Eef van Maanen:
'Masker is geen feestartikel'
#1 Koffie in de kerl
ril
ran
l
Mode in de metro
UW PROBLEEM
HET ONZE
'HOLLAND VOOR WERKELIJKE KLEINKUNST TE KLEIN VAN GEEST'
Erkenning
Dansgroep
Job en Adam
Geen franje
Koffertje
Vreemde eend
n?eï
MAANDAG 26 SEPTEMBER 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
door Fred Lammers
VELP Eef van Maanen Is
zijn atelier aan het stofzui
gen als ik binnenkom ..Dat
doe ik niet voor uw bezoek
maar er is net iets misgegaan
met een glasmozaiek. De
hele vloer ligt vol splinters."
zegt de kunstschilder, beeld
houwer en maskermaker.
Zijn werkdomeln in het stati
ge huis tegenover de oprij
laan van kasteel Biljoen,
staat tjokvol met schilders
attributen. op ezels halfvol
tooide werkstukken, deels
van leerlingen; op tafeltjes
en kastjes requlsieten. varië
rend van een vaas met
droogbloemen tot een doods
kop. In een hoek van de ka
mer ontdek ik diverse grilli
ge maskers Als maker daar
van heeft Eef van Maanen
tot ver over de grenzen faam
gekregen onder meer door de
maskers die hij kort na de
oorlog leverde voor de later
zelfs verfilmde opvoering
van Macbeth in Stockholm
en door de omstreekt 150
maskers van Europese politi
ci voor de destijds bekende
politieke poppenkast van
Jan Kesler. Ze zijn nu gro
tendeel museumbezit.
Vooral in Engeland is veel
terecht gekomen. Bij de deur
staat een hele voorraad
schilderijen, gereed om te
worden verstuurd naar het
Stedelijk museum te Zut-
phen, waar de nu 67-Jarige
kunstenaar van 14 oktober
tot 7 november voor het
eerst In zijn leven officieel
exposeert. Die eerste echte
tentoonstelling betekent
veel voor hem Ik ben nu
eenmaal geen man die met
een portefeuille vol werk
stukken galertetjes afloopt
bedelend om een expositie.
Dat ligt niet in mijn aard.
Dat ze het mij nu zelf hebben
gevraagd zie ik als een soort
erkenning."
Eefs maskers hebben al eer
der als onderdeel van exposi
ties te kijk gelegen. Met zijn
beeldhouwwerken en schil
derijen is het nooit zover ge
komen. Eef van Maanen
heeft het daar moeilijk mee
gehad. ..Die maskers achter
volgen me letterlijk en fi
guurlijk. Ik ben gedoodverfd
als de maskermaker. Ze heb
ben mijn andere werk. dat
voor mij minstens zo belang
rijk is. verdonkeremaand. Ze
kennen geen universele men
sen in Holland. Je bent dit of
je bent dat. Ik heb er behoef
te aan van alles en nog wat te
doen Het ene moment ben
ik met glas bezig, dan met
maskers, dan met een schil
derij. een beeldhouwwerk of
een mobile, zoals op het
ogenblik voor een bejaarden
huis in Arnhem als versie
ring op een binnenplaats. Al
je werk samen is je zelfpor
tret als je dood bent. Dat
tegenstrijdige vinden de
mensen echter onbegrijpe
lijk De laatste tijd heb ik
dat maken van maskers
een beetje recalcitrant be
wust verwaarloosd. Per slot
van rekening ben ik voor het
EEF VAN MAANEN eerste officiële expositie
beeldhouwen en het schilde
ren naar de academie ge
gaan. Maskers zijn er bijge
komen door mijn interesse
voor de antieke mens".
Toch kan Eef van Maanen
die maskers niet van zich af
zetten. „Ik heb er onlangs
weer een gemaakt voor een
Mexicaanse dansgroep, die
optreedt ten bate van Indi
aanse inboorlingen. Ik heb
ook een opdracht aangeno
men een twintigtal maskers
te maken voor het Mechels
Jeugdtheater. De Vlaamse
Kunstkring heeft me uitge
nodigd volgend Jaar een se
rie voorstellingen te geven.
