De bijbel
aan bod
Twee wijze
boekjes
En dat we luthers zijn
dat willen we weten
Voorbijgangers
Pianist/Organist
VANDAAG
ZATERDAG S OKTOBER 1977
KERK
Trouw/Kwartet
Van 9 tot 15 oktober wordt een
bijbelweek gehouden onder het
motto: „De bijbel, een boek om
te vieren". Over doel en opzet
van deze week schrijft de Bos
sche hervormde predikant drs.
N. K. van den Akker, praeses
van de provinciale kerkverga
dering van Noord-Brabant en
Limburg, en voorzitter van de
RCOB, dat is de Raad voor
Contact en Overleg betreffende
de Bijbel.
door N. K. van den Akker
Toen in 1976 de plannen voor een „bij
belweek voor heel Nederland" vaste
vorm begonnen aan te nemen, kon nog
niemand vermoeden, aan wat voor kar
wei wij begonnen waren. Neem eerst
eens de periode: wij mikten op een wéék
om redenen, die zo dadelijk aan de orde
komen. Wie enig idee heeft van de com
plicaties in kerkelijk Nederland, zal zich
een beeld kunnen vormen van het
struikgewas van zendingszondagen,
missieweken, vredesweek, vastenactie,
Willibrorduszondag. oecumenische zon
dag en noem maar op. waardoorheen
wij ons een pad moesten banen naar een
week. die door alle kerken aanvaard,
c.q. gedoogd zou worden. Iedereen, die
het tijdvak minder gelukkig gekozen
vindt, heeft dus van tevoren gelijk! Er
was éénvoudig geen andere keus.
Voor de start was 1977 aantrekkelijk: wij her
dachten dit Jaar immers op nationaal niveau
de verschijning vijfhonderd jaar geleden
van de Delftse bijbel, het eerste volgens de
regels van de pas uitgevonden drukkunst in de
Nederlandse taal vervaardigde boek. Een
plechtige samenkomst in de Oude Kerk te
Delft, een fraaie tentoonstelling in het Prinsen
hof en een speciale postzegel hebben in mei
van dit jaar hieraan luister bijgezet.
Een enkele zondag zou weinig zin hebben. Daar
waren de organisatoren het al gauw over eens.
Die zou als vanzelf een binnenkerkelijk karak
ter dragen, terwijl het er om ons te doen is,
zoveel mogelijk mensen, binnen èn buiten de
kerken te bereiken, Een week biedt daarvoor
veel meer gelegenheid. Het gaat bovendien om
een proces van bezig-zijn en bezinning, dat zich
niet wil beperken tot kerkdiensten, maar naar
buiten treden in gesprekskringen. forumavon
den. tentoonstellingen en wat het plaatselijk
initiatief ook maar verzint om rondom dit éne
oude boek met elkaar in gesprek te komen en
aan de slag te gaan.
Waar het om gaat
Het gaat erom. op zo ruim mogelijke schaal en
met medewerking van pers. radio en t v. de
betekenis van de bijbel aan de orde te stellen,
zowel voor kerkelijke als niet-kerkelljke men-
sén. Allerlei vragen omtrent de betekenis van
de bijbel voor de mens van vandaag, maar ook
omtrent het werk van bijbelbemlddellng en
bijbelverspreiding komen dan om de hoek kij
ken wat doen we met de bijbel?, wat doet de
bijbel voor ons?, zijn wij met ons ..bijbelwerk"
op de goede weg? of hanteren wij in ons spre
ken en handelen, wellicht met de beste bedoe
lingen. methoden, die de doorwerking van de
bijbelse boodschap onnodig bemoeilijken? Een
gezonde zelfkritiek van kerken en christenen,
die zich om strijd op dit Woord, die Schrift,
beroepen, kan ons dan ook behoeden voor een
verfoeilijk triomfalisme of zelfgenoegzaam
heid. waardoor de naam: ..Nationale bijbel-
week" al te pretentieus zou overkomen. Juist in
deze week kunnen wij er niet omheen, eerlijk te
bekennen, dat al onze hevig betuigde eerbied
voor de bijbel ons lang niet altijd verenigd.
maar vaak eerder van elkaar vervreemd heeft;
dat wij vaak zo weinig openstaan voor of ge
leerd hebben van de wijze, waarop anderen
diezelfde bijbel lezen of ermee bezig zijn.
