De bijbel aan bod Twee wijze boekjes En dat we luthers zijn dat willen we weten Voorbijgangers Pianist/Organist VANDAAG ZATERDAG S OKTOBER 1977 KERK Trouw/Kwartet Van 9 tot 15 oktober wordt een bijbelweek gehouden onder het motto: „De bijbel, een boek om te vieren". Over doel en opzet van deze week schrijft de Bos sche hervormde predikant drs. N. K. van den Akker, praeses van de provinciale kerkverga dering van Noord-Brabant en Limburg, en voorzitter van de RCOB, dat is de Raad voor Contact en Overleg betreffende de Bijbel. door N. K. van den Akker Toen in 1976 de plannen voor een „bij belweek voor heel Nederland" vaste vorm begonnen aan te nemen, kon nog niemand vermoeden, aan wat voor kar wei wij begonnen waren. Neem eerst eens de periode: wij mikten op een wéék om redenen, die zo dadelijk aan de orde komen. Wie enig idee heeft van de com plicaties in kerkelijk Nederland, zal zich een beeld kunnen vormen van het struikgewas van zendingszondagen, missieweken, vredesweek, vastenactie, Willibrorduszondag. oecumenische zon dag en noem maar op. waardoorheen wij ons een pad moesten banen naar een week. die door alle kerken aanvaard, c.q. gedoogd zou worden. Iedereen, die het tijdvak minder gelukkig gekozen vindt, heeft dus van tevoren gelijk! Er was éénvoudig geen andere keus. Voor de start was 1977 aantrekkelijk: wij her dachten dit Jaar immers op nationaal niveau de verschijning vijfhonderd jaar geleden van de Delftse bijbel, het eerste volgens de regels van de pas uitgevonden drukkunst in de Nederlandse taal vervaardigde boek. Een plechtige samenkomst in de Oude Kerk te Delft, een fraaie tentoonstelling in het Prinsen hof en een speciale postzegel hebben in mei van dit jaar hieraan luister bijgezet. Een enkele zondag zou weinig zin hebben. Daar waren de organisatoren het al gauw over eens. Die zou als vanzelf een binnenkerkelijk karak ter dragen, terwijl het er om ons te doen is, zoveel mogelijk mensen, binnen èn buiten de kerken te bereiken, Een week biedt daarvoor veel meer gelegenheid. Het gaat bovendien om een proces van bezig-zijn en bezinning, dat zich niet wil beperken tot kerkdiensten, maar naar buiten treden in gesprekskringen. forumavon den. tentoonstellingen en wat het plaatselijk initiatief ook maar verzint om rondom dit éne oude boek met elkaar in gesprek te komen en aan de slag te gaan. Waar het om gaat Het gaat erom. op zo ruim mogelijke schaal en met medewerking van pers. radio en t v. de betekenis van de bijbel aan de orde te stellen, zowel voor kerkelijke als niet-kerkelljke men- sén. Allerlei vragen omtrent de betekenis van de bijbel voor de mens van vandaag, maar ook omtrent het werk van bijbelbemlddellng en bijbelverspreiding komen dan om de hoek kij ken wat doen we met de bijbel?, wat doet de bijbel voor ons?, zijn wij met ons ..bijbelwerk" op de goede weg? of hanteren wij in ons spre ken en handelen, wellicht met de beste bedoe lingen. methoden, die de doorwerking van de bijbelse boodschap onnodig bemoeilijken? Een gezonde zelfkritiek van kerken en christenen, die zich om strijd op dit Woord, die Schrift, beroepen, kan ons dan ook behoeden voor een verfoeilijk triomfalisme of zelfgenoegzaam heid. waardoor de naam: ..Nationale bijbel- week" al te pretentieus zou overkomen. Juist in deze week kunnen wij er niet omheen, eerlijk te bekennen, dat al onze hevig betuigde eerbied voor de bijbel ons lang niet altijd verenigd. maar vaak eerder van elkaar vervreemd heeft; dat wij vaak zo weinig openstaan voor of ge leerd hebben van de wijze, waarop anderen diezelfde bijbel lezen of ermee bezig zijn. Heilzaam De vragen zijn voorshands talrijker dan de antwoorden. Ook het blootleggen van een stuk verlegenheid kan echter heilzaam werken. Als je even doorgaat, melden