Dat ga ik zeker doen, want
hoewel ik ook in Nederland
regelmatig lezingen en de
monstraties met mijn mas
kers verzorg in scholen en
vormingscentra is Holland
voor de werkelijke klein
kunst te klein van geest."
„In België is daar een heel
ander soort waardering voor.
Daar moet men niets hebben
van dat experimentele ge
wauwel. die merkwaardige,
zielloze, verworden toestand
die je in Nederland tegen
komt. Dat te zeggen klinkt
misschien gek en eigenwijs
in deze tijd. Mogelijk ben ik
een vijftiende eeuwer, ik
weet het niet. Echte kunst
ontstaat niet uit vooropge
zette theorieën. Je hebt er
ook niet allerlei gebruiks
aanwijzingen van de maker
bij nodig. Mensen moeten
door kunst bewogen kunnen
worden. Je moet kunst niet
hoeven te beredeneren."
Eef van Maanen glimlacht
als hij constateert: „En toch
durven ze van mij niet te
zeggen dat ik ouderwets ben.
Ik geloof dat ik daarvoor te
modern denk. Ze zeggen wel
eens dat mijn werk op dat
van Dali lijkt. Ze mogen me
als ze daar aardigheid in heb
ben best indelen bij een
groep maar zelf heb ik lak
aan theorieën. Als je voor
Jezelf een theorie hebt opge
steld ga Je daarnaar te werk.
En volgens mij zit je er dan
naast. Een mens moet soepel
blijven. Het is niet goed als
je altijd volgens eenzelfde
patroon denkt en werkt. Een
mens moet ontdekkingsrei
zen in de eigen ziel kunnen
maken".
Eef van Maanen doet dat
laatste als hij optreedt met
zijn privécollectie maskers,
die hij nooit van de hand zal
doen omdat ze in de loop der
jaren steeds meer voor hem
zijn gaan betekenen. Zijn
Job, Adam, de goede moor
denaar. Judas en de gnoom
(aardgeest) maken daarvan
deel uit.
De gnoom, het oerwezen, en
Adam. de eerste mens met al
zijn hebbelijkheden en intel
lect, zijn mij het dierbaarst.
Ze staan dicht bij elkaar. In
Job boeit mij zijn accepteren
van het noodlot en zijn be
speeld worden, want hij werd
bespeeld om het in toneelter
men te zeggen. Ondanks al
les bleef hij toch zichzelf.
Dat is ook wat ik met mijn
maskers de mensen wil dui
delijk maken. Je moet jezelf
zijn. de dingen accepteren
zoals de Schepper ze over
(Foto: Peter Drent)
ons laat komen, maar Je ook
verantwoordelijk weten voor
de dingen die tot je komen,
die je gegeven zijn".
Eef van Maanen vervolgt:
„Dat is mijn geloof. Dat aan
vaarden voel ik als het wezen
van mijn kunstenaarschap.
Als ik dat niet zou doen zou
ik het gevoel hebben dat ik
niet eerlijk was en eerlijk
zijn is het allervoornaamste
in de wereld. Eerlijk Jezelf
geven om dienstbaar te kun
nen zijn".
Dat geldt niet alleen voor
een kunstschilder, een beeld
houwer, een Journalist en
een maskermaker, maar
voor elke vakman, ook voor
de timmerman en de smid.
Door mijn werk ben ik me
die dingen bewust geworden.
Van de domineestaai moet ik
niets hebben al behoren do
minees en pastoors tot mijn
beste vrienden en kunnen we
heel goed praten. Ik houd
niet van ingewikkelde verha
len, de franje waar veel men
sen mee beginnen laat ik weg
maar in wezen ben ik, denk
ik, een heel gelovig mens.
Godsdienst is voor mij niet
iets dat is gebonden aan
kerkgenootschappen. God is
niet de Kerk. Er is een groot
verschil tussen leer en leven.
Een goed mens is niet goed
omdat hij voor zichzelf theo
retisch heeft uitgemaakt hoe
je goed moet zijn. Een goed
mens is goed omdat hij het
van binnenuit is".
„Mijn werk heeft alles met
God te maken. Dat is de kern
van het leven zelf. Ik geloof
dat een mens vanaf zijn ge
boorte ln de wereld staat ln
samenhang met het buiten-
wereldlijke en dat ls God.
