Rabobank S Jeugdsentiment aan de Zaan en op school Het is weer Spaarweek bij de Rabobank Van 17 t/m 21 oktober ligt er een prachtige kalender klaar-Kado i Sil Nog miljoenen oude bankbiljetten in omloop Straks waarde verloren Vragen naar onderzoek belastingen Zuidmolukkers uit „Lunetten" willen niet naar Den Bosc l:ss m DONDERDAG 13 OKTOBER 1977 TROUW/KWARTET ND KINDERBOEKEN KINDERBOEKEN KINDERBOEKEN KINDERBOEKEN KINDERBOEKEN DERBOEKEN Boeken voor de jeugd moeten ook voor volwassen zijn. En omgekeerd. Ik zie geen behoefte aan een be wuste scheiding. Wie ze niet snapt, moet maar een paar Jaartjes wachten Laat je niet wijsmaken, dat kinde ren geen gevoel voor schoonheid hebben. Ze kun nen het alleen niet uitdruk ken. Ik weet nog hoe ik zelf als kind bij de Zaan. onder woorden probeerde te bren gen, hoe de zon in dat ge heimzinnige water scheen. Nóg blijft het een benade ring. Dat overwin je nooit. En woorden kunnen zelfs een belemmering zijn." Dat zei Cor Bruyn, auteur van vele jeugdboeken en ro mans. meer dan tien Jaar geleden, toen ik hem voor de krant moest interviewen. Nu van zijn ..Keteltje" een vijfde druk is verschenen met alle drie titels in één band: Keteltje in de Lorzie, Keteltje in het Veerhuis, Keteltjes Thuisvaart, denk ik aan het gesprek met de knoestige schrijver terug. Om de knappe compositie van zijn sterk op de werke lijkheid gerichte verhalen begonnen in een tijd dat er nog geen WL-werkgroepen bestonden, geen stroom kinderboeken als herfstbla deren over ons uitgestort werden, geen enquêtes over de leesgewoonten van Het Kind gehouden werden. In 1912 had Cor Bruyn zijn eerste kinderboek voltooid. „Langs de Waterkant"; in 19IS begon hij aan „Ketel tje" Waarom?" Die vraag herhaalde hij hogelijk ver baasd „Waaróm? Het schriftelijk vertellen zit mij in het bloed. Ik zat een keer met mijn vader en mijn oom voor ons huis, bij het blinkende water van de Zaan. op het hekje voor ons veldje, toen de beide broers begonnen te praten over de oude molens. Ze zeiden dat er aan de overkant nog één had gestaan, die aan onze familie had behoord. Later was die molen gesloopt, en een tehuis voor daklozen geworden „De Lorzie" gehe ten (logies). Uit dat gesprek ontstond „Keteltje in de Lorzie". Vraag mij niet waarom. Reeds tijdens ons gesprek zag ik hem daar ineens in die schuur zijn, en hij wou verder leven. Daar is niets aan te doen". Gelukkig niet, want Keteltje is in Bruyns oeuvre (40 titels) een hoog tepunt, dat nog steeds aan bevolen kan worden. Van zijn Intelligente vader kreeg de in 1883 geboren auteur de liefde mee voor het gesproken en geschre ven woord. Alle tien kinde ren werden jaarlijks meege troond naar de uitvoering van de Wormerveerse Rede rijkerskamer. En dan het ogenblik wanneer hun va der plaatsnam in het souf fleurshok! In die dagen schreef Cor al toneelstuk jes, die hij met grote regel maat aan vrienden voorlas, achter de koeien, 's winters, gezeten op het melkblok. Daar las tüj ook Jules Ver ne. F. J. Hoffman. Op de Rijkskweekschool in Haar lem één van de vijf die ons land toen telde wer den zijn opstellen voorgele zen en naar Jan Ligthart gestuurd. Hij schreef ge dichten. hield er weer mee op, maakte toneelstukken voor zijn leerlingen („hoe moest Je daar anders aan komen?") En dichtte wéér. Ook een groot drama in ver zen. Waarom? Omdat hij er plezier in had. Maar Je hele visie, je hele leven, wordt beheerst door Je jeugd. Door het land waar je bent groot gewor den. Dat is voor mij wel de Zaanstreek. Maar mis schien wordt je geest door te grote ruimten wel te on gebonden. wie weet zoiets? Al krijg je wel een bredere visie. Daar ben ik van over tuigd." HIJ schreef ook over de opkomst van de arbei dersbeweging; over de zak- kennaaisters en de zaad sjouwers, die hij zelf heeft gekend. Las Goethe, Con rad Meyer, Thomas Mann, en voor zijn genoegen Sime- non. Schrijven: .de eerste baldzijden, die zijn het zwaarst. Maar ook het be langrijkst Je moet lézen." Precies hetzelfde zei een an dere „tachtiger", twee jaar daarvóór. „Geen lange in leidingen. Dat wil een kind niet. Meteen met de hande ling voor de dag. „Niek van de bovenmeester" is weer eens herdrukt. En vop .