Eef van Maanen: 'Masker is geen feestartikel' #1 Koffie in de kerl ril ran l Mode in de metro UW PROBLEEM HET ONZE 'HOLLAND VOOR WERKELIJKE KLEINKUNST TE KLEIN VAN GEEST' Erkenning Dansgroep Job en Adam Geen franje Koffertje Vreemde eend n?eï MAANDAG 26 SEPTEMBER 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet door Fred Lammers VELP Eef van Maanen Is zijn atelier aan het stofzui gen als ik binnenkom ..Dat doe ik niet voor uw bezoek maar er is net iets misgegaan met een glasmozaiek. De hele vloer ligt vol splinters." zegt de kunstschilder, beeld houwer en maskermaker. Zijn werkdomeln in het stati ge huis tegenover de oprij laan van kasteel Biljoen, staat tjokvol met schilders attributen. op ezels halfvol tooide werkstukken, deels van leerlingen; op tafeltjes en kastjes requlsieten. varië rend van een vaas met droogbloemen tot een doods kop. In een hoek van de ka mer ontdek ik diverse grilli ge maskers Als maker daar van heeft Eef van Maanen tot ver over de grenzen faam gekregen onder meer door de maskers die hij kort na de oorlog leverde voor de later zelfs verfilmde opvoering van Macbeth in Stockholm en door de omstreekt 150 maskers van Europese politi ci voor de destijds bekende politieke poppenkast van Jan Kesler. Ze zijn nu gro tendeel museumbezit. Vooral in Engeland is veel terecht gekomen. Bij de deur staat een hele voorraad schilderijen, gereed om te worden verstuurd naar het Stedelijk museum te Zut- phen, waar de nu 67-Jarige kunstenaar van 14 oktober tot 7 november voor het eerst In zijn leven officieel exposeert. Die eerste echte tentoonstelling betekent veel voor hem Ik ben nu eenmaal geen man die met een portefeuille vol werk stukken galertetjes afloopt bedelend om een expositie. Dat ligt niet in mijn aard. Dat ze het mij nu zelf hebben gevraagd zie ik als een soort erkenning." Eefs maskers hebben al eer der als onderdeel van exposi ties te kijk gelegen. Met zijn beeldhouwwerken en schil derijen is het nooit zover ge komen. Eef van Maanen heeft het daar moeilijk mee gehad. ..Die maskers achter volgen me letterlijk en fi guurlijk. Ik ben gedoodverfd als de maskermaker. Ze heb ben mijn andere werk. dat voor mij minstens zo belang rijk is. verdonkeremaand. Ze kennen geen universele men sen in Holland. Je bent dit of je bent dat. Ik heb er behoef te aan van alles en nog wat te doen Het ene moment ben ik met glas bezig, dan met maskers, dan met een schil derij. een beeldhouwwerk of een mobile, zoals op het ogenblik voor een bejaarden huis in Arnhem als versie ring op een binnenplaats. Al je werk samen is je zelfpor tret als je dood bent. Dat tegenstrijdige vinden de mensen echter onbegrijpe lijk De laatste tijd heb ik dat maken van maskers een beetje recalcitrant be wust verwaarloosd. Per slot van rekening ben ik voor het EEF VAN MAANEN eerste officiële expositie beeldhouwen en het schilde ren naar de academie ge gaan. Maskers zijn er bijge komen door mijn interesse voor de antieke mens". Toch kan Eef van Maanen die maskers niet van zich af zetten. „Ik heb er onlangs weer een gemaakt voor een Mexicaanse dansgroep, die optreedt ten bate van Indi aanse inboorlingen. Ik heb ook een opdracht aangeno men een twintigtal maskers te maken voor het Mechels Jeugdtheater. De Vlaamse Kunstkring heeft me uitge nodigd volgend Jaar een se rie voorstellingen te geven. Dat ga ik zeker doen, want hoewel ik ook in Nederland regelmatig