Van daaruit werk Je, mag je
werken zou ik liever willen
zeggen. Dat ervaar lk in mijn
eigen doen en laten. Het feit
dat Je werken kunt. dat er
Ideeën op je af komen, dat je
soms wordt verteld hoe Je
.het moet doen. Ik voel dat
lijfelijk en wie anders dan de
Schepper is het die je
drijft?"
Eef van Maanen kijkt me
strak aan en zegt dan: „Het
heeft alles te maken met de
wereld die privé van mij is.
Als ik anderen daar iets van
mee kan geven doe Ut dat,
via mijn maskers".
Vandaar dat Eef van Maa
nen elke keer als er een be
roep op hem wordt gedaan
als een gelukkig mens met
zijn koffertje vol maskers op
pad gaat. „Niet met een
vooropgezet plan. Ik zie
's avonds wel wat ik doe. Ik
geloof niet dat ik een keer
hetzelfde speel, al blijven het
natuurlijk dezelfde karak
ters. Als Ut achter een mas
ker kruip ls dat een uitings
vorm voor me. een mogelijk
heid om iets te zeggen dat je
op geen enkele andere ma
nier zeggen kunt. Het is heel
vreemd, maar als ik een mas
ker opzet ben ik ineens de
figuur die ik moet voorstel
len. Een masker is voor mij
geen dood ding. Een masker
is een uiting van de menselij
ke ziel. Maskers hebben al-'
tijd te maken met de gods
dienst, met de oerwereld. De
eerste cultuurvorm waar de
mens zijn God mee benader
de was een masker. Daarom
is een masker geen feestarti
kel. Dat ls het grote verschil
tussen een masker en een
mombakkes, die Je opzet om
gek te kunnen doen zonder
dat iemand je herkent".
Als schooljongen was Eef
van Maanen al met maskers
bezig, evenals met tekenen.
••Daarvoor had ik meer be
langstelling dan voor Franse
thema's. Thuis viel ik uit de
toon. Vader was schoenma
ker en in dat milieu was ik
een vreemde eend in de bijt.
Niemand had naar mijn ge
voel begrip voor me. Ik kon
het echter niet laten. Als een
mens voor de kunst ls gebo
ren moet hij zich daaraan
wijden, is daar geen ontko
men aan. Mensen hebben het
wel eens over een roeping.
Daar geloof ik in. Het ls een
soort moeten".
Dankzij een onderwijzer die
hem wel begreep kwam Eef
op de kunstacademie te
recht. Toch is het pas de
laatste Jaren dat Eef van
Maanen zich voUedig aan de
kunst wijdt. Tot aan zijn 65e
heeft hij les gegeven.
„Geen volle weken om tijd
vrij te houden voor het schil
deren en de rest. Ik heb voor
mijn werk gevochten om het
zuiver te houden, niet afhan
kelijk te zijn van opdracht
gevers. Je hebt allemaal van
uit Je eigen situatie te doen
wat je voelt dat Je moet doen
en dat is voor mij schilderen,
beeldhouwen en mooie din
gen maken".
door Mink van Rijsdijk
Na twee kleine repetities is het me gelukt en kan ik
zonder enig gerucht te maken de thermoskan openen
en een kop .koffie inschenken. Dank zij mijn nette
opvoeding drink ik mijn hele leven al zonder te
slurpen of andere onaangename bijgeluiden, wat me
goed van pas zal komen. Mijn besluit is genomen, de
teerling is zoals dat heet geworpen: ik neem in het
vervolg lekkere sterke koffie mee naar de kerk. Of ik
meer dan één mok in mijn reticuultje stop om zusters
en broeders neven mij ook een bakje troost aan te
bieden, weet ik nog niet zeker. Het is natuurlijk
denkbaar dat men het niet oorbaar vindt iets te
drinken tijdens de dienst. Generaliserend gesteld:
kerkmensen zijn niet zo hyper toegankelijk voor iets
nieuws. Eerlijkheidshalve zal menigeen desnoods toe
geven dat veel preken dorre vlakten der woestijnen
zijn, maar zal men zeggen: ,,Een kop koffie waar
borgt geen roos." Dat geef ik dan acuut toe, zo
redelijk ben ik nog wel.
