■Smithsons gelaat van de aarde BIESHEUVEL OP PATMOS Opgesloten in grootschaligheid FILMBBOBIBE TERDAG 24 SEPTEMBER 1977 Tekening van hel in Great Salt Lake uitgevoerde „Spi ral Jetty". Nog steeds ligt bij Emmen het landart-project van de Amerikaan Robert Smithson dat hij in 1971 in het kader van ..Sonsbeek buiten de perken" heeft uitgevoerd. Spiral Hill and Broken Circle (spiraalvormige heuvel en onderbroken cirkel). Smithson liet zijn ontwerp uitvoeren in een zandafgravingsgebied. De spiraalvor mige heuvel verheft zich boven het land, de onderbroken cirkel ligt deels op een plas. TROUW/KWARTET 21 ••'V/Tl Studie voor het project „Spiral Hill and Foto van „Amarillo Ramp" Tecovas- Broken Circle" te Emmen (potloodteke- meer. Texas waar Robert Smithson met ning). een vliegtuigje neerstortte en om het leven kwam. door Jac Lelsz Het project was niet als blijvend kunstwerk bedoeld. Reeds in het Winkler-Prins-Jaarboek 1972 heeft men kunnen lezen dat het verdwenen is. Die informatie was onjuist. Er wordt nog steeds Ordpnpn touwgetrokken om de bestemming van dit gebied, maar intussen heeft het project Spiral Hill and Broken Circle zich kunnen handhaven, hoewel met vegetatie overwoekerd en ten prooi aan afkalving. Kort daarvoor was Smithson op nog maar 35-jarige leeftijd om het leven gekomen toen hij boven het Tecovas-meer in Texas met een vliegtuigje neerstortte. Dat was bij de plek waar zijn zogenaamde Amarillo Ramp moest komen, een gedeeltelijk op het land, deels ln het water gelegen, cirkelvormig „dijklichaam", dat voortdurend van vorm verandert door het stijgende en dalende waterniveau van dit kunstmatige meer. De cirkel (eilanden enz.) en de spiraal (van buiten naar binnen lopend, tot het eenzaamste punt, gehuld in contemplatieve stilte) zijn twee van de vormen, die zich bij Smithson steeds herhalen. Materialen, die volgens hem gebruikt konden worden, waren rotsen, turf, moerassen, gras, bomen, zwavel, zoutkristal len enz. Centraal thema in zijn kunst werd: opnieuw ordenen van de dingen met gebruikmaking van natuurlijke processen. Dat staal meer waard is dan roest vond hij een technologische kwestie, geen artistieke. Smithson had een afkeer van kunstenaars, die het paradijs probeerden te benaderen, de hemel op aarde, Eden vóór de zondeval. Verlaten mijnen, vervuilde rivieren, braakliggende industrieterreinen, sintelhopen e.d. hadden zijn voorkeur. Hij schreef eens de aarde bewonderenswaardig te achten om de verscheidenheid van veranderingen. „Indien de aarde niet zou Processen Men kan zich terecht afvragen of Smithson met het laatste juist niet erg gelukkig zou zijn geweest, want hij hield van processen, die het gelaat van de aarde veranderen. Hoe het zij, de plek waar Spiral Hill and Broken Circle zich bevinden, is een volkomen on Nederlands gebied. Tegenwoordig komen er bijna geen mensen meer; het is een bijna ontoegankelijke streek geworden. Destijds hebben velen Spiral Hill en Broken Circle bekeken. Het was tenslotte een van de slechts drie aardwerken, die de Ameri kaan heeft kunnen realiseren. Menigeen is er door geïntrigeerd. Het ging daarbij niet om vragen of het mooi was of begrijpelijk. Ongeletterden konden het waarderen, intellectuelen verfoeiden het, maar het omgekeerde kwam ook voor. Het was niet zozeer een kwestie van IQ als wel van gevoel. Zen-tuin Smithson (sommige Drenten zien hem nog met zijn vrouw op een bij het station gehuurd fietsje naar de schans rijden om leiding te geven aan het werk) was een meditatieve figuur. De Spiral Hill moet voor hem iets van een hooggelegen Zen-tuin gehad hebben. Beklom men die langzaam dan had men in de diepte een steeds wisselend gezicht op de Broken Circle, waarachter ook wel een of andere diepere gedachte schuil zal zijn gegaan. We schrijven dit alles omdat op het ogenblik in het vernieuwde Kröller-Müller Museum op de Hoge Veluwe een tentoonstelling wordt gehouden van een 120-tal door Smithson gemaakte teke ningen. De tentoonstelling is enkele jaren geleden samengesteld door het New York Cultural Centre, waarna ze een tournee door de wereld begon. Het project „Spiral