Heilzaam
De vragen zijn voorshands talrijker dan de
antwoorden. Ook het blootleggen van een stuk
verlegenheid kan echter heilzaam werken. Als
je even doorgaat, melden zich weer andere
vragen op een zo gevoelig punt als bijbelver
spreiding: welke opvatting over de verhouding
van bijbel en geloof zit daar achter? Sluipt
daarin niet gemakkelijk een magisch motief
binnen in de trant van: stel iemand nu maar
gauw een bijbel ter hand. leer hem er vlijtig in
lezen, laat iets vallen omtrent het onfeilbaar
Woord Oods en er komt straks uiteraard
onder verlichting door de Heilige Oeest wel
een gelovige te voorschijn. Loopt niet veel
bijbelcolportage dit gevaar? Welke rol speelt
de gelovige gemeenschap, de kerk, in dit ge
beuren?
Tegen deze achtergrond is het'geen toeval, dat
het initiatief voor de bijbelweek is geboren in
de kring van de Raad voor Contact en Overleg
betreffende de Bijbel (RCOB). In dit overleg
orgaan, dat tien Jaar bestaat en tot nu toe
weinig aan de weg getimmerd heeft, werken vla
vertegenwoordigers niet minder dan vijftien
kerken en geloofsgemeenschappen en vier bij
belorganisaties, waaronder het Nederlands Bij
belgenootschap en de Katholieke Bijbelstich
ting samen; ook nog een paar „bewegingen"
zoals Navigators en Youth for Christ. Een nogal
gevarieerd gezelschap, zoals u raden kan: u
treft er katholieken (rooms- en oud-) aan naast
gereformeerden van allerlei snit, hervormden
en baptisten, heilsoldaten en pinkstermensen,
fundamentalisten en vrijzinnigen. Het valt na
tuurlijk niet mee om al die varlételten op één
noemer van gemeenschappelijk handelen te
brengen, maar toch gelukt het telkens weer en
er groeit een sfeer van solidariteit, wederzijds
begrip en respect, die deze voor Nederland
unieke groep operationeel maakt.
Nehemla
Een breed samengestelde begeleidingscommis
sie heeft het uitvoerend werk gedaan. Ze heeft
er hard aan gezwoegd. Na rijp beraad werd als
bijbels uitgangspunt Nehemia 8 vers 1 tot 13
gekozen. Deze perikoop heeft de bewerkers
gaandeweg in zijn greep gekregen. Blijkens het
ter beschikking gestelde materiaal van uitleg
kundige, preekmatlge en catechetische aard
zijn in dit bijbelgedeelte, dat op het eerste
gezicht misschien als een weinig aansprekende
tekst aandoet, de elementen van viering, uit
leg, blijdschap over de goede en bevrijdende
boodschap ruimschoots aanwezig.
Met het gespreksboekje, dat aan alle pastores
in Nederland werd toegezonden kunnen ge
sprekskringen goed vooruit. Het centrale the
ma van de bijbelweek: „de bijbel, een boek om
te vieren" laat zich rechtstreeks uit deze peri
koop afleiden.
Het kan misschien geen kwaad, er in dit ver
band op te wijzen dat er een werkmap met
materiaal op bestelling beschikbaar is gesteld.
Het gaat hierbij alleen om een aanbod en
handreiking, waarvan ieder naar eigen meug al
of niet gebruik kan maken.
