^AO-directeur Saouma: - -
oopkracht grote probleem
FIDAG 15 OKTOBER 1977 TROUW/KWARTET21
Honger
hoeft niet'
IS >r Nico Kussendrager
it achterover in een leren
el in zijn Romeinse kan-
r. „De voedselsituatie op
ogenblik is bevredigend
»it hij. „De oogsten zijn
I, d geweest voor het derde
envolgende jaar, door het
ere weer en door meer geld
»jde landbouw te steken".
jma is directeur-generaal van de
dsel- en landbouw-organisatie
de Verenigde Naties, FAO. en
ilger daar van de Nederlander
eke Bocrma. De Libanees Saou-
wigraait over zijn bureau en lepelt
95! Cijfers op waaruit de betere voor-
ichten blijken: de voedselvoorra-
Szijn op het ogenblik 17 tot 18
■ent van wat wij, wereldbevolking
nar nuttigen en dat is volgens de
W genoeg. Er zijn tijden geweest
er maar voor een paar weken
iwlrve was. Volgende papier, andere
13 rs: vorig jaar moesen de derde
l1JJen nog 38 miljoen ton voedsel
>eren. dit jaar „slechts" 29 miljoen
doelstelling van de Verenigde
les voor het tweede ontwikke-
35; sdecennium (1970-80) is ge
bild", zegt Saouma. „Dat was een
wj H van de landbouwopbrengsten
jaarlijks 4 procent en daar zit-
9v-we de laatste jaren op". Overi-
96: s is dat amper voldoende om de
oikingsgroei op de wereld bij te
i den. Het betekent dan ook al-
jJ-1 linst dat de FAO-directeur nu
m eden zou zijn. „De stille voed-
risis gaat door", benadrukt en
iöi.f»aalt hij. „Nog steeds zijn zeker
illjard mensen ondervoed. Er is
37 fa in de Sahel, Vietnam en veel
ere landen". Tijdens een reis
97 Vietnam onlangs heb ik wel
^■flerkt van schaarste, niet van
honger. „U moet aannemen
hiijn gegevens betrouwbaar
^Juma draait zijn stoel: „Er is een
11e grens tussen zogenaamde
schotten en honger. Het grote
[j >leem blijft het gebrek aan
ikracht in ontwikkelings-
39 >kra
en-.
i! was ook de slotsom van een
}Q durige studie van de Vrije Uni-
77i Iteit onder leiding van profes-
Hans. Linnemann. Als er maar
2' is om voedsel te kopen, zullen
«i oeren geprikkeld worden om te
en en te oogsten omdat zij kun-
verdienen.
?$ima kent het werk van Linne-
uitgevoerd in opdracht
de Club van Rome niet,
r stemt wel in met de conclu-
„Honger hoeft niet. De wereld
genoeg voedsel voortbrengen,
meer dan dat". Sterker nog
(duceren wij op het ogenblik
aeg om iedereen te voeden?",
igt de directeur-generaal van
FAO zich af. „Waarschijnlijk
als de overschotten goed ver-
d en vervoerd konden worden.
Us derde landen geld hadden
te betalen".
hebben op het ogenblik wat
t inkomsten door het stijgen
de grondstoffenprijzen, maar
Ertussen ook een schuld van
Uma's cijfers 171 miljard dol-
tegen 93 miljard in 1973. De
(crisis" heeft daar alles mee te
en. De Libanees benadrukt
eens het belang van grondstof-
vereenkomsten om ontwikke-
ilanden van betere inkomsten
erzekeren. Jarenlang al wordt
vruchteloos over gepraat.
ng derde landen niet genoeg
tenen, zullen zij ook niet het
hebben om voedsel te kopen,
hg bovendien inkomsten bin-
ontwikkelingslanden niet be-
verdeeld worden, zal een deel
fe bevolking de maag niet kun-
vullen Saouma noemt als
Ondertussen is de Sowjet-Unie nog
steeds geen lid van de voedsel- en-
landbouworganisatie FAO, wat het
overzicht van die instelling bemoei
lijkt Niet duidelijk is hoeveel er
wordt geproduceerd, wat eventuele
voorraden zijn, wat het land moge
lijk zal moeten invoeren.
Hetzelide geldt voor China, dat
evenmin lid is van de FAO. Sinds
de uitstoot van de „bende van 4"
zijn ook daar geldelijke prikkels
deels in ere hersteld. De boer krijgt
loon naar werken.
Tijdens de wereldvoedselconferen-
tie (bijna drie jaar geleden) gingen
sterke geruchten dat Moskou zich
bij de FAO zou willen aanmelden.
Sindsdien is daar niets meer van
vernomen. „Ik weet daar ook niets
van," zegt Saouma, „maar als de
Russen willen komen zijn ze van
harte welkom."
