg vermeld in de departementsbegroting. Dat is één van de momenten dat de V Tweede Kamer de kans heeft om in het geweer te komen. In dit I geval greep de Kamer ernaast. Vlak voor de verkiezingen zouden de ministers Westerterp en Duisenberg het geld hebben toege zegd Ze toverden het uit een hoge hoed, of beter gezegd een speciaal potje. Hierin zit geld dat voor het Noorden beschikbaar is in het kader van het „Integraal Structuurplan Noorden des lands" (ISP). Friesland wilde altijd al graag een vierbaans aansluiting op het rijkswegennet ter meerdere glorie en stimulering van met name Leeuwarden. Nu een deel van die weg op het punt van uitvoering staat, voelt de werkgroep zich echter bij de neus genomen. Rijkswaterstaat vond de weg helemaal niet zo urgent en plande hem in ongeveer 1985. De zaak wordt extra gecompliceerd doordat er ook nog een andere belanghebbende partij is: de landbouw. De weg is ingepast in een al in uitvoering zijnde ruilverkaveling. De ironie wil dat milieuvrienden en boeren elkaar in een eerder stadium wellicht nog wel de hand hadden willen reiken. Het stiltegebied dat door de weg wordt doorsneden. Ook de aardappeltelers staan nu niet bepaald te juichen over het opofferen van 150 hectare kostbare :ond. Terugdraaien zou de ruilver- iveling echter benadelen. De ;este) boeren voelen hier niets ir en het vormen van één front de ijveraars voor het milieu zit ff/iiet meer in. De formulering van vragen door kamerlid Jaap van der tDoef (PvdA) om de landbouw kundige ruimtelijke en financiële" aspecten nog eens te bekijken nekt wel enigszins de indruk dat de druk uit de landbouwhoek komt. .Het omgekeerde is eerder waar. Er s jarenlang met de landbouw gebak keleid. Nu de zaak rond is voelt de georganiseerde landbouw er niets voor de snelweg alsnog te keren. Wel zijn er enkele individuele boeren, die dat uit persoonlijk belang zouden willen," zegt secretaris S. P. Hoek stra van de Friese CBTB. De heer J. Roos, voorzitter van de CBTB-afde- ling Franeker: „De actie komt te laat. Vertraging van de ruilverkave ling zou ernstige schade voor de landbouw betekenen." Opnieuw overwegen Actievoerder Beets en de zijnen me nen echter dat er argumenten zijn om alles nog eens te overwegen. In het openbaar is nooit nagegaan of niet kan worden volstaan met aan passing van de bestaande weg (onder meer veiliger kruispunten, nu één van de minpunten), óf desnoods ver dubbeling daarvan. Rijkswaterstaat sloot dit bij voorbaat uit van discus sie. Er zou een te groot offer aan huizen, bedrijven en gebouwen in met name Franeker en Herbayum nodig zijn. Toen de werkgroep te horen kreeg dat praten hierover „buiten de orde" was en dat alleen kon worden ge praat over enkele alternatieve nieu we tracé's klopte ze in 1973/74 aan bij de vaste Kamercommissie van ver keer en waterstaat. De werkgroep werd echter voorlopig terugge stuurd, omdat de weg alleen nog maar voorkwam op het structuur schema Verkeer en Vervoer. Uitvoe ring vóór 1981 zat er toch niet in. Als het zo ver was zou er een nieuwe afweging van prioriteiten komen. „Kom maar eens terug als de weg op de begroting van het ministerie staat," liet de Kamercommissie we ten. „De weg is echter helemaal niet op de begroting gekomen. De Kamer is bulten spel gezet, want ze heeft geen controle over het ISP-potje waar het geld nu is gehaald," zegt Beets, die tevens statenlid is van de PPR en werkzaam is in het Wadden huis te Harlingen. Het ministerie ontkent overigens dat de Kamer indertijd niets had kunnen ondernemen. „Vragen kun nen door Kamerleden altijd gesteld worden", zegt een woordvoerder. „Misschien zijn we als beginnende groep niet op ons qui-vive en oner varen geweest, maar wij konden niet weten dat het geld op een niet door de Kamer controleerbare wijze werd besteed," zegt Beets. Voor de werkgroep is dit een reden om alsnog ijlings een deputatie