De RCOB
Uit een enkele reactie is mij hier en daar
gebleken dat sommige kringen het met bepaal
de schriftbeschouwingen of proeven van uitleg
ging in dit materiaal niet eens kunnen zijn. Ik
wil dit voetstoots aannemen en verwijs hierbij
naar wat ik boven over de variëteit van de
RCOB schreef. Als de RCOB voor alle activitei
ten en uitspraken naar buiten gezamenlijke
verantwoordelijkheid zou moeten aanvaarden,
zou hij vrijwel altijd moeten zwijgen. Zo liggen
de zaken dan ook niet. De RCOB ontwikkelt
initiatieven en laat sommige dingen onder zijn
auspiciën gebeuren. De uitvoerende Instanties
zijn tenslotte de participerende leden of door
de raad in het leven geroepen commissies. Ik
schrijf dit niet om de RCOB van tevoren tegen
kritiek in te dekken, maar om de zaken zuiver
te stellen.
Traditie?
Of de bijbelweek een (Jaarlijkse) traditie zal
worden? Er zijn velen die het hopen. Het hangt
er echter van af. wat een grondige evaluatie
door RCOB en begeleidingscommissie, spoedig
na het einde van dit experiment te verwachten,
aan conclusies zal opleveren. Intussen hopen
we dat zo veel mogelijke kerken en geloofsge
meenschappen, elk naar eigen aard, aan deze
eerste bijbelweek gaan meewerken.
De bijbel: een boek om te vieren. Naarmate het
aspect van vieren overheerst, zal de bijbelweek
straks geslaagd mogen heten. Vieren door
breekt de plechtige somberheid van veel offici
eel christendom in ons goede vaderland, die
bepaald niet uitnodigend overkomt. Vieren
wijst op de bevrijdende boodschap voor wereld
en mensen, die dit op ongelooflijke schaal
verspreide en gevraagde boek bevat. Vieren
maakt mensen los en brengt hen samen om een
gemeenschappelijk middelpunt. Uitgerekend
dèt is de bedoeling van de komende bijbel
week.
door dr C. Rijnsdorp
In de serie Pastorale Handreiking,
onder redactie van ds. J. G. Mees.
zijn bij J. N. Voorhoeve, Den Haag.
als nummers 6 en 7 twee boekjes
verschenen, die men met één woord
als „wijs" kan kenschetsen. Dr. J.
Rinzema schrijft over vragen rond
de huwelijks- en gezlnsmoraal on
der de titel Over liefde gesproken
(128 blz.. f 12.50) en ds. K. D. van
Kampen bespreekt het omgaan
met stervenden onder de titel Sa
men leven tot op de grens (104 blz.,
10.75).
Bij het lezen van deze twee boekjes
in combinatie moest ik denken aan
een schilderij uit de zeventiende
eeuw in een van onze musea. Men
ziet daarop een jong meisje en een
oude vrouw in een harmonisch con
trast bij elkaar. De zestienjarige
heeft het leven nog vóór zich; de
tachtigjarige, met haar tandeloze
mond. heeft het achter zich. Het is
een besje, maar niet de „oude. ve-
nijnde bes" uit het middeleeuwse
lied van de twee koningskinderen.
Deze vrouwelijke figuren vertegen
woordigen geen twee verschillende
werelden, maar het éne leven. Er is
alleen onderscheid in levensfase.
Zo is ook de geest, waarin de beide
boekjes geschreven zijn, dezelfde.
Via de studeerkamer komen ze alle
bei uit de praktijk en zijn dan ook
voor praktisch gebruik bestemd.
Het boekje over sterven bevat, na
de verscheidene duizenden bladzij
den die ik hierover in de loop van
de laatste jaren voor onze krant
heb moeten lezen, uiteraard niets
nieuws. Maar het heeft een per
soonlijke toon. „En de kern van
omgaan met stervenden is het be
sef dat de stervende mens leeft,"
zegt bl. 8.
Het boekje van ds. Van Kampen
zal weinig tegenspraak uitlokken.
Dr. Rinzema heeft het moeilijker,
want de vragen met betrekking tot
de huwelijks- en gezinsmoraal wor
den, ook in christelijke kringen,
niet gelijkluidend beantwoord.