Omdat de Sowjet-Unie geen lid was
van de FAO werd destijds de we-
reldvoedselconferentie gehouden
in een pompeus congrescentrum in
het zuiden van Rome. In plaats van
in het ooit nog door Mussolini als
ministerie van koloniën neergezet
te FAO-gebouw. Daar vindt wel het
gesprek met Saouma plaats, waar
voor hij eigenlijk weinig tijd heeft,
omdat de directeur-generaal op het
punt staat naar de Verenigde Sta
ten te vertrekken.
Over het voedselbeleid van Wash
ington wil hij niet zo verschrikke
lijk veel kwijt. „Ik ga er eerst pra
ten maar kan wel zeggen dat de
politiek op het ogenblik erg ondui
delijk is". Dat geldt met name voor
het aanleggen van „buffervoorra
den'1 van graan om de prijzen bin
nen de perken te houden, en nood
situaties aan te kunnen. Zijn de
prijzen hoog, dan wordt er uit de
voorraad op de markt gebracht zo
dat het voedsel wat betaalbaarder
wordt, zijn ze laag dan wordt de
buffervoorraad weer aangevuld.
Het is een diep verlangen van de
ontwikkelingslanden, maar de wil
van de industrielanden om er aan
mee te werken noemt Saouma „nog
steeds onzeker. De Verenigde Sta
ten hebben voorstellen gedaan en
een door de boeren beheerd eigen
reserve-programma opgesteld,
maar het is niet duidelijk hoe dat
zal werken. Andere Westerse lan
den aanvaarden het principe van
buffervoorraden maar wachten op
een nieuwe internationale graan-
overeenkomst. Daarover wordt al
twee jaar in Washington en Londen
gepraat en nu er overschotten zijn
en de prijzen zijn gedaald is er meer
belangstelling voor zo'n overeen
komst, ook bij de uitvoerende lan
den. Ik heb de deelnemers gezegd
dat een nieuwe overeenkomst de
voedselveiligheid moet verzekeren,
zoals de *77" (meer dan honderd
ontwikkelingslanden) dat willen".
Tot nu toe voelde Washington wei
nig voor buffervoorraden. Het zou
een aantasting zijn van de in de
Amerikaanse hoofdstad zo heilige
vrije markt. Op de in juni in Manila
(op de Filippijnen) gehouden we-
reldvoedselraad leken de Amerika
nen 'om' te zijn. (De raad is een
tijdens de voedselconferentie inge
stelde praatgroep, zonder bevoegd
heden).
Een dag na de opening al ging het
merendeel van de afgevaardigden
mee met het aanleggen van 'buffer
voorraden', niet alleen van tarwe,
maar ook van rijst. Rijst is het
volksvoedsel in de derde wereld en
juist daarvan is de produktie vorig
jaar 1 procent gedaald. Tarwe daar
entegen steeg met 15 procent.
Knelpunt in Manila was echter de
grootte van de buffervoorraad. Er
moet tenminste 10 miljoen ton in
de silo's zitten wil het stelsel van
prijzen binnen de perken houden
een beetje kunnen werken. De Ver
enigde Staten wilden zich daarop
voorbeeld India, waar hij jarenlang
als FAO-vertegenwoordiger heeft
gewerkt.
„Ook daar was en is het een gebrek
aan koopkracht. Er is een voorraad
van achttien miljoen ton, maar nie
mand maakt mij wijs dat iedere
Indiër genoeg te eten heeft. Dat die
voorraden overschotten zoüden
zijn".
Te weinig geld om eten te kopen
hebben overigens niet alleen men
sen in ontwikkelingslanden. De op
volger van Boerma bij de FAO
haalt het rijkste land ter wereld
de Verenigde Staten aan, waar
naar zijn zeggen 15 miljoen mensen
bonnen krijgen om zich te kunnen
voeden. Ook moeten veel regerin
gen subsidies geven om de prijzen
van brood, vlees en andere voedsel-
produkten binnen de perken te
houden.
Diezelfde Verenigde Staten zijn de
grootste macht ter wereld als het
gaat om het vullen van de graan
schuren. Washington heeft echter
weinig lust om dat in derde landen
te doen. „Op het ogenblik," aldus
Saouma, „zouden een paar landen
voedsel moeten voortbrengen en
dat om niet moeten uitvoeren naar
de derde wereld. Het is moeilijk ze
daartoe te verplichten, tot over
dracht van welvaart van het ene
land naar het andere door gratis
voedsel." Waar bij komt en dat
hoor je de FAO-directeur niet zeg
gen dat het nog niet eens gaat
om een échte overdracht van de
welvaart. Iemand help Je niet
zeggen de Chinezen door hem vis
te |even, maar door hem te leren
vissen.