Hill and Broken Circle", zoals dat in 1971 in het kader van „Sonsbeek buiten de perken" door Robert Smithson bij Emmen werd gerealiseerd. Inzet: Albrecht Dürer's slang, die wel in relatie wordt gebracht met Robert Smithson's dijklichaam „Amarillo Ramp" aan het Tecovasmeer in Texas. zijn onderworpen aan welke verandering ook. dan zou zij een eindeloze zandwoestijn zijn of een berg van jaspis. Of, indien tijdens de Zondvloed de wateren bevroren zouden zijn, dan zou de aarde bestaan uit een enorme klomp ijs, waaruit nooit iets geboren, laat staan veranderd zou zijn. Haar bestaan zou ik dan beschouwen als nutteloos" Hij was van mening dat zij. die de onveranderlijkheid verheerlijken, er naar verlangen altijd te blijven leven; ze hebben het dan over de angst voor de dood Bemiddelaar De twee andere aardwerken of buitensculpturen, zoals ze ook wel worden genoemd, die Smithson uitvoerde, zijn Partially Buried Woodshed, waarbij hij 1000 ton asfalt over een helling uitstortte, en Spiral Jetty ln Great Salt Lake, een monumentale spiraal van steen etc. in een meer, waarbij wel eens wordt gedacht, dat de dwingende vorm naar het binnenste van het onontdekte ik een toespeling is op een idee van Carl G Jung. Er zou over Smithson meer te zeggen zijn. Ook over de ontwikke ling, die hij doormaakte voordat de aardwerken zijn aandacht opeisten. De tekeningen van deze kunstenaar, die zichzelf zag als „bemiddelaar tussen industrie en ecologie", geven er een goede indruk van. Zijn latere manier van werken is te volgen aan de hand van enige filmpjes, o.m. over de Spiral Jetty Smithson stierf, zoals gezegd, terwijl hij bezig was met de uitvoering van zijn Amarillo Ramp, in Tecovas Lake Texas Collega's, die hem het naast stonden, hebben het werk voltooid Een dijklichaam als een steeds zwaarder wordende ring Is het mogelijk daaraan te ontlenen dat Smithson ontvankelijk was voor mystiek? Er zijn er die het menen te kunnen Albrecht Dürer Vergelijkingen worden dan gemaakt met Albrecht Dürer's teke ning in een Iatijns manuscript van de „Hiëroglyphen van Hora polio", die een slang laat zien. welke eigen staart verslindt (embleem voor het universum). Volgens de tekst betekent het feit. dat het beest eigen lichaam als voedsel tot zich neemt, dat wat er in de wereld ook maar is verwekt door de Goddelijke Voorzienigheid door haar wordt teruggenomen. Smithson moet een meer dan oppervlakkige kennis gehad hebben van een groot aantal specialismen, zoals kunstgeschiedenis, filosofie en psy chologie. maar ook van geologie, geografie en astronomie Zijn tekeningen aangevuld met een beperkt aantal kleurenfo to's. die verhelderend werken zijn tot 31 oktober in Kröller- Müller (de Hoge Veluwe) te zien. door T van Deel Wie vanaf het dak van het klooster op Patmos uitkijkt over het hele eiland, zou op de gedachte kunnen komen dat de Apocalyps Iets te maken heeft met de vorm van Pat mos zelf: „zerlapt", noemt de Duitse reisgids die. Op een duizelingwekkende manier splitst elk schiereiland zich op in vele landtongen, die elk voor zich maar niet kunnen besluiten in zee op te gaan. Een zich radeloos en chao tisch verspreidende hoeveel heid rots, dat is Patmos. In het nieuwste boek van J. M. A. Blesheuvel wordt beweerd dat we „midden in de uitvoe ring van de Openbaringen" zitten en de meeste verhalan uit dat boek. „De Weg naar het Licht", geven daar niet alleen naar hun inhoud, maar ook naar hun vorm gedegen blijk van. Het proza van Bies heuvel is een soort Patmos- proza: het voert de lezer over bergen, door dalen, tot op de verste en kleinste landtongen Het is een voorbeeld van „zer- lapt" denken. Elke medede ling kan in principe gedetail leerd worden, er valt altijd méér te vertellen en Biesheu vel doet dat dan ook. De lijn in zijn vertelsels is de kustlijn van Patmos. Waar komt dat door? Opvalt dat Biesheuvel nauwe lijks alinea's gebruikt. Juist de lange verhalen moeten het stellen zonder enigerlei seg mentering. die althans de in druk van ordening zouden kunnen geven. Binnen het blok tekst gaat het onrustba rend tekeer en het is ons niet gegeven veel houvast te krij