Denk alleen maar aan de abortus.
De wijsheid van beide boekjes zit
in het ontbreken van fanatisme en
stokpaardjes, alsook in de afwezig
heid van eenzijdig getheoretiseer.
De praktijk heeft de beide auteurs
geleerd over hun onderwerpen ge
nuanceerd te denken. Ik geloof dan
ook dat alleen mensen met vol
doende praktijk het recht hebben
zich als voorlichters op te werpen.
Wel heb ik me bij dr. Rinzema
vagelijk afgevraagd, of het norma
tieve element wel voldoende tot
zijn recht is gekomen. Natuurlijk
zouden beschouwingen over chris
telijke ethiek als zodanig het ge
schrift te veel in de theoretische
sfeer hebben getrokken en daarom
heb ik er vrede mee. Je blijft luiste
ren. ook al merk je als bejaarde dat
wat je in je jeugd ingepeperd is in
je denken en in Je opvattingen
moeilijk of niet meer te overwinnen
is. Zolang men bepaalde, strenge
opvattingen zo herkent en dus rela
tiveert, mag men ze best behouden.
Dat was het mooie van dat oude,
nog hupse vrouwtje op dat schilde
rij: ze was zo eerlijk oud en dat
vormde de harmonie in het con
trast.
Maar om op die twee boekjes terug
te komen: die zijn nu echt geschikt
voor de gemiddelde belangstellen
de lezerfes), waaruit hij en zij het
nodige kunnen opsteken. Zoals ge
zegd: wijze boekjes.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Alblasserdam (toez.): E.
K-JTeygeler te Katwijk a.d. Rijn.
BWankt voor Zwijndrecht: G. G. S.
van Hoogstraten te Pijnacker.
GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Alkmaar (geeste
lijk verzorger in de Lauwershof): J.
v. d. Molen te Hellevoetsluis.
Bedankt voor Haulerwijk: S. B. v d.
Molen te Maasdijk.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen te Amstelveen-Mijdrecht:
J. Kruithof te Hoek (Zld.).
Bedankt voor Meppel en voor Har-
denberg: S. S. Cnossen te Spaken
burg-Noord.
GEREF. KERKEN (VRIJG. B V.)
Beroepbaar: W. H. Louwerse, Mul-
dersdreef 665 te Apeldoorn.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Scherpenisse: J. Mol te
Rijssen.
DOOPS. BROEDERSCHAP
Beroepen te Giethoorn: mevr. ds E.
I. T. v. d. Zee te Haarlemmermeer.
Aangenomen naar Haarlemmer
meer: mevr. ds M. C. de Wilde-Mul-
der, wonende te Zutphen (voorheen
pred. e. te Haarlemmermeer); naar
Wieringen; mevr. ds E. van Turn
hout-Dijkstra te Kampen.
ADVERTENTIE
Hel „INTERKERKELIJK JEUGDKOOR WATERGRAAFSMEER" te Amsterdam (170 leden
van 16-33 jaar; dirigent PETER DOGGER) zoekt wegens verhuizing van de huidige begeleider
Het koorrepertoire bestaat uit spirituals, gospelsongs, moderne liederen, hymns, en klassieke
liederen. Repetitie woensdagavond van 19 00-20.15 uur Medewerkingen 1 per 2 weken.
Inlichtingen: P. Dogger (020-714586/221361) ol W J. B Smits (020-996328; Prins Bemhard-
laan. Diemen).
VRIJE EV.jGEM.
Benoemd tbt staflid geestelijke ver
zorging van-het instituut voor gees
telijk gehandicapten (Borneroord)
te Beetsteizwaag (1 jan. 1978): L.
Oost, geestelijk verzorger van de
„Hooge Burgh" te Zwammerdam.
Ds K. van Drimmelen
Volgende week zondag neemt me
vrouw ds K. van Drimmelen officieel
afscheid van haar werk in Wenen.