naar Den Haag te sturen, met als resul taat de vragen van Kamerlid Van der Doef. Die vragen zijn behalve aan minister Westerterpook gericht aan zijn collega Lubbers van econo mische zaken, omdat deze laatste verantwoordelijk is voor het bewus te ISP-potje. De werkgroep heeft niet alleen be zwaar tegen de onttrekking van landbouwgrond, maar ook tegen het doorsnijden van „één van Neder lands laatste grote open ruimten en stiltegebieden", met mogelijk een belangrijke relatie met het Wad. De noodzaak van de weg wordt twijfel achtig genoemd. Het ETI-Friesland telde bij een onderzoek zevenhon derd auto's per dag, die van en naar het Westen reden. De nieuwe vier- baansweg kan achthonderd auto's per uur aan. Wel wat overdreven, vindt de werkgroep. Verkaveling aangepast De roep van Friesland om een vier baans aansluiting op het rijkswe- génnet wordt door de werkgroep te ruggebracht tot een provinciale po ging om het „Imago" van Friesland te verbeteren. „Dat weegt toch niet op tegen alle argumenten tegen de weg." aldus Beets. „In landbouw- kringen vergufst men óns omdat wij tegen de inpoldering van een stuk Wad bij Zwartehaan zijn. Dat nieu we land zeggen ze zo hard nodig te hebben, maar hier offeren ze zonder slag of stoot een stuk al in cultuur gebrachte grond op," zegt hij. Landbouwer en CBTB-afdelings- voorzitter Roos gebruikt hetzelfde verwijt, maar dan andersom. „Als die mensen zich zo druk maken over voldoende landbouwgrond, dan be grijp ik niet dat ze zo tegen het inpolderingsplan tekeer gaan". Ook de heer Roos vindt het wel zonde van die landbouwgrond, maar bij de voorbereiding zowel als de uitvoe ring (sinds ongeveer een Jaar) is de gehele 9600 grote ruilverkaveling „Bjirmen" aan het nu gekozen tracé aangepast. Alles zou weer overhoop moeten. De waterlopen zouden moe ten worden gewijzigd en het land zou opnieuw onder de boeren moe ten worden herverdeeld. De grond is nu zo verdeeld dat zoveel mogelijk elke boer zijn grond aan dezelfde kant van de weg heeft. Herziening van het plan dat over een zestal jaren gereed kan zijn, met ook nog weer kans op nieuwe bezwaarschrif ten, zou vertraging een groot nadeel betekenen. Behalve dat de landbouw een snelle verbinding met het westen en een veilige weg met ongelijkvloerse kruisingen ook wel van belang vindt, heeft ze ook een zijdelings belang bij de weg zelf. Als die klaar is wordt de rondweg om Franeker namelijk ook opengesteld voor agra risch verkeer. De boeren hoeven dan niet meer dwars door Franeker om hun produktie naar de aardappel en graancoöperaties te brengen. Daartegenover staat het nadeel dat sommige boeren straks een langere weg naar hun land moeten afleggen omdat de nieuwe weg een barrière vormt. Maar dat zijn er maar enkele, zegt Roos. Eén van hen is landbou wer J Hoitsma te Dongjum. „Ik moet straks omrijden en ik vind het ook zonde dat de weg door het land schap komt Maar de actie komt te laat. Ik heb me er maar bij neerge legd." aldus Hoitsma die zelf evenals enkele andere boeren lid is van de actiegroep. Bob Beets: „We gaan wel met de actie door. In au gustus hebben we een hoorzitting gehad in Franeker. Uit de grote op komst daar kun je afleiden dat veel mensen er mee zitten." Siccode Jong fdNaj Via ld< Verlichting van alle autosnel wegen in Nederland is binnen deel vijf jaar haalbaar en zou per jaar zo'n honderd miljoen gill aden kosten of per auto 25 gul den. Na voltooiing van een ieve|compleet verlicht autowegen- ake' net kan dit bedrag tot de helft dalen, omdat dan alleen nog de kosten van afschrijving, onder houd en elektriciteit gedekt oeten worden. Dit heeft de M afdeling Wegverlichting van de Rijks waterstaat-dienst Wegen berekend. tatiéOp dit moment zijn nog maar enkele 13 belangrijke snelweggedeelten ver- ichtr Amsterdam-Baarn (behalve bij laarden) van de A 1. Amsterdam- rianen (A 2), Amsferdam-Burger- veen (A 