gen aan de losse draad van het verhaal. Een illustratie van Biesheuvels zins- en gedachtenopeenvolging: „Ik weet niet hoe het met andere mensen is gesteld, maar zo is het voor mij geen leven meer. ik heb geen plezier meer. Nu heb ik, geloof ik. nooit plezier gehad behalve toen ik nog als kind bij mijn moeder voor de piano op schoot zat om er lied jes en Psalmen te zingen. Mijn moeder is nu ook alweer aan de schoot der aarde toever trouwd en zij zal er nooit meer uitkomen want ik kan niet in de dag van de opstanding ge loven. Met al dat soort geloof en flauwekul ben ik in het gekkenhuis klaargekomen. Ik geloof nog wel, maar niet in een hiernamaals. Ik zal het nog veel sterker vertellen: ik heb het idee dat ik allang ge storven ben." Zo gaat dat toe bij Biesheuvel: de ene gedach te roept de andere op en het kan voorkomen dat ze zich met zoveel kracht en in zulk een groten getale aandienen dat het hoofd van de verteller er blijkens de tekst door over spoeld raakt. Tobber We moeten natuurlijk niet uit het oog verliezen dat Biesheu vel zich van literaire procédés bedient. Zijn favoriete vertel ler hijzelf is een tobber, iemand die ooit in een inrich ting heeft gezeten, omdat hij zich Jezus waande, iemand die gruwt van de manier waarop met de wereld wordt omge- gain, die zijn ongeluk be zweert door verhalen te schrij ven. Het is. op een enkele uit zondering na, steeds zo'n ver teller, naar wiens verhaal we moeten luisteren. „Onlangs was ik bij een vriend op bezoek „Nu moet ik eens een vreemd verhaal vertellen." „Op een keer wist ik het zeker: ik was de Verlosser der joden." „Ik denk dat ik zestien jaar was toen er „Gisteravond „Toen ik hoorde dat „Een tijdje geleden „Op een prachtige zomer middag Dit zijn de beginwoorden an zes verhalen uit „De Weg naar het Licht" en ze spreken voor zich. De verteller steekt van wal, hij heeft een voorval waaraan hij zijn „zerlapt" den ken hechten kan. Andere middelen waarmee Biesheuvel die dissociatie van zijn verhaalstructuur bereikt, zijn: dialoog en monoloog. Wie in zijn eigen verhaal geneigd is in de directe rede de verhalen van anderen in ex- tenso op te nemen, richt de aandacht van zijn lezers eer der op de verbluffende veel heid van mogelijke gebeurte nissen, dan op die ene, centra le gebeurtenis of gedachte, waar het verhaal om draait. Biesheuvel spot met de een heid van handeling. Dat praat en klept maar in zijn verhalen, van het een komt het ander, en men moet niet verbaasd opkijken als er plotseling op de zesendertig ste verdieping van een flat ze ventien bergbeklimmers door het raam stappen, terwijl Biesheuvel daar, beslopen door menigvuldige gedachten, aan 't praten is met een vriend. Zeventien bergbeklim mers. die nog eveh wat oefen den voor hun Himalaya-tocht en daarvoor de steile flatwand kozen. Dat bezoek loopt uit op een chaotisch feest en vormt een niet minder chaotisch ver haal: „Een vreemd voorval". Zegt u dat wel Detaillering en dissociatie staan hoog in het vaandel van Biesheuvels vormgeving ge schreven. In de beste gevallen bereikt hij daarmee inderdaad dat lezers rusteloos gevoerd worden over de wegen van zijn verbeeldingsrijke gedachten. Men voelt zich aangesproken door een manisch verteller, die via dit procédé in staat blijkt een vloed van stemmin gen over te dragen, dén weer ernstig, dan weer kolderiek te zijn. de meest verschrikkelijke tobberijen humoristisch te be handelen, een personage dat zich thuis voelt in deze stijl. .Inspanning Het bezwaar ervan is alleen dat het ook vaak mislukt. Een dieptepunt lijkt me het opge blazen verhaal „De Leeuw van Lelden", waarin Marten 't Hart de hoofdrol speelt. Maar ook het titelverhaal is niet zonder inzinkingen. Door de bank genomen stileert Bies heuvel te weinig. De rustigste verhalen staan in het begin. „Mijn grootste schrik" vertelt van een domi nee, die op kerstnacht, buiten, wandelend met de jeugdige ik figuur, enigszins dronken be kent dat hij in het geheel niet gelooft en dat hij elke zondag de mensen tranen uit de ogen wringt zonder zelf geraakt te zijn. Als de jongen stamelt. „Dominee, het is toch niet waar