Eigenlijk verbaast het me hogelijk dat ik niet al jaren
geleden op het koffieplan ben gekomen. Zo lang ik
me heugen kan erger ik me al aan het lawaai dat het
uitpakken van meegebrachte etenswaren veroor
zaakt. Ik tob niet zo zeer over de zielenood van hen
die geen uur zonder versnapering kunnen leven, als
wel over het geruis langs de wolken dat ontstaat
voordat het zuig- en kauwproces begint. Het heeft er
de schijn van dat geritsel, geknisper en gekraak een
niet meer te verdrijven plaats heeft gekregen in de
erediensten. Het is gewoon een vast punt in de liturgie
geworden. Niemand kijkt er meer van op, geen
predikant schijnt er hinder van te hebben, maar laat
de stem rustig doorkabbelen tegen de storende
stroom van ongerechtigheden op.
Vroeger, in de goede oude tijd, zat een rol drop
slechts in zilverpapier plus een wikkeltje, maar tegen
woordig wordt ieder dropje heel hygiënisch, doch
volstrekt overbodig, nog eens extra ingepakt. Nam
men in voorbije jaren één, hoogstens twee zoethou
dertjes tot zich, vandaag de zondag is het continu
verteringen happen.
Rekenen is mijn fort niet, maar voor iemand met
meer capaciteiten dan ik, moet het een koud kunstje
zijn na te gaan hoeveel meer er gekraakt en geril
wordt dan vroeger tijdens de kerkdiensten.
Nu wil ik niet ook nog een vermanend vingJ
opheffen aan het adres van de onverlaten die als <f
voor het aangenaam verpozen de koster of kostl
op vloeren vol papier tracteren. Ik vrees data
categorie absoluut niet meer op te voeden is. T
instelling „cr wordt voor opruimwerkzaamhedenp
taald" is onuitroeibaar. n>k o
ordt
Het gaat me zelfs niet zozeer om de mudzakkenfc P°'
tandbederf die gelijktijdig met de preek naar bin[
worden gewerkt. Als er van de kansel af geen p
wordt aangetekend tegen een zuigende of kauwe|
gemeente, wel dan zij het zo.
Maar de geluidshinder die aan het snoepen
gaat, is keer op keer een ergernis voor me. Er I
tussen twee haakjes boeiende teksten over erge|
aan te halen.
r hm,
eTC
rg<-*l
Ik geef ogenblikkelijk toe dat zoetigheden uit Ifan
rolletje geen enkele aantrekkelijkheid voor me tyMS
ben. Aan de verleiding ferm mee te kraken sta ikferti
niet bloot. Op gezette tijden roept er echter wel je i
stemmetje in mijn binnenste om koffie. En waaijont
zou er wel gegeten mogen worden tijdens een k^jas
dienst en niet gedronken? Principieel is cr geen enjege
verschil. Vandaar mijn thermosflessenplan. Zifcwei
gezegd: ik schenk en drink zonder het minste gcru<jnci(
Het z«l best even wennen zijn voor de broeders;
zusters, maar ik ben van plan stug door te zettef^
Als men mij met teksten over ergernis geven probi^t
beentje te lichten? Wel, daar ben ik al geheel |and<
voorbereid. Mocht men met censuur of andere grieten a
lige dreigingen aankomen, dan sticht ik gewoon fwe*
nieuwe kerk, waar men begrip heeft voor mijn ritf"1
allergie. Dat wordt de Contra Kraak Kerk Onderhc^1
dende K.O. behoefte der Gelovigen. K.O. betek^ani
koffie, afkortingen zijn immers mode en versluierfligdi
de begrippen doen het nog steeds prima. Li^it itegei
niemand meieren over frisdrank of thee, want daifern]
het eind zoek. Verdraagzaamheid is mooi, maari
moet je niet overdrijven. We houden het op koffiLnv
jonn
door Annemarie Lücker
De eerste modepresentatie van de
28-jarige Peter Rozemeyer werd vo
rige week op spectaculaire wijze ge
houden in het binnenkort te openen
metro-station in de Amsterdamse
Wibautstraat. Tegen een achter
grond van voorbijrazende lege me
tro treinen aan beide zijden van het
perron (waarmee het publiek zich
best vermaakte), toonde Peter Roze
meyer zelf met een vijftal modellen
zijn collectie die wonderwel in deze
omgeving paste.