4), Amstelveen-Badhoeve- >rp ia 5). Den Haag-Rotterdam of A 13 geheel en Rotterdam-Dor- Irecht van de A 16. Verder zijn rond wegen en kruisingen verlicht, maar net de wegverlichting heeft de over bid zich meer toegelegd op secun- laire wegen omdat die van nature >nveiliger zijn. In totaal geldt dat 'oor een paar honderd kilometer Het Britse Transport and Road Re search Laboratory TRRL te Crowt- borne heeft berekend dat door een groene golf' minstens zes procent 'n het verbruik van motorbrandstof fen bespaard kan worden. Het labo ratorium nam hiermee proeven in bet centrum van de Schotse stad [Glasgow, waar de verkeerslichten >r een computer worden bediend. snelweg op 960 kilometer verlichte rijkswegen. Niet de investering in lichtmasten, maar de energie is de kostenfactor, waarom het met het oog op de toe komst voornamelijk gaat. De moei lijke vraag is echter in hoeverre men op energie mag bezuinigen ten koste van mensenlevens. Dit geldt uiter aard niet alleen de snelwegen, maar ook het stedelijk verkeer. Hoewel Juist de natriumlampen voor wegen buiten de bebouwde kom in verhou ding tot de gebruikte elektriciteit een zeer hoog rendement opleveren. In België heeft de overheid in een plan tot verlichting van ruim twee duizend kilometer rijkswegen eerst de snelwegen onderhanden genomen en daarmee werd berekend, dat hier mee aan schade door ongevallen der tig miljoen gulden bespaard werd. Met deze cijfermatige benadering wordt beklemtoond, dat ook het niet verlichten van wegen de maatschap pij voor kosten stelt, waar dan nog menselijk leed aan moet worden toe gevoegd. Vooral na de oliecrisis zijn onderzoe kingen gedaan om vast te stellen, wat de uitwerking van minder ver lichting op de verkeersongevallen geweest is. In Londen hebben het ministerie van Milieuzaken en de Grote Londense Raad becijferd, dat een halvering van de straatverlich ting op jaarbasis negenhonderd ern stige ongelukken met voetgangers en 65 extra autobotsingen zou inhou den. In geld uitgedrukt zou dit vol gens de berekeningen, die de Lon dense onderzoekers zelf „conserva tief" noemden, op een schadepost van dertig miljoen gulden uitkomen: het gaat om minder dan een half procent van alle energiegebruik. De vergelijking in Loncfen was moge lijk doordat tijdens de oliecrisis in 1973 drie wijken weigerden mee te doen aan de besparing op straatver lichting, terwijl één wijk zich daar na twee maanden met negen verkeers doden bij aansloot. In die wijk waren de voorgaande drie jaar tien ver- keersslachtoflers gevallen. Drie van de tien In de meeste landen komen drie a vier van de tien verkeersslachtoffers om bij duisternis. Het risico voor voetgangers wordt zodra het donker wordt met dertig procent vergroot, maaï wanneer het tegelijk donker wordt en de weg nat is blijkt de kans op ongevallen met voetgangers vol gens internationaal onderzoek te verdubbelen. De kwestie van zicht is dus uiterma te belangrijk. In 1974 vatte dr. Ir. D. A. Schreuder van de Stichting We tenschappelijk Onderzoek Verkeers veiligheid de conclusies daarom trent als volgt samen: „Vermindering van de openbare ver lichting zou kunnen resulteren in een merkbare toename van verkeers ongevallen, speciaal op drukke we gen met gemengd verkeer die margi naal verlicht zijn. Een dergelijke ver mindering mag alleen in geval van nood worden geaccepteerd. Het ge bruik van dimlicht biedt geen oplos sing, zelfs niet op slecht verlichte wegen". Een onderzoek van de SWOV te Voorburg in 1969 en bui tenlandse onderzoeken waren de fundamenten, waarop dr. ir Schreu der zijn betoog baseerde. Sindsdien heeft de SWOV geen nieuw onderzoek op dit gebied ge daan. maar de overtuiging blijft dat „goede wegverlichting, ook al be hoeft die niet het daglicht te evena ren. een belangrijke bijdrage tot een grotere verkeersveiligheid vormt", aldus een woordvoerder van de stichting. Lichttechnische