Zij is schoolpastor en docent gods
dienstonderwijs aan een scholenge
meenschap in Hardenberg gewor
den. Negen jaar heeft zij in Wenen
gewerkt. Ds Katharina van Drim
melen (vanaf 1947 achtereenvolgens
vicaris in Ureterp, directrice van het
vormingscentrum Den Alerdinck te
Laag Zuthem, ziekenhuis-predikant
in Leeuwarden en studiesecretaris
van de wereldraad voor christelijke
opvoeding te Genève) ging zomer
1968 naar Wenen als fulltime advi
seur van de Amerikaanse verenigde
presbyteriaanse kerk voor het con
tact met de kerken in Oost-Europa.
Nadat de Amerikaanse kerk te ken
nen gaf, de kosten niet meer alleen
te kunnen dragen, stelde de Neder
landse protestantse interkerkelijke
Europa-commissie zich tot 1 januari
1978 garant voor het leeuwedeel van
de kosten van het Weense Oost-
Europa-project. Eventuele voortzet
ting na eind 1977 in een andere vorm
is nog onderwerp van beraad.
AANRAKING
En zovelen Hem aanraakten
werden gezond.
(Markus 6,53-56)
Wij willen gezonde mensen zijn.
Waar die gezondheid te krijgen is
zijn wij te vinden. Zo gaat het ook in
het land dat bij Markus
Gennesareth heet. De mensen horen
van Jezus en beginnen onmiddellijk
met zieken en zwakken te slepen om
hen. waar Hij ook maar een dorp
bezoekt, op de markt te leggen.
Jezus moet ze genezen. Het zal
voldoende zijn als ze slechts de
kwast van zijn kleed mogen
aanraken. Het woord dat hier voor
kwast staat kan ook zoom. grens
betekenen. Jezus is hier aan de
zoom. aan de grens van het Joodse
land. eigenlijk al over die grens
heen. Er lijkt een profetisch woord
in vervulling te gaan: „In die dagen
zullen tien mannen uit volken van
allerlei taal vastgrijpen, ja
vastgrijpen de slip van een Judeese
man, en zeggen: wij willen met u
gaan. want wij hebben gehoord dat
God met u is." (Zacharia 8,23) Maar
voorlopig is het hier toch nog niet
zo. Want deze mensen willen niet
meegaan. Ze leggen slechts hun
zieken bij Jezus neer. En zo. dat ze
Hem kunnen aanraken als Hij
voorbij komt. De kwast die de tora
symboliseert. De blauwe draad die
op verschillende plaatsen door het
kleed is heen geweven. De kwast die
door farizeeërs soms extra groot en
lang gemaakt werd om vooral als
een ijverig betrachter van de wet
door te kunnen gaan. Om dat alles is
hiet het rumoer. Want wij willen
gezondheid. Als we maar van die
kwaal bevrijd zijn. Dan willen we
Jezus aanraken. En Hij, hier aan de
zoom van het land. Hij laat het toe
Er zit toch iets meer in dan alleen
van ziekte afkomen. Je raakt de
bedoeling Gods aan als je grijpt
naar die blauwe draad. En dan
wordt genezing meer dan bevrijding
van ziekte, dan wordt het zoiets als
verlossing.
(ADVERTENTIE)
boekennieuws
Ir. J. van der Graaf (eindredactie)
EVOLUTIE EN GELOOF
88 bi* f9.25
Gebundelde radio-leringen van tr. J. van
der Graaf. Dr. W J. Ouweneel. Port. Dr
J. van Gendcren en Prof. Dr. E.
Schuurman. Vanuit wi.
hoeken wordt over dit b
werp geschreven.
Prof. Dr. B.J. Oosterhoff
HOE LEZEN WIJ GENESIS 2en 37
240 blz., f28.25
Een hermeneutische studie. Nagegaan
wordt ol de natuurwetenschap ons ook
in hei verstaan van Genesis 2 en 3 iets te
zeggen heelt en of andere Schriltgcge-
vens kunnen helpen om een beter
inzicht te krijgen op deze hoofdstukken.