Wie in de Amsterdamse Jordaan
door de Tweede Egelantiesdwars-
straat langs nummer 18 loopt kan
daar dagelijks Peter zien werken
aan een enorme tafel achter in de
winkelruimte, waar hij ieder ont-
werp van het begin tot het einde zelf
uitvoert. Hij volgde de kleermaker
sopleiding aan de Rotterdamse
Snijschool en werkte onder andere
een periode voor Fong Leng, de ont
werpster van de exotische praaljas-
sen en jurken van Mathilde Willink.
Hij kent zijn vak; dat is duidelijk te
zien aan de vaak ingenieus uitge
voerde en bedachte kleren. Vooral
de jassen die Peter maakt getuigen
van een gevoel voor belijning en
verhouding. Ze zijn glad wijd uilo-
pend of bloezend op een band, ze
hebben vaak hoge staande kragen of
collen en vleermuismouwen. Kleur
combinaties in vlakken en ornamen
ten zijn niet alledaags door een
soms wonderlijk gebruik van „jaren
vijftig" stoffen. Jurken vallen soepel
en sluik, de rokken hebben ondanks
voldoende ruimte nog een extra
loopplooi, lijfjes vallen bloezend en
de rokken komen bijna tot de enkels
waardoor een haast ouderwets
gance ontstaat.
Peter Rozemeyer schroomt!
handwerk niet, veelvuldige api
ties, band en inzetstukken bew
dat, zoals een erg mooie abri
kleurige jurk waarop een tail
aan rok kruislings smal flu)v
band is gestikt.
begu
dinars
VRAGEN uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507. Voorin
Per vraag een gulden In postzegels, het liefst In waarden van 55
45 ets. bijvoegen, en beslist niet aan de buitenkant opplak
Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzijde gele«
brr
VRAAG: Wij hebben een oude ka
chel. afkomstig uit een Scandina
visch land. De volgende tekst staat
erop en we hopen dat u ons aan de
vertaling kunt helpen: PAA MOR-
SO JERNVAERK FIK JEO DAAS-
SEN FORARNENSTOSST OO EJ
TIL VAA8SEN BLIV UDE UFRED
KOLD OG OUS JEO SPREDER
VARME I DIT HUS.
Antwoord: In elk geval ls het Deens
Van de vertaling maak ik het vol
gende (voor rectificatie aanbevo
len!) Op Morsös (eiland) ijzerwerk
ontving ik mijn doop. De voorarm
(de pijp?) is gegoten, maar niet voor
water. Blijf koud of warm zonder
onvrede. Ik verspreid warmte in het
huis. Jammer, dat er geen foto van
die kachel bij was.
Ilulp van lezers Inzake „de Pacht-
dag": Een afbeelding van dit schil
derij komt voor in een plaatwerk
..Onze Breughel" door Bob Claes-
sens en Jeanne Rousseau, uitgege
ven in 1969 bij het Mercatorfonds te
Antwerpen. Een van onze andere
lezers nodigt belangstellenden uit te
komen kijken naar een reproductie,
die hij ln 1957 bij Bellas Artes in Den
Haag heeft gekocht." Naar een origi
neel van Breughel, afkomstig uit
Könlgsberg O. Pr. Je vraagt Je wel
al. hoe die meneer Exeter het schil
derij weer ln bezit heeft gekregen
Hartelijk dank voor de invitatie: We
vermoeden dat Burchley House be
ter geschikt is om veel bezoekers te
ontvangen dan dat van onze vrien
delijke Trouwlozer (over een poosje
zingen we weer: Ik zie ie al staan')
VRAAG om het Bijbels ABC: Er
waren veel inzendingen, zodat we
behalve het „studiehoofd" ook an
dere mensen er mee kunnen helpen.