Voor zover voedsel gegeven wordt
moet het onmiddellijk genuttigd
worden. Saouma gispt dat: „Lan
den die overschotten uitvoeren wil
len niet dat in derde landen voorra
den worden opgebouwd. Want als
dat gebeurt zullen de prijzen dalen
en dat treft de boeren in de rijke
landen." Het herinnert aan het
standpunt van de grote landbou
wers tijdens de wereldvoedselcon-
ferentie in Rome, nu drie jaar gele
den. Zij stelden toen dat een beetje
honger zo gek nog niet was, want
dat houdt de prijzen op peil. Als de
voorraden groot zijn dalen ze, en
dat kunnen de boeren niet hebben.
Het is ook het gevaar van de reser
ves op het ogenblik (volgens FAO-
kringen 140 miljoen ton, wat nog
altijd minder is dan de 151 miljoen
in 1961). De landbouwers vrezen
een prijsdaling, laten land braak
liggen en tekorten staan weer voor
de deur.
Saouma strijkt Nederland over de
bol. „Uw land is een gunstig voor
beeld. Het helpt de FAO bij het
aanleggen van voorraden in Afri
kaanse landen. In Mali, Tsjaad,
Tanzania, Madagascar worden op
de lokale markt gierst, sorghum en
andere granen gekocht om de silos
te vullen. Op die manier kunnen
daar voor het eerst voorraden wor
den opgebouwd." Als reserves zo'n
procent of 5 zijn van het jaarlijks
verbruik, is honger iets minder
dichtbij.
Een ongunstig voorbeeld is de Sow
jet-Unie. Dat land zou één van de
grootste producenten ter wereld
kunnen zijn. Maar door de staats-
landbouw daar, waar de boeren
niet worden beloond voor hun ei
gen inzet, blijven de opbrengsten
achter. Het wordt in Moskou niet
met zoveel woorden toegegeven,
maar ondertussen wordt wel steeds
meer nadruk gelegd op het particu
lier intitiatief, op zelfstandige boe
ren, of op het werken van landbou
wers in „brigades", die daarvan
persoonlijk voordeel hebben. Het
blijkt dat dan de produktie fors
omhoog gaat. Al wat menselijk
is
achter niet vastleggen. Zij vrezen
met een te grote voorraad lage prij
zen, waardoor de Amerikaanse boe
ren gesteund moeten worden, wat
geld kost.
Daartegenover denkt Washington
er nu al weer aan boeren een zeker
bedrag te geven als zij land braak
willen laten liggen Als de voorra
den blijven groeien, zoals op het
ogenblik, bestaat het gevaar dat de
graanmarkt plotseling ineen klapt
en de prijzen pijlsnel naar beneden
gaan. In het nadeel van de Ameri
kaanse boeren.
Ook bij de FAO wordt erop gewe
zen dat de huidige graanoverschot
ten op den duur qadelig kunnen
werken: de prijzen zakken, de boer
is minder geneigd zijn land te be
werken en nieuwe honger en nieu
we tekorten staan voor de deur.
Het toont alleen maar aan hoe be
langrijk een buffervoorraad onder
internationaal beheer is. om prijs-
schommelingen binnen de perken
te houden. Anders zullen vette en
magere Jaren elkaar voortdurend
blijven opvolgen en versterken.
Een volgende vraag over het beleid
van de Verenigde Staten het
eventueel gebruik van voedsel als
wapen weigert Saouma te beant
woorden. „De FAO is een techni
sche instelling", zegt hij, „en dit is
een politieke vraag". Met name de
vorige Amerikaanse minister van
landbouw Earl Butz maakte er
geen geheim van dat zijn land naar
het „voedselwapen" zou kunnen
grijpen, zogoed als de Arabische
landen het „oliewapen" ge
bruikten.
Als derde landen zouden handelen
tegen het belang van Washington
in (door in de Verenigde Naties
tegen haar te stemmen, door
grondstoffenprijzen te verhogen),
dan zouden de Verenigde Staten
die landen van voedsellevering
kunnen uitsluiten. Wie niet mee
werkt zal ook niet eten. „Politieke
vraag", zegt Saouma nogmaals, en
wacht op de volgende, waarop een
uitermate somber antwoord volgt.