lezingen en de monstraties met mijn mas kers verzorg in scholen en vormingscentra is Holland voor de werkelijke klein kunst te klein van geest." „In België is daar een heel ander soort waardering voor. Daar moet men niets hebben van dat experimentele ge wauwel. die merkwaardige, zielloze, verworden toestand die je in Nederland tegen komt. Dat te zeggen klinkt misschien gek en eigenwijs in deze tijd. Mogelijk ben ik een vijftiende eeuwer, ik weet het niet. Echte kunst ontstaat niet uit vooropge zette theorieën. Je hebt er ook niet allerlei gebruiks aanwijzingen van de maker bij nodig. Mensen moeten door kunst bewogen kunnen worden. Je moet kunst niet hoeven te beredeneren." Eef van Maanen glimlacht als hij constateert: „En toch durven ze van mij niet te zeggen dat ik ouderwets ben. Ik geloof dat ik daarvoor te modern denk. Ze zeggen wel eens dat mijn werk op dat van Dali lijkt. Ze mogen me als ze daar aardigheid in heb ben best indelen bij een groep maar zelf heb ik lak aan theorieën. Als je voor Jezelf een theorie hebt opge steld ga Je daarnaar te werk. En volgens mij zit je er dan naast. Een mens moet soepel blijven. Het is niet goed als je altijd volgens eenzelfde patroon denkt en werkt. Een mens moet ontdekkingsrei zen in de eigen ziel kunnen maken". Eef van Maanen doet dat laatste als hij optreedt met zijn privécollectie maskers, die hij nooit van de hand zal doen omdat ze in de loop der jaren steeds meer voor hem zijn gaan betekenen. Zijn Job, Adam, de goede moor denaar. Judas en de gnoom (aardgeest) maken daarvan deel uit. De gnoom, het oerwezen, en Adam. de eerste mens met al zijn hebbelijkheden en intel lect, zijn mij het dierbaarst. Ze staan dicht bij elkaar. In Job boeit mij zijn accepteren van het noodlot en zijn be speeld worden, want hij werd bespeeld om het in toneelter men te zeggen. Ondanks al les bleef hij toch zichzelf. Dat is ook wat ik met mijn maskers de mensen wil dui delijk maken. Je moet jezelf zijn. de dingen accepteren zoals de Schepper ze over (Foto: Peter Drent) ons laat komen, maar Je ook verantwoordelijk weten voor de dingen die tot je komen, die je gegeven zijn". Eef van Maanen vervolgt: „Dat is mijn geloof. Dat aan vaarden voel ik als het wezen van mijn kunstenaarschap. Als ik dat niet zou doen zou ik het gevoel hebben dat ik niet eerlijk was en eerlijk zijn is het allervoornaamste in de wereld. Eerlijk Jezelf geven om dienstbaar te kun nen zijn". Dat geldt niet alleen voor een kunstschilder, een beeld houwer, een Journalist en een maskermaker, maar voor elke vakman, ook voor de timmerman en de smid. Door mijn werk ben ik me die dingen bewust geworden. Van de domineestaai moet ik niets hebben al behoren do minees en pastoors tot mijn beste vrienden en kunnen we heel goed praten. Ik houd niet van ingewikkelde verha len, de franje waar veel men sen mee beginnen laat ik weg maar in wezen ben ik, denk ik, een heel gelovig mens. Godsdienst is voor mij niet iets dat is gebonden aan kerkgenootschappen. God is niet de Kerk. Er is een groot verschil tussen leer en leven. Een goed mens is niet goed omdat hij voor zichzelf theo retisch heeft uitgemaakt hoe je goed moet zijn. Een goed mens is goed omdat hij het van binnenuit is". „Mijn werk heeft alles met God te maken. Dat is de kern van het leven zelf. Ik geloof dat een mens vanaf zijn ge boorte ln de wereld staat ln samenhang met het buiten- wereldlijke en dat