ór ik het opnieuw inkeek zag ik Niek wortelkauwend, half onder zijn schoolbank, met Jan, zijn slomere vriendje; Niek; bakstenen stapelend rond om een vuurtje; Niek: een stikdonker vaarwater inva rend waar „Verboden" stond; met Niek had ik besf in de klas loillen zitten ei genlijk. Nu ik het boek weer opendoe zie ik de vele cur sieve woorden. Het veelvul dig bidden dat beide vriendjes doen en anderen laten. De gevaren die zij tonen en die weer worden opgebiecht. Dan weet ik dat het met ons alle Ouwe Bram, en Peerke (telkens in Brugge moet ik aan hem denken, en de schrijver heeft hem in Amersfoort be dacht!), met Gerdientje, haar vader en de boer (zeer veel berouw in dit boek niet anders was. Dat er niet weinig schuldgevoelens schuilen in auteur en per- sonnages, en dat het zó niet meer kan, daar is ook ie dereen het wel over eens. Maar waarom blijft het Kleine Meisje met de Grote Klok je bij, en die Het Weg getje In Het Koren? Niet kindersentiment alléén. Ik denk toch omdat Van de Hulst vertéllen kon en een verhaal in elkaar steken. Dat is niet ieders werk. Ik zie de oude schrijver nóg, trekkend aan zijn sigaar, nadenken over die „drang naar het verhaal", bij gro ten en bij kleinen; „Neem Willem Wycherts nou. Ik moest eens invallen in de hoogste klas, 't was op een vrijdagmiddag. Zelf stond ik in de vierde, en ik zag er danig tegen op. Dus zei ik: als ik geen straf hoef te geven vertel ik straks. Ze trapten erin. En ik moest vertellen. Waarover? Ik had geen tijd gehad me voor te bereiden, 't Zou over de Spanjaarden gaan. Dat vinden ze altijd mooi. Nou toen ben ik maar gaan ver tellen. Over die twee jon gens op dat muurtje in Am sterdam. Zo'n plekje wist ik nog van vroeger, waar ik eens onder een luifel was gekropen en mij verbeeldde dat de Spanjaarden voor bijkwamen. Die middag kwamen ze dus voorbij. En daar ging ik: Maarten! Maart! Hoor es! Ja, wat? Hoor dan es! Nou? Zeg Maarten! Ze moeten hier vast voorbijkomen. Kom bij me zitten. Dan kunnen we ze goed zien. Ze zeggen dat ze je al doodsteken als je maar lacht." Een begin als voor een hoorspel, en dat had Van de Hulst in zijn vingers. Hij had méér: waarachtige lief de voor de kinderen. En al kun je je eindeloos verma door Gertie Evenhuis ken, in 1977, om kindertjes die, op het punt staande een koekje te nemen, „niemand ziet het immers," van dit voornemen afzien bij de ge dachte „Mddr, stippeltje stippeltje stippeltje. Gód zag het wel!": al zijn er ern stige bezwaren tegen de wat eigenaardige theologie uan de schrijver in andere van zijn publikaties, toch ben ik niet vergeten wat hij daar in zijn Utrechtse huis tegen mij zei: „Kinderen kunnen zich al leen leren kennen in kinde ren zoals zij. Dat vindt U heel gewoon. Maar in mijn tijd vergeet niet dat ik geboren ben in 1880 leef de nog de oude literatuur, die voor het christelijk volksdeel hierop neer kwam: om hoofdwaarhe den. die als geaccepteerd golden, héén bedacht men personnages, die die waar heden hanteerden. De per sonen bleven secundair. Het is kenmerkend voor die tijd, en het kon toen ook niet anders. Maar ik vond het fout, toén al. Niet ma rionetten moesten de waar heden dragen, maar leven de mensjes. Kinderen. Zij moesten primair zijn. Ik heb er heel wat verdacht making om uitgestaan, want dat was revolutionair. Toch beheerst dit mijn werk! Tussen je kinderen te staan in hun lachen, hui len, spelen, denken. Zelf dat wezen te zijn. Ook de vilein, de schurk. Ik heb daar nooit moeite mee ge had: want in elk mens is alles aantcezig." Over mijn affectie voor Niek ben ik wel heen, maar een waar achtig mens als Van de Hulst blijft je bij. Nog een fijn jeugdsenti- menteel verhaal tot slot; De wolf en de zeven geitjes, sprookje van Grimm, in doodgewoon, (niet erg mooi) Nederlands bewerkt door L. M. Niskos, met zeer veel kleurige en lekker her kenbare voorstellingen van geitjes, klok en wolf van Otto Svend. Een op prach tig papier uitgevoerd pren tenboek, eindigend met de wolfs buik vol geiten, die zonder schram of buil weer tevoorschijn sprinten. (Cor Bruyn: KETELTJE, uitg. van Goor zn, 29,50 W. G. v.d. Hulst, Niek van de bovenmeester, Callenbach 5,95 De Wolf en de Zeven geitjes, Orimm, Lemnis- caat, 11.50. AMSTERDAM Er rijn