zich weer andere vragen op een zo gevoelig punt als bijbelver spreiding: welke opvatting over de verhouding van bijbel en geloof zit daar achter? Sluipt daarin niet gemakkelijk een magisch motief binnen in de trant van: stel iemand nu maar gauw een bijbel ter hand. leer hem er vlijtig in lezen, laat iets vallen omtrent het onfeilbaar Woord Oods en er komt straks uiteraard onder verlichting door de Heilige Oeest wel een gelovige te voorschijn. Loopt niet veel bijbelcolportage dit gevaar? Welke rol speelt de gelovige gemeenschap, de kerk, in dit ge beuren? Tegen deze achtergrond is het'geen toeval, dat het initiatief voor de bijbelweek is geboren in de kring van de Raad voor Contact en Overleg betreffende de Bijbel (RCOB). In dit overleg orgaan, dat tien Jaar bestaat en tot nu toe weinig aan de weg getimmerd heeft, werken vla vertegenwoordigers niet minder dan vijftien kerken en geloofsgemeenschappen en vier bij belorganisaties, waaronder het Nederlands Bij belgenootschap en de Katholieke Bijbelstich ting samen; ook nog een paar „bewegingen" zoals Navigators en Youth for Christ. Een nogal gevarieerd gezelschap, zoals u raden kan: u treft er katholieken (rooms- en oud-) aan naast gereformeerden van allerlei snit, hervormden en baptisten, heilsoldaten en pinkstermensen, fundamentalisten en vrijzinnigen. Het valt na tuurlijk niet mee om al die varlételten op één noemer van gemeenschappelijk handelen te brengen, maar toch gelukt het telkens weer en er groeit een sfeer van solidariteit, wederzijds begrip en respect, die deze voor Nederland unieke groep operationeel maakt. Nehemla Een breed samengestelde begeleidingscommis sie heeft het uitvoerend werk gedaan. Ze heeft er hard aan gezwoegd. Na rijp beraad werd als bijbels uitgangspunt Nehemia 8 vers 1 tot 13 gekozen. Deze perikoop heeft de bewerkers gaandeweg in zijn greep gekregen. Blijkens het ter beschikking gestelde materiaal van uitleg kundige, preekmatlge en catechetische aard zijn in dit bijbelgedeelte, dat op het eerste gezicht misschien als een weinig aansprekende tekst aandoet, de elementen van viering, uit leg, blijdschap over de goede en bevrijdende boodschap ruimschoots aanwezig. Met het gespreksboekje, dat aan alle pastores in Nederland werd toegezonden kunnen ge sprekskringen goed vooruit. Het centrale the ma van de bijbelweek: „de bijbel, een boek om te vieren" laat zich rechtstreeks uit deze peri koop afleiden. Het kan misschien geen kwaad, er in dit ver band op te wijzen dat er een werkmap met materiaal op bestelling beschikbaar is gesteld. Het gaat hierbij alleen om een aanbod en handreiking, waarvan ieder naar eigen meug al of niet gebruik kan maken. De RCOB Uit een enkele reactie is mij hier en daar gebleken dat sommige kringen het met bepaal de schriftbeschouwingen of proeven van uitleg ging in dit materiaal niet eens kunnen zijn. Ik wil dit voetstoots aannemen en verwijs hierbij naar wat ik boven over de variëteit van de RCOB schreef. Als de RCOB voor alle activitei ten en uitspraken naar buiten gezamenlijke verantwoordelijkheid zou moeten aanvaarden, zou hij vrijwel altijd moeten zwijgen. Zo liggen de zaken dan ook niet. De RCOB ontwikkelt initiatieven en laat sommige dingen onder zijn auspiciën gebeuren. De uitvoerende Instanties zijn tenslotte de participerende leden of door de raad in het leven geroepen commissies. Ik schrijf dit niet om de RCOB van tevoren tegen kritiek in te dekken, maar om de zaken zuiver te stellen. Traditie? Of de bijbelweek een (Jaarlijkse) traditie zal worden? Er zijn velen die het hopen. Het hangt er echter van af. wat een grondige evaluatie door RCOB en begeleidingscommissie, spoedig na het einde van dit experiment te verwachten, aan conclusies zal opleveren. Intussen hopen we dat