„De stand van zaken rond de uit
komsten van de voedselconferen
tie? Het Internationale fonds voor
landbouwontwikkeling (IFAD) is
nog steeds niet opgericht. De doel
stelling van tien miljoen ton voed
selhulp is drie Jaar later niet
gehaald. Op het ogenblik is negen
miljoen ton toegezegd. Van nood
voorraden voor als ergens pure
honger wordt geleden liggen er
nog maar 300 duizend van de 500
duizend benodigde tonnen. Het
waarschuwingssysteem van de
FAO om snel in te kunnen grij
pen als ergens misoogsten dreigen
werkt, maar nog niet alle lapden
doen mee. De Sowjet-Unie, China
en Brazilië staan er buiten en bo
vendien ontbreekt het aan goede
gegevens uit ontwikkelingslanden,
die dat gewoon niet kunnen man
nen. Voor het opzetten van een
zaadindustrie één van de andere
uitkomsten van de voedselconfe
rentie is er nog steeds te weinig
geld, terwijl het ziektenbestrij-
dingsprogramma nog steeds in
voorbereiding is."
Het landbouwfonds IFAD werd
drie jaar geleden beschouwd als
één van de belangrijkste resultaten
van de Romeinse bijeenkomst. Er
zou om te beginnen 1 miljard dollar
in moeten om de landbouw in de
derde wereld op poten te zetten,
maar dat is nog bij lange na niet
binnen Als nu de Verenigde Staten
binnenkort ratificeren (onderteke
nen) zit er 750 miljoen dollar in de
pot. en kan IFAD mondjesmaat
aan het werk Sinds de wereldvoed-
selconferentie zijn dan drie Jaar
voorbij gegaan. „Wat verbazend
is", zegt Saouma. „is dat zoveel
ontwikkelingslanden voor wie het
fonds is opgericht en die er geen
cent'aan hoeven mee te betalen de
oprichtingsovereenkomst nog
steeds niet hebben geratificeerd
Zelfs als ze iets voor niets kunnen
hebben, kunnen ze het nog niet te
pakken krijgen, doordat bureau
cratie en ambtenarij verlammen".
Het is geen politieke onwil, hoewel
dat begrip wel voortdurend tijdens
het gesprek met Saouma terug
komt Politieke onwil dan met
name Joij de industrielanden die
weigeren mee te werken aan de
ontwikkeling vbn de derde wereld,
ook als het gaat om voedsel en
landbouw. Wat dat betreft is er een
gezegde: boeren willen als ze kun
nen. politici kunnen als ze willen.
„Wat is politiek", praat Saouma
voor zich uit. „Wij zijn geen instel
ling van beroepspolitici, hoewel na
tuurlijk wel de ministers van land
bouw hier komen". (Volgende
maand weer voor hun tweejaarlijk
se conferentie.) „Mogelijk zegt los
weg eens iemand; ik heb mijn buik
vol van het Panama-kanaal, maar
dat is dan niet wezenlijk en heeft
verder niets met de FAO te maken.
Hier werken de deskundigen op
voedsel- en landbouwgebied
Het mo^t dan toch voor de direc
teur-generaal ontnuchterend zijn
voortdurend stuk te lopen op de
houding van de politici. Saouma
gaat het antwoord daarover wat uit
de weg, maar haalt nog wel een
groep aan die hij vtel nauwer bij
het werk van de FAO wil betrek
ken: de kleine boeren en de vrou
wen. „De vrouwen spelen in veel
derde landen een belangrijke rol in
de landbouw en dat is te vaak ver
geten. De vertegenwoordigers van
kleine boeren, ver weg van de grote
steden met hun lawaai en vervul
ling buiten raast en toetert het
Romeinse spitsverkeer die wer
ken in de open lucht en niet te veel
kranten lezen Saouma grijnst
en buiten de grote politiek staan
kunnen een erg nuttige inbreng
hebben".
De directeur-generaal van de FAO
staat op, gaat weer zitten en zegt:
„Ik heb nog een nieuwtje voor u.
Over twee jaar zal er een grote
conferentie over landhervormingen
gehouden worden". Een ongelijke
verdeling van de grond grote
oppervlakten in handen van maar
een paar mensen belemmert op
het ogenblik ook de wereldvoedsel-
produktie. Met name in Latijns-
Amerika blijven de opbrengsten
daardoor achter: de grote landeige
naren zijn tevreden als zij (meer
dan) genoeg verdienen met de
grond, en voelen er niets voor om
die nog meer en beter te laten be
werken. terwijl de landlozen niet
aan de slag kunnen
„Die conferentie", verzekert de Li
banees. „zal zich verre moeten hou
den van academische en theoreti
sche verhandelingen, maar echt
moeten praten over de politieke,
economische, sociale en culturele
kanten van de zaak, waarbij de
vrouwen een gTOte zeggenschap
moeten hebben". Het klinkt mooi.
8aouma schudt nu écht de hand en
zegt: „Dit laatste is vers 'n extra,
omdat we maar zo kort hebben
kunnen rraten". Over één onder
werp hebben we het niet gehad: de
kritiek van Saouma op zijn voor
ganger Boerma.
Kinderen in Vietnam nuttigen hun hapje rijst