wat u zegt. zo iets kunt u me toch niet aandoen?" trekt deze zijn bekentenis weer in. Die avond preekt hij zoals nooit te voren en na de dienst laat hij zingen „Op U mijn Heiland blijf ik hopen, verlos mij van mijn bange pijn" Biesheuvel schrijft dan: „Ter wijl wij zongen ging hij zitten. Ik wist dat hij verscholen ach ter de balustrade zat te hullen en vermoedde dat alleen maar een ongelovige zo mooi preken kon. De dominee probeerde immers zijn eigen verstand te overschreeuwen en in een hoek te drukken Dat is de grootste inspanning en het al lermooiste misschien waartoe een mens ln staat Is." Een minstens zo mooi verhaal is „Het Bal", waarin nogal in drukwekkend beschreven wordt hoe Biesheuvels angst aanvallen ln hun werk gaan en op welke existentiële ervarin gen ze betrekking hebben Ze hebben te maken met het be sef dat we „midden in de uit voering van de Openbarin gen" zitten, dat de wereld naar de knoppen gaat als hij. Bies heuvel, zich niet als Verlosser presenteert. Uit de beste, wan hopige chaotische passages dienaangaande bereikt on een grondig verlangen naar vrede, naar een wereld die minder „zerlapt" is en dus naar een hoofd dat minder spookt. Maar wie neerkijkt op de on overzichtelijkheid van Pat mos. schrijft nu eenmaal zijn eigen openbaringen Biesheu vel deed dat in zijn alweer vierde boek. J. M. A. Biesheuvel. De Weg naar het Licht. Amsterdam. Meulenhoff, 1977 240 blz. 18.30 xtf>, Het genre „rampenfilms" is zo uitgebreid geworden, dat het niet zo moeilijk is om een aantal sub-genres te onder scheiden. De rampen waarop wij vergast worden, zijn nl. niet alleen van sterk uiteenlo pende aard, maar hebben ook zeer verschillende oorzaken. Het kunnen bijvoorbeeld „na tuurrampen" zijn die zich bui ten de menselijke activiteit om voltrekken, zoals „Earth Quake", ofwel zij hebben te maken met de techniek - waarin dan fouten zitten of waarmee sabotage gepleegd wordt - en düs met menselijke activiteit. De „Airport"-films en „The towering Inferno" zijn daar duidelijke voorbeelden van. Weer anders is het ge steld met „Jaws", waarin de calamiteit ln eerste Instantie van zuiver natuurlijke aard is, maar waarin de reuzenhaai steeds meer een „tegenspe ler", een „vijandelijke macht" wordt. Maar hoe verschillend ook, één kenmerk is opvallend hetzelfde: de grootschalig heid. Zelfs in „Jaws", want al maakt de haai relatief weinig slachtoffers de strandsènes tonen duidelijk, hoe velen er betrokken zijn bij een bedrei ging waarvan de meesten zich overigens niet eens bewust zijn. En mét het grootschalige speelt dan ook het claustrofo bische een grote rol: men is door de ramp opgesloten ln een vliegtuigwrak, een toren hoge hotelflat, een gekapseisd schip, een stadion - en altijd te midden van een panische menigte. Spectaculair Op dat laatste heeft Fran kenhelmer heel nadrukkelijk gemikt met zijn „Black Sun day" - de zwarte zondag die zich afspeelt in „the Bowl", het gigantische stadion in Mi ami, waar dé rugby-wedstrijd van het Amerikaanse sportsei- zoen gespeeld wordt en waar door middel van een zeppelin een vliegend televisiestati on een door Palestijnse ter roristen beraamde aanslag aan de aanwezige 80.000 men sen het leven zal moeten kos ten. Het viel te verwachten dat ook Frankenhelmer de een of andere dag met een spectaculaire rampenfilm zou aankomen: zijn films zijn al tijd groots en spectaculair, men denke aan zijn oorlogs film „De trein", waarin hij op grote schaal met authentieke oude Franse stoomtreinen en met verbluffend echte bom bardementen op stationem placementen aan de gang was. Frankenhelmer is een goed „metteur-en-scène." Heel duidlijk herinner lk me een gedeelte - was het uit „The Manchurtan Candidate" of uit „Seven days in may"? - waarin hij beelden van de realiteit en diezelfde beelden, maar dan als monltorbeelden van de te levisie, tegen elkaar uitspeel de op een wijze die zeker in die tijd uniek was. Zijn talent is duidelijk aanwezig in de aan vang van „Black Sunday", waarin een overval van Ro bert Shaw en zijn mannen op het Palestijnse hoofdkwartier in Beiroet plaats vindt: se- kwentles ln een