zo veel mogelijke kerken en geloofsge meenschappen, elk naar eigen aard, aan deze eerste bijbelweek gaan meewerken. De bijbel: een boek om te vieren. Naarmate het aspect van vieren overheerst, zal de bijbelweek straks geslaagd mogen heten. Vieren door breekt de plechtige somberheid van veel offici eel christendom in ons goede vaderland, die bepaald niet uitnodigend overkomt. Vieren wijst op de bevrijdende boodschap voor wereld en mensen, die dit op ongelooflijke schaal verspreide en gevraagde boek bevat. Vieren maakt mensen los en brengt hen samen om een gemeenschappelijk middelpunt. Uitgerekend dèt is de bedoeling van de komende bijbel week. door dr C. Rijnsdorp In de serie Pastorale Handreiking, onder redactie van ds. J. G. Mees. zijn bij J. N. Voorhoeve, Den Haag. als nummers 6 en 7 twee boekjes verschenen, die men met één woord als „wijs" kan kenschetsen. Dr. J. Rinzema schrijft over vragen rond de huwelijks- en gezlnsmoraal on der de titel Over liefde gesproken (128 blz.. f 12.50) en ds. K. D. van Kampen bespreekt het omgaan met stervenden onder de titel Sa men leven tot op de grens (104 blz., 10.75). Bij het lezen van deze twee boekjes in combinatie moest ik denken aan een schilderij uit de zeventiende eeuw in een van onze musea. Men ziet daarop een jong meisje en een oude vrouw in een harmonisch con trast bij elkaar. De zestienjarige heeft het leven nog vóór zich; de tachtigjarige, met haar tandeloze mond. heeft het achter zich. Het is een besje, maar niet de „oude. ve- nijnde bes" uit het middeleeuwse lied van de twee koningskinderen. Deze vrouwelijke figuren vertegen woordigen geen twee verschillende werelden, maar het éne leven. Er is alleen onderscheid in levensfase. Zo is ook de geest, waarin de beide boekjes geschreven zijn, dezelfde. Via de studeerkamer komen ze alle bei uit de praktijk en zijn dan ook voor praktisch gebruik bestemd. Het boekje over sterven bevat, na de verscheidene duizenden bladzij den die ik hierover in de loop van de laatste jaren voor onze krant heb moeten lezen, uiteraard niets nieuws. Maar het heeft een per soonlijke toon. „En de kern van omgaan met stervenden is het be sef dat de stervende mens leeft," zegt bl. 8. Het boekje van ds. Van Kampen zal weinig tegenspraak uitlokken. Dr. Rinzema heeft het moeilijker, want de vragen met betrekking tot de huwelijks- en gezinsmoraal wor den, ook in christelijke kringen, niet gelijkluidend beantwoord. Denk alleen maar aan de abortus. De wijsheid van beide boekjes zit in het ontbreken van fanatisme en stokpaardjes, alsook in de afwezig heid van eenzijdig getheoretiseer. De praktijk heeft de beide auteurs geleerd over hun onderwerpen ge nuanceerd te denken. Ik geloof dan ook dat alleen mensen met vol doende praktijk het recht hebben zich als voorlichters op te werpen. Wel heb ik me bij dr. Rinzema vagelijk afgevraagd, of het norma tieve element wel voldoende tot zijn recht is gekomen. Natuurlijk zouden beschouwingen over chris telijke ethiek als zodanig het ge schrift te veel in de theoretische sfeer hebben getrokken en daarom heb ik er vrede mee. Je blijft luiste ren. ook al merk je als bejaarde dat wat je in je jeugd ingepeperd is in je denken en in Je opvattingen moeilijk of niet meer te overwinnen is. Zolang men bepaalde, strenge opvattingen zo herkent en dus rela tiveert, mag men ze best behouden. Dat was het mooie van dat oude, nog hupse vrouwtje op dat schilde rij: ze was zo eerlijk oud en dat vormde de harmonie in het con trast. Maar om op die twee boekjes terug te komen: die zijn nu echt geschikt voor de gemiddelde belangstellen de lezerfes), waaruit hij en zij het nodige kunnen opsteken. Zoals ge zegd: wijze boekjes. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Alblasserdam (toez.): E. K-JTeygeler te Katwijk a.d. Rijn. BWankt voor Zwijndrecht: G. G. S. van Hoogstraten te Pijnacker. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Alkmaar (geeste lijk verzorger in de Lauwershof): J. v. d. Molen te Hellevoetsluis. Bedankt voor Haulerwijk: S. B. v d. Molen te Maasdijk. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Beroepen te Amstelveen-Mijdrecht: J. Kruithof te Hoek (Zld.). Bedankt voor Meppel en voor Har- denberg: S. S. Cnossen te Spaken burg-Noord. GEREF. KERKEN (VRIJG. B V.) Beroepbaar: W. H. Louwerse, Mul- dersdreef 665 te Apeldoorn. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Scherpenisse: J. Mol te Rijssen. DOOPS. BROEDERSCHAP Beroepen te Giethoorn: mevr. ds E. I. T. v. d. Zee te Haarlemmermeer. Aangenomen naar Haarlemmer meer: mevr. ds M. C. de Wilde-Mul- der, wonende te Zutphen (voorheen pred. e. te Haarlemmermeer); naar Wieringen; mevr. ds E. van Turn hout-Dijkstra te Kampen. ADVERTENTIE Hel „INTERKERKELIJK JEUGDKOOR WATERGRAAFSMEER" te Amsterdam (170 leden van 16-33 jaar; dirigent PETER DOGGER) zoekt wegens verhuizing van de huidige begeleider Het koorrepertoire bestaat uit spirituals, gospelsongs, moderne liederen, hymns, en klassieke liederen. Repetitie woensdagavond van 19 00-20.15 uur Medewerkingen 1 per 2 weken. Inlichtingen: P. Dogger (020-714586/221361) ol W J. B Smits (020-996328; Prins Bemhard- laan. Diemen). VRIJE EV.jGEM. Benoemd tbt staflid geestelijke ver zorging van-het instituut voor gees telijk gehandicapten (Borneroord) te Beetsteizwaag (1 jan. 1978): L. Oost, geestelijk verzorger van de „Hooge Burgh" te Zwammerdam. Ds K. van Drimmelen Volgende week zondag neemt me vrouw ds K. van Drimmelen officieel afscheid van haar werk in Wenen. Zij is schoolpastor en docent gods dienstonderwijs aan een scholenge meenschap in Hardenberg gewor den. Negen jaar heeft zij in Wenen gewerkt. Ds Katharina van Drim melen (vanaf 1947 achtereenvolgens vicaris in Ureterp, directrice van het vormingscentrum Den Alerdinck te Laag Zuthem, ziekenhuis-predikant in Leeuwarden en studiesecretaris van de wereldraad voor christelijke opvoeding te Genève) ging zomer 1968 naar Wenen als fulltime advi seur van de Amerikaanse verenigde presbyteriaanse kerk voor het con tact met de kerken in Oost-Europa. Nadat de Amerikaanse kerk te ken nen gaf, de kosten niet meer alleen te kunnen dragen, stelde de Neder landse protestantse interkerkelijke Europa-commissie zich tot 1 januari 1978 garant voor het leeuwedeel van de kosten van het Weense Oost- Europa-project. Eventuele voortzet ting na eind 1977 in een andere vorm is nog onderwerp van beraad. AANRAKING En zovelen Hem aanraakten werden gezond. (Markus 6,53-56) Wij willen gezonde mensen zijn. Waar die gezondheid te krijgen is zijn wij te vinden. Zo gaat het ook in het land dat bij Markus Gennesareth heet. De mensen horen van Jezus en beginnen onmiddellijk met zieken en zwakken te slepen om hen. waar Hij ook maar een dorp bezoekt, op de markt te leggen. Jezus moet ze genezen. Het zal voldoende zijn als ze slechts de kwast van zijn kleed mogen aanraken. Het woord dat hier voor kwast staat kan ook zoom. grens betekenen. Jezus is hier aan de zoom. aan de grens van het Joodse land. eigenlijk al over die grens heen. Er lijkt een profetisch woord in vervulling te gaan: „In die dagen zullen tien mannen uit volken van allerlei taal vastgrijpen, ja vastgrijpen de slip van een Judeese man, en zeggen: wij willen met u gaan. want wij hebben gehoord dat God met u is." (Zacharia 8,23) Maar voorlopig is het hier toch nog niet zo. Want deze mensen willen niet meegaan. Ze leggen slechts hun zieken bij Jezus neer. En zo. dat ze Hem kunnen aanraken als Hij voorbij komt. De kwast die de tora symboliseert. De blauwe draad