ls God. Van daaruit werk Je, mag je werken zou ik liever willen zeggen. Dat ervaar lk in mijn eigen doen en laten. Het feit dat Je werken kunt. dat er Ideeën op je af komen, dat je soms wordt verteld hoe Je .het moet doen. Ik voel dat lijfelijk en wie anders dan de Schepper is het die je drijft?" Eef van Maanen kijkt me strak aan en zegt dan: „Het heeft alles te maken met de wereld die privé van mij is. Als ik anderen daar iets van mee kan geven doe Ut dat, via mijn maskers". Vandaar dat Eef van Maa nen elke keer als er een be roep op hem wordt gedaan als een gelukkig mens met zijn koffertje vol maskers op pad gaat. „Niet met een vooropgezet plan. Ik zie 's avonds wel wat ik doe. Ik geloof niet dat ik een keer hetzelfde speel, al blijven het natuurlijk dezelfde karak ters. Als Ut achter een mas ker kruip ls dat een uitings vorm voor me. een mogelijk heid om iets te zeggen dat je op geen enkele andere ma nier zeggen kunt. Het is heel vreemd, maar als ik een mas ker opzet ben ik ineens de figuur die ik moet voorstel len. Een masker is voor mij geen dood ding. Een masker is een uiting van de menselij ke ziel. Maskers hebben al-' tijd te maken met de gods dienst, met de oerwereld. De eerste cultuurvorm waar de mens zijn God mee benader de was een masker. Daarom is een masker geen feestarti kel. Dat ls het grote verschil tussen een masker en een mombakkes, die Je opzet om gek te kunnen doen zonder dat iemand je herkent". Als schooljongen was Eef van Maanen al met maskers bezig, evenals met tekenen. ••Daarvoor had ik meer be langstelling dan voor Franse thema's. Thuis viel ik uit de toon. Vader was schoenma ker en in dat milieu was ik een vreemde eend in de bijt. Niemand had naar mijn ge voel begrip voor me. Ik kon het echter niet laten. Als een mens voor de kunst ls gebo ren moet hij zich daaraan wijden, is daar geen ontko men aan. Mensen hebben het wel eens over een roeping. Daar geloof ik in. Het ls een soort moeten". Dankzij een onderwijzer die hem wel begreep kwam Eef op de kunstacademie te recht. Toch is het pas de laatste Jaren dat Eef van Maanen zich voUedig aan de kunst wijdt. Tot aan zijn 65e heeft hij les gegeven. „Geen volle weken om tijd vrij te houden voor het schil deren en de rest. Ik heb voor mijn werk gevochten om het zuiver te houden, niet afhan kelijk te zijn van opdracht gevers. Je hebt allemaal van uit Je eigen situatie te doen wat je voelt dat Je moet doen en dat is voor mij schilderen, beeldhouwen en mooie din gen maken". door Mink van Rijsdijk Na twee kleine repetities is het me gelukt en kan ik zonder enig gerucht te maken de thermoskan openen en een kop .koffie inschenken. Dank zij mijn nette opvoeding drink ik mijn hele leven al zonder te slurpen of andere onaangename bijgeluiden, wat me goed van pas zal komen. Mijn besluit is genomen, de teerling is zoals dat heet geworpen: ik neem in het vervolg lekkere sterke koffie mee naar de kerk. Of ik meer dan één mok in mijn reticuultje stop om zusters en broeders neven mij ook een bakje troost aan te bieden, weet ik nog niet zeker. Het is natuurlijk denkbaar dat men het niet oorbaar vindt iets te drinken tijdens de dienst. Generaliserend gesteld: kerkmensen zijn niet zo hyper toegankelijk voor iets nieuws. Eerlijkheidshalve zal menigeen desnoods toe geven dat veel preken dorre vlakten der woestijnen zijn, maar zal men zeggen: ,,Een kop koffie waar borgt geen roos." Dat