Hartelijk dank lieve, oude lezers Als
wij zien. met hoeveel moeite men
soms zo'n heel lang relaas opent,
versterkt dit ons in het besluit, het
aantal versjes dat gevraagd wordt,
alleen nog maar persoonlijk toe te
zenden, als het in ons archief aanwe
zig is. Er worden overigens vaak
bewerkingen en vertalingen van al
lerlei. vooral geestelijke liederen ge
vraagd. Daar kunnen we niet aan
beginnen. We beperken ons tot het
verwijzen naar de oorspronkelijke
versie.
VRAAG: Waar moet Je eigenlijk aan
denken als men het heeft over radio
actief afval? Waaruit bestaat het.
kun je het beet pakken? Hoe lang?
Kan het ln een emmer of ln een
flesje? Zo kan ik wel doorgaan.
ANTWOORD: Alles wat in aanra
king geweest is met radioactieve
stralingen, dus alle voorwerpen,
scherven, bulzen. tangen, hand
schoenen. enz en2. Afblijven is dus
de boodschap. De mensen die be
smette stoffen moeten verwijderen,
hebben niet voor niets die bescher
mende pakken en instrumenten,
waarvan veel vernietigd moet wor
den. De voor medische doeleinden
gebruikte bestraling is bij onvol
doende bescherming voor wie ermee
om moet gaan. en dat geldt dan
natuurlijk ook voor de patiënten,
zeer gevaarlijk. Ook hier ls „afval".
In uw openbare bibliotheek is docu
mentatie en Informatie te vinden op
dit gebied.
VRAAG: Wij hebben tussen het
buurhuis en het onze een ruimte van
vier meter. We hadden geen auto en
bezwaren waren er nooit. Door een
verbouwing bij de buren werd die
ruimte drie meter. Ook niet erg,
want het was hun terrein. Nu zijn er
nieuwe buren gekomen die het plan
hebben in de achtertuin een grote
garage te zetten. Ze moeten dan met
hun wagen over ons terrein erheen
rijden. Kan men ons dwingen zoiets
goed te vinden?
ANTWOORD: Beslist niet Bij de
verkoop en koop heeft de koper
kans gehad alle papieren na te gaan
en na te meten. Als hij dat niet deed,
'heeft hij een huis gekocht, zonder
mogelijkheid de achtertuin te berei
ken. Op die manier heeft hij voor
dat terrelntje en het huls meer be
taald dan het waard ls. Dat is zijn
zaak niet de uwe. In elk geval raad
ik u aan een erfschetding van stevi
ge palen (nog op uw terrein) aan te
brengen De buren kunnen hun wa
gen best stallen in die 2-meterstrook
en met een carport staat hun wagen
tje ook droog. Zoals wij deze zaak
kunnen bekijken, heeft niemand het
recht u ln dit opzicht te dwingen.
Mocht het probleem minder heftig
en fel blijken te zijn, dan het nu
lijkt, doe dan ln elk geval nooit
enige toezegging, zonder die met uw
notaris in alle consequenties bespro
ken te hebben. Als u een gedeelte
van uw toch al niet zo gunstig gele
gen achtererf zou verkopen, dan zou
uw eigen huls aan privacy veel in
boeten, en van uw tuin zou ook niet
veel meer over zijn. Het zou voor de
buren de beste oplossing zijn, de
verbouwing weer ongedaan te ma
ken of het bijgebouwde gedeelte (is
het een keukentje of een kamertje')
geheel achter het huls te verplaat
sen. Zij blijven dan geheel op hun
eigen terrein, hebben een toegangs
weg van 2 m en hoeven verder geen
gunsten te vragen. Een goede er-
fscheiding ls o.l. noodzakelijk.
VRAAG: In het huls. waar we nog
maar pas inwonen, hebben de vorige
bewoners allerlei plaatjes en stic
kers geplakt in het tollet en op de
badkamerdeur. Hoe krijgen we die
rommel eraf?
ANTWOORD: In de eerste plaats wil
ik alle sticker- en posterplakkers
erop wijzen, dat er plakband be
staat, dat zonder beschadiging van
wat er onder is aan behang of verf,
verwijderd kan worden. Plastic bui
zen en keramische tegels kan men
zonder bezwaar (maar op beschei-
.den schaal beginnend) met aceton
van die nare plakkertjes bevrijden.