nog miljoenen oude bankbiljetten, die str hun waarde verliezen, in omloop. Dit is de reden dat de Nederlandse!] Bank de termijn om deze biljetten om te wisselen voor nieuwe he verlengd tot 19 januari 1978. De inleveringstermijn is begonnen op 15 ap van dit jaar. Mr. U. J. Suermondt, onderdirecteur van de Nederlandsche Bank, zegt dat op die datum meer dan 8,6 miljoen bankbiljetten in omloop waren vaa 1000 (uit 1956), van 100 (uit 1953), van 25 (uit 1955) en van 10 (uil 1953) die straks niets meer waard zullen zijn. Daarvan zijn er pas 2,3 miljoen ingewisseld. De bank bepaalt deze omloopcijfers iedere week als de weekstaat van d« Nederlandsche Bank wordt opgemaakt. Dat gebeurt door het totaal aantal in omloop gebrachte biljetten te verminderen met de biljetten die zijn ingeleverd, of uit circulatie genomen wegens beschadigingen, of die bij dt bank zijn aangemeld als verloren gegaan bij brand en dergelijke. Wat mei biljetten gebeurt buiten het gezichtsveld van de bank wordt geen rekening gehouden, zodat het werkelijk aantal in omloop zijnde biljetten dus lager kan zijn dan de bank vermoedt (verbrandingen die niet worden gemeld bijvoorbeeld). Op 7 oktober is de laatste weekstaat opgemaakt en toen is gebleken dat ei nog zo veel oude biljetten onder de mensen zijn, dat de termijn voor omwisseling is verlengd. De Nederlandse Bank mist nog: 105.100 duizend jes. 1.352.380 honderdjes. 1.268.699 vijfentwintigjes en 2.053.299 tientjes. DEN HAAG (ANP) Het PvdA- Kamerlid De Kam heeft staatsse cretaris Van Rooijen (Financiën) ge vraagd bij wijze van steekproef een onderzoek in te stellen naar belas tingconstructies, waarbij met be hulp van de investeringsaftrek een aanzienlijke vermindering optreedt van het belastbaar inkomen. Het Kamerlid wil deze onderzoekingen in met name de inspecties van de belastingen in Haarlem, Rijswijk, Hilversum en Groningen. Het socialistisch Kamerlid stelt zijn vragen naar aanleiding van een pu- blikatie in een weekblad (Vrij Neder land), waarin „uit de doeken wordt gedaan hoe particulieren de investe ringsaftrek kunnen benutten om hun belastbaar inkomen aanzienlijk te verminderen". In het artikel wer den de namen genoemd van de vroe ger staatssecretarissen van Finan ciën. de heren Hoefnagels en Grap- perhaus. VUGHT (ANP) - De Zuidmol kers uit het woonoord „Lunetten' Vught, die eerder te kennen hadi gegeven naar een nieuwbouwwijl Den Bosch te willen verhuizen, op deze beslissing teruggekora Dit hebben zij het gemeentebest van Den Bosch meegedeeld. De Molukkers vinden dat er bij toewijzing van de woningen te i nig rekening is gehouden met 1 nadrukkelijke wens om zo dicht i gelijk bij elkaar te wonen. Zij vino het ook een nadeel dat de wonin op verschillende tijdstippen beti ken moeten worden, waardoor niet in staat zijn gelijktijdig te huizen." Begin dit jaar toonde het Bossi gemeentebestuur zich bereid h vesting te bieden aan vijftig ge nen uit het woonoord. De Zuidi lukkers kregen een huis aangebo< in de nieuwbouwwijk „De Reit" Opa en Oma Willen graag gemakkelijk sparen en opnemen. Kiezen daarom een Spaar- Extra-Premie- boekje, omdat de rente daarop voor hen veel gunstiger is. Pa en Ma Bekijken zorgvuldig wat voor hen de beste spaarvorm is. De Rabobank helpt hen daarbij zonodig met goede raad. f JM to* a a -a -BI W Els en Johan Voor Johan de Grijp-5 rekening. Dat geeft aan het eind 5% extra over gespaard bedrag plus de hoge rente. Els spaart met de Zilvervloot en krijgt straks 10% extra over spaargeld en rente. Barend (de a.s. schoonzoon) en Loes Barend heeft een spaarrekening met opzegtermijn, die geeft méér rente, vaak ook als het geld eerderwordt opgenomen, bijvoorbeeld in verband met het huwelijk of voor het kopen van een eigen huis. Sparen doe je met z'n allen Iedereen spaart op z'n eigen manier, daarom heeft de Rabobank zoveel spaarvormen. Kom er over praten tijdens de Spaarweek! Nederland ®i de openlucht !i! Gezellige kadootjes voor de hele familie! Naast de prachtige kalender met als onderwerp „Nederland in de open lucht" is er voor de kinderen een fijne bouwplaat met oude huisjes om zelf te bouwen. geld en goede raad

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 16