geef ik dan acuut toe, zo redelijk ben ik nog wel. Eigenlijk verbaast het me hogelijk dat ik niet al jaren geleden op het koffieplan ben gekomen. Zo lang ik me heugen kan erger ik me al aan het lawaai dat het uitpakken van meegebrachte etenswaren veroor zaakt. Ik tob niet zo zeer over de zielenood van hen die geen uur zonder versnapering kunnen leven, als wel over het geruis langs de wolken dat ontstaat voordat het zuig- en kauwproces begint. Het heeft er de schijn van dat geritsel, geknisper en gekraak een niet meer te verdrijven plaats heeft gekregen in de erediensten. Het is gewoon een vast punt in de liturgie geworden. Niemand kijkt er meer van op, geen predikant schijnt er hinder van te hebben, maar laat de stem rustig doorkabbelen tegen de storende stroom van ongerechtigheden op. Vroeger, in de goede oude tijd, zat een rol drop slechts in zilverpapier plus een wikkeltje, maar tegen woordig wordt ieder dropje heel hygiënisch, doch volstrekt overbodig, nog eens extra ingepakt. Nam men in voorbije jaren één, hoogstens twee zoethou dertjes tot zich, vandaag de zondag is het continu verteringen happen. Rekenen is mijn fort niet, maar voor iemand met meer capaciteiten dan ik, moet het een koud kunstje zijn na te gaan hoeveel meer er gekraakt en geril wordt dan vroeger tijdens de kerkdiensten. Nu wil ik niet ook nog een vermanend vingJ opheffen aan het adres van de onverlaten die als <f voor het aangenaam verpozen de koster of kostl op vloeren vol papier tracteren. Ik vrees data categorie absoluut niet meer op te voeden is. T instelling „cr wordt voor opruimwerkzaamhedenp taald" is onuitroeibaar. n>k o ordt Het gaat me zelfs niet zozeer om de mudzakkenfc P°' tandbederf die gelijktijdig met de preek naar bin[ worden gewerkt. Als er van de kansel af geen p wordt aangetekend tegen een zuigende of kauwe| gemeente, wel dan zij het zo. Maar de geluidshinder die aan het snoepen gaat, is keer op keer een ergernis voor me. Er I tussen twee haakjes boeiende teksten over erge| aan te halen. r hm, eTC rg<-*l Ik geef ogenblikkelijk toe dat zoetigheden uit Ifan rolletje geen enkele aantrekkelijkheid voor me tyMS ben. Aan de verleiding ferm mee te kraken sta ikferti niet bloot. Op gezette tijden roept er echter wel je i stemmetje in mijn binnenste om koffie. En waaijont zou er wel gegeten mogen worden tijdens een k^jas dienst en niet gedronken? Principieel is cr geen enjege verschil. Vandaar mijn thermosflessenplan. Zifcwei gezegd: ik schenk en drink zonder het minste gcru<jnci( Het z«l best even wennen zijn voor de broeders; zusters, maar ik ben van plan stug door te zettef^ Als men mij met teksten over ergernis geven probi^t beentje te lichten? Wel, daar ben ik al geheel |and< voorbereid. Mocht men met censuur of andere grieten a lige dreigingen aankomen, dan sticht ik gewoon fwe* nieuwe kerk, waar men begrip heeft voor mijn ritf"1 allergie. Dat wordt de Contra Kraak Kerk Onderhc^1 dende K.O. behoefte der Gelovigen. K.O. betek^ani koffie, afkortingen zijn immers mode en versluierfligdi de begrippen doen het nog steeds prima. Li^it itegei niemand meieren over frisdrank of thee, want daifern] het eind zoek. Verdraagzaamheid is mooi, maari moet je niet overdrijven. We houden het op koffiLnv jonn door Annemarie Lücker De eerste modepresentatie van de 28-jarige Peter Rozemeyer werd vo rige week op spectaculaire wijze ge houden in het binnenkort te