Op behang is het vrijwel onmogelijk
en op verf ook bijna altijd een allen-
de. Meestal gaat de verf mee met het
plaksel. Experimenteren met aceton
en terpentine. Wij zelf hebben ten
slotte in arren moede de boel eraf
geschuurd en de deuren weer over-
gelakt.
RIE VAN ROSSUM en „Schoonho
ven". Familieleden van deze schrijf
ster deelden ons mede. dat hun zus
ter Inderdaad wel in Schoonhoven is
geweest en dat we hier wel van een
reisimpressie mogen spreken. Overi
gens haalde R. v. R. wel eens het
bekende gezegde van Beets aan: als
men vroeg naar locaties en personen
ln haar boeken: Een neus van herin
nering op een gezicht van verbeel
ding. Dat zal hier ook wel het geval
geweest zijn.
VRAAG: Waar vind ik een mooi
kruissteekpatroon van een
menorah?
ANTWOORD: Volgens ons in het
„Jerusalem embroiderybook" van
Ann Roth, dat in 1973 door de Arbei
derspers in Nederlandse bewerking
werd uitgegeven. Als het soms uit
verkocht ls in de boekhandel, pro
beer het dan In de openbare biblio
theken. In de plaats waar ik woon,
wordt dit soort mooie boeken nog
niet eens zo vaak uitgeleend. (Heel
vreemd, want het is prachtig).
VRAAG: Ik kreeg onlangs een pen
ning, waarop aan de ene kant MI
CHAEL ANGELUS BONARRO-
TUS FLOR AESANN 88 met kop
afbeelding baardig man. Aan de an
dere kant: DOCEBO INIQUOS UT
IMPILIADTECONVER om afbeel
ding van kennelijk blinde man met
geleidehond, stok en buidel. Diame
ter 35 mm, dikte ongeveer 4. Wat zou
het zijn?
ANTWOORD Zelfs zonder uw
voortreffelijke tekening herken ik
de penning direct: Enige jaren gele
den ontving ik na het bestellen van
het boek van Robert Coughlan: de
Wereld van Michel Angelo
(1475-1564) tevens een overigens
heel aardig uitgevoerde naslag van
nepgoud in een rood gefluweleerd
kartonnetje. Het is dus niet een
schat, die u in bezit dacht te hebben
(we worden tegenwoordig over
stroomd met vragen over afbeeldin
gen van dergelijke penningen). De
beeldhouwer Leone Leoni heeft,
toen Michel Angelo (afstammeling
van de geziene Florentijnse Buonar
roti Simoni) 88 Jaar was. deze pen
ning voor hem gemaakt. De spreuk
(Psalm 15 vs 15): Ik zal (uw) tegen
standers onderwijzen, opdat de god-
delozen zich tot U bekeren. Het ge
zicht van de blinde bedelaar ver
toont gelijkenis met M. A. Volgens
de schrijver van het boek zou deze
tekst het motief verklaren. De mens
ls een hulpeloos wezen, dat alleen
door het geloof geleld kan worden.
In de Renaissance waren dergelijke
penningen zeer geliefd, omdat men
ze als hommage aan z'n vrienden
kon geven. De oude M. A. was er dan
ook heel verguld mee en schoi
tegenprestatie aan Leoni eei
model van een van zijn
werken.
VRAAG. Wie schreef: An Irisl
difficulties with the Dutch
guage?
hJAMJ
zulle
Kon
ANTWOORD Dit boekje van
na Gael is ln de uitgave vai
mers Hage pockets ook in
land uitgegeven. Is het
uitverkocht, zie dan in de o;
bibliotheken.
VRAAG: Graag een adres vj
Japanse scholier(e) om mee i
responderen.
i
missde e
ipe eee"
ANTWOORD Schrijf eens
bel eens de Stichting RQ
educatieve reizen, corresponi
en uitwisseling), Groot Herto Inmic
laan 131-133. tel 070-649934. \T
gen dit adres van de Japansfeustu
bassade. Onze indruk was conr-
prettig. Van de werkwijze v
echter niets af.
orr 17 ee:
wel der
miljoi