metingen op de Nederlandse wegen. Philips ge bruikt hiervoor een rijdend laboratorium: om vast te stellen of de wegverlichting ter plaatse sterk genoeg is. British Leyland heeft op de tentoonstelling Motorfair, die dinsdag in Londen geopend is, zescilinder-uitvoeringen van de Rover 3500 geïntroduceerd. De modellen worden evenals het achtcilirider-type genoemd naar de cilinderin houd: een Rpver 23Q0 en 260Ö. De Rover 2600, met 136 DIN-pk vermogen nog altijd zeer sterk qua motorische eigenschappen, komt volgend jaar naar Nederland De Rover 2300 van 123 pk zal later volgen. De motoren zijn geheel nieuwe zescilinders in-lijn met dubbele carburateurs. Op de Londense show heeft British Leyland tevens een nieuw topmodel uitgebracht: de Daimler Limousthe met kleuren-tv achterin, intercom, airconditioning, gordijnen en een cocktail-kastje. De prijs is 22.200 pond sterling of ruim boven de honderdduizend gulden. Overigens is de Londense autotentoonstelling een verkoopshow, die door de dealers in de Britse hoofdstad geëntameerd is, omdat Engeland dit jaar geen internationale autotentoonstelling heeft en de volgende in 1978 te Birming ham gehouden wordt. Uitgeroepen tot „auto van het jaar", hoewel qua vorm niet volkomen ori gineel het model doet aan de Ci- troën CX denken blijktf de Rover 3500 een aparte auto van een merk, dat ook binnen het British Leyland- concem een eigen stijl wist te behou den. De prijs is zodanig, dat de wa gen voornamelijk zakelijk gereden zal worden: 34.430 gulden inclusief BTW 29.177 exclusief BTW Ook de bijkomende kosten beantwoorden uiteraard aan de hoge mate van comfort en luxe, die gepaard gaan met een gemakkelijke bediening en goede rij-eigenschappen. Het verrassende is, dat men bij uit gekiend rijden ondanks de acht ci linders, die samen een motorinhoud van 3,5 liter opleveren, kan uitko men met één liter super per negen kilometer. Een verbruik dus, dat ver geleken bij het vroegere, volkomen andere, model Rover 3500 zeker der tig procent zuiniger uitkomt en dus voor deze klasse alleszins gunstig is. Dat valt te danken aan een minimale luchtweerstand van de carrosserie en de „overdrive" of vijfde versnel ling. BIJ de automatische transmis sie mist men dit effect en komt men eerder aan één op zeven tot één op acht. Bij hard rijden op de Duitse autobanen neemt het verbruik met de automaat nog tot één op 6.5 toe, maar dan loopt de teller ook op tot 190. Een snelheid, die in elk geval aangeeft, welke reserves qua accele ratie onder de motorkap schuilen. De zeer brede banden houden de jongste Rover die pas ruim een jaar na de Engelse introductie hier gekomen is goed op de weg, maar de stuurbekrachtiging is bij hogere snelheden nog wel ongemakkelijk. Bij parkeren daarentegen is die ser- vo-kracht een prettige hulp. want door de vorm moet men wel extra opletten: de contouren zijn vanach ter het stuur moeilijk te zien. Wat enigszins tegenviel Is de ventllatie- capacitelt, hoewel Juist een zeer knappe ontwaseming van de zijrui ten is geconstrueerd. Verder is de .vering aan de stugge kant. Overigens is het comfort af. Ruime fauteuils met hoofdsteunen, zeer prettige rolgordels, een overzichte lijk dashboard met radio en cassette, elektrische ruitbediening, centrale vergrendeling van vijf deuren want de achterklep telt met de por tieren mee als toegang tot een royale bagageruimte en getint glas, waar van de voorruit van gelaagd triplex- glas is: een veiligheidspluspunt. Het is duidelijk een praktische wa gen van bijzondere klasse. 4.70 me ter lang, 1350 kg zwaar en met 155 DIN-pk vermogen. Een wagen die wat vermag voor wie zelf vermogend genoeg is om dit trotse voertuig aan te schaffen. De aërodynamisch gevormde Rover 3500, waarvan nu behalve de achtcilinder in Engeland ook zescilinder-versies verschenen zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 11