openen metro-station in de Amsterdamse Wibautstraat. Tegen een achter grond van voorbijrazende lege me tro treinen aan beide zijden van het perron (waarmee het publiek zich best vermaakte), toonde Peter Roze meyer zelf met een vijftal modellen zijn collectie die wonderwel in deze omgeving paste. Wie in de Amsterdamse Jordaan door de Tweede Egelantiesdwars- straat langs nummer 18 loopt kan daar dagelijks Peter zien werken aan een enorme tafel achter in de winkelruimte, waar hij ieder ont- werp van het begin tot het einde zelf uitvoert. Hij volgde de kleermaker sopleiding aan de Rotterdamse Snijschool en werkte onder andere een periode voor Fong Leng, de ont werpster van de exotische praaljas- sen en jurken van Mathilde Willink. Hij kent zijn vak; dat is duidelijk te zien aan de vaak ingenieus uitge voerde en bedachte kleren. Vooral de jassen die Peter maakt getuigen van een gevoel voor belijning en verhouding. Ze zijn glad wijd uilo- pend of bloezend op een band, ze hebben vaak hoge staande kragen of collen en vleermuismouwen. Kleur combinaties in vlakken en ornamen ten zijn niet alledaags door een soms wonderlijk gebruik van „jaren vijftig" stoffen. Jurken vallen soepel en sluik, de rokken hebben ondanks voldoende ruimte nog een extra loopplooi, lijfjes vallen bloezend en de rokken komen bijna tot de enkels waardoor een haast ouderwets gance ontstaat. Peter Rozemeyer schroomt! handwerk niet, veelvuldige api ties, band en inzetstukken bew dat, zoals een erg mooie abri kleurige jurk waarop een tail aan rok kruislings smal flu)v band is gestikt. begu dinars VRAGEN uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507. Voorin Per vraag een gulden In postzegels, het liefst In waarden van 55 45 ets. bijvoegen, en beslist niet aan de buitenkant opplak Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzijde gele« brr VRAAG: Wij hebben een oude ka chel. afkomstig uit een Scandina visch land. De volgende tekst staat erop en we hopen dat u ons aan de vertaling kunt helpen: PAA MOR- SO JERNVAERK FIK JEO DAAS- SEN FORARNENSTOSST OO EJ TIL VAA8SEN BLIV UDE UFRED KOLD OG OUS JEO SPREDER VARME I DIT HUS. Antwoord: In elk geval ls het Deens Van de vertaling maak ik het vol gende (voor rectificatie aanbevo len!) Op Morsös (eiland) ijzerwerk ontving ik mijn doop. De voorarm (de pijp?) is gegoten, maar niet voor water. Blijf koud of warm zonder onvrede. Ik verspreid warmte in het huis. Jammer, dat er geen foto van die kachel bij was. Ilulp van lezers Inzake „de Pacht- dag": Een afbeelding van dit schil derij komt voor in een plaatwerk ..Onze Breughel" door Bob Claes- sens en Jeanne Rousseau, uitgege ven in 1969 bij het Mercatorfonds te Antwerpen. Een van onze andere lezers nodigt belangstellenden uit te komen kijken naar een reproductie, die hij ln 1957 bij Bellas Artes in Den Haag heeft gekocht." Naar een origi neel van Breughel, afkomstig uit Könlgsberg O. Pr. Je vraagt Je wel al. hoe die meneer Exeter het schil derij weer ln bezit heeft gekregen Hartelijk dank voor de invitatie: We vermoeden dat Burchley House be ter geschikt is om veel bezoekers te ontvangen dan dat van onze vrien delijke Trouwlozer (over een poosje zingen we weer: Ik zie ie al staan') VRAAG om het Bijbels ABC: Er waren veel inzendingen, zodat we behalve het „studiehoofd" ook an dere mensen er mee kunnen helpen. Hartelijk dank lieve, oude lezers Als wij zien. met hoeveel moeite