die op verschillende plaatsen door het kleed is heen geweven. De kwast die door farizeeërs soms extra groot en lang gemaakt werd om vooral als een ijverig betrachter van de wet door te kunnen gaan. Om dat alles is hiet het rumoer. Want wij willen gezondheid. Als we maar van die kwaal bevrijd zijn. Dan willen we Jezus aanraken. En Hij, hier aan de zoom van het land. Hij laat het toe Er zit toch iets meer in dan alleen van ziekte afkomen. Je raakt de bedoeling Gods aan als je grijpt naar die blauwe draad. En dan wordt genezing meer dan bevrijding van ziekte, dan wordt het zoiets als verlossing. (ADVERTENTIE) boekennieuws Ir. J. van der Graaf (eindredactie) EVOLUTIE EN GELOOF 88 bi* f9.25 Gebundelde radio-leringen van tr. J. van der Graaf. Dr. W J. Ouweneel. Port. Dr J. van Gendcren en Prof. Dr. E. Schuurman. Vanuit wi. hoeken wordt over dit b werp geschreven. Prof. Dr. B.J. Oosterhoff HOE LEZEN WIJ GENESIS 2en 37 240 blz., f28.25 Een hermeneutische studie. Nagegaan wordt ol de natuurwetenschap ons ook in hei verstaan van Genesis 2 en 3 iets te zeggen heelt en of andere Schriltgcge- vens kunnen helpen om een beter inzicht te krijgen op deze hoofdstukken. Prol. Or. W H. Gispen SCHEPPING EN PARADIJS 212 blz.. geb. /20.2S Verklaring van Genesis 1-3. De auteur geeft vers voor vers een verklaring van de eerste drie hoofdstukken van het bijbelboek Genesis. Ds. A.G. Kornet HET BOEK VAN GODS UXCH 140 blz.. f15 50 Een bevrijdend boek waarin de auteur vraagt of God niet dikwijls moet lachen als wij ons in onze debatten aan Zijn wonderen, met name hei Drs. E. de Vries GENESIS 1-3 72 blz., f7.90 Vier thema-preken vanwege de grote belangstelling in boekvorm uitgegeven. Om vorder over na to denken on te praten. Verkrijgbaar in de boekhandel. KOK KAMPEN (ADVERTENTIE) jgr BondMmbleem van toen Als ik lutheranen wil plagen, hetgeen zelden het g«;val ls. houd ik hen voor dat lieden die in hun kerk iets voorstellen, meestal als met-lutheraan ter wereld gekomen zijn. Ik noem dan professor Kooiman, die van huis uit hervormd was. en de synodepresident dominee Blelj. van wie hetzelfde geldt. En laat nu André Bal. de oud-secretaris van de Nederlandse Lutherse Jeugd Bond (NLJB). die ik kort voor de viering van het negentigjarig bestaan van deze bond ontmoet, ook al in een hervormde wieg gelegen hebben. André Bal is opgetrommeld door NLJB-voorzitter Erik Kam pes, om mij enig materiaal te leveren voor een waardig herdenkingsartikel. Erik Kampes. 26 jaar. ex-ouderling van de Haarlemse lutherse gemeente en oud-leraar Frans, studeert nu aan de academie voor expressie door woord en gebaar en dat kan nu wel heel aardig wezen, maar ook door zijn aderen stroomt geen zuiver luthers bloed, dat komt slechts van vaders kant. Daar staat echter tegenover, dat hij geheel luthers is grootgebracht Als iemand zich thans afvraagt, waarom ik hierover zo zit te zeuren, ls mijn antwoord: omdat ik in het door A. J. Klei Jubileumnummer van het NLJB-blad Sola Fide een- en andermaal het woord „luthers bewustzijn" tegengekomen ben en Ik weten wil wat dat is en hoe het komt dat Jonge mannen, op wier luthers blazoen een andersdenkend vlekje zit. bereid zijn mee te waken over dat luthers bewustzijn (dat waken behoort blijkens een verhaal in Sola Fide tot de taken van de NLJB). Ik ken één man die voor mij van top tot teen luthers is. onze vroegere kassier Steinhart. Een echt-lutherse naam. weten de kenners meteen. Hij woont nu ln Apeldoorn, en zeer af en toe schrijven wij elkaar. De heer Steinhart praatte veelvuldig en uitgebreid met mij over het kerkelijk leven ln het algemeen en over dat der lutheranen ln het bijzonder Ik kreeg sterk de indruk dat de lutherse kerk één grote familie vormde met dominee Van Heest als een strenge, doch