nerveus, desoriënterend beeldritme, bepaald door een dynamische camera-voering, die de toe schouwer op een beklemmen de manier bij het gebeuren betrekt. door dr H.S. Visscher Klungelig Maar des te sterker valt de klungelige montage op van het belangrijkste deel van de film: de rugby-wedstrijd ln „the Bowl", waarboven het ge vaar dreigt ln de vorm van de zeppelin. Frankenhelmers de- coupage is een houterige en cliché-achtige wisselmontage tussen shots van de wedstrijd en shots van het gebeuren In en mét de zeppelin. Zo doel treffend als zo'n slmultaan- montage nog altijd werken kan zij dateert van vroege tijden toen Griffith haar toe paste -. zo vervelend en afge- Een scène uit Black Sunday zaagd doet ze hier aan. Geen wonder dat het Amerikaanse publiek de film saai vond. Niet het feit dat de grote calamiteit op het laatste ogenblik voor komen wordt, lijkt mij de oor zaak van dat negatieve oor deel, maar vooral het werke lijk frappante verschil tussen de bikkelharde, gespannen, „authentieke" sfeer van het begin de aanval op het Pa lestijnse hoofdkwartier en de onechte en onwaarachtige montage van de Zeppelln-se- kwenties. Zelfs de trucages doen onhandig aan, en maken dat men er nog minder in „ge looft." Het is allemaal ook zo voorspelbaar al die onwaar schijnlijke handgrepen om de spanning nog langer te, rek ken. Toch is zo'n film veel be tekenend zoals dat vaker gaat met op zichzelf niet zo belangrijke films. Veelbeteke nend omdat claustrofobisch aspect van de grootschalig heid waarin wij verzeild zijn geraakt. Voordat er nog iets aan de hand is, voordat het verhaal nog begonnen is, zet Frankenhelmer al dat giganti sche stadion op het doek: de „bowl", de reusachtige schaal waarin 80.000 mensen van Individu tot naamloze massa worden Het is een ogenschijnlijk ob jectief beeld, maar het werkt minstens net zo beklemmend als de latere opnamen waarin de zeppelin tot een dreigend gevaar is geworden boven die niets-vermoedende menigte, die alleen oog heeft voor het spel en de obligatoire majoret tes. En het werkt zeker schrik wekkender dan de opnamen van de paniek die uitbreekt als de zeppelin, stuurloos ge worden, opeens op het stadion terecht komt, want die zijn eigenlijk weer tamelijk mach teloos en chliché. Suggestief De op het laatse nippertje verhinderde ramp heeft de menselijke activiteit als oor zaak: het Palestijnse terroris me. En déér is Frankenhelmer toch wel weer veel interessan ter door zijn suggestie dat het ondanks de menselijke in greep in feite toch om een soort buitenmenselijk „nood lot" gaat. een fenomeen dat zichzelf als het ware voortdu rend „aanslingert" buiten ie dere individuele, menselijke overweging om. Shaw Israë lische geheimagent die jaagt op de Palestijnse terroriste die de spil van de aanslag is roept de hulp van de Egypti sche ambassadeur in Was hington ln om de calamiteit te voorkomen en gegevens te krijgen over haar identiteit. Als de ambassadeur hem die later verschaft een aaneen schakeling van menselijke mi sère. armoede, honger, dood en uitzichtsloosheid zegt hij: „Luister goed. Zij is in zeker opzicht üw creatie De Israëliër èn de Palestijn se hebben belden hun momen ten waarop ze er genoeg van hebben en beu zijn van hun „werk Shaw verklaart zich zelf, als hij gewond door een explosie ln het ziekenhuis ligt, ongeschikt om door te gaan omdat hij „oog heeft gekregen voor de twee kanten van de zaak;" het meisje ontdekt in haar psychopathische Ameri kaanse minnaar en helper de zeppelin-piloot, die in en na de Vietnamoorlog tot een geestelijk wrak geworden is een zó blinde vernietigende haat tegen de mensheid als zodanig, dat zij voor het eerst aarzelt om dit geweld te ont ketenen. Maar geen van bel den kan zich meer losmaken uit de draaikolk Het geweld voedt zichzelf en menselijke motleven hebben er nauwelljk meer Iets mee te maken Kor tom: Frankenhelmers film wil naast rampenfilm óók een ldeeënfllm zijn. Dat is mis schien niet zo'n geweldig uit gangspunt voor een rampen film, maar het merkwaardige ls dat de „Idee" beter over komt dan de ramp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 21