men soms zo'n heel lang relaas opent, versterkt dit ons in het besluit, het aantal versjes dat gevraagd wordt, alleen nog maar persoonlijk toe te zenden, als het in ons archief aanwe zig is. Er worden overigens vaak bewerkingen en vertalingen van al lerlei. vooral geestelijke liederen ge vraagd. Daar kunnen we niet aan beginnen. We beperken ons tot het verwijzen naar de oorspronkelijke versie. VRAAG: Waar moet Je eigenlijk aan denken als men het heeft over radio actief afval? Waaruit bestaat het. kun je het beet pakken? Hoe lang? Kan het ln een emmer of ln een flesje? Zo kan ik wel doorgaan. ANTWOORD: Alles wat in aanra king geweest is met radioactieve stralingen, dus alle voorwerpen, scherven, bulzen. tangen, hand schoenen. enz en2. Afblijven is dus de boodschap. De mensen die be smette stoffen moeten verwijderen, hebben niet voor niets die bescher mende pakken en instrumenten, waarvan veel vernietigd moet wor den. De voor medische doeleinden gebruikte bestraling is bij onvol doende bescherming voor wie ermee om moet gaan. en dat geldt dan natuurlijk ook voor de patiënten, zeer gevaarlijk. Ook hier ls „afval". In uw openbare bibliotheek is docu mentatie en Informatie te vinden op dit gebied. VRAAG: Wij hebben tussen het buurhuis en het onze een ruimte van vier meter. We hadden geen auto en bezwaren waren er nooit. Door een verbouwing bij de buren werd die ruimte drie meter. Ook niet erg, want het was hun terrein. Nu zijn er nieuwe buren gekomen die het plan hebben in de achtertuin een grote garage te zetten. Ze moeten dan met hun wagen over ons terrein erheen rijden. Kan men ons dwingen zoiets goed te vinden? ANTWOORD: Beslist niet Bij de verkoop en koop heeft de koper kans gehad alle papieren na te gaan en na te meten. Als hij dat niet deed, 'heeft hij een huis gekocht, zonder mogelijkheid de achtertuin te berei ken. Op die manier heeft hij voor dat terrelntje en het huls meer be taald dan het waard ls. Dat is zijn zaak niet de uwe. In elk geval raad ik u aan een erfschetding van stevi ge palen (nog op uw terrein) aan te brengen De buren kunnen hun wa gen best stallen in die 2-meterstrook en met een carport staat hun wagen tje ook droog. Zoals wij deze zaak kunnen bekijken, heeft niemand het recht u ln dit opzicht te dwingen. Mocht het probleem minder heftig en fel blijken te zijn, dan het nu lijkt, doe dan ln elk geval nooit enige toezegging, zonder die met uw notaris in alle consequenties bespro ken te hebben. Als u een gedeelte van uw toch al niet zo gunstig gele gen achtererf zou verkopen, dan zou uw eigen huls aan privacy veel in boeten, en van uw tuin zou ook niet veel meer over zijn. Het zou voor de buren de beste oplossing zijn, de verbouwing weer ongedaan te ma ken of het bijgebouwde gedeelte (is het een keukentje of een kamertje') geheel achter het huls te verplaat sen. Zij blijven dan geheel op hun eigen terrein, hebben een toegangs weg van 2 m en hoeven verder geen gunsten te vragen. Een goede er- fscheiding ls o.l. noodzakelijk. VRAAG: In het huls. waar we nog maar pas inwonen, hebben de vorige bewoners allerlei plaatjes en stic kers geplakt in het tollet en op de badkamerdeur. Hoe krijgen we die rommel eraf? ANTWOORD: In de eerste plaats wil ik alle sticker- en posterplakkers erop wijzen, dat er plakband be staat, dat zonder beschadiging van wat er onder is aan behang of verf, verwijderd kan worden. Plastic bui zen