Prol. Or. W H. Gispen
SCHEPPING EN PARADIJS
212 blz.. geb. /20.2S
Verklaring van Genesis 1-3. De auteur
geeft vers voor vers een verklaring van
de eerste drie hoofdstukken van het
bijbelboek Genesis.
Ds. A.G. Kornet
HET BOEK VAN GODS UXCH
140 blz.. f15 50
Een bevrijdend boek waarin de auteur
vraagt of God niet dikwijls moet lachen
als wij ons in onze debatten aan Zijn
wonderen, met name hei
Drs. E. de Vries
GENESIS 1-3
72 blz., f7.90
Vier thema-preken vanwege de grote
belangstelling in boekvorm uitgegeven.
Om vorder over na to denken on te
praten.
Verkrijgbaar in de boekhandel.
KOK KAMPEN
(ADVERTENTIE)
jgr
BondMmbleem van toen
Als ik lutheranen wil plagen,
hetgeen zelden het g«;val ls. houd ik
hen voor dat lieden die in hun kerk
iets voorstellen, meestal als
met-lutheraan ter wereld gekomen
zijn. Ik noem dan professor
Kooiman, die van huis uit
hervormd was. en de
synodepresident dominee Blelj.
van wie hetzelfde geldt. En laat nu
André Bal. de oud-secretaris van de
Nederlandse Lutherse Jeugd Bond
(NLJB). die ik kort voor de viering
van het negentigjarig bestaan van
deze bond ontmoet, ook al in een
hervormde wieg gelegen hebben.
André Bal is opgetrommeld door
NLJB-voorzitter Erik Kam pes, om
mij enig materiaal te leveren voor
een waardig herdenkingsartikel.
Erik Kampes. 26 jaar. ex-ouderling
van de Haarlemse lutherse
gemeente en oud-leraar Frans,
studeert nu aan de academie voor
expressie door woord en gebaar en
dat kan nu wel heel aardig wezen,
maar ook door zijn aderen stroomt
geen zuiver luthers bloed, dat komt
slechts van vaders kant. Daar staat
echter tegenover, dat hij geheel
luthers is grootgebracht Als
iemand zich thans afvraagt,
waarom ik hierover zo zit te zeuren,
ls mijn antwoord: omdat ik in het
door A. J. Klei
Jubileumnummer van het
NLJB-blad Sola Fide een- en
andermaal het woord „luthers
bewustzijn" tegengekomen ben en
Ik weten wil wat dat is en hoe het
komt dat Jonge mannen, op wier
luthers blazoen een andersdenkend
vlekje zit. bereid zijn mee te waken
over dat luthers bewustzijn (dat
waken behoort blijkens een
verhaal in Sola Fide tot de taken
van de NLJB).
Ik ken één man die voor mij van
top tot teen luthers is. onze
vroegere kassier Steinhart. Een
echt-lutherse naam. weten de
kenners meteen. Hij woont nu ln
Apeldoorn, en zeer af en toe
schrijven wij elkaar. De heer
Steinhart praatte veelvuldig en
uitgebreid met mij over het
kerkelijk leven ln het algemeen en
over dat der lutheranen ln het
bijzonder Ik kreeg sterk de indruk
dat de lutherse kerk één grote
familie vormde met dominee Van
Heest als een strenge, doch tevens
toegeeflijke vader. Je nam wat van
elkaar, maar je liet ook wel eens
wat voor een ander.