tevens toegeeflijke vader. Je nam wat van elkaar, maar je liet ook wel eens wat voor een ander. Als Ik dit vertel, zit André Bal (31 jaar en Jeugdwerkleider bij het CNV) instemmend te knikken. Hij De NUB-boerderiJ in Maurik is als kind naar een lutherse zondagsschool gestuurd, omdat die bij hen in de straat stond. Via die zondagsschool (Ja, hervormde ouders, zo zien we maar weer dat van 't een 't ander komt) ls hij in het lutherdom terecht gekomen, waar hem de dingen, die mij opvielen in de relazen van de heer Steinhart. aantrokken: het gevoel van bij elkaar te horen, de gedachte van een zekere familieband. Het overzichtelijke van een klein kerkgenootschap sprak hem eveneens aan en vooral: de liturgie. Voor André Bal is de lutherse eredienst een feest. Hij ziet voor de lutheranen ook een brugfunctie. Nu er katholieken bij het CNV komen, heb ik soms het gevoel dat Ik als lutheraan nog het beste beide groepen versta en zowel de taal van de katholieken als van de calvinisten begrijp, zegt hij. Mooi, maar de vraag blijft: wat is luthers bewustzijn en waarom is de NLJB daar zuinig op? André Bal kijkt Erik Kampes aan, en Erik Kampes kijkt André Bal aan. Ik kijk van de een naar de ander We praten wat heen en weer. een kant en klare omschrijving komt er niet uit. Het is. denk ik, zoiets als: en dat we luthers zijn dat willen we weten De tijd dat je van de oecumenische beweging wonderen verwachtte, is voorbij. Zorg eerst maar dat de boel in eigen huis goed loopt en wakker blijft. Daar doet de NLJB aan mee. Niet als een linkse actiegroep of een verzameling rechtse rakkers, nog minder als een kleurloze middenmoot, maar met jeugdige en dus grote betrokkenheid. De NLJB is met z'n paar honderd leden veel te klein om via het gebruikelijke verenigingsleven met afdelingen en zo te opereren. Trouwens, ware verenigingsmensen zijn de jonge lutheranen kennelijk ook niet, want de zomers op de eigen NLJB-boerderij in Maurik gehouden bondsvergadering is de minst in trek zijnde activiteit van de negentigjarige. Een eerste plaats in het bondswerk neemt het jeugdzondagpakket ln: materiaal over een bepaald thema (vereenzaming, ontwikkelingswerk, enfin wat maar op ons af komt). Dit wordt geenszins in 't wilde weg naar de plaatselijke gemeenten gestuurd, er is voorbereiding en er is nazorg, het laatste in de vorm van telefoontjes: en hoe hebben jullie het gedaan in de gemeente? Langs deze weg komt heel wat overeind aan plaatselijke activiteiten, maar valt tevens te constateren dat er ook veel slaperigheid heerst. Het kampwerk van de bond loopt goed en breidt zich uit en Sola Fide Bondsembleem van nu. functioneert zoals een ordentelijk kaderblad dient te functioneren. Dit is het met elkaar wel zo ongeveer. De NLJB is de oudste kerkelijke jeugdorganisatie van ons land. De historie is er een van opgaan, blinken en verzinken, maar warempel, de NLJB krabbelt er weer wat bovenop. En dan niet in de sfeer van: klein maar dapper, alsjeblieft niet, maar door gewoon zichzelf zijn. en dat is: luthers zijn. Luthers bewustzijn, zeg maar. Dit brengt mee (en nu tel ik bij elkaar wat ik gelezen en gehoord heb): mikken op de plaatselijke gemeente, niet alles op haren en snaren zetten maar intussen wel drommels goed weten waar 't om draait in de kerk vandaag, en proberen ieders taal te verstaan. Die laatste woorden haal ik uit de bijdrage van Erik Kampes in het jubileumnummer van Sola Fide. Er spreekt veel solidariteit uit. en we hebben immer al vastgesteld dat de lutheranen zich als één familie gevoelen en gedragen? Met elkaar meer dan voldoende reden om vanmiddag het negentigjarig bestaan van de NLJB vrolijk te vieren. Het gebeurt in de Amsterdamse Maarten Lutherkerk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 2