en keramische tegels kan men zonder bezwaar (maar op beschei- .den schaal beginnend) met aceton van die nare plakkertjes bevrijden. Op behang is het vrijwel onmogelijk en op verf ook bijna altijd een allen- de. Meestal gaat de verf mee met het plaksel. Experimenteren met aceton en terpentine. Wij zelf hebben ten slotte in arren moede de boel eraf geschuurd en de deuren weer over- gelakt. RIE VAN ROSSUM en „Schoonho ven". Familieleden van deze schrijf ster deelden ons mede. dat hun zus ter Inderdaad wel in Schoonhoven is geweest en dat we hier wel van een reisimpressie mogen spreken. Overi gens haalde R. v. R. wel eens het bekende gezegde van Beets aan: als men vroeg naar locaties en personen ln haar boeken: Een neus van herin nering op een gezicht van verbeel ding. Dat zal hier ook wel het geval geweest zijn. VRAAG: Waar vind ik een mooi kruissteekpatroon van een menorah? ANTWOORD: Volgens ons in het „Jerusalem embroiderybook" van Ann Roth, dat in 1973 door de Arbei derspers in Nederlandse bewerking werd uitgegeven. Als het soms uit verkocht ls in de boekhandel, pro beer het dan In de openbare biblio theken. In de plaats waar ik woon, wordt dit soort mooie boeken nog niet eens zo vaak uitgeleend. (Heel vreemd, want het is prachtig). VRAAG: Ik kreeg onlangs een pen ning, waarop aan de ene kant MI CHAEL ANGELUS BONARRO- TUS FLOR AESANN 88 met kop afbeelding baardig man. Aan de an dere kant: DOCEBO INIQUOS UT IMPILIADTECONVER om afbeel ding van kennelijk blinde man met geleidehond, stok en buidel. Diame ter 35 mm, dikte ongeveer 4. Wat zou het zijn? ANTWOORD Zelfs zonder uw voortreffelijke tekening herken ik de penning direct: Enige jaren gele den ontving ik na het bestellen van het boek van Robert Coughlan: de Wereld van Michel Angelo (1475-1564) tevens een overigens heel aardig uitgevoerde naslag van nepgoud in een rood gefluweleerd kartonnetje. Het is dus niet een schat, die u in bezit dacht te hebben (we worden tegenwoordig over stroomd met vragen over afbeeldin gen van dergelijke penningen). De beeldhouwer Leone Leoni heeft, toen Michel Angelo (afstammeling van de geziene Florentijnse Buonar roti Simoni) 88 Jaar was. deze pen ning voor hem gemaakt. De spreuk (Psalm 15 vs 15): Ik zal (uw) tegen standers onderwijzen, opdat de god- delozen zich tot U bekeren. Het ge zicht van de blinde bedelaar ver toont gelijkenis met M. A. Volgens de schrijver van het boek zou deze tekst het motief verklaren. De mens ls een hulpeloos wezen, dat alleen door het geloof geleld kan worden. In de Renaissance waren dergelijke penningen zeer geliefd, omdat men ze als hommage aan z'n vrienden kon geven. De oude M. A. was er dan ook heel verguld mee en schoi tegenprestatie aan Leoni eei model van een van zijn werken. VRAAG. Wie schreef: An Irisl difficulties with the Dutch guage? hJAMJ zulle Kon ANTWOORD Dit boekje van na Gael is ln de uitgave vai mers Hage pockets ook in land uitgegeven. Is het uitverkocht, zie dan in de o; bibliotheken. VRAAG: Graag een adres vj Japanse scholier(e) om mee i responderen. i missde e ipe eee" ANTWOORD Schrijf eens bel eens de Stichting RQ educatieve reizen, corresponi en uitwisseling), Groot Herto Inmic laan 131-133. tel 070-649934. \T gen dit adres van de Japansfeustu bassade. Onze indruk was conr- prettig. Van de werkwijze v echter niets af. orr 17 ee: wel der miljoi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 6