Als Ik dit vertel, zit André Bal (31
jaar en Jeugdwerkleider bij het
CNV) instemmend te knikken. Hij
De NUB-boerderiJ in Maurik
is als kind naar een lutherse
zondagsschool gestuurd, omdat die
bij hen in de straat stond. Via die
zondagsschool (Ja, hervormde
ouders, zo zien we maar weer dat
van 't een 't ander komt) ls hij in
het lutherdom terecht gekomen,
waar hem de dingen, die mij
opvielen in de relazen van de heer
Steinhart. aantrokken: het gevoel
van bij elkaar te horen, de
gedachte van een zekere
familieband. Het overzichtelijke
van een klein kerkgenootschap
sprak hem eveneens aan en vooral:
de liturgie. Voor André Bal is de
lutherse eredienst een feest. Hij
ziet voor de lutheranen ook een
brugfunctie. Nu er katholieken bij
het CNV komen, heb ik soms het
gevoel dat Ik als lutheraan nog het
beste beide groepen versta en
zowel de taal van de katholieken
als van de calvinisten begrijp, zegt
hij.
Mooi, maar de vraag blijft: wat is
luthers bewustzijn en waarom is de
NLJB daar zuinig op? André Bal
kijkt Erik Kampes aan, en Erik
Kampes kijkt André Bal aan. Ik
kijk van de een naar de ander We
praten wat heen en weer. een kant
en klare omschrijving komt er niet
uit. Het is. denk ik, zoiets als: en
dat we luthers zijn dat willen we
weten De tijd dat je van de
oecumenische beweging wonderen
verwachtte, is voorbij. Zorg eerst
maar dat de boel in eigen huis goed
loopt en wakker blijft. Daar doet de
NLJB aan mee. Niet als een linkse
actiegroep of een verzameling
rechtse rakkers, nog minder als een
kleurloze middenmoot, maar met
jeugdige en dus grote
betrokkenheid.
De NLJB is met z'n paar honderd
leden veel te klein om via het
gebruikelijke verenigingsleven met
afdelingen en zo te opereren.
Trouwens, ware
verenigingsmensen zijn de jonge
lutheranen kennelijk ook niet,
want de zomers op de eigen
NLJB-boerderij in Maurik
gehouden bondsvergadering is de
minst in trek zijnde activiteit van
de negentigjarige. Een eerste
plaats in het bondswerk neemt het
jeugdzondagpakket ln: materiaal
over een bepaald thema
(vereenzaming,
ontwikkelingswerk, enfin wat maar
op ons af komt). Dit wordt
geenszins in 't wilde weg naar de
plaatselijke gemeenten gestuurd,
er is voorbereiding en er is nazorg,
het laatste in de vorm van
telefoontjes: en hoe hebben jullie
het gedaan in de gemeente? Langs
deze weg komt heel wat overeind
aan plaatselijke activiteiten, maar
valt tevens te constateren dat er
ook veel slaperigheid heerst. Het
kampwerk van de bond loopt goed
en breidt zich uit en Sola Fide
Bondsembleem van nu.
functioneert zoals een ordentelijk
kaderblad dient te functioneren.
Dit is het met elkaar wel zo
ongeveer. De NLJB is de oudste
kerkelijke jeugdorganisatie van
ons land. De historie is er een van
opgaan, blinken en verzinken,
maar warempel, de NLJB krabbelt
er weer wat bovenop. En dan niet in
de sfeer van: klein maar dapper,
alsjeblieft niet, maar door gewoon
zichzelf zijn. en dat is: luthers zijn.
Luthers bewustzijn, zeg maar. Dit
brengt mee (en nu tel ik bij elkaar
wat ik gelezen en gehoord heb):
mikken op de plaatselijke
gemeente, niet alles op haren en
snaren zetten maar intussen wel
drommels goed weten waar 't om
draait in de kerk vandaag, en
proberen ieders taal te verstaan.
Die laatste woorden haal ik uit de
bijdrage van Erik Kampes in het
jubileumnummer van Sola Fide. Er
spreekt veel solidariteit uit. en we
hebben immer al vastgesteld dat
de lutheranen zich als één familie
gevoelen en gedragen? Met elkaar
meer dan voldoende reden om
vanmiddag het negentigjarig
bestaan van de NLJB vrolijk te
vieren. Het gebeurt in de
Amsterdamse Maarten
Lutherkerk.